sensor MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 421 of 819

4–257
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
*Bepaalde modellen.
Display Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zonder voorste sensor
en voorste hoeksensor Met voorste sensor en
voorste hoeksensor Voorste sensor * /achterste
hoeksensor* Achterste sensor/
achterste hoeksensor
Voorste sensor:
Binnen ongeveer 35 cm
Voorste hoeksensor:
Binnen ongeveer 25 cm Achterste sensor:
Binnen ongeveer 35 cm
Achterste hoeksensor:
Binnen ongeveer 25 cm
Gebruik van het parkeerhulpsensorsysteem
Voertuigen zonder voorste sensor/voorste hoeksensor
De parkeersensoren kunnen worden gebruikt wanneer het contact op ON staat en de
versnellingshendel/keuzehendel in de stand R wordt gezet.
Voertuigen met voorste sensor/voorste hoeksensor
Wanneer het contact op ON staat en de parkeersensorschakelaar wordt ingedrukt, klinkt de
zoemer en gaat het indicatielampje branden.
Wanneer de parkeersensor is geactiveerd en het contact op ON wordt gezet, klinkt de
zoemer en gaat het indicatielampje branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om het systeem uit te schakelen.


Page 422 of 819

4–258
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Bedieningsvoorwaarden
Het parkeersensorsysteem kan worden gebruikt wanneer aan alle onderstaande voorwaarden
is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 De parkeersensorschakelaar is aangezet.
OPMERKING

(Voertuig met automatische transmissie) De detectieindicator en de zoemer van de voorste sensoren/voorste hoeksensoren
werken niet wanneer de keuzehendel in de stand P staat.
  Waneer de handrem wordt aangetrokken, worden de detectieindicator en de zoemer
niet geactiveerd.
Hindernisdetectieaanduiding
De positie van een sensor die een hindernis heeft bespeurd wordt aangeduid. De meter gaat
op verschillende punten branden, afhankelijk van de afstand naar de hindernis die door de
sensor bespeurd wordt.
Naarmate de auto een hindernis dichter nadert, gaat de zone in de meter dichter bij de auto
branden.
Linkervoorhoek-
sensormeterRechtervoorhoek-
sensormeter
Rechterachterhoek-
sensormeter Linkerachterhoek-
sensormeterVoorste sensormeter
Achterste sensormeter
Bepaalde modellen.


Page 423 of 819

4–259
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Melding van systeemproblemen
Als er zich een van de problemen voordoet die in de tabel worden aangegeven, wordt
de bestuurder als volgt afhankelijk van het type systeem van het probleem op de hoogte
gesteld.
Detectieindicator
Oplossing Zonder voorste
sensor en voorste
hoeksensor Met voorste
sensor en voorste
hoeksensor
Loszittende
verbinding
Er is mogelijk een defect in het systeem.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur inspecteren.
Defect in het
systeem
Er is mogelijk een defect in het systeem.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur inspecteren.


Page 424 of 819

4–260
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
*Bepaalde modellen.
Detectieindicator
Oplossing Zonder voorste
sensor en voorste
hoeksensor Met voorste
sensor en voorste
hoeksensor
Bevriezing/
verontreiniging
Het sensorgedeelte dat overeenkomt met
de getoonde hindernisdetectieaanduiding
is mogelijk verontreinigd. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Parkeersensorwaarschuwingszoemer
Wanneer het systeem in werking is, klinkt de zoemer als volgt.
Voorste sensor
* , Achterste sensor
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon *1 Voorste sensor * Achterste sensor
Grootste afstand Ongeveer 100—60 cm
Ongeveer 150—60 cm
Langzaam
onderbroken
geluid
Grote afstand Ongeveer 60—45 cm
Gematigd
onderbroken
geluid
Middenafstand Ongeveer 45—35 cm
Snel onderbroken
geluid


Page 425 of 819

4–261
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
*Bepaalde modellen.
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis
Zoemtoon *1 Voorste sensor * Achterste sensor
Nabije afstand Binnen ongeveer 35 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
Voorste hoeksensor * , Achterste hoeksensor
Afstanddetectiegebied Afstand tussen het voertuig en de hindernis Zoemtoon *1
Grote afstand Ongeveer 50—37 cm Gematigd
onderbroken
geluid
Middenafstand Ongeveer 37—25 cm
Snel onderbroken
geluid
Nabije afstand Binnen ongeveer 25 cm
Continu geluid
*1 De snelheid van de onderbroken pieptonen neemt toe naarmate de auto de hindernis nadert.
OPMERKING
Als er gedurende 6 seconden of langer een hindernis bespeurd wordt, stopt de pieptoon
(behalve voor de nabije afstand zone). Als dezelfde hindernis bespeurd wordt in een
andere zone, klinkt de bijbehorende pieptoon.


Page 426 of 819

4–262
Tijdens het rijden
Parkeersensorsysteem
Wanneer de waarschuwingsindicator/zoemer geactiveerd is
Het systeem stelt de bestuurder op de hoogte van een abnormale toestand door het activeren
van de zoemtoon en het indicatielampje.
Indicatielampje/zoemtoon Controle
De zoemtoon wordt niet
gehoord. Er is mogelijk een defect in het systeem. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
Het onderbroken geluid van de
zoemer wordt vijfmaal gehoord. Verwijder alle vreemde bestanddelen van het sensorgedeelte. Als het systeem
zich niet heeft hersteld, de auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren.
Een bepaalde
hindernisdetectieindicator wordt
continu getoond. Zie Hindernisdetectieaanduiding op pagina 4-258 .


Page 440 of 819

5–14
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Zonlicht/Temperatuursensor
Zonlichtsensor
Plaats geen voorwerpen op de
zonlichtsensor. Anders kan de afstelling
van de interieurtemperatuur niet correct
worden uitgevoerd.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
De interieurtemperatuursensor niet
afdekken. Anders kan de afstelling van de
interieurtemperatuur niet correct worden
uitgevoerd.
Interieurtemperatuursensor


Page 445 of 819

5–19
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
Druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar.
In deze stand wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen en
wordt de airconditioning automatisch
ingeschakeld. De airconditioning voert dan
ontvochtigde lucht naar de voorruit en de
zijruiten op pagina 5-4 .
De hoeveelheid luchtstroming zal
toenemen.
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht ( stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom
te verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
Zonlicht/Temperatuursensor
Zonlichtsensor
Plaats geen voorwerpen op de
zonlichtsensor. Anders kan de afstelling
van de interieurtemperatuur niet correct
worden uitgevoerd.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
De interieurtemperatuursensor niet
afdekken. Anders kan de afstelling van de
interieurtemperatuur niet correct worden
uitgevoerd.
Interieurtemperatuursensor


Page 501 of 819

5–75
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Instellingen
OPMERKING
Het schermdisplay kan verschillen afhankelijk van kwaliteit en speci¿ catie.
Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het Instellingen scherm.
Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.
U kunt instellingen in de instellingsdisplay als volgt naar eigen voorkeur instellen:
Tabblad Onderwerp Functie
AD-Disp Hoogte
Helderheidscontrole
Overige Zie Actief rijden display op pagina 4-43 .
Display Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-58 .
Veiligheid Distance Recognition Support System
SBS/SCBS
Overige Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-17 .
Geluid Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-58 .
Klok Tijd aanpassen De huidige ingestelde tijd wordt getoond.
Druk op
voor het vooruitzetten van de uren/
minuten en selecteer om de uren/minuten
terug te zetten.
AM/PM kan alleen worden geselecteerd met de
12-uur klokweergave.
GPS sync. Synchroniseert met GPS wanneer
ingeschakeld.
Wanneer uitgeschakeld, kan de tijd worden
gewijzigd vanuit “Tijd aanpassen”.
Tijdformat Verandert de display tussen 12 en 24-uur
klokweergave.
Tijdzone geselecteerd Selecteer de regio die u wilt speci¿ ceren,
wanneer dit niet gesynchroniseerd is met GPS.
Zomertijd Hiermee wordt de instelling voor zomer- en
wintertijd aan/uit gezet.
Bij ON, wordt de klok 1 uur vooruitgezet. Bij
OFF, wordt de klok terug op de normale tijd
ingesteld.
Voertuig Regensensor ruitenwisser
Deurvergrendeling
Overige Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-17 .
Apparat. Bluetooth
® Zie Gereed maken van Bluetooth ® (Type C/
Type D) op pagina 5-122 .
Network Management Wi-Fi
™ wordt gebruikt voor het verkrijgen van
navigatie NP’s/real-time verkeersinformatie
(zoals benzineprijzen, weerbericht,
dichtstbijzijnde restaurant)


Page 642 of 819

6–40
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Ruitenwisserbladen
OPGELET
  Het is gebleken dat een “hot wax”
behandeling, zoals in automatische
auto-was installaties een nadelige
invloed op de reinigende werking
van de ruitenwissers heeft.
  Gebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische
middelen in de nabijheid van
of op de ruitenwisserbladen om
beschadiging er van te voorkomen.
  Wanneer de ruitenwisserhendel in
de stand AUTO staat en het contact
op ON wordt gezet, is het mogelijk
dat de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
 


 Als de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt.
 


 Als de voorruit boven de
regensensor met een doek wordt
afgeveegd.
 


 Als met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
 


 Als vanuit het interieur van de auto
met een hand of ander voorwerp
tegen de regensensor wordt
gestoten.
  Let er op dat uw handen of vingers
niet beklemd raken, aangezien
dit letsel kan veroorzaken of de
ruitenwissers kan beschadigen. Zorg
er bij het wassen of uitvoeren van
onderhoud aan uw auto voor dat de
ruitenwisserhendel in de stand OFF
staat. Verontreiniging van de voorruit of
de ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effectief functioneren
van de ruitenwisserbladen verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging
zijn insecten, boomhars en de “hot wax”
behandeling welke door sommige auto-
was installaties gebruikt wordt.
Indien de wisserbladen niet goed
wissen, reinig dan zowel de voorruit
als de wisserbladen met een goed
schoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel ze grondig met
schoon water af. Herhaal deze procedure,
indien nodig.
Vernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
Wanneer de ruitenwissers niet meer
goed wissen, zijn de ruitenwisserbladen
waarschijnlijk versleten of ingescheurd.
Vervang ze in dat geval.
OPGELET
Probeer de ruitenwisserarm niet met
de hand te bewegen om beschadiging
van de ruitenwisserarmen of overige
onderdelen te voorkomen.


Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 next >