sensor MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 89 of 819

3–9
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.
Kofferdekseltoets (Sedan)
Houd voor het openen van het kofferdeksel
de kofferdekseltoets ingedrukt totdat het
kofferdeksel geopend wordt.
Annuleertoets van inbraaksensor *
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het anti-
diefstal beveiligingssysteem) binnen
20 seconden na het indrukken van de
vergrendeltoets op de annuleertoets van de
inbraaksensor en de waarschuwingslichten
zullen driemaal knipperen.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-57 .
Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
Starten van de motor
OPMERKING
  De kans bestaat dat de motor gestart
kan worden als de sleutel zich buiten
de auto bevindt en buitengewoon
dichtbij een portier of raam wordt
gehouden, echter de motor altijd
vanaf de bestuurdersstoel starten.
 Als de auto gestart wordt en de
sleutel bevindt zich niet in de auto,
zal de auto niet opnieuw starten
nadat deze is stopgezet en wordt het
contact op uit gezet.
  De bagageruimte/kofferruimte
valt buiten het verzekerde
werkingsbereik, echter als bediening
van de sleutel (zender) mogelijk is
kan de motor gestart worden.
Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Interieurantenne
Werkingsbereik


Page 99 of 819

3–19
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
 (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) op pagina
3-57 .
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) op pagina
3-62 .
 (Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
 Het dubbel
portiervergrendelingssysteem
kan geactiveerd/gedeactiveerd
worden met behulp van de
verzoekschakelaar.
 Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-15 .
OPMERKING
  De instelling kan zodanig
veranderd worden dat de portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
automatisch vergrendeld worden
zonder de verzoekschakelaar in te
drukken.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-17 .
(Automatische vergrendelfunctie) Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden
en u de geavanceerde sleutel
bij u hebt. Alle portieren en
de achterklep/het kofferdeksel
worden na ongeveer drie seconden
automatisch vergrendeld wanneer
de geavanceerde sleutel buiten
het werkingsbereik is. Ook zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen. (Ook als
de bestuurder zich binnen het
werkingsbereik bevindt, zullen
alle portieren en de achterklep/
het kofferdeksel automatisch na
ongeveer 30 seconden vergrendeld
worden.) Als u zich buiten het
werkingsbereik bevindt alvorens
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel volledig gesloten zijn
of een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel
gesloten en vergrendeld zijn alvorens
de auto achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door
de automatische vergrendelfunctie
gesloten.


Page 112 of 819

3–32
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Voorzorgsmaatregelen ten aanzien van brandstof en
motoruitlaatgassen
Vereiste brandstof (MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5)
Voertuigen met katalysator of zuurstofsensors dienen gebruik te maken van UITSLUITEND
LOODVRIJE BRANDSTOF, welke de uitstoot van uitlaatgassen vermindert en de
verontreiniging van de bougies minimaal houdt.
De auto zal de beste prestaties leveren met de soort brandstof die in de tabel is aangegeven.
Brandstof Octaangetal (RON) Land
Loodvrije
super brandstof
(overeenkomstig EN
228 en binnen E10)
*1
95 of hoger Israël, Azerbeidzjan, Kazachstan, Armenië, Georgië,
Canarische Eilanden, Oostenrijk, Griekenland, Italië, België,
Denemarken, Portugal, Spanje, Hongarije, Duitsland,
Polen, Bulgarije, Kroatië, Slovenië, Luxemburg, Slowakije,
Rusland, Wit-Rusland, Frankrijk, Oekraïne, Tsjechië,
Faroer, IJsland, Roemenië, Nederland, Macedonië, Bosnië-
Herzegovina, Servië, Montenegro, Albanië, Moldavië,
Martinique, Frans-Guyana, Guadeloupe, Cyprus, Malta,
Ierland, Verenigd Koninkrijk, Tahiti, Vanuatu, Verenigde
Arabische Emiraten, Libanon, Algerije, Libië, Tunesië,
Madagascar, Singapore, Hongkong, Macao, Brunei,
Mauritius, Zuid-Afrika, Jamaica, Barbados, Grenada, St.
Lucia, St. Vincent, Antigua, Suriname, Guatemala, Bolivia,
Uruguay, Honduras, Nicaragua, Aruba, Taiwan, Seychellen,
St. Maarten, Nieuw-Caledonië, Turkije, Reünion, Marokko,
Zwitserland, Finland, Noorwegen, Zweden, Letland,
Litouwen, Estland
Loodvrije
superbrandstof (binnen
E85) 95 of hoger Thailand
Normale loodvrije
brandstof 92 of hoger Egypte, Myanmar
90 of hoger Vietnam, Filippijnen, Cambodja, Laos, Marshall Eilanden,
Ustt
*2 , Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië,
Bahrein, Jordanië, Irak, Ivoorkust, Nigeria, Angola, Nepal,
Sri Lanka, Fiji, Kenia, Zimbabwe, Trinidad en Tobago,
Dominicaanse Gemenebest, Chili, El Salvador, Costa Rica,
Ecuador, Haïti, Colombia, Dominicaanse Republiek (Links
stuur), Panama, Peru, Britse Maagdeneilanden, Curaçao,
Burundi, Gabon, Ghana, Tanzania, Mozambique
*1 Europa
*2 Republiek Palau & Federale staten van Micronesië
Brandstof met een lager getal heeft een negatieve invloed op de werking van het
uitlaatgasreinigingssysteem en kan ook pingelen van de motor en ernstige motorschade tot
gevolg hebben.


Page 113 of 819

3–33
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
OPGELET
  GEBRUIK UITSLUITEND LOODVRIJE BRANDSTOF.  Loodhoudende brandstof is schadelijk voor de katalysator en de zuurstofsensors en
leidt tot verminderde werking van het uitlaatgasreinigingssysteem en/of defecten.
  Het gebruik van E10 brandstof met 10 % ethanol in Europa is veilig voor uw auto.
Schade aan uw auto kan optreden wanneer de hoeveelheid ethanol hoger is dan hier
aanbevolen.
  Voorzie het brandstofsysteem nooit van toevoegingen, aangezien het
uitlaatgasreinigingssysteem daardoor beschadigd kan worden. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur voor
bijzonderheden.
OPMERKING
(Loodvrije superbrandstof (binnen E85))
Neem de volgende punten in acht om er voor te zorgen dat de motor goed blijft starten en
optimale prestaties blijft leveren.
 
 Het wordt aanbevolen steeds brandstof van hetzelfde type te tanken. 
 Bij het tanken altijd tenminste 16 liter brandstof bijtanken. 
 Ga vlak na het tanken tenminste 10 km met de auto rijden om het motorstuursysteem
van de auto de gelegenheid te geven de concentratie ethanol nauwkeurig in te lezen.
Vereiste brandstof (SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
De auto zal ef¿ ciënt functioneren op dieselbrandstof met speci¿ catie EN590 of
gelijkwaardig.
OPGELET
  Gebruik voor uw auto nooit andere brandstof dan speci¿ catie EN590 of gelijkwaardig.
Gebruik van benzine of petroleum in dieselmotoren heeft beschadiging van de motor
tot gevolg.
  Nooit het brandstofsysteem voorzien van toevoegingen. Anders bestaat de kans
op beschadiging van het uitlaatgasreinigingssysteem. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur voor bijzonderheden.


Page 125 of 819

3–45
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
Verminderen van verblinding door
koplampen
Handbediende dag/nacht spiegel
Duw bij het rijden overdag de dag/
nacht hendel naar voren. Trek de hendel
naar achteren om verblinding door
de koplampen van achteropkomende
voertuigen te verminderen.
Nacht Dag Dag/nacht hendel
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel vermindert
automatisch verblinding door de
koplampen van achteropkomende
voertuigen wanneer het contact op ON
staat. Druk op de ON/OFF toets
om de
automatische dimfunctie uit te schakelen.
Het indicatielampje gaat uit.
Druk voor het opnieuw inschakelen van de
automatische dimfunctie op de ON/OFF
toets
. Het indicatielampje gaat branden.
ON/OFF toets Indicatielampje
OPMERKING
Gebruik geen glasreiniger en hang geen
voorwerpen op of rondom de lichtsensor.
Anders wordt de gevoeligheid van de
lichtsensor verminderd en kan deze niet
normaal functioneren.
Lichtsensor
De automatische dimfunctie wordt
geannuleerd wanneer het contact op
ON staat en de versnellingshendel/
keuzehendel de achteruit (R) staat.


Page 137 of 819

3–57
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Buiten werking stellen
Het systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer het contact met behulp
van de correcte geprogrammeerde
sleutel op ON gezet wordt. Het
beveiligingssysteemindicatielampje gaat
gedurende ongeveer 3 seconden branden
en gaat dan uit. Als de motor niet met de
correcte sleutel gestart kan worden en
het beveiligingssysteemindicatielampje
blijft branden of knipperen, het volgende
proberen:
Zorg er voor dat de sleutel zich binnen het
werkingsbereik voor signaaloverdracht
bevindt. Zet het contact uit en start
vervolgens de motor opnieuw. Neem
contact op met een of¿ ciële Mazda
reparateur indien de motor na 3 pogingen
of meer niet start.
OPMERKING
  Indien het
beveiligingssysteemindicatielampje
tijdens het rijden voortdurend blijft
knipperen, de motor niet stopzetten.
Ga naar een of¿ ciële Mazda
reparateur en laat het lampje daar
controleren. Als u de motor stop zet
terwijl het indicatielampje knippert,
zult u de motor niet opnieuw kunnen
starten.
  Aangezien bij reparatie van het start-
blokkeersysteem de elektronische
codes opnieuw ingesteld worden, zijn
de sleutels nodig. Breng alle sleutels
naar een of¿ ciële Mazda reparateur
zodat deze geprogrammeerd kunnen
worden.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem (Met
inbraaksensor)
*
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste wijze
toegang probeert te krijgen tot de auto
of als de inbraaksensor beweging binnen
in de auto bespeurt, hetgeen tot gevolg
kan hebben dat de auto of de inhoud
er van wordt gestolen, waarschuwt een
alarm de omgeving voor een abnormale
situatie door het laten klinken van de
sirene en het laten knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als
dit niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
Inbraaksensor
De inbraaksensor maakt gebruik van
ultrasonische golven voor het bespeuren
van beweging binnen in de auto en laat
in het geval van inbraak in de auto een
waarschuwingsalarm afgaan.
De inbraaksensor bespeurt bepaalde
vormen van beweging binnen in de
auto, echter deze kan ook reageren op
gebeurtenissen buiten de auto, zoals
bijvoorbeeld trillingen, harde geluiden,
wind en luchtstromen.


Page 138 of 819

3–58
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
OPGELET
Let op de volgende punten om de
inbraaksensor normaal te kunnen laten
functioneren:
 
 Hang geen kleding of voorwerpen
op aan een hoofdsteun of een
kledinghaak.
  Plaats de uitschuifbare zonnekleppen
in hun oorspronkelijke posities terug.
  De inbraaksensor niet afschermen
door deze af te dekken of er
voorwerpen voor te hangen.
  Laat de inbraaksensor niet vuil
worden en deze niet met een
vloeistof afvegen.
  De inbraaksensor of het
inbraaksensorsierstuk niet
blootstellen aan schokken of stoten.
  Breng geen zittingen aan die geen
originele Mazda producten zijn.
  Om afscherming van de
inbraaksensor te voorkomen, geen
voorwerpen of lading hoger dan de
hoofdsteunen in de buurt van de
inbraaksensor plaatsen.

Inbraaksensor en
inbraaksensorsierstuk
Werking
Gevallen waarbij de sirene wordt
ingeschakeld
De sirene wordt met
tussenpozen ingeschakeld en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen wanneer het systeem door een
van onderstaande oorzaken in werking
wordt gesteld:
 


 Ontgrendelen van een portier met de
sleutel of een binnenvergrendelknop.
 


 Open forceren van een portier,
de motorkap of de achterklep/het
kofferdeksel.
 


 Wanneer de motorkap met behulp van de
motorkapontgrendelhendel wordt geopend.
 


 Het contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
 


 De inbraaksensor registreert een
beweging in de auto.
Het systeem zal opnieuw in werking
gesteld worden (in totaal 10 keer) als een
van de hierboven aangegeven condities
blijft voortbestaan.
 


 Losmaken van de accuverbinding (de
waarschuwingsknipperlichten knipperen
niet).
Het systeem zal ongeveer 10 maal in
werking gesteld worden.
OPMERKING
Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de sirene
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichten gaan
knipperen wanneer de accu geladen of
vervangen wordt.


Page 139 of 819

3–59
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
In staat van paraatheid brengen
van het systeem
1. De ramen en het schuifdak * goed
sluiten.
OPMERKING
Ook als een raam of het schuifdak * is
open blijven staan, kan het systeem in
staat van paraatheid gebracht worden,
echter zelfs het gedeeltelijk open laten
staan van de ramen en het schuifdak
*
kan een uitnodiging zijn tot diefstal, en
wind die in de auto blaast zou het alarm
kunnen activeren.
De functie van de inbraaksensor kan ook
geannuleerd worden.
Zie Annuleren van de inbraaksensor op
pagina 3-60 .
2. Zet het contact op OFF.
3. Zorg er voor dat de motorkap,
de portieren en de achterklep/het
kofferdeksel gesloten zijn.
4. Druk op de vergrendeltoets op
de zender of vergrendel het
bestuurdersportier vanaf de buitenzijde
met de hulpsleutel.
De waarschuwingsknipperlichten
zullen eenmaal knipperen.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Druk op een verzoekschakelaar.
Het veiligheidsindicatielampje in het
instrumentenpaneel gaat gedurende
20 seconden tweemaal per seconde
knipperen.
5. Na 20 seconden is het systeem volledig
in staat van paraatheid.
OPMERKING
  Het anti-diefstal beveiligingssysteem
kan ook in staat van paraatheid
gebracht worden door het
activeren van de automatische
hervergrendelfunctie terwijl
alle portieren, de achterklep/het
kofferdeksel en de motorkap gesloten
zijn.
 Zie Zender op pagina 3-5 .   Het systeem wordt buiten werking
gesteld wanneer binnen 20
seconden na het indrukken van de
vergrendeltoets een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd:
 


 Ontgrendelen van een van de
portieren
 


 Openen van een van de portieren.



 Openen van de motorkap.



 Wanneer het contact op ON wordt
gezet.
  Voor het opnieuw in staat van
paraatheid brengen van het systeem,
de procedure voor het in staat
van paraatheid brengen nogmaals
uitvoeren.
  Wanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de zender terwijl
het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid is, zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen om aan te
geven dat het systeem in staat van
paraatheid is.


Page 140 of 819

3–60
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Annuleren van de inbraaksensor
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht is wanneer
er sprake is van een van onderstaande
omstandigheden, de inbraaksensor
annuleren om te voorkomen dat het alarm
onnodig geactiveerd wordt.
(Inbraaksensor)
 


 Wanneer de auto wordt achtergelaten
terwijl er zich een beweegbaar object,
passagiers of huisdieren in bevinden.
 


 Wanneer u een voorwerp in de auto
achterlaat dat heen en weer kan rollen,
zoals bijvoorbeeld wanneer de auto
bij transport op een schuin aÀ opende,
onstabiele ondergrond geplaatst wordt.
 


 Wanneer kleine voorwerpen/accessoires
in de auto zijn opgehangen, kleding
aan een kledinghaak is opgehangen of
andere voorwerpen zijn aangebracht die
gemakkelijk binnen in de auto kunnen
bewegen.
 


 Bij het parkeren op een plaats waar
zich sterke trillingen of harde geluiden
voordoen.
 


 Bij het gebruik van een hogedruk of
automatische autowasinstallatie.
 


 Wanneer voortdurend schokken
en trillingen van hagel of donder
en bliksem op de auto worden
overgebracht.
 


 Portieren vergrendeld worden terwijl
een raam of het schuifdak * is open
blijven staan.
 


 Een extra verwarming of apparaat dat
luchtstromen en trillingen produceert
in gebruik is, terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht is.
OPMERKING
Als een portier of de achterklep/het
kofferdeksel gedurende 30 seconden
gesloten blijft, zullen alle portieren en de
achterklep/het kofferdeksel automatisch
hervergrendeld worden en zal het anti-
diefstalbeveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht worden als een ruit
en het schuifdak
* is open blijven staan.
Voor het annuleren van de inbraaksensor,
de toets op de zender binnen 20 seconden
na het indrukken van de vergrendeltoets
indrukken.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
driemaal knipperen.
OPMERKING
  Voor het opnieuw activeren van
de inbraaksensor, het anti-diefstal
beveiligingssysteem uitschakelen en
dit vervolgens opnieuw in staat van
paraatheid brengen.
  De inbraaksensor is in werking
wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht. Voor het
annuleren van de inbraaksensor,
op de annuleertoets van de
inbraaksensor drukken wanneer het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht.


Page 142 of 819

3–62
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor)
*
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste
wijze toegang probeert te krijgen
tot de auto, hetgeen tot gevolg kan
hebben dat de auto of de inhoud er
van wordt gestolen, waarschuwt het
alarm de omgeving voor een abnormale
situatie door het laten klinken van de
claxon en het laten knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als
dit niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
Werking
Gevallen waarbij het systeem wordt
ingeschakeld
De claxon worden met
tussenpozen ingeschakeld en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen wanneer het systeem door een
van onderstaande oorzaken in werking
wordt gesteld:
 


 Ontgrendelen van een portier met de
sleutel of een binnenvergrendelknop.
 


 Open forceren van een portier,
de motorkap of de achterklep/het
kofferdeksel.
 


 Wanneer de motorkap met behulp van
de motorkapontgrendelhendel wordt
geopend.
 


 Het contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
Als het systeem opnieuw in werking
wordt gesteld, zal de verlichting en de
claxon geactiveerd worden totdat het
bestuurdersportier of de achterklep/het
kofferdeksel met de zender ontgrendeld
wordt.
(Met geavanceerde sleutel)
De verlichting en de claxon kunnen ook
buiten werking gesteld worden door het
indrukken van de verzoekschakelaar op
een portier.
OPMERKING
Als de accu uitgeput raakt terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is, zal de claxon
geactiveerd worden en zullen de
waarschuwingsknipperlichten gaan
knipperen wanneer de accu geladen of
vervangen wordt.


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 80 next >