MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 71 of 741

2–47
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
In auto's uitgerust met airbags dienen veiligheidsgordels gedragen te worden:
Het uitsluitend vertrouwen op de airbags voor bescherming tijdens een aanrijding
is gevaarlijk. Airbags alleen kunnen geen ernstig letsel voorkomen. De betreffende
airbags worden uitsluitend opgeblazen bij het eerste ongeval, zoals een frontale, bijna
frontale of zijdelingse botsing met een gematigde of grotere kracht. De inzittenden
dienen dus altijd hun veiligheidsgordels te dragen.
Kinderen mogen niet meerijden op de voorpassagierszitting:
Het plaatsen van een kind van 12 jaar of jonger op de voorzitting is gevaarlijk. In het
geval een airbag geactiveerd wordt, zou het kind ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen
oplopen. Een slapend kind is geneigd tegen een portier te leunen en loopt daardoor
meer risico bij een gematigde botsing aan de voorpassagierszijde van het voertuig
door de zij-airbag geraakt te worden. Bevestig een kind van 12 jaar of jonger voor
zover mogelijk steeds op de achterzittingen en maak daarvoor gebruik van het juiste
kinderzitje overeenkomstig de leeftijd en de grootte van het kind.
Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen
worden:
Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL
aan het KIND toebrengen.
Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag
geraakt worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind
ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een
deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag, bij het installeren van een
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de
stand OFF zetten.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 72 of 741

2–48
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Ga niet te dichtbij de airbags van bestuurder en voorpassagier zitten:
Het te dichtbij de airbagmodules van bestuurder en voorpassagier zitten of er handen
of voeten op plaatsen is uiterst gevaarlijk. De airbags van bestuurder en voorpassagier
worden met grote kracht en snelheid opgeblazen. Als iemand er zich te dichtbij bevindt
kan dit ernstig letsel veroorzaken. De bestuurder dient altijd alleen de rand van het
stuurwiel vast te houden. De passagier op de voorzitting dient beide voeten op de vloer
te houden. De inzittenden van de voorzitting dienen hun zittingen zover mogelijk naar
achteren af te stellen en altijd rechtop tegen de rugleuningen te zitten en op de juiste
wijze gebruik te maken van de veiligheidsgordels.
Ga in het midden van de zitting zitten en draag de veiligheidsgordels op de juiste wijze:
Het te dichtbij de zij-airbagmodules zitten of er handen op plaatsen of tegen het portier
geleund slapen of uit de ramen hangen is uiterst gevaarlijk. De zij- en gordijn-airbags
worden met grote kracht en snelheid direct langs het portier aan de zijde waar de auto
geraakt is opgeblazen. Ernstig letsel kan worden veroorzaakt als iemand te dicht bij
het portier zit of tegen een raam leunt of als passagiers op de achterzitting zich aan de
zijkanten van de rugleuningen van de voorzittingen vasthouden. Geef de zij- en gordijn-
airbags voldoende ruimte om te functioneren door tijdens het rijden in het midden van
de zitting plaats te nemen en de veiligheidsgordels op de juiste wijze te dragen.
Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar de airbags van
bestuurder en voorpassagier geactiveerd worden:
Het bevestigen van een voorwerp aan de airbagmodules van bestuurder en
voorpassagier of iets voor de modules plaatsen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het
voorwerp de activering van de voor-airbag kunnen hinderen en aan de inzittenden letsel
kunnen toebrengen.
Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een zij-airbag
geactiveerd wordt:
Het bevestigen van voorwerpen aan de voorzitting op zodanige manier dat de buitenste
zijde van de zitting op enigerlei wijze wordt afgedekt, is gevaarlijk. Bij een aanrijding
zou het voorwerp de werking van de zij-airbag welke vanuit de buitenste zijde van
de rugleuning van de voorzitting wordt opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de
aanvullende beveiliging van het zij-airbagsysteem ongedaan gemaakt wordt of de
airbag in een richting kunnen sturen die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de
airbag opengesneden wordt en dat het gas ontsnapt.
Hang geen opbergnetten, kaartzakjes of rugzakken met riemen aan de voorzittingen.
Gebruik nooit zittinghoezen op de voorzittingen. Houd de zij-airbagmodules in uw
voorzittingen steeds vrij van obstakels, zodat de zij-airbags bij een botsing vanaf de
zijkant ongehinderd in werking kunnen treden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 73 of 741

2–49
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een gordijn-airbag
geactiveerd wordt:
Het bevestigen van voorwerpen op plaatsen waar de gordijn-airbags geactiveerd worden
zoals op de voorruit, de zijportierruit, op de voorruit- en achterruitstijlen en langs de
dakrand en op de steungrepen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het voorwerp de
werking van de gordijn-airbag die vanuit de voorruit- en achterruitstijlen en langs de
dakrand wordt opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de aanvullende beveiliging
van de gordijn-airbagsystemen ongedaan gemaakt wordt of de airbag in een richting
kunnen sturen die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de airbag opengesneden
wordt en dat het gas ontsnapt.
Geen kleerhangers of andere voorwerpen aan de steungrepen ophangen. Bij het
ophangen van kleding, deze rechtstreeks aan de kledinghaak hangen. Houd de gordijn-
airbagmodules steeds vrij van obstakels, zodat de airbags bij een botsing vanaf de
zijkant ongehinderd in werking kunnen treden.
Raak nadat de airbags zijn opgeblazen de onderdelen van het aanvullend
beveiligingssysteem niet aan:
Aanraken van de onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem nadat de airbags
zijn opgeblazen is gevaarlijk. Onmiddellijk na het opblazen zijn deze bijzonder heet.
Hierdoor bestaat de kans op brandwonden.
Monteer dus nooit uitrusting aan de voorzijde van uw wagen:
Monteren van uitrusting aan de voorzijde van de wagen, zoals een frontale crashbar
(kangaroe crashbar, vee crashbar, aanduwstang, of dergelijke), sneeuwploeg of lieren
is gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed hebben op het systeem van de airbag crash
sensoren. Hierdoor zouden de airbags onvoorzien geactiveerd kunnen worden of wordt
verhinderd dat de airbags tijdens een aanrijding worden opgeblazen. De inzittenden
voorin zouden als gevolg hiervan ernstig letsel kunnen oplopen.
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Wijzigen van de vering van de wagen is gevaarlijk. Als de hoogte van de wagen of de
vering veranderd wordt, zal de wagen een botsing niet meer correct kunnen registreren,
hetgeen een onjuiste of onverwachte activering van de airbag tot gevolg kan hebben
waarbij de kans bestaat op ernstig letsel.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 74 of 741

2–50
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Breng geen wijzigingen aan in het aanvullend beveiligingssysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen in de onderdelen of de bedrading van het aanvullend
beveiligingssysteem is gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in werking stellen of buiten
gebruik stellen. Breng geen enkele wijziging aan in het aanvullend beveiligingssysteem.
Hieronder vallen het aanbrengen van stuurbekleding, etiketten of wat dan ook op de
airbagmodules. Hieronder valt ook het installeren van extra elektrische apparatuur op
of nabij de onderdelen en de bedrading van het systeem. Een deskundige reparateur,
bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur kan de speciale aandacht besteden die
bij het uitbouwen en inbouwen van de voorzittingen nodig is. Het is van belang de
bedrading en de aansluitingen van de airbag te beschermen om er voor te zorgen dat de
airbags niet per ongeluk in werking treden en dat de airbag-aansluiting van de zittingen
onbeschadigd blijft.
Plaatsen geen bagage of overige voorwerpen onder de voorzittingen:
Het plaatsen van bagage of overige voorwerpen onder de voorzittingen is gevaarlijk.
De kans bestaat dat onderdelen die essentieel zijn voor de werking van het aanvullend
beveiligingssysteem beschadigd worden en in het geval van een botsing aan de zijkant
is het mogelijk dat de bijbehorende airbags niet geactiveerd worden, hetgeen ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Om beschadiging van onderdelen die essentieel
zijn voor de werking van het aanvullend beveiligingssysteem te voorkomen, geen
bagage of andere voorwerpen onder de voorzittingen plaatsen.
Rijd niet met een auto met beschadigde onderdelen van airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem:
Geactiveerde of beschadigde componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem dienen na elke botsing waarbij deze geactiveerd of
beschadigd werden te worden vernieuwd. Alleen een getrainde deskundige reparateur,
bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur kan deze systemen volledig beoordelen om
te zien of deze bij een volgend ongeval zullen functioneren. Rijden met een geactiveerde
of beschadigde airbag of voorspannermodule geeft u verminderde beveiliging bij een
volgend ongeval, waardoor de kans bestaat op ernstig of dodelijk letsel.
De airbagonderdelen in het interieur niet verwijderen:
Het verwijderen van onderdelen zoals de voorzittingen, het voordashboard, het
stuurwiel of delen van de voorruit- en achterruitstijlen en langs de dakrand die
airbagonderdelen of sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze onderdelen zijn belangrijke
airbagcomponenten ingebouwd. De airbag zou onvoorzien geactiveerd kunnen worden
en daardoor ernstig letsel kunnen veroorzaken. Laat deze onderdelen altijd door een
offi ciële Mazda reparateur verwijderen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 75 of 741

2–51
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
WAARSCHUWING
Ruim het airbagsysteem op de juiste wijze op:
Het op ondeskundige wijze opruimen van een airbag of slopen van een auto met
airbags die onder stroom staan, kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel kan het gevolg
zijn wanneer niet alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur het airbagsysteem
veilig opruimen of een auto uitgerust met een airbagsysteem slopen.
OPMERKING
  De activering van een airbag gaat gepaard met een hard opblaasgeluid en enige
rookontwikkeling. Beide veroorzaken echter geen letsel, alhoewel de weefselstructuur
van de airbags als gevolg van wrijving lichte huidverwondingen kan veroorzaken op
lichaamsdelen die niet door kleding beschermd zijn.
  In het geval u uw Mazda gaat verkopen, dient u de nieuwe eigenaar te informeren
omtrent de aanwezigheid van de aanvullende beveiligingssystemen en hem/haar
aan te raden zich op de hoogte te stellen van de verband houdende instrukties, zoals
beschreven in het instruktieboekje.
  Dit buitengewoon zichtbaar aangebracht label waarschuwt tegen het gebruik van
achterwaarts gerichte kinderzitjes op de voorpassagierszitting.
(Behalve Taiwan) (Taiwan)
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 76 of 741

*Bepaalde modellen.2–52
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag *
WAARSCHUWING
De voorpassagiersairbag niet onnodig deactiveren:
Onnodig uitschakelen van de voorpassagiersairbag is gevaarlijk. Als de airbag onnodig
wordt uitgeschakeld, zal de voorpassagier niet de extra beveiliging van de airbag
kunnen ontvangen. Dit kan ernstig letsel met mogelijk dodelijke afl oop veroorzaken.
Behalve bij het installeren van een kinderzitje op de voorpassagierszitting, de
deactiveringsschakelaar van de airbag niet in de stand OFF zetten.
De deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag dient gebruikt te worden wanneer
een kinderzitje op de voorpassagierszitting wordt geïnstalleerd om de voor- en zij-airbags en
ook het systeem van de veiligheidsgordelvoorspanner van de voorpassagierszitting buiten
werking stellen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 77 of 741

2–53
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Wanneer het contact op ON wordt gezet, gaan beide indikatielampjes van de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag branden, ongeacht de stand van
de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag. Het indikatielampje gaat na
een bepaalde periode uit en gaat vervolgens aan/uit afhankelijk van de condities zoals
aangegeven in onderstaande tabel.
Deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag Werkingstoestand van
voorpassagiersairbag/zij-airbag,
veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting Indikatielampje van de
deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag
OFF stand
Deactiveren
ON stand
Gereed Deze worden na een korte periode
van tijd uitgeschakeld.
OPMERKING
Laat de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur inspecteren wanneer een van deze
gevallen zich voordoet:
 
 Het indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag gaat
niet gedurende een bepaalde periode branden wanneer het contact op ON gezet wordt.
  Het indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag
gaat niet na een korte periode van tijd uit wanneer het contact op ON gezet wordt
(deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag staat in de stand ON).
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 78 of 741

2–54
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Schakelaarstanden
Controleer alvorens te gaan rijden altijd met de hulpsleutel of de deactiveringsschakelaar
van de voorpassagiersairbag in de juiste stand staat al naargelang uw vereisten.
WAARSCHUWING
Laat de sleutel niet in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten:
Onbedoeld uitschakelen van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag
is gevaarlijk. Bij een ongeluk zal de voorpassagier niet goed beveiligd zijn. Dit kan
ernstig letsel met mogelijk dodelijke afl oop veroorzaken. Gebruik om onbedoeld
uitschakelen te voorkomen voor het bedienen van de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag altijd de hulpsleutel die bewaard wordt in de zenderbehuizing
die op dat moment gebruikt wordt. Plaats na het deactiveren van de airbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing. Op deze manier blijft de sleutel niet in de
deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag zitten.
OPMERKING
Plaats na het bedienen van deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag de
hulpsleutel terug in de zenderbehuizing.
UIT
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn buiten werking.
Overschakelen naar de OFF positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag en draai de
sleutel rechtsom totdat de sleutel naar OFF wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indikatielampje blijft branden wanneer het contact op
ON staat.
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en ook het voorspannersysteem van
de veiligheidsgordels blijven uitgeschakeld totdat de deactiveringsschakelaar van de
voorpassagiersairbag naar de stand ON gedraaid wordt.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 79 of 741

2–55
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
AAN
De voorpassagiersvoorairbag, zij-airbag en veiligheidsgordelvoorspanner van
voorpassagierszitting zijn in werking. Activeer het systeem enkel wanneer op de
voorpassagierszitting geen kinderzitje is geïnstalleerd.
Overschakelen naar de ON positie
1. Steek de sleutel in de deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag en draai de
sleutel linksom totdat de sleutel naar ON wijst.
2. Verwijder de sleutel.
3. Kijk of het airbag-uitgeschakeld indikatielampje blijft branden wanneer het contact op
ON staat. Het airbag-uitgeschakeld indikatielampje gaat na een korte periode van tijd uit.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 80 of 741

*Bepaalde modellen.2–56
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
Onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem
Gasgeneratoren en airbags van bestuurder/voorpassagier
Impactsensoren en diagnosemodule (SAS eenheid)
Voorspanners van veiligheidsgordels (pagina 2-23 )
Voorste airbagsensor
Zij-impactsensors *
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/veiligheidsgordelvoorspanners (pagina
4-46 )
Zij- en gordijngasgeneratoren en airbags *
Voorpassagiersairbag-uitgeschakeld indikatielampje * (pagina 2-52 )
Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag * (pagina 2-52 )
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 750 next >