MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 341 of 819

4–17 7
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de rijstrookassistent (LAS) en
het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) de witte (gele) rijstrookstrepen
niet correct kan bespeuren en dat het systeem niet normaal functioneert.
 


 Als een voorwerp dat op het instrumentenpaneel geplaatst is in de voorruit
weerkaatst wordt en door de camera wordt opgenomen.
 


 Wanneer er zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst en
de auto overhelt.
 


 Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.



 Wanneer andere banden dan conventionele banden zijn gemonteerd.



 Wanneer de auto op de oprit/afrit van de pleisterplaats of het tolhek van een snelweg
rijdt.
 


 Wanneer de witte (gele) rijstrookstrepen minder goed zichtbaar zijn doordat deze
vuil zijn of de verf afgesleten is.
 


 Wanneer een voertuig dat vóór uw auto rijdt nabij de witte (gele) rijstrookstreep rijdt
waardoor deze minder goed zichtbaar is.
 


 Wanneer de witte (gele) rijstrookstrepen minder goed zichtbaar zijn als gevolg van
slecht weer (regen, mist of sneeuw).
 


 Bij het rijden op een tijdelijke rijstrook of een weggedeelte met een afgesloten
rijstrook als gevolg van wegwerkzaamheden waar mogelijk meerdere witte (gele)
rijstrookstrepen zijn of waar deze zijn onderbroken.
 


 Wanneer een misleidende streep op de weg wordt waargenomen, zoals bij een
tijdelijke streep voor wegwerkzaamheden, of door schaduweffecten, sneeuwresten of
gleuven met water.
 


 Wanneer de helderheid van de omgeving plotseling verandert, zoals bij het in- of
uitrijden van een tunnel.
 


 Wanneer de verlichting van de koplampen afgezwakt is als gevolg van
verontreiniging of afwijking van de optische as.
 


 Wanneer de voorruit verontreinigd of beslagen is.



 De voorruit, camera is beslagen (waterdruppels).



 Wanneer achterverlichting vanaf het wegdek reÀ ecteert.



 Wanneer het wegdek nat en glimmend is na regen, of als er plassen op de weg zijn.



 Wanneer een schaduw van de vangrail parallel aan een witte (gele) rijstrookstreep op
de weg valt.
 


 Wanneer de rijstrook smal is (minder dan ongeveer 2,5 m) of breed is (meer dan
ongeveer 4,5 m).
 


 Bij het rijden op wegen met scherpe bochten.



 Wanneer de weg buitengewoon oneffen is.



 Wanneer de auto schokt na een hobbel in de weg.



 Wanneer er twee of meer naast elkaar gelegen witte (gele) rijstrookstrepen zijn.



 Wanneer er wegmarkeringen of rijbaanmarkeringen van diverse vormen zijn in de
buurt van een kruising.


Page 342 of 819

4–17 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Gebruik van het systeem
Als het contact op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep uit gaat, gaat het systeem over op standby.
Als het contact op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje
in de instrumentengroep gaat branden, de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF schakelaar indrukken zodat het
systeem overgaat op standby.
Rijd met het systeem op standby naar het midden van de rijstrook. Het systeem zal beginnen
te functioneren wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan.
 


 Wanneer de motor draait.



 De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.



 Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen. 
 (Als het systeem enkel een witte (gele) streep aan de linker- of rechterzijde bespeurt, het
tijdstip van de besturingsassistentie “Laat” is en het systeem enkel functioneert voor een
afwijking in de richting die wordt bespeurd.)
 


 De rijstrook is niet smal of breed.


Page 343 of 819

4–17 9
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) gaan
in de volgende gevallen over naar de standby-toestand:
 


 Het systeem kan de witte (gele) rijstrookstrepen niet bespeuren.



 De rijsnelheid is minder dan ongeveer 60 km/h.



 Het ABS/TCS/DSC is in bedrijf.



 Het DSC is uitgeschakeld.
 (Als de DSC wordt uitgeschakeld terwijl het systeem operationeel is, klinkt er een
waarschuwingszoemer en gaat het systeem over naar de standby-toestand.)
 


 De auto maakt een scherpe bocht.



 Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Wanneer de rijstrook buitengewoon smal of breed is.


Page 344 of 819

4–18 0
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
 (Wanneer het tijdstip van de besturingsassistentie is ingesteld op “Laat”)




 De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) functioneren niet totdat het systeem witte (gele) rijstrookstrepen aan de
linker- of rechterzijde bespeurt.
 


 Wanneer het systeem een witte (gele) rijstrookstreep enkel aan één zijde bespeurt,
zal het systeem geen waarschuwingen activeren voor de rijstrookstreep aan de zijde
die niet bespeurd wordt. De waarschuwing is enkel voor de rijstrookafwijking aan de
zijde die bespeurd wordt.
 
(Wanneer het tijdstip van de besturingsassistentie is ingesteld op “Vroeg”)




 Het tijdstip van de besturingsassistentie werkt alleen onder de “Vroeg” conditie
wanneer het systeem witte (gele) rijstrookstrepen aan zowel de linker- als de
rechterzijde bespeurt. Het tijdstip van de besturingsassistentie werkt alleen onder de
“Laat” conditie wanneer het systeem een witte (gele) rijstrookstreep aan de linker- of
de rechterzijde bespeurt.
 


 De besturingsassistentie wordt uitgevoerd zodat de auto om en nabij het midden
van de rijstrook blijft rijden, echter, afhankelijk van omstandigheden zoals bochten,
hellingsgraad, golvingen in de weg en rijsnelheid, bestaat de kans dat het systeem de
auto aan het begin van de bocht niet bij het midden van de rijstrook kan houden.
 
 Als u uw handen van het stuurwiel afneemt (het stuurwiel niet vasthoudt), wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en wordt een alarmmelding aangegeven in de multi-
informatiedisplay of Active Driving Display.
 Als u het stuurwiel licht vasthoudt, is het mogelijk dat het systeem afhankelijk van
de rijomstandigheden bespeurt dat u het stuurwiel heeft losgelaten (het stuurwiel niet
langer vasthoudt) ook al is dit niet het geval en dat er een bericht in de Active Driving
Display verschijnt.
  Het tijdstip waarbij de waarschuwing voor rijstrookafwijking wordt geactiveerd en de
besturingsassistentie wordt uitgevoerd varieert.
  Voor de rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-17 .
 


 Besturingsassistentie in werking/buiten werking



 Uitschakelgevoeligheid (waarschijnlijkheid van besturingsassistentie)


Page 345 of 819

4–181
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) van standby overgaan naar de geactiveerde toestand, worden de rijstrookstrepen
weergegeven in de multi-informatiedisplay of Active Driving Display.
Systeemvoorwaarde Indicatie op display
Multi-informatiedisplay Active Driving Display
Standby
Werkingstoestand
Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen worden de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch geannuleerd en
worden de rijstrookstrepen (standby) aangegeven in de multi-informatiedisplay of
Active Driving Display. Bovendien, wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) operationeel zijn, wordt het systeem
weer automatisch ingeschakeld en worden de rijstrookstrepen (operationeel) weergegeven in
de multi-informatiedisplay of Active Driving Display.
 


 De temperatuur binnen in de camera is hoog of laag.



 De voorruit rondom de camera is beslagen.



 De voorruit rondom de camera wordt door een obstakel geblokkeerd, waardoor het
uitzicht naar voren belemmerd wordt.


Page 346 of 819

4–182
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Automatische uitschakeling van waarschuwing/besturingsassistentie
Wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd, wordt de werking van de
rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch
geannuleerd. De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) worden na het uitvoeren van de handeling automatisch opnieuw ingeschakeld.
 


 Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het gaspedaal wordt plotseling ingetrapt.
 (Voor het uitschakelen van de automatische uitschakelgevoeligheidsfunctie,
“Uitschakelgevoeligheid” in de gebruikersinstellingen wegselecteren.)
 


 De richtingaanwijzerhendel wordt bediend.



 De auto kruist een rijstrookstreep.
OPMERKING

 Na de handeling bestaat de kans dat de werking van de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) gedurende maximaal 5 seconden
wordt onderbroken totdat de rijstrookstrepen weer bespeurd worden.
  Onder de volgende omstandigheden wordt de waarschuwing/
besturingsassistentie automatisch door de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) geannuleerd.
 


 De bestuurder neemt zijn/haar handen van het stuurwiel af.
 (De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) zijn bedoeld om de bestuurder bij de bediening van het stuurwiel te
assisteren en de werking ervan wordt automatisch hervat wanneer de bestuurder het
stuurwiel vastpakt.)
 


 De DSC OFF schakelaar wordt ingedrukt om de DSC te annuleren.


Page 347 of 819

4–183
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Besturingsassistentie UIT (niet-operationeel)
De besturingsassistentie voor de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) kan naar niet-operationeel (UIT) worden
gewijzigd.
Zie Veranderen van de instelling (Gebruikersinstellingen) op pagina 9-17 .
Gebruik de rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) als volgt wanneer de besturingsassistentie naar niet-operationeel (OFF) is
gewijzigd:
Gebruik van het systeem
Als het contact op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje in de
instrumentengroep uit gaat, gaat het systeem over op standby.
Als het contact op ON wordt gezet en het rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF indicatielampje
in de instrumentengroep gaat branden, de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) OFF schakelaar indrukken zodat het
systeem overgaat op standby.
Rijd met het systeem op standby naar het midden van de rijstrook. Het systeem zal beginnen
te functioneren wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan.
 


 Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen aan zowel de linker- als de rechterzijde.



 De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.



 De auto rijdt op een rechte weg of op een weg met À auwe bochten.



 Wanneer de motor draait.
De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) gaan
in de volgende gevallen over naar de standby-toestand:
 


 Het systeem kan de witte (gele) rijstrookstrepen niet bespeuren.



 De rijsnelheid is minder dan ongeveer 60 km/h.



 De auto maakt een scherpe bocht.



 De auto maakt een bocht met een onjuiste snelheid.


Page 348 of 819

4–184
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  De rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
blijven standby totdat witte (gele) strepen aan zowel de linker- als de rechterzijde of
aan een van beide zijden worden bespeurd.
  Wanneer het systeem een witte (gele) rijstrookstreep enkel aan één zijde bespeurt, zal
het systeem geen waarschuwingen activeren voor de rijstrookstreep aan de zijde die
niet bespeurd wordt.
  De afstand- en waarschuwingsgevoeligheid die door het systeem wordt gebruikt om de
mogelijkheid van een rijstrookafwijking te bepalen kan gewijzigd worden.
 Zie Veranderen van de instelling (Gebruikersinstellingen) op pagina 9-17 .
Rijstrookstrependisplay
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) vanuit de standby-toestand operationeel worden, worden de rijstrookstrepen
weergegeven in de Active Driving Display. Het systeem gaat over op weergave van de
geactiveerde toestand wanneer het systeem een witte (gele) streep aan de linker- of de
rechterzijde bespeurt.
Systeemvoorwaarde Indicatie op display
Standby
Werkingstoestand
Automatische uitschakeling
Onder de volgende omstandigheden, worden de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) automatisch geannuleerd. De
rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) worden
bij het operationeel worden automatisch opnieuw ingeschakeld.
 


 De temperatuur binnen in de camera is hoog of laag.



 De voorruit rondom de camera is beslagen.



 De voorruit rondom de camera wordt door een obstakel geblokkeerd, waardoor het
uitzicht naar voren belemmerd wordt.


Page 349 of 819

4–185
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
(Automatische annulering van waarschuwingen)
Bij het uitvoeren van de volgende handelingen, bepalen de rijstrookassistent (LAS) en
het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) dat de bestuurder van plan is van
rijstrook te veranderen en wordt de werking van het systeem automatisch geannuleerd. De
werking van de rijstrookassistent (LAS) en het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) wordt na het uitvoeren van de handeling automatisch hervat.
 


 Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.
 (Voor het uitschakelen van de automatische uitschakelgevoeligheidsfunctie,
“Waarschuwingsgevoeligheid” in de gebruikersinstellingen wegselecteren.)
 


 De richtingaanwijzerhendel wordt bediend.



 De auto kruist een rijstrookstreep.


Page 350 of 819

4–186
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Uitschakeling van het systeem
Druk wanneer de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) zijn uitgeschakeld,
de rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF schakelaar in.
Het OFF indicatielampje van de
rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) gaat branden.
OPMERKING
(Europees model)
 
 Wanneer het contact op OFF wordt gezet,
worden de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) operationeel de volgende keer
dat het contact weer op ON wordt gezet.
(Behalve Europese modellen)
 
 Wanneer het contact op OFF wordt
gezet, wordt de systeemtoestand
aangehouden die bestond alvorens
deze werd uitgeschakeld. Als
bijvoorbeeld het contact op
OFF wordt gezet terwijl de
rijstrookassistent gebruiksklaar is,
zal het systeem gebruiksklaar zijn
wanneer het contact de volgende keer
op ON gezet wordt.
  In de volgende gevallen worden
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) automatisch geannuleerd
en gaat het OFF indicatielampje van
de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) branden. Laat uw auto bij een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur controleren.




 Wanneer er een defect is in de
stuurbekrachtiging.
 


 Wanneer er een defect is in de DSC.



 Wanneer er een defect is in de
vooruitrijcamera (FSC).
Wanneer de rijstrookassistent (LAS) en het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) worden geannuleerd, worden de
rijstrookstrepen niet langer in de multi-
informatiedisplay of Active Driving
Display aangegeven.


Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 820 next >