display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 207 of 819

4–43
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Active Driving Display *
Optische ontvanger Spiegel
Combiner
WAARSCHUWING
Stel de helderheid en positie van de display altijd af bij stilstaand voertuig:
Afstellen van de helderheid en positie van de display tijdens het rijden is gevaarlijk,
aangezien dit uw aandacht van de weg kan aÀ eiden en een ongeluk kan veroorzaken.
OPGELET

 Probeer niet handmatig de hoek van de Active Driving Display af te stellen of deze te
openen of te sluiten. Vingerafdrukken op de display maken deze moeilijk zichtbaar en
het overmatig kracht uitoefenen tijdens de bediening kan beschadiging veroorzaken.
  Plaats geen voorwerpen in de buurt van de Active Driving Display. De kans bestaat dat
de Active Driving Display niet functioneert of beschadigd wordt wanneer deze tijdens
zijn werking gehinderd wordt.
  Plaats geen dranken in de buurt van de Active Driving Display. Als water of andere
vloeistoffen op de Active Driving Display worden gemorst, kan dit beschadiging
veroorzaken.
  Plaats geen voorwerpen boven de Active Driving Display en plak geen stickers op de
stofdichte plaat/optische ontvanger aangezien deze storing zullen veroorzaken.
  Er is een sensor ingebouwd die de helderheid van de display regelt. Als de optische
ontvanger wordt afgedekt, zal de displayhelderheid verminderen waardoor deze
moeilijk zichtbaar wordt.
  Stel de optische ontvanger niet bloot aan sterke lichtinval. Anders kan dit beschadiging
veroorzaken.


Page 208 of 819

4–44
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Bij het dragen van een gepolariseerde zonnebril is de display mogelijk moeilijk
zichtbaar. Zet uw gepolariseerde zonnebril af of stel de helderheid af.
  Als de accu werd verwijderd en opnieuw is geïnstalleerd of de accuspanning laag is,
kan de afgestelde positie afwijken.
  Het is mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar is of dat tijdelijk hinder wordt
ondervonden als gevolg van weersomstandigheden zoals regen, sneeuw, licht en
temperatuur.
  Als de audio-installatie wordt verwijderd, kan de Active Driving Display niet worden
gebruikt.
De Active Driving Display geeft de volgende informatie:
 


 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van dodehoekmonitor (BSM)
 Zie Dodehoekmonitor (BSM) op pagina 4-134 .




 Waarschuwingen van afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
 Zie Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS) op pagina 4-149 .




 Verkeersborden en waarschuwingen van verkeersbordherkenningsysteem (TSR)
 Zie Verkeersbordherkenningsysteem (TSR) op pagina 4-141 .




 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
  Zie het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op pagina 4-160 .




 Waarschuwingen rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
 Zie Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) op pagina 4-127 .




 Bedrijfstoestand en waarschuwingen van Rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
  Zie Rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) op
pagina 4-174 .
 


 Waarschuwingen van geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced SCBS)
 Zie Geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced SCBS) op pagina 4-196 .




 Waarschuwingen stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)
 Zie Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F) op pagina 4-202 .




 Waarschuwingen van stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R)
 Zie Stadsverkeer-remassistent [Achteruit] (SCBS R) op pagina 4-209 .




 Waarschuwingen Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
 Zie Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) op pagina 4-216 .




 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van afstelbare snelheidsbegrenzer
 Zie Afstelbare snelheidsbegrenzer op pagina 4-189 .


Page 209 of 819

4–45
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
 


 Waarschuwingen vermoeidheid bestuurder (DAA)
 Zie Vermoeidheidswaarschuwing (DAA) op pagina 4-152 .




 Bedrijfstoestanden van kruissnelheidsregelaar
 Zie Kruissnelheidsregelaar op pagina 4-232 .




 Navigatiebegeleiding (modellen met navigatiesysteem)




 Snelheidslimietindicator (modellen met navigatiesysteem)




 Rijsnelheid
Alle instellingen/afstellingen voor de Active Driving Display kunnen worden gemaakt op de
middendisplay.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het Instellingen scherm.
2. Selecteer het AD-Disp tabblad.
3. Selecteer het gewenste item en maak de instelling/afstelling.
 

 
 Methode voor het afstellen van de schermhelderheid (automatisch/handmatig)


 
 Begin-instellingen schermhelderheid (bij selectie van automatische afstelling)


 
 Afstelling van schermhelderheid (bij selectie van handmatige afstelling)


 
 Displaypositie van Active Driving Display (displayhoogte)


 
 Hoek afstellen van Active Driving Display (correctie displayhoek)


 
 De combinatie van straatnaamweergave, rijstrookbegeleiding en stapsgewijze
weergave (TBT) kan gewijzigd worden. (navigatiebegeleiding)
 

 
 Active Driving Display AAN/UIT (indicatie)


 
 Instellingen resetten (reset)
OPMERKING
De straatnaam wordt wellicht niet weergegeven, afhankelijk van bestemming en regio.


Page 210 of 819

4–46
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Waarschuwings/indicatielampjes
De instrumentengroep varieert afhankelijk van het model en de speci¿ caties.
Waarschuwings/indicatielampjes zullen verschijnen in de gearceerde gedeelten Type A
Type B
Type C
Midden van
instrumentenpaneel(Digitaal type snelheidsmeter)
(Analoog type snelheidsmeter (Met toerenteller))
(Analoog type snelheidsmeter (Zonder toerenteller)) Instrumentengroep


Page 211 of 819

4–47
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingslampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Waarschuwing Pagina
Remsysteemwaarschuwingslampje *1*2 7-36
ABS waarschuwingslampje *1
Waarschuwing
van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
7-36 ,
ABS waarschuwing
7-40
Laadsysteemwaarschuwingslampje *1 7-36
Motoroliewaarschuwingslampje *1 7-36
(Rood) Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur*1 7-36
(Oranje)
* i-stop waarschuwingslampje *1 7-40
Stuurbekrachtiging defect waarschuwingslampje *1 7-36
Hoofdwaarschuwingslampje *1 7-40
* Waarschuwingslampje elektrische handrem *1 7-40
Motorwaarschuwingslampje *1 7-40
Waarschuwingslampje voor automatische transmissie *1 7-40
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels *1 7-40
* Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem *1
Knippert
7-40,
Brandt
7-46


Page 212 of 819

4–48
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina
(Rood) KEY waarschuwingslampje
*1
Defect
7-40,
Behalve defect
7-46
(Oranje)
* Adaptieve LED koplampen (ALH) waarschuwingslampje *1 7-40
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem 7-40
* Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1 7-40
* Waarschuwingslampje van rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1 7-40
* LED koplampwaarschuwingslampje *1 7-40
(Oranje)
* Waarschuwingslampje van Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) *1 7-46
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-46
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-46
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Voorzitting) 7-46
(Rood) Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-46
* Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 7-46
* Open-portier waarschuwingslampje 7-46
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.


Page 213 of 819

4–49
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Indicatie/Indicatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indicatielampjes Pagina
* Dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje *1 4-140
* Indicatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF *1 4-130
* Indicatielampje van rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF *1 4-178
(Groen) KEY indicatielampje 4-6
Beveiligingssysteemindicatielampje *1 3-56
* Rijsnelheidsalarmindicatie 4-34
* Voorgloei-indicatielampje *1 4-53
* Dieseldeeltjes¿ lter indicatielampje *1 4-242
Moersleutelindicatielampje *1 4-52
(Blauw) Indicatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-53
(Groen)
* i-stop indicatielampje 4-21
(Groen) * i-ELOOP Indicatielampje 4-109
Schakelstandindicatie 4-61


Page 214 of 819

4–50
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatielampjes Pagina
Verlichting-aan indicatielampje 4-72
Grootlichtindicatielampje Koplampen grootlicht-
dimlicht
4-76 ,
Koplamplichtsignaal
4-76
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten
indicatielampjes Richtingaanwijzers
en signalen voor
rijbaanverandering
4-82 ,
Waarschuwingsknipperlichten
4-92
* Indicatielampje voor mistvoorlicht 4-79
* Indicatielampje voor mistachterlicht 4-80
* Indicatielampje elektrische handrem *1*2 7-40
* Rempedaalbediening vereist indicatielampje 4-96
* TCS/DSC indicatielampje *1 7-40
* DSC OFF indicatielampje *1 4-105
* Keuzemodusindicatielampje 4-117
(Groen)
* Adaptieve LED koplampen (ALH) indicatielampje 4-126
(Groen)
* Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem
indicatielampje 4-164


Page 215 of 819

4–51
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatielampjes Pagina
(Rood)
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) indicatielampje Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced
SCBS)
4-199 ,
Stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F)
4-206 ,
Stadsverkeer-remassistent
achteruit (SCBS R)
4-214 ,
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
4-218
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) OFF indicatielampje Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced
SCBS)
4-199 ,
Stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F)
4-206 ,
Stadsverkeer-remassistent
achteruit (SCBS R)
4-214 ,
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
4-218
(Groen) Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-46
(Wit)
* Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-233
(Wit/Groen)
* Instelindicatie/indicatielampje van kruissnelheidsregelaar 4-233
(Wit)
* Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-191
(Wit/Groen)
* Indicatie/indicatielampje van instelfunctie van afstelbare
snelheidsbegrenzer 4-191
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden. (Met elektrische handrem)


Page 216 of 819

4–52
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Moersleutelindicatielampje *
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindicatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindicatielampje
gaat branden wanneer het tijd is
voor een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de gegevens
en voer het onderhoud uit.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-17 .
(SKYACTIV-D 1.5)
Het moersleutelindicatielampje gaat onder
de volgende omstandigheden branden:
 


 De motorolie is verouderd.



 Het motoroliepeil is nabij het MIN-
merkteken op de peilstok of is lager dan
het MIN-merkteken.
*
 


 Het motoroliepeil is nabij het
X-merkteken op de peilstok of is hoger
dan het X-merkteken.
*
Controleer de motorolie. Zie Controle van
het motoroliepeil op pagina 6-32 .
Vervang de motorolie als het
moersleutelindicatielampje niet uitgaat,
alhoewel het motoroliepeil in het normale
bereik is.
OPMERKING
  Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van
de auto is het mogelijk dat het
moersleutelindicatielampje om
een andere reden gaat branden
dan de vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt.
  Telkens wanneer de motorolie wordt
ververst, dient de motorstuureenheid
van de auto teruggesteld te worden.
 Uw of¿ ciële Mazda reparateur
kan de motorstuureenheid voor
u terugstellen of zie pagina
6-31 voor Terugstellen van de
motorstuureenheid.
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit ¿ lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur te raadplegen.


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 180 next >