MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 421 of 779

9RRUXLWULMFDPHUD )6&
▼9RRUXLWULMFDPHUD )6&
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQ
YRRUXLWULMFDPHUD )6& 'H
YRRUXLWULMFDPHUD )6& LVJHSODDWVWQDELM
GHELQQHQVSLHJHOHQZRUGWJHEUXLNWGRRU
GHYROJHQGHV\VWHPHQ
x.RSODPSUHJHOV\VWHHP +%&
x$GDSWLHYH/('NRSODPSHQ $/+
x9HUNHHUVERUGKHUNHQQLQJV\VWHHP 765
x'LVWDQFH 6SHHG$OHUW '6$
x9HUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
x'ULYHU0RQLWRULQJ '0
x0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWURO 05&&
V\VWHHP
x0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWUROPHW6WRS
*RIXQFWLH 05&&PHW6WRS
*RIXQFWLH
x5LMVWURRNDVVLVWHQW /$6
x&UXLVLQJ 7UDIILF6XSSRUW &76
x6PDUW%UDNH6XSSRUW 6%6
 9RRUXLWULMFDPHUD )6&

'HYRRUXLWULMFDPHUD )6& EHSDDOWGH
RPVWDQGLJKHGHQDDQGHYRRU]LMGHYDQGH
DXWRELMKHWULMGHQLQKHWGRQNHUHQKHUNHQW
ULMVWURNHQ'HDIVWDQGZDDURYHUGH
YRRUXLWULMFDPHUD )6& REMHFWHQNDQ
KHUNHQQHQYDULHHUWDIKDQNHOLMNYDQGH
RPJHYLQJVRPVWDQGLJKHGHQ
:$$56&+8:,1*
Geen wijzigingen aan de vering
aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling
gewijzigd wordt, kan het systeem
voorliggende voertuigen niet correct
bespeuren. Dit heeft tot gevolg dat het
systeem niet normaal functioneert of
abusievelijk functioneert, wat een ernstig
ongeluk kan veroorzaken.
23*(/(7
¾Breng geen accessoires, stickers of folie
op de voorruit aan in de buurt van de
vooruitrijcamera (FSC).
Als het gedeelte voor de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) door iets
geblokkeerd wordt, heeft dit tot gevolg
dat het systeem niet correct functioneert.
Dit kan tot gevolg hebben dat de
systemen niet normaal kunnen
functioneren wat ongelukken kan
veroorzaken.
¾De vooruitrijcamera (FSC) niet
demonteren of wijzigen.
Demonteren of wijzigen van de
vooruitrijcamera (FSC) heeft defect raken
of foutieve werking tot gevolg. Dit kan
tot gevolg hebben dat de systemen niet
normaal kunnen functioneren wat
ongelukken kan veroorzaken.
¾Neem voor de juiste werking van de
vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Wees voorzichtig de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) niet te
beschadigen en voorkom dat deze vuil
wordt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 422 of 779

¾De afdekking van de vooruitrijcamera
(FSC) niet verwijderen.
¾Plaats geen voorwerpen op het
instrumentenpaneel die licht
weerkaatsen.
¾Houd het gedeelte van de voorruit
rondom de vooruitrijcamera altijd
schoon door vuil of wasem te
verwijderen. Gebruik de
voorruitontwaseming om wasem van
de voorruit te verwijderen.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur voor wat betreft het
reinigen van de binnenzijde van de
voorruit rondom de vooruitrijcamera
(FSC).
¾Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur, alvorens reparaties
rondom de vooruitrijcamera (FSC) uit
te voeren.
¾De vooruitrijcamera (FSC) is aan de
voorruit gemonteerd. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur voor
het repareren en vervangen van de
voorruit.
¾Zorg er voor bij het reinigen van de
voorruit dat er geen glasreiniger of
soortgelijke vloeibare
reinigingsmiddelen op de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) terechtkomen.
Raak ook de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) niet aan.
¾Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een
officiële
Mazda reparateur wanneer u
reparaties rondom de binnenspiegel
uitvoert.¾Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur,
betreffende het reinigen
van de cameralens.
¾De vooruitrijcamera (FSC) of het
gedeelte er om heen niet blootstellen
aan harde schokken of stoten. Als er
zeer hard tegen de vooruitrijcamera
(FSC) is gestoten of als er barsten of
beschadiging als gevolg van
bijvoorbeeld steenslag in de buurt
ervan zichtbaar zijn, stoppen met het
gebruik van de volgende systemen en
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur raadplegen.
¾Koplampregelsysteem (HBC)
¾Adaptieve LED-koplampen (ALH)
¾Rijstrookafwijkingswaarschuwingss
ysteem (LDWS)
¾Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)
¾Distance & Speed Alert (DSA)
¾Vermoeidheidswaarschuwing (DAA)
¾Driver Monitoring (DM)
¾Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
¾Mazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met Stop &
Go-functie)
¾Rijstrookassistent (LAS)
¾Cruising & Traffic Support (CTS)
¾Smart Brake Support (SBS)
¾De richting waarin de vooruitrijcamera
(FSC) is geplaatst, is met grote precisie
afgesteld. De installatiepositie van de
vooruitrijcamera (FSC) niet veranderen
en deze niet verwijderen. Anders kan
dit beschadiging of defecten
veroorzaken.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 423 of 779

¾Gebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat voor alle wielen
en van hetzelfde merk, soort en
profielpatroon. Gebruik ook geen
banden met duidelijk verschillende
slijtagepatronen op dezelfde auto,
aangezien de kans bestaat dat het
systeem niet normaal functioneert.
¾De vooruitrijcamera (FSC) beschikt over
een functie die verontreiniging van de
voorruit bespeurt en de bestuurder
informeert, echter, afhankelijk van de
omstandigheden is het mogelijk dat
plastic zakken, ijs of sneeuw op de
voorruit niet bespeurd worden. In
dergelijke gevallen kan het systeem niet
nauwkeurig een voorliggend voertuig
bepalen en bestaat de kans dat dit niet
normaal functioneert. Rijd altijd
voorzichtig en let op de weg vóór u.
OPMERKING
xIn de volgende gevallen kan de
vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten
niet correct bespeuren, waardoor de
systemen niet normaal kunnen
functioneren.
xDe hoogte van het voorliggende
voertuig is laag.
xU rijdt met dezelfde snelheid als het
voorliggende voertuig.
xDe koplampen zijn bij avond of tijdens
het rijden door een tunnel niet
ingeschakeld.
xIn de volgende gevallen bestaat de kans
dat de vooruitrijcamera (FSC)
doelobjecten niet correct kan bespeuren.
xBij slechte weersomstandigheden,
zoals regen, mist en sneeuw.
xDe ruitensproeier wordt gebruikt of de
voorruitenwissers worden niet
gebruikt wanneer het regent.
xIJs, mist, sneeuw, rijp, regen, vuil of
vreemde bestanddelen zoals een
plastic zak die op de voorruit vastzit.
xVrachtwagens met lage laadbodems
en voertuigen met een buitengewoon
lage of hoge opbouw.
xBij het rijden langs muren zonder
patronen (zoals hekwerken en in de
lengte gestreepte muren).
xDe achterlichten van het voorliggende
voertuig branden niet.
xEr bevindt zich een voertuig buiten
het verlichtingsbereik van de
koplampen.
xBij het maken van een scherpe bocht
of het beklimmen of afdalen van een
steile helling.
xIn- of uitrijden van een tunnel.
xDe auto is zwaar beladen zodat deze
achterover helt.
xEr schijnt fel licht aan de voorzijde
van de auto (achteruitrijlicht of
grootlicht van tegemoetkomende
voertuigen).
xHet voorliggende voertuig heeft veel
lichtbronnen.
xWanneer het voorliggende voertuig
niet uitgerust is met achterlichten of
de achterlichten bij donker niet
branden.
xWanneer lang uitstekende bagage of
lading op een gemonteerde dakdrager
vervoerd wordt die de
vooruitrijcamera (FSC) afdekt.
xUitlaatgas van het voertuig voor u,
zand, sneeuw of waterdamp dat uit
mangaten en goten opstijgt en
opspattend water.
xBij het slepen van een defect voertuig.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 424 of 779

xDe banden op de auto vertonen
duidelijk verschillende
slijtagepatronen.
xBij het rijden op lange afdalingen of
hobbelige wegen.
xEr zijn waterplassen op de weg.
xDe omgeving is donker, zoals bij het
rijden 's nachts, in de vroege avond of
ochtend, in een tunnel of
parkeergarage.
xDe helderheid van de
koplampverlichting is verminderd of
de koplampverlichting is afgezwakt
als gevolg van vuil of een afwijkende
optische as.
xHet doelobject komt in de dode hoek
van de vooruitrijcamera (FSC).
xEen persoon of object springt
plotseling vlak voor uw auto de weg
op vanuit de berm.
xU verandert van rijstrook en nadert
een voorliggend voertuig.
xBij het buitengewoon dicht in de buurt
rijden van het doelobject.
xWanneer sneeuwkettingen of een
noodreservewiel zijn aangebracht.
xHet voorliggende voertuig heeft een
speciale vorm. Bijvoorbeeld een
voertuig dat een caravan of
bootaanhanger trekt, of een
autotransporter welke een voertuig
achterstevoren vervoert.
xAls de vooruitrijcamera (FSC) niet
normaal kan werken als gevolg van
regen, tegenlicht of mist, worden de
systeemfuncties die verband houden met
de vooruitrijcamera (FSC) tijdelijk
stopgezet en gaan de volgende
waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een defect.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls de vooruitrijcamera (FSC) niet
normaal kan werken als gevolg van
hoge temperaturen, worden de
systeemfuncties die verband houden met
de vooruitrijcamera (FSC) tijdelijk
stopgezet en gaan de volgende
waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een defect. Laat het
gedeelte rondom de vooruitrijcamera
(FSC) afkoelen door bijvoorbeeld het
inschakelen van de airconditioning.
xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls de vooruitrijcamera (FSC) bespeurt
dat de voorruit vuil of beslagen is,
worden de systeemfuncties die verband
houden met de vooruitrijcamera (FSC)
tijdelijk stopgezet en gaan de volgende
waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een probleem.
Verwijder het vuil van de voorruit of
druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar en
ontwasem de voorruit.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 425 of 779

xKoplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xAdaptieve LED-koplampen (ALH)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje)
xi-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
xAls er duidelijk barsten of beschadiging
als gevolg van bijvoorbeeld steenslag op
de voorruit zichtbaar zijn, de voorruit
altijd laten vervangen. Raadpleeg voor
vervanging een officiële Mazda
reparateur.
xDe vooruitrijcamera (FSC) herkent
voetgangers wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan:
xDe lengte van een voetganger is
ongeveer 1 tot 2 meter.
xContouren, zoals die van het hoofd,
beide schouders of benen kunnen
worden bepaald.
xIn de volgende gevallen bestaat de kans
dat de vooruitrijcamera (FSC)
doelobjecten niet correct kan bespeuren:
xEr lopen meerdere voetgangers of
groepen van personen.
xEen voetganger bevindt zich nabij een
afzonderlijk object.
xEen voetganger is gehurkt, zit of ligt.
xEen voetganger springt plotseling de
weg op, vlak voor de auto.
xEen voetganger opent een paraplu, of
draagt een groot stuk bagage of
grotere voorwerpen.
xEen voetganger bevindt zich op een
donkere plek, zoals bij avond, of is
moeilijk te onderscheiden van de
achtergrond doordat zijn kleding
overeenkomt met de kleur van de
achtergrond.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 426 of 779

9RRUVWHUDGDUVHQVRU
▼9RRUVWHUDGDUVHQVRU
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQYRRUVWH
UDGDUVHQVRU
'HYROJHQGHV\VWHPHQPDNHQHYHQHHQV
JHEUXLNYDQGHYRRUVWHUDGDUVHQVRU
x'LVWDQFH 6SHHG$OHUW '6$
x0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWURO 05&&
V\VWHHP
x0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWUROPHW6WRS
*RIXQFWLH 05&&PHW6WRS
*RIXQFWLH
x&UXLVLQJ 7UDIILF6XSSRUW &76
x6PDUW%UDNH6XSSRUW 6%6
'HYRRUVWHUDGDUVHQVRU]HQGWUDGLRJROYHQ
XLWGLHRSKXQEHXUWZHHUNDDWVWZRUGHQ
GRRUHHQYRRUOLJJHQGYRHUWXLJRIHHQ
REVWDNHO
'HYRRUVWHUDGDUVHQVRULVJHPRQWHHUG
DFKWHUKHWYRRUHPEOHHP
 9RRUVWHUDGDUVHQVRU

$OV

Page 427 of 779

¾Gebruik de voorbumper niet om tegen
andere voertuigen of obstakels te duwen,
zoals bij het wegrijden uit een
parkeerruimte. Anders bestaat de kans
dat tegen de voorste radarsensor wordt
gestoten en dat de positie ervan gaat
afwijken.
¾De voorste radarsensor niet verwijderen,
demonteren of wijzigen.
¾Neem voor reparaties, vervangen van
onderdelen of spuitwerk rondom de
voorste radarsensor contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur.
¾Geen wijzigingen aan de vering
aanbrengen. Als er wijzigingen aan de
vering worden aangebracht, kan dit de
hoogte van de auto veranderen en
bestaat de kans dat de voorste
radarsensor het voorliggende voertuig of
een obstakel niet correct kan bespeuren.
OPMERKING
xOnder de volgende omstandigheden
bestaat de kans dat de voorste
radarsensor voorliggende voertuigen of
obstakels niet correct kan bespeuren en
dat de systemen niet normaal
functioneren.
xDe radiogolven worden door de
achterzijde van een voorliggend
voertuig niet effectief weerkaatst,
zoals bij een ongeladen aanhanger of
een auto met een laadbak die door een
canvaszeil is afgedekt, voertuigen met
een achterklep van hard plastic en
voertuigen met ronde vormen.
xVoorliggende voertuigen die laag zijn
met dus een kleiner gebied voor het
weerkaatsen van radiogolven.
xHet uitzicht wordt verminderd als
gevolg van het opspatten van water,
sneeuw of zand van de banden van
een voorliggend voertuig op uw
voorruit.
xWanneer de bagageruimte beladen is
met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
xIJs, sneeuw of verontreiniging op de
voorzijde van het voorembleem
aanwezig is.
xTijdens slechte weersomstandigheden,
zoals regen, sneeuw of zandstormen.
xBij het rijden in de buurt van
installaties of voorwerpen die
krachtige radiogolven uitzenden.
xOnder de volgende omstandigheden is
het mogelijk dat de voorste radarsensor
voorliggende voertuigen of obstakels
niet kan bespeuren.
xHet begin en het einde van een bocht.
xContinu bochtige wegen.
xWegen met smalle rijstroken als
gevolg van wegwerkzaamheden of
afgesloten rijstroken.
xHet voorliggende voertuig komt in de
dode hoek van de radarsensor.
xHet voorliggende voertuig rijdt
abnormaal als gevolg van een ongeluk
of schade.
xWegen met herhaalde op- en
aflopende hellingen.
xRijden op slechte wegen of
onverharde wegen.
xDe afstand tussen uw auto en het
voorliggende voertuig is
buitengewoon kort.
xEen voertuig komt plotseling dichtbij
zoals bij het snijden in de rijstrook.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 428 of 779

xGebruik om onjuiste werking van het
systeem te voorkomen banden van
dezelfde voorgeschreven maat,
fabrikant, merk en profiel op alle vier
wielen. Bovendien geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen of bandenspanningen
op dezelfde auto gebruiken (inclusief het
noodreservewiel).
xAls de accucapaciteit zwak is, bestaat de
kans dat het systeem niet correct
functioneert.
xBij het rijden op wegen met weinig
verkeer en weinig voorliggende
voertuigen of obstakels voor de voorste
radarsensor om te bespeuren, bestaat de
kans dat “Veiligheids- en
bestuurdershulp- systemen tijdelijk
uitgeschakeld. Voorste radar is bedekt.
Rijd voorzichtig.” tijdelijk wordt
getoond. Dit duidt echter niet op een
probleem.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land waarin
met de auto wordt gereden.
9RRUVWH]LMUDGDUVHQVRU
▼9RRUVWH]LMUDGDUVHQVRU
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQYRRUVWH
]LMUDGDUVHQVRU'HYROJHQGHV\VWHPHQ
PDNHQHYHQHHQVJHEUXLNYDQGHYRRUVWH
]LMUDGDUVHQVRU
x)URQW&URVV7UDIILF$OHUW )&7$
'HYRRUVWH]LMUDGDUVHQVRUGHWHFWHUHQGH
UDGLRJROYHQGLHGRRUGHUDGDUVHQVRUHQ
ZRUGHQXLWJH]RQGHQHQRSKXQEHXUW
ZHHUNDDWVWZRUGHQGRRUHHQYRHUWXLJGDW
DDQGHYRRU]LMGHYRRUQDGHUWRIGRRUHHQ
REVWDNHO
 9RRUVWH]LMUDGDUVHQVRU

'HYRRUVWH]LMUDGDUVHQVRUHQ]LMQ
JHwQVWDOOHHUGLQGHYRRUEXPSHUppQDDQGH
OLQNHU]LMGHHQppQDDQGHUHFKWHU]LMGH
+RXGKHWRSSHUYODNYDQGHYRRUEXPSHULQ
GHEXXUWYDQGHYRRUVWH]LMUDGDUVHQVRU
DOWLMGVFKRRQ]RGDWGHYRRUVWH
]LMUDGDUVHQVRUQRUPDDONDQIXQFWLRQHUHQ
%UHQJRRNJHHQYRRUZHUSHQ]RDOVVWLFNHUV
DDQ
=LH9HU]RUJLQJYDQGHFDUURVVHULHRS
SDJLQD
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 429 of 779

23*(/(7
Als de voorbumper aan een zware schok
wordt blootgesteld, is het mogelijk dat het
systeem niet meer normaal functioneert.
Zet het systeem onmiddellijk stop en laat
de auto door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda reparateur,
inspecteren.
OPMERKING
xHet detectievermogen van de voorste
zijradarsensor is beperkt. In de
volgende gevallen bestaat de kans dat
het detectievermogen is verminderd en
dat het systeem niet normaal
functioneert.
xDe voorbumper in de buurt van de
voorste zijradarsensor is vervormd
geraakt.
xSneeuw, ijs of modder heeft zich
vastgezet op de voorste zijradarsensor
op de voorbumper.
xBij slechte weersomstandigheden,
zoals regen, sneeuw en mist.
xOnder de volgende omstandigheden kan
de voorste zijradarsensor geen
doelobjecten bespeuren of kunnen deze
moeilijk bespeurd worden.
xKleine motorfietsen, fietsen,
voetgangers, dieren, winkelwagens en
stilstaande objecten op of langs de
weg.
xVoertuigen met vormen die
radargolven niet goed weerkaatsen,
zoals lege opleggers met een lage
voertuighoogte en sportauto's.
xBij het verlaten van de fabriek is bij alle
voertuigen de richting van de voorste
zijradarsensor afgesteld voor een
voertuig in beladen toestand, zodat de
voorste zijradarsensor naderende
voertuigen correct kunnen bespeuren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur laten inspecteren als
de richting van de voorste
zijradarsensor om een bepaalde reden is
afgeweken.
xRaadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur voor reparatie of vervanging
van de voorste zijradarsensor, of
bumperreparaties, lakherstellingen en
vervanging van onderdelen in de buurt
van de radarsensoren.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land waarin
met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 430 of 779

$FKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRU
▼$FKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRU
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQDFKWHUVWH
]LMUDGDUVHQVRU'HYROJHQGHV\VWHPHQ
PDNHQHYHQHHQVJHEUXLNYDQGHDFKWHUVWH
]LMUDGDUVHQVRU
x'RGHKRHNPRQLWRU %60
x5HDU&URVV7UDIILF$OHUW 5&7$
x6PDUW%UDNH6XSSRUW>5HDU&URVVLQJ@
6%65&
'HDFKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRUHQGHWHFWHUHQ
GHUDGLRJROYHQGLHGRRUGHUDGDUVHQVRUHQ
ZRUGHQXLWJH]RQGHQHQRSKXQEHXUW
ZHHUNDDWVWZRUGHQGRRUHHQYRHUWXLJGDW
YDQDFKWHUHQQDGHUWRIGRRUHHQREVWDNHO
6HGDQ
 $FKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRU

+DWFKEDFN
 $FKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRU

'HDFKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRUHQ]LMQ
JHwQVWDOOHHUGLQGHDFKWHUEXPSHUppQDDQ
GHUHFKWHU]LMGHHQppQDDQGHOLQNHU]LMGH
+RXGKHWRSSHUYODNYDQGHDFKWHUEXPSHU
LQGHEXXUWYDQGHDFKWHUVWH]LMUDGDUVHQVRU
DOWLMGVFKRRQ]RGDWGHDFKWHUVWH
]LMUDGDUVHQVRUQRUPDDONDQIXQFWLRQHUHQ
%UHQJRRNJHHQYRRUZHUSHQ]RDOVVWLFNHUV
DDQ
=LH9HU]RUJLQJYDQGHFDUURVVHULHRS
SDJLQD
23*(/(7
Als de achterbumper een zware impact
ontvangt, is het mogelijk dat het systeem
niet meer normaal functioneert. Zet het
systeem onmiddellijk stop en laat de auto
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een
officiële Mazda reparateur,
inspecteren.
OPMERKING
xHet detectievermogen van de achterste
zijradarsensor is beperkt. In de
volgende gevallen bestaat de kans dat
het detectievermogen is verminderd en
dat het systeem niet normaal
functioneert.
xDe achterbumper in de buurt van de
achterste zijradarsensor is vervormd
geraakt.
xSneeuw, ijs of modder heeft zich
vastgezet op de achterste
zijradarsensor op de achterbumper.
xBij slechte weersomstandigheden,
zoals regen, sneeuw en mist.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page:   < prev 1-10 ... 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 ... 780 next >