MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 241 of 707

4–87
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  Het hellingwegrijsysteem (HLA)
functioneert niet op een lichte
helling. Bovendien verandert de
hellingsgraad waarbij het systeem
in werking treedt afhankelijk van de
belasting van de auto.
  Het hellingwegrijsysteem (HLA)
functioneert niet als de handrem is
aangetrokken, de auto niet volledig
tot stilstand is gebracht of het
koppelingspedaal is losgelaten.
  De kans bestaat dat tijdens
het functioneren van het
hellingwegrijsysteem (HLA) het
rempedaal stroef aanvoelt en trilt,
echter dit duidt niet op een defect.
  Wanneer het TCS/DSC
indikatielampje brandt werkt het
hellingwegrijsysteem (HLA) niet.
 Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-39 .
  Het hellingwegrijsysteem (HLA)
wordt niet uitgeschakeld als de TCS
OFF schakelaar ingedrukt wordt om
het TCS systeem uit te schakelen.
  (Automatische transmissie)  Hoewel het hellingwegrijsysteem
(HLA) tijdens stationair-stop
niet functioneert, werkt de
hellingstopfunctie om te voorkomen
dat de auto wegrolt.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 242 of 707

4–88
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
Anti-blokkeer remsysteem
(ABS)
De besturingseenheid van het ABS
systeem houdt de snelheid van elk wiel
voortdurend in het oog. Zodra een van de
wielen op het punt staat te blokkeren, zorgt
het ABS systeem er voor dat de remkracht
op het betreffende wiel automatisch met
korte tussenpozen onderbroken wordt.
Het is mogelijk dat de bestuurder dan een
lichte trilling in het rempedaal voelt en een
kloppend geluid in het remsysteem hoort.
Dit is de normale werking van het ABS
systeem. Blijf het rempedaal ingetrapt
houden zonder de remmen te pompen.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-40 .
WAARSCHUWING
Het ABS systeem kan niet beschouwd
worden als remedie voor onveilige
rijtechnieken:
Het ABS systeem biedt geen vrijwaring
tegen onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden, het te
dicht achter een ander voertuig rijden,
rijden op ijs en sneeuw of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
  Houd er rekening mee dat de
remafstand langer is op wegen met
een losse bovenlaag, (zoals sneeuw
of grind) welke zich vaak boven
op het verharde wegdek bevindt.
Onder dergelijke omstandigheden
kan het voorkomen dat een auto
met een conventioneel remsysteem
sneller tot stilstand komt omdat bij
het slippen van de wielen een laag
los materiaal door de banden als een
blok opgestuwd wordt.
  Bij het starten van de motor of
onmiddellijk na het wegrijden met de
auto kan het werkingsgeluid van het
ABS systeem hoorbaar zijn, dit duidt
echter niet op een defect.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 243 of 707

4–89
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
Anti-wielspin regeling
(TCS)
De anti-wielspin regeling (TCS) zorgt
via regeling van het motorkoppel en
de remmen voor een verhoging van de
aandrijfkracht en een verbetering van
de veiligheid. Wanneer door het TCS
systeem het doorspinnen van een van de
aangedreven wielen wordt geregistreerd,
wordt het motorkoppel verminderd om
verlies van aandrijfkracht te voorkomen.
Dit betekent dat op een glad wegdek de
motor automatisch wordt afgesteld voor
het leveren van de optimale aandrijfkracht
voor de aangedreven wielen, om
doorspinnen en verlies van aandrijfkracht
te beperken.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-40 .
WAARSCHUWING
De anti-wielspin regeling (TCS) kan
dus niet beschouwd worden als remedie
voor onveilige rijtechnieken:
De anti-wielspin regeling (TCS) biedt
geen vrijwaring tegen onveilig of
roekeloos rijgedrag, buitensporig hoge
snelheden, het te dicht achter een
ander voertuig rijden of aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
WAARSCHUWING
Gebruik winterbanden of
sneeuwkettingen en rijd met
verminderde snelheid wanneer wegen
met sneeuw en/of ijs overdekt zijn:
Rijden zonder de juiste
aandrijfkrachthulpmiddelen op wegen
die met sneeuw en/of ijs overdekt zijn
is gevaarlijk. De anti-wielspin regeling
(TCS) alleen kan geen voldoende
aandrijfkracht leveren en ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
OPMERKING
Voor het uitschakelen van de TCS, op de
TCS OFF schakelaar drukken (pagina
4-90 ).
TCS/DSC indikatielampje
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt. Als het TCS
of DSC systeem in werking is, gaat het
indikatielampje knipperen.
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 244 of 707

4–90
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
OPMERKING
  Afgezien van het knipperen van
het indikatielampje, is een licht
“afremmend” geluid van de motor
hoorbaar. Dit geeft aan dat het TCS/
DSC systeem juist werkt.
  Op gladde oppervlakken zoals verse
sneeuw, zal het onmogelijk zijn een
hoog toerental te bereiken wanneer
het TCS systeem is ingeschakeld.
TCS OFF indikatielampje
Dit indikatielampje blijft gedurende enkele
seconden branden wanneer het contact op
ON gezet wordt.
Dit lampje gaat ook branden wanneer op
de TCS OFF schakelaar wordt gedrukt en
het TCS systeem wordt uitgeschakeld.
Zie de TCS OFF schakelaar op pagina
4-90 .
Als het lampje blijft branden wanneer het
TCS systeem niet is uitgeschakeld, uw
auto naar een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
brengen. Er is mogelijk een defect in het
DSC systeem.
TCS OFF schakelaar
Druk op de TCS OFF schakelaar om
het TCS systeem uit te schakelen.
Het TCS OFF indikatielampje in de
instrumentengroep gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
TCS systeem opnieuw in te schakelen. Het
TCS OFF indikatielampje gaat uit.
OPMERKING
  Wanneer het TCS systeem is
ingeschakeld en u probeert de auto
vrij te krijgen wanneer deze vast
is komen te zitten, of wanneer u
probeert uit vers gevallen sneeuw
weg te rijden, zal het TCS systeem
(onderdeel van het DSC systeem)
geactiveerd worden. Door het
indrukken van het gaspedaal zal het
motorvermogen niet toenemen zodat
het moeilijk kan zijn de auto vrij te
krijgen. Schakel in dit geval het TCS
systeem uit.
  Als het TCS systeem uitgeschakeld
is wanneer de motor wordt stopgezet,
zal dit automatisch geactiveerd
worden wanneer het contact op ON
wordt gezet.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 245 of 707

4–91
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
OPMERKING
  Door het TCS systeem ingeschakeld
te laten wordt de beste aandrijfkracht
verkregen.
  Als de TCS OFF schakelaar
gedurende 10 seconden of langer
ingedrukt wordt gehouden, treedt
de defectbeveiligingsfunctie van de
TCS OFF schakelaar in werking en
wordt het TCS systeem automatisch
geactiveerd. Het TCS OFF
indikatielampje gaat uit zodra het
TCS systeem geactiveerd wordt.
Dynamische
stabiliteitsregeling (DSC)
De Dynamische Stabiliteitsregeling (DSC)
regelt automatisch het remvermogen
en het motorkoppel in samenhang met
systemen zoals ABS en TCS voor de
regeling van de zijslip tijdens het rijden
op een glad wegdek of bij het maken van
plotselinge uitwijkingsmanoeuvres voor
een verbetering van de veiligheid.
Zie ABS (pagina 4-88 ) en TCS (pagina
4-89 ).
De DSC regeling functioneert bij
snelheden hoger dan 20 km/h.
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingslampjes op pagina
4-40 .
WAARSCHUWING
De Dynamische stabiliteitsregeling mag
niet beschouwd worden als remedie
voor onveilige rijtechnieken:
De Dynamische Stabiliteitsregeling
(DSC) biedt geen vrijwaring tegen
onveilig of roekeloos rijgedrag,
buitensporig hoge snelheden,
bumperkleven (het te dicht achter een
ander voertuig rijden) en aquaplaning
(tengevolge van een laag water op het
wegdek wordt de wrijvingskracht van
de banden verminderd). Ongelukken
blijven dan nog steeds mogelijk.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 246 of 707

4–92
Tijdens het rijden
ABS/TCS/DSC
OPGELET
  Wanneer de volgende punten niet
in acht worden genomen bestaat
de kans dat het DSC systeem niet
correct werkt:
 


 Gebruik banden van de juiste
maat die voor uw Mazda zijn
gespecifi ceerd op alle vier wielen.




 Gebruik banden van dezelfde
fabrikant, soort en profi elpatroon
op alle vier wielen.
 


 Niet tezamen gebruiken met
versleten banden.
 
 Het is mogelijk dat het DSC systeem
niet correct functioneert wanneer
sneeuwkettingen worden gebruikt
of wanneer een noodreservewiel is
gemonteerd omdat de diameter van
de band verandert.
TCS/DSC indikatielampje
Dit indikatielampje blijft gedurende
enkele seconden branden wanneer het
contact op ON gezet wordt. Als het TCS
of DSC systeem in werking is, gaat het
indikatielampje knipperen.
Als het lampje blijft branden, is er
mogelijk een defect in het TCS, DSC of
het rembekrachtigingsysteem en bestaat
de kans dat deze niet correct functioneren.
Breng uw auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 247 of 707

*Bepaalde modellen.4–93
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP *
i-ELOOP is een regeneratief remsysteem. Wanneer u het rempedaal intrapt of afremt op
de motor, wordt de opgewekte kinetische energie door de vermogensgenerator omgezet in
elektrische energie en wordt de omgezette elektrische energie opgeslagen in de oplaadbare
accu (condensator en accu). De opgeslagen elektriciteit wordt gebruikt als stroom voor het
laden van de accu en voor de elektrische uitrusting van de auto.
 


 In de vermogensgenerator is een variabele spanning dynamo ingebouwd die de kinetische
energie omzet in elektriciteit die effi ciënt kan worden opgewekt overeenkomstig de
energiebehoeften van de auto.
 


 Voor de opslag van de opgewekte elektriciteit wordt een condensator gebruikt die grote
hoeveelheden elektriciteit onmiddellijk opslaat voor direct gebruik.
 


 Er is een DC-DC omzetter ingebouwd die de opgeslagen elektriciteit omlaag
transformeert naar een spanning die voor de elektrische uitrusting van de auto bruikbaar
is.
Elektrische uitrusting
Elektrische uitrusting
Accelerator UIT
Accelerator AANEnergieregeneratie
LadenAccu
Accu Elektrische stroom
Elektrische stroom Motor
Variabele
spanning
dynamo
Variabele
spanning
dynamo Motor
Band BandCondensator
CondensatorDC-DC omzetter
DC-DC omzetter
Kinetische energie
Elektrische spanning
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 248 of 707

4–94
Tijdens het rijden
i-ELOOP
Variabele
spanning
dynamo
CondensatorDC-DC omzetter
OPGELET
Door de volgende onderdelen vloeit hoge spanning, dus deze niet aanraken.
 
 Variabele spanning dynamo 
 DC-DC omzetter 
 Condensator
OPMERKING

 Het brandstofverbruik kan verschillen afhankelijk van hoe de elektrische uitrusting van
de auto gebruikt wordt.
  Als de condensator wordt opgeruimd, altijd een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur raadplegen.
 Zie voor details de volgende URL.  http://www.mazda.com/csr/environment/recycling
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 249 of 707

4–95
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Indikatielampje/
Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van het
i-ELOOP indikatielampje (groen) en de
bedrijfstoestanddisplay.
i-ELOOP indikatielampje (Groen)
(Voertuig zonder type C/type D audio)
Tijdens regeneratie gaat het lampje
branden.
Bedrijfstoestanddisplay (Voertuigen met
type C/type D audio)
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-98 .
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 250 of 707

*Bepaalde modellen.4–96
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type C/type D audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en
de energiebesparing beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in de
display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm en toon het toepassingen scherm.
2. Selecteer de “Brandstofverbruik”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Verbergt de menudisplay.
Toont het toepassingen scherm.
Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid.
Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.
Toont het volgende instelscherm.
Einddisplay in-/uitschakelen In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt aan de
dagteller (Dagteller A)
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 710 next >