display MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 561 of 842

5–104
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Paren van Bluetooth ® audioapparatuur
met een viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus “ PAIR
DEVICE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Nadat “ ENTER PIN ” gedurende
drie seconden op de audiodisplay is
getoond, wordt “ PIN 0000 ” getoond en
kan de PIN code worden ingevoerd.
3. Voer de PIN code van uw Bluetooth
®
audioapparatuur in door de
voorkeuzezendertoetsen 1 tot 4 in te
drukken terwijl “ PIN 0000 ” wordt
getoond.
Druk voorkeuzezendertoets 1 in voor
het invoeren van het eerste cijfer, 2
voor het tweede, 3 voor het derde en
4 voor het vierde. Als de PIN code
bijvoorbeeld “4213” zou zijn, de
voorkeuzezendertoets 1 viermaal (1, 2,
3, 4), toets 2 tweemaal (1, 2), toets 3
eenmaal (1) en toets 4 driemaal (1, 2, 3)
indrukken. Als de weergave van “ PIN
0000 ” verdwijnt alvorens de invoer van
de PIN code is voltooid, de procedure
vanaf stap 1 herhalen.
OPMERKING
Sommige apparatuur accepteert enkel
een bepaalde paringcode (gewoonlijk
“0000” of “1234”).
Zie de gebruikershandleiding van
uw mobiele telefoon en probeer deze
nummers indien nodig als paren niet kan
worden voltooid.
4. Druk terwijl de ingevoerde PIN code
wordt getoond de audioregelknop in.
“ PAIRING ” knippert op de display. 5. Bedien de Bluetooth
® audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl “ PAIRING ” knippert.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt

” en “ PAIR SUCCESS ” na ongeveer
10-30 seconden getoond, waarna
“ PAIR SUCCESS ” nog gedurende drie
seconden wordt getoond en de eenheid
vervolgens terugkeert naar de normale
display.
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als het paren gefaald heeft, knippert
“ Err ” gedurende drie seconden.
  Het paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt “ PAIR DISABLE ”
getoond.
  Als zeven stuks Bluetooth ®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere paring
plaatsvinden en wordt “ MEMORY
FULL ” getoond. Voordat andere
apparatuur gepaard kan worden
dient één gepaard apparaat
verwijderd te worden.


Page 562 of 842

5–105
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Paren van Bluetooth ® audioapparatuur
zonder viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus “ PAIR
DEVICE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van de Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat “ ENTER
PIN ” gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt “ PIN
0000 ” getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
3. Druk terwijl “ PIN 0000 ” wordt getoond
de audioregelknop in.
“ PAIRING ” knippert op de
audiodisplay.
4. Bedien de Bluetooth
® audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl “ PAIRING ” knippert.
5. Voer “0000” in aangezien voor de
Bluetooth
® audioapparatuur een PIN
code vereist is.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt

” en “ PAIR SUCCESS ” na ongeveer
10-30 seconden getoond, waarna
“ PAIR SUCCESS ” nog gedurende drie
seconden wordt getoond en de eenheid
vervolgens terugkeert naar de normale
display.
OPMERKING
  Als paren niet kan worden voltooid,
in plaats hiervan “1234” proberen.
Zie de gebruikershandleiding van uw
mobiele apparatuur voor de juiste
PIN code.
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als het paren gefaald heeft, knippert
“ Err ” gedurende drie seconden.
  Het paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt “ PAIR DISABLE ”
getoond.
  Als zeven stuks Bluetooth ®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere paring
plaatsvinden en wordt “ MEMORY
FULL ” getoond. Voordat andere
apparatuur gepaard kan worden
dient één gepaard apparaat
verwijderd te worden.


Page 563 of 842

5–106
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.

1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
verbindingswijzigingmodus “ LINK
CHANGE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de huidige verbonden
Bluetooth
® audioapparatuur wordt
getoond.
Als op dat moment geen Bluetooth
®
audioapparatuur is verbonden, wordt
de naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur getoond. 4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de naam van de
apparatuur die u wilt verbinden.


Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7

5. Druk de audioregelknop in voor het
selecteren van de apparatuur die u wilt
verbinden.
Het “
” symbool verdwijnt en
“ PAIRING ” knippert in de
audiodisplay.
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ LINK CHANGE ”.
6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is gemaakt,
wordt het “
” symbool nogmaals
getoond, tezamen met “ LINK
CHANGED ”. “ LINK CHANGED ”
wordt gedurende drie seconden
getoond, vervolgens keert de normale
display terug.


Page 564 of 842

5–107
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth
® type audioapparatuur wilt
gebruiken dat reeds eerder met de
Bluetooth
® eenheid is gepaard, dient
de verbinding gewijzigd te worden
naar deze apparatuur.
  Als zich tijdens het verbinden
van apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie
seconden op de display en keert
de display terug naar “ LINK
CHANGE ”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie van
de apparatuur in de auto (niet in de
bagageruimte/kofferruimte of in een
metalen doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
  Het selecteren van apparatuur
is ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
V e r i¿ ëren van de huidige verbonden
apparatuur
Schakel over naar de modus voor
verbindingswijziging. (Zie “Wijzigen
van de verbinding naar Bluetooth
®
audioapparatuur”)
De naam van de apparatuur die als eerste
wordt getoond is de apparatuur die op dat
moment is verbonden. Wissen van een apparaat
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paring verwijderen
modus “ PAIR DELETE ” in de
“ BT SETUP ” modus. (Zie voor
bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gepaarde apparatuur
die u wilt verwijderen.


Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7

OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden.
Als enkel één stuks apparatuur is
gepaard, wordt enkel de naam van deze
apparatuur getoond.


Page 565 of 842

5–10 8
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5. Als een andere selectie dan
“ GO BACK ” is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“ SURE ? NO ” getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar “ SURE ?
YES ”.
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
-Rechtsom: “ SURE ? YES ” wordt op de
display getoond
-Linksom: “ SURE ? NO ” wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen apparatuur.
OPMERKING
Selecteer “ GO BACK ” en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de “ PAIR DELETE ” display.
8. Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt “ PAIR DELETED ” gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van de
gepaarde apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie seconden
op de display en keert de display terug
naar “ LINK DELETE ”. Informatiedisplay van Bluetooth
®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
modus voor weergave van
paringapparatuurinformatie “ DEVICE
INFO ” in de “ BT SETUP ” modus. (Zie
voor bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth
® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
® eenheid die u wilt zien.


Apparatuurnaam
BT adres

OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ DEVICE INFO ”.


Page 571 of 842

5–114
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
8. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”

OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken.
Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende punten
in acht genomen te worden:
 


 Lees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op.
  (Bijvoorbeeld, “1234” moet opgelezen
worden als “eén, twee, drie, vier”, niet
“twaalf, vierendertig”.)
 


 Lees geen haakjes op. “ (” en
koppeltekens “-” worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.

B i j v .
“ (888) 555-1212” moet worden
uitgesproken als “Acht, acht, acht, vijf,
vijf, vijf, eén, twee, eén, twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help

OPMERKING
  De zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
  Nadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding “Spraakregistratie is
compleet” aangekondigd.
Spraakherkenning leren aan/uit
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Deactiveren” of
“Activeren”
5. Wanneer “Deactiveren”
wordt uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren uitgeschakeld.
Wanneer “Activeren” wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren ingeschakeld.
6. Prompt: “Spraakregistratie is
gedeactiveerd/geactiveerd.”



Page 572 of 842

5–115
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gereed maken van Bluetooth ®
(Type C/Type D)
Paren van apparatuur
Voor het gebruik van Bluetooth
® audio
en handsfree moet de apparatuur
uitgerust met Bluetooth
® aan de hand
van de volgende procedure met de
eenheid gepaard worden. Maximaal
zeven apparaten zoals Bluetooth
®
audioapparatuur en handsfree mobiele
telefoons kunnen gepaard worden.
OPMERKING
  Het is mogelijk dat het Bluetooth ®
systeem gedurende 1 of 2 minuten
nadat het contact op ACC of ON
is gezet niet functioneert. Dit
duidt echter niet op een probleem.
Controleer dat de Bluetooth
®
instelling op het apparaat in orde
is en probeer het apparaat waarvan
Bluetooth
® is ingeschakeld vanaf
de auto opnieuw in te stellen als
het Bluetooth
® systeem na 1 of 2
minuten niet automatisch verbinding
maakt.
  Als met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur op de volgende plaatsen
of omstandigheden wordt gebruikt,
is verbinding via Bluetooth
® wellicht
niet mogelijk.
 


 Het apparaat bevindt zich op
een plaats die verborgen is voor
de middendisplay, zoals achter
of onder een zitting of in de
handschoenenkast.
 


 Het apparaat komt in contact
met of wordt afgedekt door een
metalen voorwerp of behuizing.
 


 Het apparaat is ingesteld op de
energiebesparingsmodus.
Paringprocedure
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm voor het tonen van het
Instellingen scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer
om het
bericht te tonen en over te schakelen
naar gebruik van de apparatuur.
6. Voer met behulp van uw apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
7. Kies “Mazda” uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht.
8. (Apparaat met Bluetooth
® versie 2.0)
Voer de getoonde 4-cijferige
paringcode op de apparatuur in.
(Apparaat met Bluetooth
® versie 2.1
of hoger)
Controleer dat de getoonde 6-cijferige
code op de audio-installatie ook op de
apparatuur wordt getoond en raak

aan.
Afhankelijk van het mobiele apparaat
is het mogelijk dat toestemming voor
verbinding en telefoonboektoegang is
vereist.
9. Als paring gelukt is, worden de functies
van het apparaat dat aangesloten is op
Bluetooth
® getoond.
10. (Apparatuur dat compatibel is met
de Mazda e-mail/SMS functie)
SMS (korte berichtenservice) berichten
en e-mail worden automatisch op het
apparaat gedownload. Afhankelijk
van het apparaat dient er mogelijk
een downloadtoestemming voor uw
apparaat ingesteld te worden.



Page 573 of 842

5–116
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Voor het automatisch downloaden van
de belhistorie en berichten, moeten alle
automatische downloadinstellingen zijn
ingeschakeld.
Zie Communicatie-instellingen op
pagina 5-140 .
Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdenti¿ ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth
® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, wordt de verbindingsstatus van het
apparaat getoond op de middendisplay.
BELANGRIJK Opmerking over paring
en automatische herverbinding:
 




 Als paring op dezelfde mobiele
telefoon opnieuw wordt uitgevoerd,
dient u eerst “Mazda” dat op het
Bluetooth
® instelscherm van het
mobiele apparaat verschijnt eenmaal
te wissen.




 Bij het updaten van het
besturingssysteem van de apparatuur
bestaat de kans dat de paringinformatie
gewist wordt. Herprogrammeer in
dit geval de paringinformatie in de
Bluetooth
® eenheid. 


 Controleer alvorens u uw apparaat paart,
dat Bluetooth ® op zowel uw telefoon als
op de auto “AAN” zijn.

Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.

Aansluiten van overige apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm voor het tonen van het
Instellingen scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer de naam van het apparaat dat
u wilt verbinden.
6.
selectie
Beide apparaten worden verbonden als
handsfree en Bluetooth
® audio.

selectie
Wordt verbonden als een handsfree
apparaat.

selectie
Wordt verbonden als Bluetooth ® audio.
OPMERKING
De volgende functies zijn voor
handsfree bellen of audiobediening
beschikbaar.
 
 Handsfree: Telefoongesprekken en
e-mail/SMS
  Audio: Bluetooth ® audio, Aha™,
Stitcher™ radio


Page 574 of 842

5–117
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
*Bepaalde modellen.
Loskoppelen van apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm voor het tonen van het
Instellingen scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer de naam van het huidige
verbonden apparaat.
6. Selecteer
.
Wissen van een apparaat
Selecteren en wissen van apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm voor het tonen van het
Instellingen scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer de apparatuurnaam die u wilt
wissen.
6. Selecteer
.
7. Selecteer
.
Wissen van alle apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm voor het tonen van het
Instellingen scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Selecteer
.
Wijzigen van de pincode
De pincode (4 cijfers) kan gewijzigd
worden.

1. Selecteer het pictogram op het
thuisscherm voor het tonen van het
Instellingen scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Voer de nieuwe pincode in die u wilt
instellen.
7. Selecteer
.
Beschikbare talen (Type C/Type
D) *
De taal kan gewijzigd worden.
Zie Instellingen op pagina 5-69 .
OPMERKING
Afhankelijk van de taal, is het mogelijk
dat deze enkel beschikbaar is voor
de schermdisplay maar niet voor de
spraakherkenning.


Page 575 of 842

5–118
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Spraakherkenning (Type C/Type
D)
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Druk op de sprekentoets.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
 


 Druk op de ophangtoets.



 Zeg, “annuleren”.



 Bedien de commanderschakelaar of de
middendisplay (alleen wanneer de auto
stilstaat).

Overslaan van de gesproken begeleiding
(voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
Storingzoeken voor spraakherkenning
Zeg “instructieprogramma” of “help”
als u in de spraakherkenningsmodus een
bedieningsmethode niet begrijpt.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“ga terug” en “annuleren” zijn opdrachten
die tijdens spraakherkenning steeds
kunnen worden gebruikt.
Terug naar vorige bedieningsmodus
Zeg “ga terug” in de
spraakherkenningsmodus om terug te
keren naar de vorige bediening.
Annuleren
Zeg “annuleren” in de
spraakherkenningsmodus om het
Bluetooth
® handsfree-systeem op de
standbymodus in te stellen.
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
 




 Tijdens de gesproken begeleiding
of het klinken van de zoemer is
gebruik van de spraakherkenning
niet mogelijk. Wacht totdat de
gesproken begeleiding of de pieptoon
is beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.




 Opdrachten die verband houden met
de telefoon zijn alleen beschikbaar
wanneer uw telefoon is aangesloten via
Bluetooth
® . Zorg er voor dat uw telefoon
via Bluetooth ® is aangesloten alvorens u
gesproken opdrachten geeft die verband
houden met de telefoon.
 


 Opdrachten voor muziekweergave, zoals
Artiest afspelen en Album afspelen
kunnen alleen in de USB audiomodus
gebruikt worden.
 


 Spreek niet te langzaam of te luid (geen
luide stem).
 


 Spreek duidelijk, zonder te pauzeren
tussen woorden en getallen.
 


 Dialecten of een andere bewoording
dan de handsfree prompts kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
 


 Het is niet nodig recht voor de
microfoon te gaan zitten of er
naar toe over te leunen. Spreek de
spraakopdrachten uit en houd daarbij
een veilige rijpositie aan.
 


 Sluit bij gebruik van Bluetooth ®
handsfree de ramen en/of het schuifdak
om harde geluiden van buiten de auto
te verminderen of stel de luchtstroming
van het airconditioningsysteem lager af.
 


 Zorg er voor dat de luchtroosters de
luchtstroom niet omhoog naar de
microfoon richten.



Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 200 next >