ESP MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 428 of 779

xGebruik om onjuiste werking van het
systeem te voorkomen banden van
dezelfde voorgeschreven maat,
fabrikant, merk en profiel op alle vier
wielen. Bovendien geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen of bandenspanningen
op dezelfde auto gebruiken (inclusief het
noodreservewiel).
xAls de accucapaciteit zwak is, bestaat de
kans dat het systeem niet correct
functioneert.
xBij het rijden op wegen met weinig
verkeer en weinig voorliggende
voertuigen of obstakels voor de voorste
radarsensor om te bespeuren, bestaat de
kans dat “Veiligheids- en
bestuurdershulp- systemen tijdelijk
uitgeschakeld. Voorste radar is bedekt.
Rijd voorzichtig.” tijdelijk wordt
getoond. Dit duidt echter niet op een
probleem.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land waarin
met de auto wordt gereden.
9RRUVWH]LMUDGDUVHQVRU
▼9RRUVWH]LMUDGDUVHQVRU
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQYRRUVWH
]LMUDGDUVHQVRU'HYROJHQGHV\VWHPHQ
PDNHQHYHQHHQVJHEUXLNYDQGHYRRUVWH
]LMUDGDUVHQVRU
x)URQW&URVV7UDIILF$OHUW )&7$
'HYRRUVWH]LMUDGDUVHQVRUGHWHFWHUHQGH
UDGLRJROYHQGLHGRRUGHUDGDUVHQVRUHQ
ZRUGHQXLWJH]RQGHQHQRSKXQEHXUW
ZHHUNDDWVWZRUGHQGRRUHHQYRHUWXLJGDW
DDQGHYRRU]LMGHYRRUQDGHUWRIGRRUHHQ
REVWDNHO
 9RRUVWH]LMUDGDUVHQVRU

'HYRRUVWH]LMUDGDUVHQVRUHQ]LMQ
JHwQVWDOOHHUGLQGHYRRUEXPSHUppQDDQGH
OLQNHU]LMGHHQppQDDQGHUHFKWHU]LMGH
+RXGKHWRSSHUYODNYDQGHYRRUEXPSHULQ
GHEXXUWYDQGHYRRUVWH]LMUDGDUVHQVRU
DOWLMGVFKRRQ]RGDWGHYRRUVWH
]LMUDGDUVHQVRUQRUPDDONDQIXQFWLRQHUHQ
%UHQJRRNJHHQYRRUZHUSHQ]RDOVVWLFNHUV
DDQ
=LH9HU]RUJLQJYDQGHFDUURVVHULHRS
SDJLQD
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 429 of 779

23*(/(7
Als de voorbumper aan een zware schok
wordt blootgesteld, is het mogelijk dat het
systeem niet meer normaal functioneert.
Zet het systeem onmiddellijk stop en laat
de auto door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda reparateur,
inspecteren.
OPMERKING
xHet detectievermogen van de voorste
zijradarsensor is beperkt. In de
volgende gevallen bestaat de kans dat
het detectievermogen is verminderd en
dat het systeem niet normaal
functioneert.
xDe voorbumper in de buurt van de
voorste zijradarsensor is vervormd
geraakt.
xSneeuw, ijs of modder heeft zich
vastgezet op de voorste zijradarsensor
op de voorbumper.
xBij slechte weersomstandigheden,
zoals regen, sneeuw en mist.
xOnder de volgende omstandigheden kan
de voorste zijradarsensor geen
doelobjecten bespeuren of kunnen deze
moeilijk bespeurd worden.
xKleine motorfietsen, fietsen,
voetgangers, dieren, winkelwagens en
stilstaande objecten op of langs de
weg.
xVoertuigen met vormen die
radargolven niet goed weerkaatsen,
zoals lege opleggers met een lage
voertuighoogte en sportauto's.
xBij het verlaten van de fabriek is bij alle
voertuigen de richting van de voorste
zijradarsensor afgesteld voor een
voertuig in beladen toestand, zodat de
voorste zijradarsensor naderende
voertuigen correct kunnen bespeuren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur laten inspecteren als
de richting van de voorste
zijradarsensor om een bepaalde reden is
afgeweken.
xRaadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur voor reparatie of vervanging
van de voorste zijradarsensor, of
bumperreparaties, lakherstellingen en
vervanging van onderdelen in de buurt
van de radarsensoren.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land waarin
met de auto wordt gereden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 431 of 779

xOnder de volgende omstandigheden
kunnen de achterste zijradarsensoren
geen doelobjecten bespeuren of kunnen
deze moeilijk bespeurd worden.
xKleine motorfietsen, fietsen,
voetgangers, dieren, winkelwagens en
stilstaande objecten op of langs de
weg.
xVoertuigen met vormen die
radargolven niet goed weerkaatsen,
zoals lege opleggers met een lage
voertuighoogte en sportauto's.
xBij het verlaten van de fabriek is bij alle
voertuigen de richting van de achterste
zijradarsensor afgesteld voor een
voertuig in beladen toestand, zodat de
achterste zijradarsensoren naderende
voertuigen correct kunnen bespeuren.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur laten inspecteren als
de richting van de achterste
zijradarsensor om een bepaalde reden is
afgeweken.
xRaadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur voor reparatie of vervanging
van de achterste zijradarsensor, of
bumperreparaties, lakherstellingen en
vervanging van onderdelen in de buurt
van de radarsensoren.
xDe radarsensoren zijn onderhevig aan
de betreffende radiogolfbepalingen van
het land waarin met de auto wordt
gereden. Als de auto in het buitenland
wordt gebruikt, is er mogelijk
goedkeuring vereist van het land waarin
met de auto wordt gereden.
$FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKH
VHQVRUKRHNVHQVRU
]LMVHQVRU

▼$FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKHVHQVRU
KRHNVHQVRU]LMVHQVRU
'HXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ]HQGHQ
XOWUDVRQLVFKHJROYHQXLWGLHZRUGHQ
ZHHUNDDWVWGRRUREVWDNHOVDDQGH
DFKWHU]LMGHHQGLHYHUYROJHQVZHHUGRRUGH
XOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQZRUGHQ
RSJHYDQJHQ
6HGDQ
 $FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKHVHQVRU
 $FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKHKRHNVHQVRU
 $FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKH]LMVHQVRU

+DWFKEDFN
 $FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKHVHQVRU
 $FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKHKRHNVHQVRU
 $FKWHUVWHXOWUDVRQLVFKH]LMVHQVRU

'HXOWUDVRQLVFKHVHQVRUHQ]LMQJHPRQWHHUG
LQGHDFKWHUEXPSHU
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 440 of 779

Bij wijze van extra veiligheidsvoorziening
is uw auto uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) dat een verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning laat branden wanneer
de bandenspanning van één of meerdere
van uw banden beduidend laag is.
Wanneer dus het verklikkerlichtje voor
lage bandenspanning gaat branden,
dient u te stoppen en uw banden zo
spoedig mogelijk te controleren en deze
op de juiste spanning te brengen. Rijden
met een band waarvan de
bandenspanning beduidend laag is, kan
oververhit raken van de band en
bandenpech veroorzaken. Te lage
bandenspanning verhoogt ook het
brandstofverbruik, leidt tot snellere
slijtage van het bandenprofiel en kan de
bestuurbaarheid en remweg nadelig
beïnvloeden.
Houd er rekening mee dat het TPMS
systeem geen remedie biedt voor een
onjuist bandenonderhoud en het is de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
de juiste bandenspanning te handhaven,
ook als een te lage bandenspanning nog
niet het niveau heeft bereikt dat het
TPMS verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning gaat branden.
Uw auto is ook uitgerust met een TPMS
storingsindicator om aan te geven
wanneer het systeem niet correct
functioneert.De TPMS storingsindicator is
gecombineerd met het verklikkerlichtje
voor lage bandenspanning. Wanneer het
systeem een storing bespeurt, gaat het
verklikkerlichtje gedurende ongeveer één
minuut knipperen en blijft vervolgens
continu branden. Deze volgorde blijft
voortduren telkens wanneer de auto
opnieuw gestart wordt voor zolang als
de storing blijft bestaan. Wanneer de
storingsindicator brandt, bestaat de kans
dat het systeem een lage
bandenspanning niet zoals bedoeld kan
opsporen of melden. Storingen in het
TPMS systeem kunnen zich voordoen om
uiteenlopende redenen, zoals het
vervangen of verwisselen van banden of
velgen op de auto welke verhinderen dat
het TPMS systeem juist kan functioneren.
Controleer steeds de TPMS
storingsindicator na het vervangen van
één of meer banden of velgen op uw
auto om er zeker van te zijn dat na het
vervangen of verwisselen van banden en
velgen het TPMS systeem juist blijft
functioneren.
¾Om foutieve aflezingen te voorkomen
neemt het systeem gedurende een korte
tijd steekproeven alvorens een probleem
te melden. Als gevolg zal een band die
snel leegloopt of plotseling lek is geraakt
niet onmiddellijk door het systeem
gemeld worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
%DQGHQVSDQQLQJVFRQWUROHV\VWHHP 7306


Page 496 of 779

OPMERKING
xDe spraakcommando’s aangegeven in dit instructieboekje zijn enkele voorbeelden van de
beschikbare opdrachten. Het is mogelijk dat sommige spraakcommando’s niet mogelijk
zijn, afhankelijk van het voertuigmodel.
xWanneer de instelling Onderbreking is ingeschakeld, kunnen zelfs spraakcommando’s
worden gegeven terwijl gesproken begeleiding wordt gegeven. Zie de sectie Instellingen in
de Gebruikershandleiding van MZD Connect voor details over Onderbreking.
xZie voor spraakcommando’s die kunnen worden gebruikt bij het navigatiescherm de
handleiding van het navigatiesysteem.
/HWJRHGRSGHYROJHQGHSXQWHQRPRQMXLVWHVSUDDNKHUNHQQLQJWHYRRUNRPHQ
x:DQQHHUXHHQPRELHOHWHOHIRRQJHEUXLNWGLHYLD%OXHWRRWKŠLVYHUERQGHQNXQQHQGH
FRPPDQGR

Page 508 of 779

.RIIHUUXLPWHODPS 6HGDQ
'HNRIIHUUXLPWHYHUOLFKWLQJJDDWDDQ
ZDQQHHUKHWNRIIHUGHNVHOZRUGWJHRSHQG
HQJDDWXLWZDQQHHUGLWZRUGWJHVORWHQ
OPMERKING
Laat wanneer de motor is stopgezet het
kofferdeksel niet gedurende langere tijd
open staan. Anders bestaat de kans dat de
accu uitgeput raakt.
%DJDJHUXLPWHYHUOLFKWLQJ +DWFKEDFN
'HEDJDJHUXLPWHYHUOLFKWLQJJDDWDDQ
ZDQQHHUGHDFKWHUNOHSZRUGWJHRSHQGHQ
JDDWXLWZDQQHHUGH]HZRUGWJHVORWHQ
OPMERKING
Laat wanneer de motor is stopgezet de
achterklep niet gedurende langere tijd
open staan. Anders bestaat de kans dat de
accu uitgeput raakt.
▼,QVWDSYHUOLFKWLQJVV\VWHHP
:DQQHHUGHSODIRQGYHUOLFKWLQJVVFKDNHODDU
LQGHVWDQG3257,(5VWDQGVWDDWJDDWGH
SODIRQGYHUOLFKWLQJEUDQGHQDOVHHQYDQGH
YROJHQGHKDQGHOLQJHQZRUGWXLWJHYRHUG
x+HWEHVWXXUGHUVSRUWLHULVRQWJUHQGHOG
QDGDWKHWFRQWDFWRS2))LVJH]HW
x+HWFRQWDFWLVRS2))JH]HWWHUZLMODOOH
SRUWLHUHQJHVORWHQ]LMQ
OPMERKING
xDe verlichtingstijd verschilt afhankelijk
van het gebruik.
xDe auto is uitgerust met een
accubesparing. Als er
interieurverlichting is blijven branden
terwijl het contact uit staat, gaat de
verlichting na ongeveer 15 minuten
automatisch uit om uitputting van de
accu te voorkomen.
xDe werking van het systeem van de
instapverlichting kan gewijzigd worden.
Zie de sectie Instellingen in het MZD
Connect instructieboekje.
xHet instapverlichtingssysteem werkt niet
in samenhang met de plafondlampen
wanneer de plafondlampen worden
ingeschakeld met de plafondverlichting
ON/OFF schakelaar.
,QWHULHXUYRRU]LHQLQJHQ
,QWHULHXUXLWUXVWLQJ


Page 551 of 779

0HW0+\EULG5XLWHQVSURHLHUHQ
NRSODPSVSURHLHUYORHLVWRI
▼▼&RQWUROHYDQKHW
VSURHLHUYORHLVWRIQLYHDX
:$$56&+8:,1*
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries in plaats
van sproeiervloeistof is gevaarlijk. Als dit op
de voorruit gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan een
ongeluk tot gevolg hebben.
&RQWUROHHUKHWYORHLVWRIQLYHDXLQKHW
VSURHLHUUHVHUYRLUHQYXOLQGLHQQRGLJ
YORHLVWRIELM

'HERYHQNDQWYDQGHYORWWHUGLHQWWXVVHQ)
HQ(WHVWDDQ

,QGLHQHUJHHQUXLWHQVSURHLHUYORHLVWRI
YRRUKDQGHQLVNDQHUJHZRRQZDWHU
ZRUGHQJHEUXLNW
*HEUXLNHFKWHULQHHQNRXGNOLPDDWHHQ
VSURHLHUYORHLVWRIRSORVVLQJRPEHYULH]LQJ
WHYRRUNRPHQ
2QGHUKRXGHQYHU]RUJLQJ
=HOIXLWWHYRHUHQRQGHUKRXG


Page 598 of 779

xNadat het noodoproepsysteem voor het eerst in werking is gesteld, kan het enige tijd
duren voordat het callcenter antwoord geeft.
xAls u na het begin van de spraakoproep niet in staat bent de vragen van de operator te
beantwoorden, kan de operator er toe overgaan naar eigen inzicht noodprocedures in
werking te stellen.
xOok als u de stem van de operator moeilijk kunt horen, is uw stem voor het callcenter
hoorbaar. Ga verder met het verklaren van uw omstandigheden.
xAls het noodoproepsysteem in werking is terwijl u een oproep doet met uw mobiele
telefoon met behulp van Bluetooth
® handsfree, wordt het gesprek mogelijk onderbroken.
xTerwijl het noodoproepsysteem in werking is, kan een oproep met behulp van Bluetooth®
handsfree mogelijk niet normaal worden ontvangen.
xHet maken van een spraakoproep naar een operator is niet mogelijk als de luidspreker of
microfoon defect is. Als de luidspreker of microfoon defect is, het voertuig altijd door een
officiële Mazda reparateur laten nakijken.
xBuiten het volgende temperatuurbereik bestaat de kans dat het noodoproepsysteem niet
normaal functioneert: Als het noodoproepsysteem niet normaal functioneert, bel dan met
een andere telefoon, zoals de dichtstbijzijnde openbare telefoon.
Werkingstemperatuurbereik: -40 °C tot 85 °C
xEr kan een verschil zijn tussen de positie-informatie die naar het callcenter is verzonden
en de werkelijke positie van de auto van waaruit de oproep is gedaan. Geef tijdens de
spraakoproep herkenningspunten door aan de operator rondom de positie van de auto
van waaruit de oproep is gedaan.
$XWRPDWLVFKHQRRGRSURHSHQ
$OVGHDXWRELMHHQERWVLQJHHQLPSDFWYDQHHQEHSDDOGQLYHDXRIPHHURQWYDQJWZRUGW
YRHUWXLJLQIRUPDWLHDXWRPDWLVFKQDDUKHWFDOOFHQWHUYHU]RQGHQ
'HVSUDDNRSURHSPHWKHWFDOOFHQWHUEHJLQWZDQQHHUGHYHU]HQGLQJYDQGHYRHUWXLJLQIRUPDWLH
LVYROWRRLGRIQDGDWVLQGVKHWEHJLQYDQGHYHU]HQGLQJRQJHYHHUVHFRQGHQ]LMQ
YHUVWUHNHQ
23*(/(7
Wanneer een automatische oproep wordt gedaan, is de ingebouwde batterij mogelijk
uitgeput en kunnen er wellicht geen noodoproepen worden gedaan in het geval er zich
opnieuw een noodsituatie voordoet. Laat na het maken van een automatische noodoproep
de ingebouwde batterij door een officiële Mazda reparateur vervangen.
OPMERKING
xAutomatische noodoproepen kunnen niet door de gebruiker worden geannuleerd.
xEen noodoproep wordt door het callcenter beëindigd. De gebruiker kan de noodoproep
niet beëindigen.
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
1RRGRSURHSV\VWHHP


Page 599 of 779

xAls de auto bij een botsing een impact van een bepaald niveau of meer ontvangt, wordt
een automatische oproep gedaan, ook als de airbags niet geactiveerd worden.
xAls een gesprek wordt afgebroken of een oproep niet goed met het callcenter wordt
doorverbonden, wordt een opnieuw automatische oproep naar het callcenter geplaatst.
Opnieuw bellen kan niet worden geannuleerd.
 $OVGHDXWRELMHHQERWVLQJHHQLPSDFWYDQHHQEHSDDOGQLYHDXRIPHHURQWYDQJWEHJLQW
KHWQRRGRSURHSV\VWHHPDXWRPDWLVFKWHZHUNHQ
 +HWLQGLFDWLHODPSMH JURHQ RSGHQRRGRSURHSVFKDNHODDUJDDWODQJ]DDPNQLSSHUHQ PHW
WXVVHQSR]HQYDQVHFRQGHQ HQHUZRUGWHHQRSURHSJHGDDQQDDUKHWFDOOFHQWHU
 *URHQ
 :DQQHHUGHYHUELQGLQJPHWKHWFDOOFHQWHUWRWVWDQGLVJHNRPHQJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH
JURHQ ZDWVQHOOHUNQLSSHUHQ PHWWXVVHQSR]HQYDQVHFRQGHQ HQEHJLQWGH
YHU]HQGLQJYDQGHYRHUWXLJLQIRUPDWLH
 'HSLHSWRRQNOLQNWHQGHVSUDDNRSURHSPHWKHWFDOOFHQWHUEHJLQWZDQQHHUGHYHU]HQGLQJ
YDQGHYRHUWXLJLQIRUPDWLHLVYROWRRLGRIQDGDWVLQGVKHWEHJLQYDQGHYHU]HQGLQJ
RQJHYHHUVHFRQGHQ]LMQYHUVWUHNHQ
 $OVHUJHHQYHUELQGLQJNDQZRUGHQJHPDDNWJDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH URRG EUDQGHQHQ
JDDWKHWLQGLFDWLHODPSMH JURHQ VQHONQLSSHUHQ PHWWXVVHQSR]HQYDQVHFRQGHQ HQ
NOLQNWWHJHOLMNHUWLMGGHSLHSWRRQ
0DDNLQGLWJHYDOHHQKDQGPDWLJHYHUELQGLQJPHWEHKXOSYDQGHQRRGRSURHSVFKDNHODDU
RPGDWHHQDXWRPDWLVFKHYHUELQGLQJQLHWPRJHOLMNLV
 5RRG *DDWEUDQGHQ
 *URHQ .QLSSHUW
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
1RRGRSURHSV\VWHHP


Page 600 of 779

+DQGPDWLJHQRRGRSURHSHQ
+RXGPHWKHWFRQWDFWLQGHVWDQG21GHQRRGRSURHSVFKDNHODDULQJHGUXNWHQQDGDWXXZ
YLQJHUYDQGHVFKDNHODDUKHHIWDIJHQRPHQZRUGWGHYRHUWXLJLQIRUPDWLHDXWRPDWLVFKQDDUKHW
FDOOFHQWHUYHU]RQGHQ
'HVSUDDNRSURHSPHWKHWFDOOFHQWHUEHJLQWZDQQHHUGHYHU]HQGLQJYDQGHYRHUWXLJLQIRUPDWLH
LVYROWRRLGRIQDGDWVLQGVKHWEHJLQYDQGHYHU]HQGLQJRQJHYHHUVHFRQGHQ]LMQ
YHUVWUHNHQ
OPMERKING
xMaak alleen handmatige oproepen voor omstandigheden waarbij urgente behandeling
noodzakelijk is, zoals ziekte of ernstig letsel.
xBreng voor het handmatig maken van een noodoproep, de auto op een veilige plaats tot
stilstand alvorens de oproep te maken.
xEen noodoproep wordt door het callcenter beëindigd. De gebruiker kan de noodoproep
niet beëindigen.
xAls een gesprek wordt afgebroken of een oproep niet goed met het callcenter wordt
doorverbonden, wordt een opnieuw automatische oproep naar het callcenter geplaatst.
 &RQWUROHHUGDWKHWFRQWDFWRS21VWDDW
 +RXGGHQRRGRSURHSVFKDNHODDURSGHGDNFRQVROHLQJHGUXNWHQKDDOGDQXZYLQJHUYDQ
GHVFKDNHODDUDI
 1RRGRSURHSVFKDNHODDU
$OVHU]LFKHHQSUREOHHPYRRUGRHW
1RRGRSURHSV\VWHHP


Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 next >