MAZDA MODEL 6 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 311 of 963

:DDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLF
KWHQ
'HZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQGLHQHQ
VWHHGVWHZRUGHQJHEUXLNWZDQQHHUXGH
DXWRLQHHQQRRGJHYDORSGHULMEDDQRI
ODQJVGHNDQWYDQGHZHJWRWVWLOVWDQG
EUHQJW

'HZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQGLHQHQ
DOVZDDUVFKXZLQJYRRUGHRYHULJH
ZHJJHEUXLNHUVRPELM]RQGHUH
YRRU]LFKWLJKHLGLQDFKWWHQHPHQELMKHW
EHQDGHUHQRISDVVHUHQYDQXZDXWR

'UXNGH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWVFKDNHODDULQ
HQDOOHULFKWLQJDDQZLM]HUODPSHQ]XOOHQ
JDDQNQLSSHUHQ'H
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWLQGLFDWLHODPSMH
VLQGHLQVWUXPHQWHQJURHSJDDQ
WHJHOLMNHUWLMGNQLSSHUHQ
OPMERKING
•De richtingaanwijzers kunnen niet
gebruikt worden wanneer de
waarschuwingsknipperlichten zijn
ingeschakeld.
•Controleer de plaatselijk geldende
bepalingen betreffende het gebruik van
de waarschuwingsknipperlichten bij het
slepen van de auto om na te gaan of er
geen inbreuk wordt gedaan op de
wettelijke bepalingen.
•Als het rempedaal tijdens het rijden op
gladde wegen wordt ingetrapt, kan het
noodstopsignaalsysteem in werking
treden waardoor alle richtingaanwijzers
en signalen voor rijstrookverandering
gaan knipperen. Zie
Noodstopsignaalsysteem op pagina
4-133.
•Wanneer het noodstopsignaalsysteem in
werking is, gaan alle richtingaanwijzers
automatisch snel knipperen om de
bestuurder van het voertuig achter u te
waarschuwen voor een plotselinge
noodstopsituatie. Zie
Noodstopsignaalsysteem op pagina
4-133.
7LMGHQVKHWULMGHQ
6FKDNHODDUVHQUHJHODDUV


Page 312 of 963

5HPV\VWHHP
▼9R H W U H P
'H]HDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQEHNUDFKWLJG
UHPV\VWHHPGDWELMQRUPDDOJHEUXLN
]LFK]HOIDXWRPDWLVFKDIVWHOW

,QKHWJHYDOGHUHPEHNUDFKWLJLQJXLWYDOW
YDQZHJHKHWDIVODDQYDQGHPRWRURIHQLJH
DQGHUHUHGHQNXQWXGHDXWRDOVQRJWLMGLJ
WRWVWLOVWDQGEUHQJHQGRRUKHWUHPSHGDDO
PHWHHQJURWHUHNUDFKWGDQQRUPDDOLQWH
GUXNNHQ'HUHPDIVWDQGZRUGWGDQHFKWHU
ODQJHUGDQJHEUXLNHOLMN
:$$56&+8:,1*
Laat de auto nadat de motor is afgeslagen
of stopgezet niet doorrijden, maar zoek een
veilige plaats op om te stoppen:
De auto laten doorrijden wanneer de
motor is afgeslagen of stopgezet is
gevaarlijk. Voor het indrukken van het
rempedaal is dan meer kracht vereist en
wanneer u het rempedaal pompend blijft
indrukken, bestaat de kans dat de
rembekrachtiging wegvalt. Dit heeft een
langere remweg tot gevolg en kan zelfs
ongelukken veroorzaken.
Schakel bij afdaling van steile hellingen in
een lagere versnelling:
Het is gevaarlijk wanneer u tijdens het
rijden uw voet onafgebroken op het
rempedaal laat rusten of over lange
afstanden de remmen continu gebruikt. Dit
veroorzaakt oververhitting van de
remmen, hetgeen een langere remweg en
zelfs volledige weigering van de remmen
tot gevolg kan hebben. Dit kan er toe
leiden dat u de macht over het stuur
verliest en een ongeluk veroorzaakt.
Vermijd doorlopend gebruik van de
remmen.
Droog remmen die nat geworden zijn door
langzaam te rijden, het gaspedaal los te
laten en het rempedaal enkele malen licht
in te trappen totdat de remwerking weer
normaal wordt:
Rijden met natte remmen is gevaarlijk. De
grotere remafstand of het naar één kant
trekken van de auto tijdens het remmen
kan een ernstig ongeluk veroorzaken. Licht
afremmen geeft aan of het remvermogen
verminderd is.
23*(/(7
¾Laat uw voet tijdens het rijden niet op het
koppelingspedaal of rempedaal rusten
en houd het koppelingspedaal niet
onnodig halverwege ingetrapt. Anders
kan dit onderstaande gevolgen hebben:
¾De onderdelen van koppeling en rem
zullen sneller slijten.
¾De remmen kunnen oververhit raken
waardoor de remwerking nadelig
beïnvloed wordt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 313 of 963

¾Trap het rempedaal altijd met uw
rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal
met de niet gewende linkervoet intrapt,
kan dit in een noodsituatie uw reactietijd
vertragen wat een onvoldoende
remwerking tot gevolg kan hebben.
¾Draag schoenen die geschikt zijn voor
het rijden om te voorkomen dat uw
schoen bij het intrappen van het
gaspedaal met het rempedaal in
aanraking komt.
▼▼(OHNWULVFKHKDQGUHP (3%
'H(3%LQVWDOODWLHWUHNWGHKDQGUHPDDQ
PHWEHKXOSYDQHHQHOHNWULVFKHPRWRU
:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGWDDQJHWURNNHQ
JDDWKHWLQGLFDWLHODPSMHYDQGH(3%
VFKDNHODDUEUDQGHQ
Indicatielampje
:$$56&+8:,1*
Rijd niet met de auto met aangetrokken
handrem:
Als er met aangetrokken handrem met de
auto wordt gereden, kunnen de
remonderdelen oververhit raken en kan het
remsysteem onklaar worden, wat
ongelukken kan veroorzaken.
Zet de handrem vrij voordat u gaat rijden
en controleer of het EPB indicatielampje uit
is.
OPMERKING
•De handrem kan niet aangetrokken of
vrijgezet worden wanneer de accu van
de auto uitgeput is.
•Tijdens het aantrekken of vrijzetten van
de handrem is een werkingsgeluid
hoorbaar, dit duidt echter niet op een
defect.
•Als de EPB gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, wordt terwijl de auto
geparkeerd staat een automatische
inspectie van het systeem uitgevoerd. Er
is een werkingsgeluid hoorbaar, echter
dit duidt niet op een probleem.
•Wanneer de handrem wordt
aangetrokken en het contact op OFF
wordt gezet, is er een werkingsgeluid
hoorbaar, dit duidt echter niet op een
probleem.
•Het is mogelijk dat het rempedaal
beweegt terwijl de handrem wordt
aangetrokken of vrijgezet, dit duidt
echter niet op een probleem.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 314 of 963

•Als tijdens het rijden continu aan de
EPB schakelaar wordt getrokken, wordt
de handrem aangetrokken en wordt de
waarschuwingszoemer van de EPB
geactiveerd. Wanneer de schakelaar
wordt losgelaten, wordt de handrem
vrijgezet en stopt de zoemtoon.
•Als de handrem wordt aangetrokken
terwijl het contact uit staat of in stand
ACC staat, is het mogelijk dat het EPB
indicatielampje in de instrumentengroep
en het indicatielampje in de schakelaar
gedurende 15 seconden gaan branden.
•Wanneer u de auto door een
automatische autowasinstallatie laat
rijden, kan het nodig zijn het contact uit
te zetten en de handrem vrij te zetten,
afhankelijk van het type automatische
autowasinstallatie.
'HKDQGUHPDDQWUHNNHQ
'HKDQGUHPNDQZRUGHQDDQJHWURNNHQ
RQJHDFKWGHVWDQGYDQGH
FRQWDFWVFKDNHODDU
7UDSKHWUHPSHGDDOVWHYLJLQHQWUHNGH
(3%VFKDNHODDURPKRRJ
'HKDQGUHPZRUGWDDQJHWURNNHQHQKHW
(3%LQGLFDWLHODPSMHHQKHW
LQGLFDWLHODPSMHYDQGH(3%VFKDNHODDU
JDDQEUDQGHQ
=LH$OVHHQZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDW
EUDQGHQRINQLSSHUHQRSSDJLQD
'HKDQGUHPYULMJHYHQ
'HKDQGUHPNDQYULMJH]HWZRUGHQWHUZLMO
KHWFRQWDFWRS21VWDDWRIGHPRWRUGUDDLW
:DQQHHUGHKDQGUHPZRUGWYULMJH]HWJDDQ
KHW(3%LQGLFDWLHODPSMHHQKHW
LQGLFDWLHODPSMHYDQGH(3%VFKDNHODDUXLW
+DQGPDWLJYULM]HWWHQYDQGHKDQGUHP
7UDSKHWUHPSHGDDOVWHYLJLQHQGUXNGH
(3%VFKDNHODDULQ
$OVGH(3%VFKDNHODDUZRUGWLQJHGUXNW
]RQGHUKHWUHPSHGDDOLQWHWUDSSHQ
ZDDUVFKXZWGHGLVSOD\LQGH
LQVWUXPHQWHQJURHSGHEHVWXXUGHUGDWKHW
UHPSHGDDOQLHWLVLQJHWUDSW
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 315 of 963

7\SH$%LQVWUXPHQWHQJURHS
(UZRUGWHHQEHULFKWJHWRRQGLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\LQGH
LQVWUXPHQWHQJURHS
=LH%HULFKWHQGLHYHUVFKLMQHQRSGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\RSSDJLQD
7\SH&LQVWUXPHQWHQJURHS
+HWLQGLFDWLHODPSMHUHPSHGDDOEHGLHQLQJ
YHUHLVW JURHQ LQGHLQVWUXPHQWHQJURHS
JDDWEUDQGHQ
(Groen)
$XWRPDWLVFKYULM]HWWHQYDQGHKDQGUHP
$OVKHWJDVSHGDDOZRUGWLQJHWUDSWWHUZLMO
GHKDQGUHPLVDDQJHWURNNHQHQDDQDOOH
RQGHUVWDDQGHYRRUZDDUGHQLVYROGDDQ
ZRUGWGHKDQGUHPDXWRPDWLVFKYULMJH]HW
•:DQQHHUGHPRWRUGUDDLW
•+HWEHVWXXUGHUVSRUWLHULVJHVORWHQ
•'HYHLOLJKHLGVJRUGHOYDQGHEHVWXXUGHU
LVYDVWJHPDDNW
+DQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN
•'HYHUVQHOOLQJVKHQGHOVWDDWLQHHQ
DQGHUHVWDQGGDQQHXWUDDO
•+HWNRSSHOLQJVSHGDDOZRUGWKDOYHUZHJH
LQJHWUDSW
$XWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH
•'HNHX]HKHQGHOVWDDWLQVWDQG'0RI5
OPMERKING
Als het gaspedaal door iets, zoals de voet
van de bestuurder, wordt aangeraakt
terwijl de motor draait en de handrem is
aangetrokken, is het mogelijk dat de
handrem automatisch wordt vrijgezet. Als
u niet van plan bent meteen weg te rijden,
zet dan de versnellingshendel
(handgeschakelde versnellingsbak) in de
neutraalstand of zet de keuzehendel
(automatische transmissie) in de stand P
of N.
▼:DDUVFKXZLQJVODPSMH
+HWZDDUVFKXZLQJVODPSMHJDDWEUDQGHQ
DOVKHWV\VWHHPGHIHFWLV
=LH³&RQWDFWRSQHPHQPHWHHQRIILFLsOH
0D]GDUHSDUDWHXUHQGHDXWRODWHQ
LQVSHFWHUHQ´RSSDJLQD
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 316 of 963

▼5HPEORNVOLMWDJHLQGLFDWRU
:DQQHHUGHVFKLMIUHPEORNNHQYHUVOHWHQ
UDNHQNRPHQGHLQJHERXZGH
VOLMWDJHLQGLFDWRUHQLQDDQUDNLQJPHWGH
UHPVFKLMYHQ'LWYHURRU]DDNWHHQSLHSHQG
JHOXLGGDWDOVZDDUVFKXZLQJGLHQWGDWGH
UHPEORNNHQYHUQLHXZGPRHWHQZRUGHQ
,QGLHQXWLMGHQVKHWULMGHQGLWJHOXLGKRRUW
GLHQWXGHUHPEORNNHQ]RVSRHGLJ
PRJHOLMNGRRUHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXU
ELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GD
UHSDUDWHXUWHODWHQFRQWUROHUHQHQ]RQRGLJ
WHODWHQYHUQLHXZHQ
:$$56&+8:,1*
Rijd niet met versleten schijfremblokken:
Rijden met versleten remblokken is
gevaarlijk. De remmen kunnen weigeren,
waardoor u het risico van een ernstig
ongeluk loopt. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur zodra u een piepend geluid
hoort.
▼▼5HPEHNUDFKWLJLQJ
:DQQHHUKHWELMKHWDIUHPPHQLQ
QRRGVLWXDWLHVQRGLJLVKHWUHPSHGDDOPHW
HHQJURWHUHNUDFKWGDQQRUPDDOLQWH
GUXNNHQELHGWKHW
UHPEHNUDFKWLJLQJV\VWHHPUHPDVVLVWHQWLH
YRRUHHQYHUEHWHULQJYDQKHW
UHPYHUPRJHQ

:DQQHHUKHWUHPSHGDDONUDFKWLJZRUGW
LQJHGUXNWRIVQHOOHUZRUGWLQJHGUXNW
]XOOHQGHUHPPHQNUDFKWLJHULQZHUNLQJ
WUHGHQ
OPMERKING
•Wanneer het rempedaal krachtig wordt
ingedrukt of sneller wordt ingedrukt, zal
het pedaal zachter aanvoelen, echter de
remmen zullen krachtiger in werking
treden. Dit is een normaal verschijnsel
bij het in werking treden van de
rembekrachtigingsfunctie en duidt niet
op een defect.
•Wanneer het rempedaal krachtig wordt
ingedrukt of sneller wordt ingedrukt, is
er mogelijk een motor/
pomp-werkingsgeluid hoorbaar. Dit is
een normaal verschijnsel bij het in
werking treden van de rembekrachtiging
en duidt niet op een defect.
•Het rembekrachtigingsysteem is
ondergeschikt aan de werking van het
hoofdremsysteem van de auto.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 317 of 963

$872+2/'
0HWGH$872+2/'IXQFWLHEOLMIWGHDXWRVWLOVWDDQ]HOIVDOVXXZYRHWYDQKHWUHPSHGDDO
KDDOW'H]HIXQFWLHNDQKHWEHVWHZRUGHQJHEUXLNWZDQQHHUXLQHHQILOHVWDDWRIELMHHQ
VWRSOLFKW+HWUHPSHGDDOZRUGWORVJHODWHQZDQQHHUKHWULMGHQZRUGWKHUYDWELMYRRUEHHOG
GRRUKHWYULMJHYHQYDQGHNRSSHOLQJVSHGDDOPHWGHYHUVQHOOLQJVKHQGHOLQHHQDQGHUHVWDQG
GDQGHQHXWUDDOVWDQG KDQGJHVFKDNHOGHYHUVQHOOLQJVEDN RIKHWLQWUDSSHQYDQKHWJDVSHGDDO
DXWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH 
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op de AUTOHOLD functie:
De AUTOHOLD functie is alleen bedoeld om de remmen te bekrachtigen terwijl de tot
stilstand wordt gebracht. De remmen niet gebruiken en overmatig vertrouwen op het
AUTOHOLD systeem is gevaarlijk en kan ongevallen veroorzaken als de snelheid van de auto
ineens toeneemt. Gebruik de remmen zoals gepast gezien de weg en
omgevingsomstandigheden.
Haal uw voet niet van het rempedaal terwijl de auto op een steile helling tot stilstand is
gebracht:
Er is altijd het risico dat de auto niet in stilstand kan worden gehouden door de AUTOHOLD
functie, waardoor de auto onverwacht kan gaan rijden en een ongeluk kan veroorzaken.
Gebruik de AUTOHOLD functie niet bij het rijden op gladde wegen zoals met ijs of sneeuw
bedekte wegen of onverharde wegen:
Zelfs als de auto in stilstand kan worden gehouden door de AUTOHOLD functie, kan de auto
toch onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken. Bedien het gaspedaal, de remmen
of het stuurwiel zoals de omstandigheden voorschrijven.
Trap in de volgende gevallen direct het rempedaal in:
Omdat de AUTOHOLD functie geforceerd wordt geannuleerd, kan de auto toch onverwacht
gaan rijden en een ongeluk veroorzaken.
¾Het waarschuwingslampje rempedaalbediening vereist (rood) gaat knipperen en
tegelijkertijd wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd.
(Rood)
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 318 of 963

¾[Brake Hold Unavailable Depress Brake to Hold Position] wordt in de
multi-informatiedisplay aangegeven en tegelijkertijd wordt het waarschuwingsgeluid
geactiveerd.
Trek altijd de handrem aan bij het parkeren van de auto:
Als u de handrem niet aantrekt bij het parkeren van de auto, kan de auto onverwacht gaan
rijden en een ongeluk veroorzaken. Zet bij het parkeren van de auto de keuzehendel in stand
P (automatische transmissie) en trek de parkeerrem aan.
23*(/(7
Als u het gaspedaal niet meer bedient voordat de auto gaat rijden, kan de kracht die de auto
in de stilstandpositie houdt afnemen. Trap het rempedaal krachtig in of trap het gaspedaal in
om te accelereren.
OPMERKING
•Onder de volgende omstandigheden treedt een probleem met de AUTOHOLD functie op.
Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur, inspecteren.
•Het waarschuwingslampje rempedaalbediening vereist (rood) in de instrumentengroep
gaat knipperen en het waarschuwingsgeluid wordt ongeveer 5 seconden geactiveerd
terwijl de AUTOHOLD functie actief is of wanneer op de AUTOHOLD schakelaar
wordt gedrukt.
•Er wordt een bericht getoond in de multi-informatiedisplay en een
waarschuwingsgeluid wordt ongeveer 5 seconden geactiveerd terwijl de AUTOHOLD
functie actief is of wanneer op de AUTOHOLD schakelaar wordt gedrukt.
•Als het contact op OFF wordt gezet terwijl de AUTOHOLD functie actief is, wordt de
handrem automatisch aangetrokken ter ondersteuning bij het parkeren van de auto.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 319 of 963

•De AUTOHOLD functie wordt geannuleerd wanneer de keuzehendel/versnellingshendel
naar stand R wordt verplaatst terwijl de auto op een horizontale ondergrond staat of met
de voorzijde naar een helling is gericht (zie hieronder).
Vlakke
ondergrond
: Achteruit rijden (keuzehendel/versnellingshendel in R)
Auto kantelt voorwaartsAuto kantelt achterwaarts
AUTOHOLD:
WerktAUTOHOLD:
Werkt niet,
geannuleerd AUTOHOLD:
Werkt niet,
geannuleerd
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page 320 of 963

▼$872+2/'LVLQJHVFKDNHOG
'UXNRSGH$872+2/'VFKDNHODDU
ZDQQHHUKHWLQGLFDWLHODPSMH$872+2/'
VWDQGE\JDDWEUDQGHQZRUGWGH
$872+2/'IXQFWLHLQJHVFKDNHOG
Indicatielampje
AUTOHOLD stand-by
OPMERKING
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, gaat het
indicatielampje AUTOHOLD stand-by
branden wanneer de AUTOHOLD
schakelaar wordt ingedrukt en wordt de
AUTOHOLD functie ingeschakeld.
•Het contact wordt op ON gezet (motor
draait of wordt gestopt door i-stop).
•De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
•Het bestuurdersportier is gesloten.
•Er is geen probleem met de
AUTOHOLD functie.
$872+2/'LQVFKDNHOHQHQUHPPHQ
JHDFWLYHHUGKRXGHQ
 7UDSKHWUHPSHGDDOLQHQEUHQJGHDXWR
YROOHGLJWRWVWLOVWDQG
 +HWLQGLFDWLHODPSMH$872+2/'
DFWLHILQGHLQVWUXPHQWHQJURHSJDDW
EUDQGHQHQGHUHPPHQEOLMYHQ
JHDFWLYHHUG
 'HDXWREOLMIWLQGHVWLOVWDQGSRVLWLH
VWDDQ]HOIVZDQQHHUKHWUHPSHGDDO
ZRUGWORVJHODWHQ
OPMERKING
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, werkt de
AUTOHOLD en blijven de remmen
geactiveerd.
•Het contact wordt op ON gezet (motor
draait of wordt gestopt door i-stop).
•De auto wordt stopgezet.
•Het rempedaal wordt ingetrapt.
•Het indicatielampje AUTOHOLD actief
gaat branden.
•Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
•De veiligheidsgordel van de bestuurder
is vastgemaakt.
•Het bestuurdersportier is gesloten.
•Er is geen probleem met de
AUTOHOLD functie.
•De handrem is vrijgegeven.
•Er is geen probleem met de elektrische
handrem (EPB).
•(Voertuig met automatische
transmissie)
De keuzehendel staat in een andere
stand dan stand R, of de auto kantelt
naar voren met de keuzehendel in stand
R.
7LMGHQVKHWULMGHQ
5HPPHQ


Page:   < prev 1-10 ... 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 ... 970 next >