display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL 3 HATCHBACK, Model: MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016Pages: 819, PDF Size: 7.64 MB
Page 217 of 819

4–53
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D
2.2)
Dit indicatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indicatielampje branden.
Page 273 of 819

4–109
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Indicatielampje/
Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van
het i-ELOOP indicatielampje en de
bedrijfstoestanddisplay.
i-ELOOP Indicatielampje
Brandt (Voertuigen zonder type C/type
D audio)
Tijdens regeneratie gaat het lampje
branden.
Knippert
Als de motor gestart wordt nadat er
gedurende langere tijd niet met de auto is
gereden, is het mogelijk dat het i-ELOOP
indicatielampje gaat knipperen. Laat de
motor stationair draaien en wacht totdat
het indicatielampje uit gaat.
OPMERKING
Er klinkt een pieptoon als er met
de auto wordt gereden terwijl het
i-ELOOP indicatielampje knippert.
Bovendien, als u het stuurwiel draait
terwijl het lampje knippert, zal dit
zwaarder voelen dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor
op een veilige plaats en probeer
het stuurwiel niet te draaien. Nadat
het i-ELOOP indicatielampje is
opgehouden met knipperen zal de
werking van het stuur weer normaal
worden.
(Voertuigen met type C/type D
audio)
Er verschijnt een melding op de
middendisplay en het i-ELOOP
indicatielampje gaat tegelijkertijd
knipperen.
Zie Waarschuwingsberichten die
verschijnen op de display op pagina
7-52 .
Bedrijfstoestanddisplay (Voertuigen met
type C/type D audio)
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-112 .
Page 274 of 819

4–110
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
*Bepaalde modellen.
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type C/type D audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en
de energiebesparing *1 beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in
de display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het toepassingen
scherm.
2. Selecteer “Brandstofverbruiks”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Verbergt de menudisplay.
Toont het toepassingen scherm.
Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid
*1 .
Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.
Toont het volgende instelscherm.
Einddisplay in-/uitschakelen In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt aan de
dagteller (Dagteller A)
*1 Met i-stop functie.
Page 275 of 819

4–111
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
Toont het brandstofverbruik elke minuut gedurende
de laatste 1 tot 10 minuten.
Toont het brandstofverbruik elke 10 minuten
gedurende de laatste 10 tot 60 minuten.
Toont het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste 5 terugstellingen en na de huidige
terugstelling.
Berekent het gemiddelde brandstofverbruik elke
minuut na het begin van een rit en toont dit op de
display.
OPMERKING
De brandstofverbruikgegevens kunnen worden teruggesteld aan de hand van de
volgende procedure:
Druk op de terugstelschakelaar op het menuscherm.
Wanneer de functie die de brandstofverbruikmonitor koppelt aan de dagteller is
ingeschakeld, dagteller A van de dagteller terugstellen.
Wis de informatie van het gemiddelde brandstofverbruik die wordt getoond in de
boordcomputer.
Na het terugstellen van de brandstofverbruikgegevens wordt “-- -” getoond terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend.
Page 276 of 819

4–112
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Bedrijfstoestanddisplay
De bedrijfstoestand van de i-stop functie en de i-ELOOP regeneratiestatus worden getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Toont het niveau van de elektriciteit die opgewekt
wordt door regeneratief remmen.
Toont de hoeveelheid elektriciteit die opgeslagen is
in de oplaadbare accu.
Met i-ELOOP systeem
Toont de status van de elektriciteit die wordt
opgeslagen in de oplaadbare accu en die wordt
geleverd aan de elektrische apparatuur (op de
display wordt tegelijkertijd de gehele auto verlicht
weergegeven).
Toont het totale brandstofverbruik.
Page 277 of 819

4–113
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik
beschikbaar is.
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie
vanaf het voertuig (motor, accu en airconditioning)
met gebruik van gekleurde pictogrammen. De
blauwe kleur geeft aan dat de i-stop functie
bedrijfsklaar is en de grijze kleur geeft aan dat deze
niet bedrijfsklaar is.
Page 278 of 819

4–114
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de status van de i-stop functie terwijl de auto
stilstaat.
Geeft de handelingen aan die de bestuurder moet
uitvoeren om de i-stop functie te activeren wanneer
deze niet in werking is.
Toont de huidige hoeveelheid tijd dat de i-stop
functie in werking is geweest en de totale
hoeveelheid tijd dat deze in werking is geweest.
De bedrijfstoestand van de i-stop functie wordt
aangegeven door de kleur van het motorgedeelte. De
kleur is blauw wanneer de i-stop functie in werking
is en grijs wanneer deze niet in werking is.
Page 279 of 819

4–115
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Energiebesparingsdisplay
De actuele prestaties van de energiebesparing worden getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
De bladgra ¿ ek groeit al naargelang de hoeveelheid
CO 2 uitstoot die door de werking van het systeem
wordt gereduceerd. De totaal verzamelde
hoeveelheid bladgroei wordt aangegeven in termen
van het aantal boomgra ¿ eken.
Toont de totale rijafstand die door de werking van de
i-stop functie verlengd kon worden.
Toont het percentage van tijd dat de auto door de
werking van de i-stop functie is stopgezet in
vergelijking tot de totale hoeveelheid tijd dat de auto
is stopgezet.
Toont de hoeveelheid tijd dat de i-stop functie heeft
gefunctioneerd.
Toont de totale hoeveelheid tijd dat de auto is
stopgezet.
Eindscherm
Als de einddisplay op de brandstofverbruikmonitor aan is wanneer het contact vanuit de
stand ON op OFF wordt gezet, wordt de werkelijke energiebesparing (met i-stop functie) of
de informatie over het brandstofverbruik (zonder i-stop functie) getoond.
Page 291 of 819

4–127
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *
Het LDWS waarschuwt de bestuurder dat de auto van zijn rijstrook afwijkt. Als de
witte (gele) strepen op de rijstrook met behulp van de vooruitrijcamera (FSC) worden
gedetecteerd en het systeem bepaalt dat de auto van zijn rijstrook gaat afwijken, waarschuwt
het de bestuurder door middel van het knipperen van het LDWS waarschuwingslampje
en het activeren van de LDWS waarschuwingszoemer en door middel van de multi-
informatiedisplay (voertuigen met multi-informatiedisplay) en de Active Driving Display
(voertuigen met Active Driving Display).
Zie Vooruitrijcamera op pagina 4-219 .
Gebruik het LDWS bij het rijden op wegen met witte (gele) strepen.
Als uw auto is uitgerust met de rijstrookassistent (LAS), zie Rijstrookassistent (LAS) en
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) op pagina 4-174 .
Vooruitrijcamera (FSC)
LDWS waarschuwingslampje
Het waarschuwingslampje gaat knipperen als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-47 .
Page 295 of 819

4–131
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijstrookweergave
De rijstrookstrepen (standby) worden
aangegeven in de multi-informatiedisplay
wanneer de LDWS overgaat op standby.
Wanneer het LDWS witte (gele) strepen
aan zowel de linker als de rechterzijde
bespeurt en operationeel wordt, worden de
rijstrookstrepen (standby) aangegeven in
de multi-informatiedisplay.
Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen wordt het LDWS
automatisch uitgeschakeld en gaat het
LDWS waarschuwingslampje in de
instrumentengroep branden.
De temperatuur binnen in de camera is
hoog of laag.
De voorruit rondom de camera is
beslagen.
De voorruit rondom de camera wordt
door een obstakel geblokkeerd,
waardoor het uitzicht naar voren
belemmerd wordt.
(Voertuigen met multi-
informatiedisplay)
De rijstrookstrepen (standby) worden
aangegeven in de multi-informatiedisplay
wanneer de LDWS automatisch
geannuleerd wordt.
Waarschuwing voor automatische
uitschakeling
Wanneer de volgende handelingen
worden uitgevoerd, bepaalt het LDWS
dat de bestuurder de bedoeling heeft van
rijstrook te wisselen en wordt de LDWS
waarschuwing automatisch uitgeschakeld.
Het LDWS wordt nadat de bestuurder de
handeling heeft uitgevoerd automatisch
ingeschakeld.
Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
Het rempedaal wordt abrupt ingetrapt.
Het gaspedaal wordt abrupt ingetrapt.
De richtingaanwijzerhendel
wordt bediend (nadat de
richtingaanwijzerhendel is teruggezet, is
het mogelijk dat het LDWS gedurende
ongeveer 3 seconden niet werkt, de tijd
die nodig is om de rijstrookcorrectie uit
te voeren).
OPMERKING
Nadat met de richtingaanwijzerhendel
in werking ongeveer 60 seconden zijn
verstreken, zal de LDWS waarschuwing
in werking treden als de auto dicht bij
een witte of gele streep komt.