display MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 433 of 842

4–254
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
*Bepaalde modellen.
A c h t e r u i t k i j k m o n i t o r *
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig
is door rechtstreeks te kijken met uw ogen:
Achteruitrijden met de auto door enkel naar het scherm te kijken is gevaarlijk en kan
een ongeval of een botsing met een voorwerp veroorzaken. De achteruitkijkmonitor is
enkel een visuele hulpinrichting voor het achteruitrijden met de auto. De beelden op het
scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
OPGELET
  Gebruik de achteruitkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden: Onder de
volgende omstandigheden is gebruik van de achteruitkijkmonitor gevaarlijk en kan dit
letsel en/of schade aan de auto tot gevolg hebben.
 


 Bij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.



 Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.



 Wanneer de achterklep niet volledig gesloten is.



 Wanneer de auto op een helling staat. 

 Wanneer de display koud is, bestaat de kans dat beelden over de monitor of het scherm
lopen en dat deze minder duidelijk zichtbaar zijn dan normaal, wat het bepalen van de
veiligheid van de omgeving rondom de auto kan bemoeilijken. Rijd altijd voorzichtig
en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig is door rechtstreeks
te kijken met uw ogen.
  Oefen geen overmatige druk uit op de camera. De positie van de camera en de hoek
kunnen afwijken.
  De camera niet demonteren, wijzigen of verwijderen aangezien deze dan mogelijk niet
langer waterdicht is.
  De behuizing van de camera is gemaakt van plastic. Breng geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings op de behuizing van de camera aan.
Als een dergelijk middel op de behuizing is terechtgekomen, dit onmiddellijk met een
zachte doek afvegen.
  De afdekking van de camera niet krachtig afvegen met een schuurmiddel of harde
borstel. De afdekking of lens van de camera zou bekrast kunnen raken, wat een
nadelige invloed heeft op de beelden.


Page 434 of 842

4–255
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPMERKING
  Als water, sneeuw of modder op de cameralens is terechtgekomen, dit afvegen
met behulp van een zachte doek. Als dit niet afgeveegd kan worden, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken.
  Als de temperatuur van de camera snel verandert (warm naar koud, koud naar warm),
bestaat de kans dat de achteruitrijmonitor niet correct werkt.
  Raadpleeg voor het vervangen van de banden een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur. Vervangen van de banden kan tot gevolg hebben dat de
richtlijnen die op de display verschijnen afwijken.
  Als de voorzijde, zijkant of achterzijde van de auto betrokken is geweest bij een
botsing, bestaat de kans dat de uitlijning van de achteruitparkeercamera (plaats,
montagehoek) afwijking vertoont. Raadpleeg altijd een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur om de auto te laten inspecteren.

 Als “Geen Videosignaal Beschikbaar” wordt aangegeven op de display, is er mogelijk
een probleem met de camera. Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.

 (Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject)  Als kracht wordt uitgeoefend op het stuurwiel, bestaat de kans dat de richtlijnen
niet verschijnen. Verminder uw greep op het stuurwiel om de richtlijnen te laten
verschijnen.
Plaats van de achteruitparkeercamera

Achteruitparkeercamera Sedan Wagon



Page 435 of 842

4–256
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Overschakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay
Zet terwijl het contact op ON staat de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak)
of de keuzehendel (automatische transmissie) in de achteruit (R) om de display over te
schakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay.
OPMERKING
Wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) vanuit de achteruit (R) naar een andere stand van de
versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische
transmissie) wordt verplaatst, keert het scherm terug naar de voorgaande display.
Weergavebereik op het scherm
De beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.

(Schermdisplay)
Sierstuk
Bumper
Indicatie voor
obstakeldetectie in
parkeersensorsysteem
(Displaytype met hulplijnen
voor geprojecteerd rijtraject)
(Werkelijke aanzicht)
Be
paalde modellen Voorwerp


Page 436 of 842

4–257
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPMERKING
  Het weergavebereik varieert afhankelijk van de auto en de wegsituatie. 
 Het weergavebereik is beperkt. Voorwerpen onder de bumper of rondom de
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
  De afstand die verschijnt in het getoonde beeld is verschillend van de werkelijke
afstand omdat de achteruitkparkeercamera uitgerust is met een speci¿ eke lens.

 Beelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
  Het is mogelijk dat bepaalde als optie op de auto gemonteerde accessoires door de
camera worden opgenomen. Monteer geen optionele onderdelen die het uitzicht van
de camera kunnen hinderen, zoals lichtgevende onderdelen of onderdelen gemaakt van
reÀ ecterend materiaal.

 Onder de volgende omstandigheden is het mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar
is, echter dit duidt niet op een defect.
 


 Op donkere plaatsen.



 Wanneer de temperatuur rondom de lens hoog/laag is.



 Wanneer de camera nat is, zoals op een regenachtige dag of tijdens perioden van
hoge luchtvochtigheid.
 


 Wanneer zich vreemde bestanddelen zoals modder rondom de camera hebben
vastgehecht.
 


 Wanneer de cameralens zonlicht of de lichtbundel van koplampen weerkaatst. 

 De beeldweergave kan vertraagd worden als de temperatuur rondom de camera laag is.


Page 437 of 842

4–258
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Gebruik van de display
Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject
De geprojecteerd trajectbegeleidingsmodus toont het voorspelde traject van de auto na het
draaien van het stuurwiel.
Gebruik deze modus wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage parkeert.

bac

a) Geprojecteerd rijtraject (geel)
Deze lijnen worden getoond als referentie voor het geprojecteerde traject van de auto.
De lijnen die het geprojecteerde rijtraject tonen veranderen na het draaien van het
stuurwiel.
b) Verruimde voertuigbreedtelijnen (blauw)
Deze lijnen tonen de verruimde breedte van de auto.
Deze lijnen worden niet getoond wanneer de wielen van de auto in de rechtvooruit stand
staan.
c) Afstandrichtlijnen
Deze lijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
De blauwe lijn geeft het punt aan ongeveer 50 cm van de achterbumper.
De rode en gele lijnen, die van plaats veranderen na het draaien van het stuurwiel, geven
de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100 cm voor de gele lijnen vanaf de
achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van de lijnen).
Een afwijking ontstaat wanneer de wielen niet in de rechtvooruit stand staan.
In bovenstaande afbeelding is de rechterzijde van de auto in een positie die de werkelijke
afstand dichter benadert, zoals aangegeven door de afstandrichtlijnen (rood: ongeveer 50
cm punt, geel: ongeveer 100 cm punt achter de achterbumper), terwijl de linkerzijde in
een positie verder weg is.



Page 438 of 842

4–259
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPGELET
De getoonde positie van de richtlijnen op de display verandert afhankelijk van de toestand
van de auto (zoals het aantal inzittenden/belading) en de wegomstandigheden (zoals een
steile helling aan de achterzijde van de auto).
Controleer tijdens het achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en het
omliggende gedeelte rechtstreeks met uw ogen.
Displaytype met vaste hulplijnen
Richtlijnen die de breedte van de auto aangeven (geel) worden op het scherm getoond bij
wijze van referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan in vergelijking tot
de breedte van de parkeerruimte die u op het punt staat in te rijden.
Gebruik dit displayaanzicht wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage parkeert.

b
a

a) Voertuigbreedterichtlijnen (geel)
Richtlijnen dienen als referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan.
b) Afstandrichtlijnen
Deze richtlijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
De rode en gele lijnen geven de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100 cm voor
de gele lijnen vanaf de achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van de lijnen).

OPGELET
De richtlijnen op het scherm zijn vaste lijnen. Deze bewegen niet mee met de draaiing
van het stuurwiel door de bestuurder. Wees altijd voorzichtig en controleer tijdens het
achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en het omliggende gedeelte
rechtstreeks met uw ogen.


Page 439 of 842

4–260
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Werking van de achteruitkijkmonitor
De werking van de achteruitkijkmonitor bij het achteruitrijden met de auto varieert
afhankelijk van de verkeers- en wegsituatie en de auto. De hoeveelheid benodigde
stuurbeweging en de timing varieert ook afhankelijk van de omstandigheden, dus controleer
de omgeving rechtstreeks met uw ogen en stuur de auto al naargelang de situatie.
Houd goed rekening met bovenstaande voorzorgsmaatregelen alvorens de
achteruitkijkmonitor te gebruiken.
Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject
OPMERKING
Het volgende is een voorbeeld van parkeren waarbij het stuurwiel bij het achteruitrijden
naar rechts gedraaid wordt. De procedure is omgekeerd wanneer het achteruitrijden vanuit
tegenovergestelde richting gebeurt.
1. Zet de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de achteruit (R) om de display over te schakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay.
2. Alvorens achteruit een parkeerruimte in te rijden, het stuurwiel draaien en daarbij
naar de display van het geprojecteerde rijtraject kijken zodat de auto in het midden de
parkeerruimte inrijdt.


(Displayconditie) (Voertuigconditie)



Page 440 of 842

4–261
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven rijden zodat
de afstand tussen de voertuigbreedterichtlijnen en de zijkant van de parkeerruimte aan de
linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.


(Displayconditie) (Voertuigconditie)

4. Ga verder met het bijdraaien van het stuurwiel totdat de voertuigbreedterichtlijnen
parallel zijn aan de linker- en rechterzijde van de parkeerruimte.
5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen rechtvooruit zetten en uw auto langzaam
achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de auto controleren
en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot stilstand. (Als de
parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de voertuigbreedterichtlijnen ten
opzichte hiervan parallel staan.)


(Displayconditie) (Voertuigconditie)

6. Wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) vanuit de achteruit (R) naar een andere stand van de
versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische
transmissie) wordt verplaatst, keert het scherm terug naar de voorgaande display.



Page 442 of 842

4–263
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Displaytype met vaste hulplijnen
OPMERKING
Beelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
1. Zet de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de achteruit (R) om de display over te schakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay.
2. Controleer de omgeving rondom de auto en rijd achteruit.


(Displayconditie) (Voertuigconditie)

3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven rijden zodat
de afstand tussen de voertuigbreedterichtlijnen en de zijkant van de parkeerruimte aan de
linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.
4. Ga verder met het bijdraaien van het stuurwiel totdat de voertuigbreedterichtlijnen
parallel zijn aan de linker- en rechterzijde van de parkeerruimte.


Page 443 of 842

4–264
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen rechtvooruit zetten en uw auto langzaam
achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de auto controleren
en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot stilstand. (Als de
parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de voertuigbreedterichtlijnen ten
opzichte hiervan parallel staan.)


(Displayconditie) (Voertuigconditie)

6. Wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) vanuit de achteruit (R) naar een andere stand van de
versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische
transmissie) wordt verplaatst, keert het scherm terug naar de voorgaande display.



Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 200 next >