*Bepaalde modellen.3–15
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Activeren van het systeem
1. Sluit alle ramen en het schuifdak
* .
2. Zet het contact op uit en neem de
sleutel met u mee.
3. Sluit alle portieren en de achterklep/het
kofferdeksel.
4. Steek de sleutel in het
bestuurdersportier, draai de sleutel naar
de vergrendelstand en draai deze naar
de middenpositie terug. Vervolgens de
sleutel binnen 3 seconden nogmaals
naar de vergrendelstand draaien.
Vergrendelstand
Middenpositie
OPMERKING
U kunt het systeem ook activeren
door de vergrendeltoets op de zender
binnen 3 seconden tweemaal in te
drukken.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
U kunt het systeem ook activeren
door de verzoekschakelaar binnen 3
seconden tweemaal in te drukken.
5. Het indikatielampje gaat gedurende
ongeveer 3 seconden branden om aan
te geven dat het systeem geactiveerd is.
OPMERKING
Het systeem kan niet worden
geactiveerd wanneer een van de
portieren of de achterklep open is.
Buiten werking stellen van het systeem
Ontgrendel het bestuurdersportier of zet
het contact op ON.
OPMERKING
Als de stroomvoorziening is
onderbroken (zekering is doorgesmolten
of de accu is losgekoppeld), kan het
systeem enkel buiten werking gesteld
worden door een van de portieren met
de sleutel te ontgrendelen.
/ C \ F C A ' ( &