MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL 3 HATCHBACK, Model: MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016Pages: 819, PDF Size: 7.64 MB
Page 661 of 819

6–59
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Koplampen (Met halogeen koplampen)
Dimlichtgloeilampen
1. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien
en de motor stopzetten. Als u de
linker gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien en de
motor afzetten.
2. Controleer of de koplampschakelaar
uitgeschakeld is.
3. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
5. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
re À ector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
7. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 662 of 819

6–60
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Grootlichtgloeilampen (Met
dagverlichting)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
3. Draai de kap linksom en verwijder
deze.
4. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
5. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen. Grootlichtgloeilampen (Zonder
dagverlichting)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.
3. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
4. Draai de houder en de gloeilamp en
verwijder deze. Verwijder de gloeilamp
voorzichtig uit de lamphouder in de
re À ector door deze langzaam recht naar
achteren uit de houder te trekken.
5. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Page 663 of 819

6–61
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Voorste richtingaanwijzerlampen,
Positielampen/Voorste
zijmarkeringslampen (Met
halogeen koplampen)
* , Voorste
zijmarkeringslampen (Met LED
koplampen)
*
1. Als u de rechter gloeilamp gaat
vernieuwen, de motor starten, het
stuurwiel volledig naar links draaien
en de motor stopzetten. Als u de
linker gloeilamp gaat vernieuwen, het
stuurwiel naar rechts draaien en de
motor afzetten.
2. Controleer of de koplampschakelaar
uitgeschakeld is.
3. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
Verwijderen
Monteren
4. Draai de schroef linksom en verwijder
deze en trek vervolgens de stofkap
gedeeltelijk van zijn plaats.
5. (Voorste richtingaanwijzerlampen)
Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en aan de
stekker te trekken.
6. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
Page 664 of 819

6–62
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
7. Maak de gloeilamp los uit de houder.
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen/Voorste
zijmarkeringslampen (Met
halogeen koplampen), Voorste
zijmarkeringslampen (Met LED
koplampen)
8. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Mistlampen voor * ,
Zijrichtingaanwijzerlampen,
Lampen van remlichten (LED
type), Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (LED type)
* ,
Achterlichten (zijde kofferdeksel/
achterklep)
* , Middelste remlicht
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een of ¿ ciële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Achterste richtingaanwijzerlampen,
Lampen van rem-/achterlichten/
Achterste zijmarkeringslampen
(Gloeilamp type)
*
S e d a n
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
3. Verwijder de achterbekleding van de
kofferruimte.
Monteren
Verwijderen
Page 665 of 819

6–63
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
4. Trek aan het midden van elk van
de plastic klemmen en verwijder de
klemmen.
5. Trek de zijbekleding van de
kofferruimte weg.
Verwijderen
Monteren
6. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp
type)
Page 666 of 819

6–64
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
7. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en aan de
stekker te trekken.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp
type)
8. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
Achterste richtingaanwijzerlampen,
Lampen van rem-/achterlichten/
Achterste zijmarkeringslampen
(Gloeilamp type)
9. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
Hatchback
(Linkerzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Verwijder de afdekking.
Page 667 of 819

6–65
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Lampen van rem-/achterlichten
(Gloeilamp type)
4. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en aan de
stekker te trekken.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Lampen van rem-/achterlichten
(Gloeilamp type)
Page 668 of 819

6–66
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
Achterste richtingaanwijzerlampen,
Lampen van rem-/achterlichten
(Gloeilamp type)
6. Monteer de nieuwe gloeilamp in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
7. Steek de uitsteeksels van de afdekking
op hun plaats en monteer de afdekking.
Uitsteeksels
OPMERKING
Controleer dat de afdekking stevig op
zijn plaats zit. (Rechterzijde)
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Draai de knop en verwijder de
krikafdekking.
3. Draai de vleugelbout en krikschroef
linksom.
4. Verwijder de krik
Page 669 of 819

6–67
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Draai de houder en de gloeilamp
linksom en verwijder deze.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp
type)
6. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en aan de
stekker te trekken.
Achterste richtingaanwijzerlampen
Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp
type)
Page 670 of 819

6–68
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
7. Maak de gloeilamp los door deze naar
buiten te trekken.
Achterste richtingaanwijzerlampen,
Lampen van rem-/achterlichten/
Achterste zijmarkeringslampen
(Gloeilamp type)
8. Monteer de nieuwe gloeilamp.
9. Steek de vleugelbout in de krik met de
krikschroef naar beneden gericht en
draai de vleugelbout rechtsom om deze
provisorisch vast te zetten.
10. Draai de krikschroef in de richting
aangegeven in de afbeelding.
11. Draai de vleugelbout volledig aan om
de krik vast te zetten.
OPMERKING
Als de krik niet goed wordt vastgezet,
kan deze tijdens het rijden gaan
rammelen. Let er op dat de krikschroef
voldoende stevig wordt vastgedraaid.
12. Monteer de afdekking in de
omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
13. Steek de uitsteeksels van de afdekking
op hun plaats en monteer de afdekking.
Uitsteeksels
OPMERKING
Controleer dat de afdekking stevig op
zijn plaats zit.