MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 51 of 842
2–28
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
      Voorzorgsmaatregelen  bij  gebruik  van  een  kinderzitje
            Het  wordt  door  Mazda  ten  sterkste  aanbevolen  gebruik  te  maken  van  kinderzitjes  voor 
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
  Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda kinderzitje of een die voldoet aan de 
 UNECE  
*1  44 bepaling. Neem contact op met een of ¿ ciële Mazda dealer in het geval u een 
origineel Mazda kinderzitje denkt aan te schaffen.
  Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor speci ¿ eke bepalingen 
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
  
   *1  UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United 
Nations Economic Commission for Europe).
    
  
  Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het 
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het 
kinderzitje behorende instructies.
  
  Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient op de achterzitting plaats te nemen en 
gebruik te maken van de veiligheidsgordels.
  
  Het kinderzitje dient op de achterzitting geïnstalleerd te worden.
  Statistieken bevestigen dat de achterzitting de beste plaats is voor alle kinderen tot een 
leeftijd van 12 jaar. Dit geldt des te meer wanneer de auto uitgerust is met een aanvullend 
beveiligingssysteem (airbags).
  
  Een achterwaarts gericht kinderzitje mag  NOOIT  op de voorpassagierszitting worden 
gebruikt wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is. De voorpassagierszitting komt ook 
voor andere soorten kinderzitjes het minst in aanmerking.
  
  Bij sommige modellen is er een deactiveringsschakelaar aangebracht die de activering 
van de voorpassagiersairbag uitschakelt. Schakel de voorpassagiersairbag niet uit zonder 
“Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag” te lezen (pagina  2-55 ).
                      
Page 52 of 842
2–29
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
 WAARSCHUWING
 Gebruik een kinderzitje van de juiste maat: 
 Voor een effectieve beveiliging bij botsingen en plotseling afremmen dienen kinderen 
gebruik te maken van veiligheidsgordels of een kinderzitje afhankelijk van de leeftijd 
en de grootte. Zo niet, dan bestaat de kans dat het kind bij een ongeluk ernstig of zelfs 
dodelijk letsel oploopt. 
  
 Volg de instructies van de fabrikant en houd het kinderzitje steeds op zijn plaats 
verankerd: 
 Een kinderzitje dat niet is bevestigd, is gevaarlijk. Bij plotseling stoppen of een 
aanrijding zou het kinderzitje van zijn plaats kunnen schuiven en ernstig letsel, 
mogelijk met dodelijke a À oop, aan het kind of andere inzittenden kunnen toebrengen. 
Zorg ervoor dat het kinderzitje dat u gebruikt goed op zijn plaats bevestigd wordt 
volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje. Wanneer u het kinderzitje 
niet gebruikt, dit uit de auto verwijderen of met een veiligheidsgordel bevestigen of dit 
aan BEIDE Iso ¿ x-ankers en de bijbehorende spanriemverankering vastzetten. 
  
 Zet een kind steeds in een geschikt kinderzitje vast: 
 Het in uw armen vasthouden van een kind tijdens het rijden is buitengewoon gevaarlijk. 
Ongeacht hoe sterk de persoon is, zal hij of zij tijdens plotseling afremmen of een 
botsing het kind niet kunnen blijven vasthouden, waardoor het kind of de overige 
inzittenden ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Zelfs bij een gematigde 
botsing kan het kind blootgesteld worden aan de kracht van een airbag, waardoor het 
kind ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen, of het kind zou tegen een volwassene 
kunnen slaan en zowel zelf letsel kunnen oplopen als ook aan de volwassene letsel 
kunnen toebrengen. 
  
                      
Page 53 of 842
2–30
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
 WAARSCHUWING
 Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de 
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen 
worden: 
 Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde 
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL 
aan het KIND toebrengen. 
 Voertuigen met een voorpassagiersairbag hebben het volgende waarschuwingslabel. 
Het waarschuwingslabel herinnert u er aan onder geen enkele omstandigheid een 
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting aan te brengen. 
  
(Behalve Taiwan) (Taiwan)
  
 Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag 
geraakt worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind 
ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een 
deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag, bij het installeren van een 
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de 
stand OFF zetten. 
  
  
                      
Page 54 of 842
2–31
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
 WAARSCHUWING
 (Taiwan, behalve voorpassagierszitting, indien voorzien van het volgende label) 
 Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde 
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL 
aan het KIND toebrengen. 
  
  
 Vermijd het installeren van een voorwaarts gericht kinderzitje op de 
voorpassagierszitting tenzij dit niet te vermijden is: 
 Bij een botsing kan de kracht van een airbag die wordt opgeblazen ernstig of dodelijk 
letsel aan het kind toebrengen. Als het installeren van een voorwaarts gericht 
kinderzitje op de voorpassagierszitting niet te vermijden is, de voorpassagierszitting 
zover mogelijk naar achteren schuiven en er voor zorgen dat de deactiveringsschakelaar 
van de voorpassagiersairbag in de stand OFF staat. Zie Deactiveringsschakelaar van 
voorpassagiersairbag (pagina  2-55 ). 
    
                      
Page 55 of 842
2–32
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
 WAARSCHUWING
 Laat een kind of iemand anders niet op of tegen een zijruit leunen van een auto met zij- 
en gordijn-airbags: 
 Toestaan dat iemand op of tegen de zijruit leunt, tegen het gedeelte van de 
voorpassagierszitting, de stijlen van de voor- en achterruit en de dakrand van waaruit 
langs beide zijden de zij- en gordijn-airbags opgeblazen worden is gevaarlijk, ook als er 
gebruik gemaakt wordt van een kinderzitje. De schok van een zij- of gordijn-airbag die 
wordt opgeblazen kan ernstig of dodelijk letsel toebrengen aan een kind dat niet goed 
op zijn plaats zit. Bovendien kunnen door het leunen op of tegen het voorportier de 
zij- en gordijn-airbags geblokkeerd worden, waardoor de voordelen van de aanvullende 
beveiliging ongedaan gemaakt worden. Bij een voor-airbag en de extra zij-airbag die uit 
de voorstoelrugleuning komt, is de achterzitting altijd de beste plaats voor kinderen. Let 
er in het bijzonder op dat een kind niet op of tegen de zijruit leunt, ook niet als het kind 
zich in een kinderzitje bevindt. 
  
 Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd: 
 Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is 
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van de 
schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar aan 
gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen. Gebruik 
nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd en ga pas 
met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de juiste wijze 
hebben omgedaan. 
  
 Gebruik de spanriem en de spanriemverankering uitsluitend voor een kinderzitje: 
 Verankeringen voor kinderzitjes zijn bestemd om enkel bestand te zijn tegen de druk 
zoals die door correct geïnstalleerde kinderzitjes wordt uitgeoefend. Onder geen 
omstandigheden mogen deze verankeringen gebruikt worden voor de bevestiging 
van veiligheidsgordels voor volwassenen, tuigjes of voor de bevestiging van andere 
voorwerpen of uitrusting aan de auto. 
  
 Verwijder altijd de hoofdsteun en bevestig de spanriem: 
 Het bevestigen van de spanriem bovenop de hoofdsteun is gevaarlijk. Bij een botsing 
kan de spanriem van de hoofdsteun afglijden, waardoor het kinderzitje zou kunnen 
losraken. Het kinderzitje zou van zijn plaats kunnen schuiven en het kind letsel 
mogelijk met dodelijke a À oop kunnen toebrengen. 
                      
Page 56 of 842
2–33
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
 OPGELET
 Een veiligheidsgordel of een kinderzitje kan tijdens warm weer in een afgesloten auto 
bijzonder heet worden. Om te voorkomen dat u of uw kind zich branden, deze controleren 
alvorens u of uw kind deze aanraken. 
 OPMERKING
 Uw Mazda is uitgerust met Iso ¿ x-ankers voor de bevestiging van Iso ¿ x-kinderzitjes op de 
zitplaatsen van de achterzitting. Zie “Kinderzitjes met Iso ¿ x-ankerbevestiging”, wanneer 
u deze ankers voor de bevestiging van een kinderzitje gebruikt (pagina  2-44 ). 
                      
Page 57 of 842
2–34
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
 Installatie van kinderzitjes
                   Categorieën  kinderzitjes
 OPMERKING
 Vraag bij aankoop de fabrikant van het kinderzitje welk type kinderzitje voor uw kind en 
voertuig het meest in aanmerking komt. 
    (Europa en landen die voldoen aan de  UNECE  44 bepaling) 
  Kinderzitjes worden onderverdeeld in de volgende 5 groepen overeenkomstig de  UNECE  
44 bepaling.
  
 Groep   Leeftijd   Gewicht 
 0   Tot 9 maanden oud   Minder dan 10 kg 
 0 
   Tot 2 jaar oud   Minder dan 13 kg 
 1   8 maanden tot 4 jaar oud   9 kg — 18 kg 
 2   3 tot 7 jaar oud   15 kg — 25 kg 
 3   6 tot 12 jaar oud   22 kg — 36 kg 
   
    (Overige landen) 
  Houd u aan de in uw land geldende wettelijke bepalingen betreffende het gebruik van 
kinderzitjes.
                      
Page 58 of 842
2–35
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
          Soorten  kinderzitjes
      (Europa en landen die voldoen aan de 
 UNECE   44  bepaling) 
  In dit instructieboekje worden 
verklaringen gegeven voor met 
veiligheidsgordels bevestigde kinderzitjes 
voor de volgende drie meest gebruikte 
soorten kinderzitjes: babyzitje, peuterzitje, 
juniorenzitje.
 OPMERKING
        De installatiepositie wordt bepaald 
door het type kinderzitje. Lees de 
instructies van de fabrikant en dit 
instructieboekje steeds nauwkeurig. 
        Als gevolg van de verschillen in 
ontwerp van kinderzitjes, autostoelen 
en veiligheidsgordels, zijn niet alle 
kinderzitjes geschikt voor gebruik 
in alle zitposities. Alvorens een 
kinderzitje aan te schaffen dient 
dit getest te worden of dit geschikt 
is voor de speci ¿ eke zitpositie (of 
posities) in de auto waar u van 
plan bent dit te gebruiken. Als een 
voorheen aangeschaft kinderzitje niet 
past, is het wellicht nodig een ander 
aan te schaffen dat wel past. 
    Babyzitje 
  Gelijk aan Groep 0 en 0 
  van de  UNECE  
44 bepaling.
  
 
     Peuterzitje 
  Gelijk aan Groep 1 van de  UNECE  44 
bepaling.
  
 
 
    Juniorenzitje 
  Gelijk aan Groep 2 en 3 van de  UNECE  
44 bepaling.
  
 
 
    (Overige landen) 
  Houd u aan de in uw land geldende 
wettelijke bepalingen betreffende het 
gebruik van kinderzitjes.
                      
Page 59 of 842
2–36
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
          Installatiepositie van babyzitje
    Een babyzitje wordt uitsluitend in de 
achterwaarts gerichte positie gebruikt.
  
 
 
  Zie de tabel “Geschiktheid van 
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor 
de installatiepositie van een babyzitje 
(pagina   2-40 ).
 WAARSCHUWING
 Installeer altijd een babyzitje op de 
juiste zitplaats: 
 Het installeren van een babyzitje 
zonder eerst de tabel “Geschiktheid van 
kinderzitjes voor diverse zitposities” te 
raadplegen is gevaarlijk. Een babyzitje 
dat op de verkeerde zitting wordt 
geïnstalleerd kan niet op de juiste 
wijze worden bevestigd. Bij een botsing 
zou het kind iets of iemand in de auto 
kunnen raken en ernstig letsel kunnen 
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop. 
  
 WAARSCHUWING
 Gebruik dus nooit een achterwaarts 
gericht kinderzitje op een 
voorpassagierszitting die door een 
airbag beveiligd wordt: 
 Gebruik NOOIT een achterwaarts 
gericht kinderzitje op een zitting die 
aan de voorzijde door een ACTIEVE 
AIRBAG beveiligd is. Dit kan 
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL 
aan het KIND toebrengen. 
 Het kinderzitje kan door de in werking 
tredende airbag met kracht geraakt 
worden en van zijn plaats gedrukt 
worden. Een kind dat zich in het 
zitje bevindt zou dan ernstig gewond 
kunnen raken of zelfs om het leven 
kunnen komen. Als uw auto uitgerust 
is met een deactiveringsschakelaar 
voor de voorpassagiersairbag, de 
schakelaar altijd in de stand OFF 
zetten als het installeren van een 
achterwaarts gericht kinderzitje op de 
voorpassagierszitting niet te vermijden 
is. 
  
  
                      
Page 60 of 842
2–37
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
          Installatiepositie van peuterzitje
    Een peuterzitje wordt gebruikt in de 
voorwaarts en achterwaarts gerichte 
posities, afhankelijk van de leeftijd en 
de grootte van het kind. Volg bij het 
installeren de instructies van de fabrikant 
in overeenstemming met de betreffende 
leeftijd en grootte van het kind, alsmede 
de richtingen voor het installeren van het 
kinderzitje.
  Zie de tabel “Geschiktheid van 
kinderzitjes voor diverse zitposities” voor 
de installatiepositie van een peuterzitje 
(pagina   2-40 ).
  
    Achterwaarts gericht type 
 WAARSCHUWING
 Installeer een achterwaarts gericht 
peuterzitje altijd op de juiste zitplaats: 
 Het installeren van een achterwaarts 
gericht peuterzitje zonder eerst de tabel 
“Geschiktheid van kinderzitjes voor 
diverse zitposities” te raadplegen is 
gevaarlijk. Een achterwaarts gericht 
peuterzitje dat op de verkeerde zitting 
wordt geïnstalleerd kan niet op de juiste 
wijze worden bevestigd. Bij een botsing 
zou het kind iets of iemand in de auto 
kunnen raken en ernstig letsel kunnen 
oplopen, mogelijk met dodelijke a À oop. 
  
 WAARSCHUWING
 Gebruik dus nooit een achterwaarts 
gericht kinderzitje op een 
voorpassagierszitting die door een 
airbag beveiligd wordt: 
 Gebruik NOOIT een achterwaarts 
gericht kinderzitje op een zitting die 
aan de voorzijde door een ACTIEVE 
AIRBAG beveiligd is. Dit kan 
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL 
aan het KIND toebrengen. 
 Het kinderzitje kan door de in werking 
tredende airbag met kracht geraakt 
worden en van zijn plaats gedrukt 
worden. Een kind dat zich in het 
zitje bevindt zou dan ernstig gewond 
kunnen raken of zelfs om het leven 
kunnen komen. Als uw auto uitgerust 
is met een deactiveringsschakelaar 
voor de voorpassagiersairbag, de 
schakelaar altijd in de stand OFF 
zetten als het installeren van een 
achterwaarts gericht kinderzitje op de 
voorpassagierszitting niet te vermijden 
is.