MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)
Page 101 of 819
3–21
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie *
WAARSCHUWING
(Met portiervergrendelschakelaar)
Niet aan de binnenste kruk van het
bestuurdersportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van het portier trekken is
gevaarlijk. De bestuurder kan als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Niet aan de binnenste kruk van een
voorportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van een voorportier trekken is
gevaarlijk. Passagiers kunnen als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
Bij rijsnelheden hoger dan 20 km/h
worden alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch
vergrendeld.
Wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch ontgrendeld.
Deze functies kunnen ook worden
uitgeschakeld zodat ze buiten werking
zijn. Veranderen van de instelling van
de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van
de portiervergrendelschakelaar (Met
portiervergrendelschakelaar)
Het automatisch vergrendelen of
ontgrendelen van de portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
kan ingesteld worden door het
selecteren van een van de functies uit
onderstaande tabel en het gebruik van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar op
het binnenste portierpaneel.
OPMERKING
Voor uw auto is functie nummer
3 in onderstaande tabel de
standaardinstelling.
Er zijn enkel in totaal vijf automatische
vergrendel-/ontgrendelinstellingen
beschikbaar voor voertuigen
met automatische transmissie
en drie voor voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak.
Druk de ontgrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
het juiste aantal malen in,
overeenkomstig het nummer van
de geselecteerde functie. Als de
schakelaar bij een voertuig met
automatische transmissie per ongeluk
zesmaal of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure geannuleerd. Voer in dit
geval de procedure opnieuw vanaf het
begin uit.
Page 102 of 819
3–22
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Functienummer Functie *1
1 De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2 Bij een rijsnelheid van
ongeveer 20 km/h of meer
worden alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
3
(Fabrieksinstelling) Bij een rijsnelheid van
ongeveer 20 km/h of meer
worden alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld. Alle
portieren en de achterklep/
het kofferdeksel worden
ontgrendeld wanneer het
contact van ON op uit wordt
gezet.
4 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel
vanuit de parkeerstand (P)
in een willekeurige andere
schakelstand wordt gezet,
worden alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
5 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel
vanuit de parkeerstand (P)
in een willekeurige andere
schakelstand wordt gezet,
worden alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld.
Wanneer de
versnellingshendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet
terwijl het contact op ON
staat, worden alle portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
automatisch ontgrendeld.
*1 Overige instellingen voor de automatische
portiervergrendelfunctie zijn beschikbaar bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur. Raadpleeg voor
bijzonderheden een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-17 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden met
behulp van onderstaande procedure.
1. Parkeer het voertuig op een veilige
plaats. Alle portieren moeten gesloten
blijven.
2. Zet het contact op ON.
3. Houd de vergrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
ingedrukt binnen 20 seconden nadat u
het contact op ON hebt gezet en let er
op dat ongeveer acht seconden daarna
een pieptoon klinkt.
4. Zie de tabel voor de instelling
van de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie en bepaal
het functienummer voor de
gewenste instelling. Druk
de ontgrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
hetzelfde aantal malen in als het
geselecteerde functienummer (Bijv.
Als u functie 2 selecteert, druk dan de
ontgrendelzijde van de schakelaar enkel
2 maal in).
5. Drie seconden nadat de
functieinstelling is veranderd, wordt
het geselecteerde functienummer door
een overeenkomstige hoeveelheid
pieptonen aangegeven. (Bijv.
Functienummer 3 = 3 pieptonen)
Page 103 of 819
3–23
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
(Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak)
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Functienummer 3
Druk 4 maal Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als
het geselecteerde
functienummer)
Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
(Voertuigen met automatische
transmissie)
Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Druk 4 maal Functienummer 3
Druk 5 maal Functienummer 4
Druk 6 maal Functienummer 5
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als
het geselecteerde
functienummer)
Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
OPMERKING
De portieren kunnen tijdens het
maken van de instelling niet
vergrendeld of ontgrendeld worden.
De procedure kan geannuleerd
worden de vergrendelzijde van de
bestuurdersportiervergrendelschakelaar
in te drukken.
Page 104 of 819
3–24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelknop
Bediening vanaf de binnenzijde
(Met portiervergrendelschakelaar)
Voor het vergrendelen van een
portier vanaf de binnenzijde, de
portiervergrendelknop omlaag drukken.
Voor ontgrendelen de
portiervergrendelknop naar buiten trekken.
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel worden
automatisch vergrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier wordt ingedrukt.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier omhoog getrokken
wordt.
Vergrendelen
Ontgrendelen
OPMERKING
De rode indicatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indicatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde vergrendelen
van de achter- en voorpassagiersportieren
met behulp van de portiervergrendelknop,
de portiervergrendelknop in de
vergrendelstand drukken en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk in
de openstand is niet nodig).
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
Portiervergrendelknop