MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 651 of 819

6–49
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Verwijder het batterijdeksel en
verwijder vervolgens de batterij.
6. Plaats een nieuwe batterij met de
positieve pool naar boven gericht en
dek de batterij vervolgens af met het
batterijdeksel.
7. Sluit de afdekking.
8. Steek de hulpsleutel weer naar binnen.
OPGELET
  Zorg ervoor de rubber ring
aangegeven in de afbeelding niet te
bekrassen of te beschadigen.
  Als de rubber ring los is komen te
zitten, deze opnieuw bevestigen
alvorens een nieuwe batterij te
plaatsen.
Rubber ring


Page 652 of 819

6–50
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Banden
Voor uw veiligheid, een minimaal
brandstofverbruik en een optimale
levensduur van de banden, dient u
de banden steeds op de aanbevolen
bandenspanning te houden en het voor uw
auto aanbevolen belastbare gewicht en de
gewichtsverdeling niet te overschrijden.
WAARSCHUWING
Gebruik van banden van verschillende
soort:
Het rijden met uw auto is gevaarlijk
wanneer er banden van verschillende
soort op gemonteerd zijn. Dit kan een
slechte bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen er
toe kan leiden dat u de macht over het
stuur verliest.
Gebruik behalve tijdens het beperkte
gebruik van het noodreservewiel op
alle vier wielen uitsluitend banden
van dezelfde soort (radiaalbanden,
diagonaalbanden of diagonaalbanden
met staaldraad).
Gebruik van banden met een verkeerde
maat:
Het gebruik van banden van een
andere maat dan is voorgeschreven
voor uw auto (pagina 9-14 ), is
gevaarlijk. Dit kan het rijcomfort, de
wegligging, de grondspeling, de speling
tussen band en carrosserie en de juiste
werking van de snelheidsmeter nadelig
beïnvloeden. Dit kan tot ongevallen
leiden. Gebruik dus uitsluitend banden
van de juiste maat zoals voor uw auto
wordt voorgeschreven.
Bandenspanning
WAARSCHUWING
Houd de bandenspanning steeds op het
juiste niveau:
Een te hoge of te lage bandenspanning
is gevaarlijk. De verminderde
bestuurbaarheid of het plotseling lek
raken van een band kan een ernstig
ongeluk veroorzaken.
Zie Banden op pagina 9-14 .
Gebruik uitsluitend een originele
Mazda bandventieldop:
Gebruik van een niet-origineel
onderdeel is gevaarlijk, aangezien de
juiste bandenspanning niet behouden
kan worden als het bandventiel
beschadigd raakt. Als er in deze
toestand met de auto wordt gereden,
neemt de bandenspanning af wat een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
Gebruik voor de bandventieldop geen
onderdeel dat niet een origineel Mazda
onderdeel is.
De spanningen van alle banden (inclusief het
reservewiel* ) dient maandelijks gecontroleerd
te worden wanneer de banden koud zijn.
Voor de beste rijeigenschappen, optimale
wegligging van de auto en een minimale
slijtage van de banden, dient u de banden op
de aanbevolen spanning te houden.
Zie de bandenspanningstabel (pagina
9-14 ).
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem noodzakelijk
om het systeem normaal te laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-241 .


Page 653 of 819

6–51
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPMERKING
  Controleer de bandenspanning altijd
wanneer de banden koud zijn.
  Bij warme banden wordt normaal
de aanbevolen bandenspanning
overschreden. Geen lucht aÀ aten
van banden die warm zijn om de
bandenspanning af te stellen.
  Een te lage bandenspanning kan
een hoger brandstofverbruik en
een onvoldoende afdichting van
de velgrand tot gevolg hebben,
waardoor de kans bestaat op
vervorming en/of het losraken van
het loopvlak.
  Een te hoge bandenspanning heeft tot
gevolg dat het rijden oncomfortabel
wordt en dat de banden sneller
slijten. Bovendien brengt dit een
grotere kans op beschadiging door
scherpe voorwerpen op het wegdek
met zich mee.
 Houd de bandenspanning steeds op
het juiste niveau. Laat uw banden
nakijken, indien deze veelvuldig op
spanning gebracht moeten worden.
Onderling verwisselen van de
banden
WAARSCHUWING
Verwissel periodiek de banden onderling:
Onregelmatige slijtage van de banden
is gevaarlijk. Voor een gelijkmatige
bandenslijtage wordt het voor het
behoud van een goede bestuurbaarheid
en goede remprestaties aanbevolen de
banden om de 10.000 km onderling te
verwisselen, of eerder, wanneer er blijk
is van onregelmatige slijtage.
Controleer bij het onderling verwisselen of
de banden correct gebalanceerd zijn.
OPMERKING
(Zonder noodreservewiel)
Aangezien uw auto niet uitgerust is
met een reservewiel, kunt u met de
krik die bij de auto wordt geleverd
niet veilig een onderling verwisselen
van de banden uitvoeren. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur, het onderling
verwisselen van de banden uitvoeren.
Bij het onderling verwisselen van de banden
geen gebruik maken van het noodreservewiel
(ENKEL VOOR TIJDELIJK GEBRUIK).Voorwaarts


Page 654 of 819

6–52
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer bij het onderling verwisselen
de banden op ongelijkmatige slijtage
en beschadiging. Abnormale slijtage is
doorgaans het gevolg van een of meerdere
van de hieronder aangegeven oorzaken:
 


 Verkeerde bandenspanning



 Onjuiste wieluitlijning



 Wielen welke uit balans zijn



 Veelvuldig te sterk afremmen
Zorg er na het onderling verwisselen
voor dat de banden op de voorgeschreven
spanning gebracht worden (pagina 9-14 )
en controleer of de wielmoeren goed
aangetrokken zijn.
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van
het bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-241 .
OPGELET
Banden met een voorgeschreven
draairichting en radiaalbanden met
een asymmetrisch loopvlak of pro¿ el
mogen uitsluitend van voor naar achter
en niet van links naar rechts of vice
versa onderling verwisseld worden. Als
de banden van links naar rechts of vice
versa onderling verwisseld worden, zal
dit vermindering van de bandenprestatie
tot gevolg hebben.
Vernieuwen van een band
WAARSCHUWING
Gebruik steeds banden die in goede
conditie zijn:
Rijden met versleten banden
is gevaarlijk. Het verminderde
remvermogen, de verslechtering van de
bestuurbaarheid en de wegligging kan
een ongeluk veroorzaken.
Vervang alle vier banden tegelijkertijd:
Het vervangen van enkel één band
is gevaarlijk. Dit kan een slechte
bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen
er toe kan leiden dat u de macht over
het stuur verliest. Het wordt door
Mazda ten sterkste aanbevolen alle vier
banden tegelijkertijd te vervangen.
Indien een band gelijkmatig geheel
afgesleten is, verschijnt er een
ononderbroken lijn overdwars op het
pro¿ el.
De band dient in een dergelijk geval
vernieuwd te worden.
Nieuw profiel
Profielslijtage-indicator
Versleten profiel


Page 655 of 819

6–53
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
U dient de band te vernieuwen alvorens
de lijn van de slijtage-indicator over het
gehele pro¿ el verschijnt.
Na het afstellen van de
bandenspanning is initialisering van
het bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op pagina
4-241 .
Noodreservewiel *
Controleer tenminste eens per maand
of het noodreservewiel de juiste
bandenspanning heeft en stevig op zijn
plaats bevestigd is.
OPMERKING
De conditie van het noodreservewiel
gaat geleidelijk achteruit ook als dit niet
in gebruik geweest is.
Het noodreservewiel is gemakkelijker te
hanteren als gevolg van zijn constructie
welke lichter en kleiner is dan die van een
conventionele band. Deze band dient enkel
gebruikt te worden in een noodgeval en
enkel voor een korte afstand.
Gebruik het noodreservewiel uitsluitend
totdat de conventionele band is
gerepareerd, hetgeen zo spoedig mogelijk
dient te gebeuren.
Zie Band op pagina 9-14 .
OPGELET
  De velg van het noodreservewiel niet
gebruiken voor het monteren van
een conventionele band of voor het
aanbrengen van sneeuwkettingen.
Geen van beiden zal juist passen
waardoor zowel de band als de velg
beschadigd kunnen raken.
  Het pro¿ el van de band van
het noodreservewiel heeft een
levensduur van maximaal 5000 km.
Het is mogelijk dat de levensduur
van het pro¿ el korter is, afhankelijk
van de rijomstandigheden.
  Het noodreservewiel is voor
beperkt gebruik, echter wanneer de
doorlopende lijn van de slijtage-
indicator op het pro¿ el zichtbaar
wordt, dient de band door hetzelfde
type noodreserveband vervangen te
worden (pagina 6-52 ).
Vernieuwen van een velg
WAARSCHUWING
Gebruik steeds velgen van de juiste
maat op uw auto:
Het gebruik van een verkeerde
velgmaat is gevaarlijk. Het
remvermogen en de bestuurbaarheid
kunnen daardoor nadelig beïnvloed
worden, hetgeen tot verlies van de
macht over het stuur en een ongeluk
kan leiden.


Page 656 of 819

6–54
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
Een velg van een verkeerde maat kan
een nadelige invloed hebben op:
 
 Passing van de band op de velg 
 Levensduur van de velg en het
wiellager
  Grondspeling 
 Speling van sneeuwkettingen 
 Juiste werking van de snelheidsmeter 
 Richting van de lichtbundel van de
koplampen
  Bumperhoogte 
 Bandenspanningcontrolesysteem
OPMERKING

 Wanneer u om een of andere reden
de velgen wenst te vervangen, dient
u er op te letten dat de nieuwe velgen
gelijkwaardig zijn aan de origineel
van fabriekswege gemonteerde
velgen voor wat betreft diameter,
velgbreedte en offset (binnen/buiten).
  Neem voor details contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur.
Wanneer de banden op de juiste wijze
gebalanceerd zijn, geeft dit het beste
rijcomfort en helpt het slijtage van het
bandenpro¿ el te verminderen. Banden
welke uit balans zijn kunnen irriterende
trillingen en ongelijkmatige bandenslijtage
veroorzaken, zoals uitstulpingen en gladde
plekken.


Page 657 of 819

6–55
NOTITIES


Page 658 of 819

6–56
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Gloeilampen
Met LED koplampen Met halogeen koplampen
Sedan Hatchback


Page 659 of 819

6–57
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Koplampen (Dimlicht/grootlicht)
Dagverlichting
Koplampen (Dimlicht)
Koplampen (Grootlicht)/Dagverlichting *
Mistlampen voor *
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
Voorste zijmarkeringslampen *
Zijrichtingaanwijzerlampen
Remlichten (Met LED koplampen)
Achterlichten (Met LED koplampen)
Lampen van rem-/achterlichten (Met halogeen koplampen)
Achterste zijmarkeringslampen (Gloeilamp type) *
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achterlichten (Met LED koplampen)
Achterste zijmarkeringslampen (LED type) *
Achteruitrijlampen
Mistlamp achter *
Achteruitrijlamp (Model met links stuur)
Achteruitrijlamp (Model met rechts stuur)
Mistlamp achter *1 /Achteruitrijlamp *2 (Model met links stuur)
Mistlamp achter *1 /Achteruitrijlamp *2 (Model met rechts stuur)
Middelste remlicht
Kentekenplaatlampen
Plafondlampen (Voor)/Kaartleeslampen *
Make-up spiegeltje verlichtingen *
Plafondlampen (Achter) *
Kofferruimtelamp (Sedan)
Bagageruimteverlichting (Hatchback)
*1 Met achtermistlicht
*2 Zonder achtermistlicht


Page 660 of 819

6–58
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
Nooit het glasgedeelte van een
halogeenlamp met de blote handen
aanraken en steeds oogbescherming
gebruiken wanneer u in de buurt
van de lampen werkt of deze gaat
vastnemen:
Wanneer een halogeenlamp breekt
is dit gevaarlijk. Deze gloeilampen
bevatten gas dat onder druk staat. Als
zo'n lamp breekt, kan deze uit elkaar
springen en kan door het rondvliegend
glas ernstige verwondingen worden
toegebracht.
Als het glasgedeelte met blote handen
wordt aangeraakt, blijft er huidvet op
de gloeilamp achter waardoor deze
oververhit kan raken en bij het branden
uit elkaar kan springen.
Houd halogeenlampen steeds buiten
het bereik van kinderen:
Spelen met een halogeenlamp is
gevaarlijk. Door een halogeenlamp
te laten vallen of deze op een andere
manier te breken, kunnen ernstige
verwondingen worden toegebracht.
OPGELET
Zorg ervoor bij het verwijderen van de
lens of de lampeenheid met behulp van
een platte schroevendraaier, dat de platte
schroevendraaier geen contact maakt
met de elektrische aansluiting. Als de
platte schroevendraaier contact maakt
met de elektrische aansluiting, kan er
kortsluiting ontstaan.
OPMERKING
  Neem voor het vervangen van
de gloeilamp contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur.

 Als de halogeenlamp per ongeluk
wordt aangeraakt, deze met
schoonmaakalcohol schoonvegen
alvorens de lamp te gebruiken.
  Gebruik het beschermkapje en het
doosje van de nieuwe gloeilamp om
de oude gloeilamp onmiddellijk en
buiten het bereik van kinderen op te
ruimen.
Vervangen van de gloeilampen van
de buitenverlichting
Koplampen (Met LED koplampen),
Dagverlichting/Positielampen (Met LED
koplampen)
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een of¿ ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.


Page:   < prev 1-10 ... 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 671-680 681-690 691-700 ... 820 next >