MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL 6, Model: MAZDA MODEL 6 2017Pages: 842, PDF Size: 9.9 MB
Page 71 of 842

2–48
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
              Voorzorgsmaatregelen  betreffende  het  aanvullende 
beveiligingssysteem (SRS)
    De aanvullende beveiligingssystemen (SRS) van de voor- en zijkant omvatten verschillende 
typen airbags.  Ga na met welke verschillende soorten airbags uw auto is uitgerust 
door de plaatsen met de aanduiding “SRS AIRBAG” op te zoeken.  Deze indicators zijn 
zichtbaar op de plaats waar de airbags ingebouwd zijn.
  De airbags zijn op de volgende plaatsen ingebouwd:
     
 
 
     De stuurwielnaaf (bestuurderszijde-airbag) 
 
 
 
     Het dashboard aan de passagierszijde (passagierszijde-airbag) 
 
 
 
     De buitenste zijden van de rugleuningen van de voorzittingen (zij-airbags) 
 
 
 
     De voorruit- en achterruitstijlen en de dakrand langs beide zijden (gordijn-airbags)    
  
  De aanvullende beveiligingssystemen van de airbags zijn bestemd voor het verlenen van 
aanvullende bescherming in bepaalde situaties, zodat het gebruik van de veiligheidsgordels 
op de volgende manieren altijd van belang is:
  
  Zonder gebruik van de veiligheidsgordels kunnen de airbags geen voldoende bescherming 
bieden tijdens een aanrijding. Gebruik van de veiligheidsgordels is van belang voor:
     
 
 
     De passagier van een zich opblazende airbag vandaan te houden. 
 
 
 
     De kans op letsel tijdens een aanrijding waarbij de airbag niet wordt opgeblazen te 
verminderen, zoals bij: over de kop slaan of aanrijdingen vanaf de achterzijde.
   
 
 
     De kans op letsel te verminderen tijdens frontale, bijna frontale botsingen of aanrijdingen 
vanaf de zijkant die niet ernstig genoeg zijn om de airbags op te blazen.
   
 
 
     De kans om uit het voertuig te worden geslingerd te verminderen. 
 
 
 
     Vermindering van de kans op letsel aan het onderlichaam en benen tijdens een aanrijding, 
aangezien de airbags voor deze lichaamsdelen geen bescherming bieden.
   
 
 
     De bestuurder in een positie te houden waarbij een betere controle over de auto mogelijk 
is.
    
  
  Een kind dat te klein is om gebruik te kunnen maken van een veiligheidsgordel dient op de 
juiste wijze beveiligd te worden via het gebruik van een kinderzitje (pagina  2-28 ).
  
  Bepaal nauwkeurig welk kinderzitje voor uw kind noodzakelijk is en volg zowel de 
richtlijnen voor installatie in dit instructieboekje als de instructies van de fabrikant van het 
kinderzitje.
                      
Page 72 of 842

2–49
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
 WAARSCHUWING
 In auto's uitgerust met airbags dienen veiligheidsgordels gedragen te worden: 
 Het uitsluitend vertrouwen op de airbags voor bescherming tijdens een aanrijding 
is gevaarlijk. Airbags alleen kunnen geen ernstig letsel voorkomen. De betreffende 
airbags worden uitsluitend opgeblazen bij het eerste ongeval, zoals een frontale, bijna 
frontale of zijdelingse botsing met een gematigde of grotere kracht. De inzittenden 
dienen dus altijd hun veiligheidsgordels te dragen. 
  
  
 Kinderen mogen niet meerijden op de voorpassagierszitting: 
 Het plaatsen van een kind van 12 jaar of jonger op de voorzitting is gevaarlijk. In het 
geval een airbag geactiveerd wordt, zou het kind ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen 
oplopen. Een slapend kind is geneigd tegen een portier te leunen en loopt daardoor 
meer risico bij een gematigde botsing aan de voorpassagierszijde van het voertuig 
door de zij-airbag geraakt te worden. Bevestig een kind van 12 jaar of jonger voor 
zover mogelijk steeds op de achterzittingen en maak daarvoor gebruik van het juiste 
kinderzitje overeenkomstig de leeftijd en de grootte van het kind. 
  
 Uiterst gevaarlijk! Gebruik nooit een achterwaarts gericht kinderzitje op de 
voorpassagierszitting welke voorzien is van een airbag die geactiveerd zou kunnen 
worden: 
 Gebruik NOOIT een achterwaarts gericht kinderzitje op een zitting die aan de voorzijde 
door een ACTIEVE AIRBAG beveiligd is. Dit kan DODELIJK of ERNSTIG LETSEL 
aan het KIND toebrengen. 
 Zelfs bij een gematigde botsing kan het kinderzitje door een activerende airbag 
geraakt worden en met kracht naar achteren verplaatst worden, waardoor het kind 
ernstig of dodelijk letsel zou kunnen oplopen. Als uw auto uitgerust is met een 
deactiveringsschakelaar voor de voorpassagiersairbag, bij het installeren van een 
achterwaarts gericht kinderzitje op de voorpassagierszitting de schakelaar altijd in de 
stand OFF zetten. 
  
  
                      
Page 73 of 842

2–50
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
 WAARSCHUWING
 Ga niet te dichtbij de airbags van bestuurder en voorpassagier zitten: 
 Het te dichtbij de airbagmodules van bestuurder en voorpassagier zitten of er handen 
of voeten op plaatsen is uiterst gevaarlijk. De airbags van bestuurder en voorpassagier 
worden met grote kracht en snelheid opgeblazen. Als iemand er zich te dichtbij bevindt 
kan dit ernstig letsel veroorzaken. De bestuurder dient altijd alleen de rand van het 
stuurwiel vast te houden. De passagier op de voorzitting dient beide voeten op de vloer 
te houden. De inzittenden van de voorzitting dienen hun zittingen zover mogelijk naar 
achteren af te stellen en altijd rechtop tegen de rugleuningen te zitten en op de juiste 
wijze gebruik te maken van de veiligheidsgordels. 
  
 Ga in het midden van de zitting zitten en draag de veiligheidsgordels op de juiste wijze: 
 Het te dichtbij de zij-airbagmodules zitten of er handen op plaatsen of tegen het portier 
geleund slapen of uit de ramen hangen is uiterst gevaarlijk. De zij- en gordijn-airbags 
worden met grote kracht en snelheid direct langs het portier aan de zijde waar de auto 
geraakt is opgeblazen. Ernstig letsel kan worden veroorzaakt als iemand te dicht bij 
het portier zit of tegen een raam leunt of als passagiers op de achterzitting zich aan de 
zijkanten van de rugleuningen van de voorzittingen vasthouden. Geef de zij- en gordijn-
airbags voldoende ruimte om te functioneren door tijdens het rijden in het midden van 
de zitting plaats te nemen en de veiligheidsgordels op de juiste wijze te dragen. 
  
 Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar de airbags van 
bestuurder en voorpassagier geactiveerd worden: 
 Het bevestigen van een voorwerp aan de airbagmodules van bestuurder en 
voorpassagier of iets voor de modules plaatsen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het 
voorwerp de activering van de voor-airbag kunnen hinderen en aan de inzittenden letsel 
kunnen toebrengen. 
  
 Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een zij-airbag 
geactiveerd wordt: 
 Het bevestigen van voorwerpen aan de voorzitting op zodanige manier dat de buitenste 
zijde van de zitting op enigerlei wijze wordt afgedekt, is gevaarlijk. Bij een aanrijding 
zou het voorwerp de werking van de zij-airbag welke vanuit de buitenste zijde van 
de rugleuning van de voorzitting wordt opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de 
aanvullende beveiliging van het zij-airbagsysteem ongedaan gemaakt wordt of de 
airbag in een richting kunnen sturen die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de 
airbag opengesneden wordt en dat het gas ontsnapt. 
 Hang geen opbergnetten, kaartzakjes of rugzakken met riemen aan de voorzittingen. 
Gebruik nooit zittinghoezen op de voorzittingen. Houd de zij-airbagmodules in uw 
voorzittingen steeds vrij van obstakels, zodat de zij-airbags bij een botsing vanaf de 
zijkant ongehinderd in werking kunnen treden. 
  
                      
Page 74 of 842

2–51
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
 WAARSCHUWING
 Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de plaats waar een gordijn-airbag 
geactiveerd wordt: 
 Het bevestigen van voorwerpen op plaatsen waar de gordijn-airbags geactiveerd worden 
zoals op de voorruit, de zijportierruit, op de voorruit- en achterruitstijlen en langs de 
dakrand en op de steungrepen is gevaarlijk. Bij een aanrijding zou het voorwerp de 
werking van de gordijn-airbag die vanuit de voorruit- en achterruitstijlen en langs de 
dakrand wordt opgeblazen kunnen hinderen, waardoor de aanvullende beveiliging 
van de gordijn-airbagsystemen ongedaan gemaakt wordt of de airbag in een richting 
kunnen sturen die gevaarlijk is. Verder bestaat de kans dat de airbag opengesneden 
wordt en dat het gas ontsnapt. 
 Geen kleerhangers of andere voorwerpen aan de steungrepen ophangen. Bij het 
ophangen van kleding, deze rechtstreeks aan de kledinghaak hangen. Houd de gordijn-
airbagmodules steeds vrij van obstakels, zodat de airbags bij een botsing vanaf de 
zijkant ongehinderd in werking kunnen treden. 
  
 Raak nadat de airbags zijn opgeblazen de onderdelen van het aanvullend 
beveiligingssysteem niet aan: 
 Aanraken van de onderdelen van het aanvullend beveiligingssysteem nadat de airbags 
zijn opgeblazen is gevaarlijk. Onmiddellijk na het opblazen zijn deze bijzonder heet. 
Hierdoor bestaat de kans op brandwonden. 
  
 Monteer dus nooit uitrusting aan de voorzijde van uw wagen: 
 Monteren van uitrusting aan de voorzijde van de wagen, zoals een frontale crashbar 
(kangaroe crashbar, vee crashbar, aanduwstang, of dergelijke), sneeuwploeg of lieren 
is gevaarlijk. Dit kan een nadelige invloed hebben op het systeem van de airbag crash 
sensoren. Hierdoor zouden de airbags onvoorzien geactiveerd kunnen worden of wordt 
verhinderd dat de airbags tijdens een aanrijding worden opgeblazen. De inzittenden 
voorin zouden als gevolg hiervan ernstig letsel kunnen oplopen. 
  
 Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen: 
 Wijzigen van de vering van de wagen is gevaarlijk. Als de hoogte van de wagen of de 
vering veranderd wordt, zal de wagen een botsing niet meer correct kunnen registreren, 
hetgeen een onjuiste of onverwachte activering van de airbag tot gevolg kan hebben 
waarbij de kans bestaat op ernstig letsel. 
  
                      
Page 75 of 842

2–52
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
 WAARSCHUWING
 Breng geen wijzigingen aan in het aanvullend beveiligingssysteem: 
 Het aanbrengen van wijzigingen in de onderdelen of de bedrading van het aanvullend 
beveiligingssysteem is gevaarlijk. U kunt het per ongeluk in werking stellen of buiten 
gebruik stellen. Breng geen enkele wijziging aan in het aanvullend beveiligingssysteem. 
Hieronder vallen het aanbrengen van stuurbekleding, etiketten of wat dan ook op de 
airbagmodules. Hieronder valt ook het installeren van extra elektrische apparatuur op 
of nabij de onderdelen en de bedrading van het systeem. Een deskundige reparateur, 
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur kan de speciale aandacht besteden die 
bij het uitbouwen en inbouwen van de voorzittingen nodig is. Het is van belang de 
bedrading en de aansluitingen van de airbag te beschermen om er voor te zorgen dat de 
airbags niet per ongeluk in werking treden en dat de airbag-aansluiting van de zittingen 
onbeschadigd blijft. 
  
 Plaatsen geen bagage of overige voorwerpen onder de voorzittingen: 
 Het plaatsen van bagage of overige voorwerpen onder de voorzittingen is gevaarlijk. 
De kans bestaat dat onderdelen die essentieel zijn voor de werking van het aanvullend 
beveiligingssysteem beschadigd worden en in het geval van een botsing aan de zijkant 
is het mogelijk dat de bijbehorende airbags niet geactiveerd worden, hetgeen ernstig of 
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Om beschadiging van onderdelen die essentieel 
zijn voor de werking van het aanvullend beveiligingssysteem te voorkomen, geen 
bagage of andere voorwerpen onder de voorzittingen plaatsen. 
  
 Rijd niet met een auto met beschadigde onderdelen van airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem: 
 Geactiveerde of beschadigde componenten van het airbag/
veiligheidsgordelvoorspannersysteem dienen na elke botsing waarbij deze geactiveerd of 
beschadigd werden te worden vernieuwd. Alleen een getrainde deskundige reparateur, 
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur kan deze systemen volledig beoordelen om 
te zien of deze bij een volgend ongeval zullen functioneren. Rijden met een geactiveerde 
of beschadigde airbag of voorspannermodule geeft u verminderde beveiliging bij een 
volgend ongeval, waardoor de kans bestaat op ernstig of dodelijk letsel. 
  
 De airbagonderdelen in het interieur niet verwijderen: 
 Het verwijderen van onderdelen zoals de voorzittingen, het voordashboard, het 
stuurwiel of delen van de voorruit- en achterruitstijlen en langs de dakrand die 
airbagonderdelen of sensoren bevatten is gevaarlijk. In deze onderdelen zijn belangrijke 
airbagcomponenten ingebouwd. De airbag zou onvoorzien geactiveerd kunnen worden 
en daardoor ernstig letsel kunnen veroorzaken. Laat deze onderdelen altijd door een 
of ¿ ciële Mazda reparateur verwijderen. 
  
                      
Page 76 of 842

2–53
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS airbags
 WAARSCHUWING
 Ruim het airbagsysteem op de juiste wijze op:  
 Het op ondeskundige wijze opruimen van een airbag of slopen van een auto met 
airbags die onder stroom staan, kan uiterst gevaarlijk zijn. Ernstig letsel kan het gevolg 
zijn wanneer niet alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Laat een 
deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur het airbagsysteem 
veilig opruimen of een auto uitgerust met een airbagsysteem slopen.