ESP MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 284 of 707

*Bepaalde modellen.4–130
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) *
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) is bedoeld om de bestuurder tijdens het
achteruitrijden te assisteren bij het controleren van het gebied aan de achterzijde van de auto
aan beide kanten door de bestuurder te waarschuwen voor de aanwezigheid van voertuigen
die vanaf de achterzijde naderen.
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) bespeurt voertuigen die tijdens het
achteruitrijden uit een parkeerruimte vanaf de linker- en rechterzijde van de auto naderen
en waarschuwt de bestuurder voor mogelijk gevaar met behulp van de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampjes en de waarschuwingszoemer.
Detectiegebieden
Uw auto
Werking van achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
1. Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) functioneert wanneer de
versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische
transmissie) in de achteruitstand (R) gezet wordt.
2. Als er de kans bestaat op een botsing met een naderend voertuig, gaat het
dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingslampje knipperen en wordt tegelijkertijd de
waarschuwingszoemer geactiveerd.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 286 of 707

4–132
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
 


 De rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 10 km/h of hoger.



 Het detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije
muur of geparkeerd voertuig. Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied
van de radarsensor niet meer gehinderd wordt.)
Uw auto
 




 Er nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.
Uw auto






 De auto staat op een helling geparkeerd.
Uw auto






 Het systeem functioneert direct na het indrukken van de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar.
 
 In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingslampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien branden/
knipperen.
De portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs. 


 Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder. 

 Schakel het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) uit wanneer u een aanhanger
trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals een fi etsdrager aan de achterzijde van de auto
hebt geïnstalleerd. Anders zullen de radiogolven die door de radar worden uitgezonden
geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal functioneren.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 287 of 707

*Bepaalde modellen.4–133
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem *
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand *1 al naargelang de
rijsnelheid met behulp van een radarsensor die de afstand ten opzichte van een voorliggend
voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet constant hoeft te
gebruiken.
*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.
Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid en
een waarschuwingsindikatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
 


(Europees model)
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h



(Behalve Europese modellen)
 Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem en rijd
altijd voorzichtig:
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bedoeld om de bestuurder te
ontlasten en hoewel een constante rijsnelheid wordt aangehouden, of specifi eker, er
overeenkomstig de rijsnelheid een constante afstand wordt aangehouden tussen uw
auto en het bespeurde voorliggende voertuig, heeft het systeem detectiebeperkingen
afhankelijk van het soort voorliggende voertuig en de conditie ervan, de
weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Verder is het mogelijk dat het systeem
niet in staat is voldoende af te remmen om een botsing met het voorliggende voertuig
te vermijden als het voorliggende voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in
de rijstrook snijdt, waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 289 of 707

4–135
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan.
 


 De rijsnelheid is als volgt:
(Europees model)
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h
(Behalve Europese modellen)
 Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h



 Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld.



 De handrem is niet aangetrokken.



 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt normaal.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
 


 De keuzehendel staat in een andere stand dan achteruit (R) of neutraal (N).



 Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
(Automatische transmissie)
 


 De keuzehendel staat in de stand (D) of de stand handmatig (M) (handmatige
functie).


 In de volgende gevallen bestaat de kans dat de waarschuwingen niet geactiveerd
worden als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen.
 


 U rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig.



 Direct nadat het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingesteld.



 Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt of direct nadat het gaspedaal is losgelaten.



 Een ander voertuig snijdt in de rijstrook. 

 De volgende objecten worden niet als fysieke objecten herkend.




 Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.



 Voetgangers



 Stilstaande objecten (stilstaande voertuigen, obstakels) 

 Als een voorliggend voertuig met buitengewoon lage snelheid rijdt, bestaat de kans dat
het systeem dit niet correct bespeurt.
  Tijdens het rijden met volgafstandregeling, het systeem niet instellen op tweewielige
voertuigen zoals motorfi etsen en fi etsen.

 Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem niet onder omstandigheden
waarbij de waarschuwingen voor korte volgafstand veelvuldig geactiveerd worden.
  Tijdens het rijden met volgafstandregeling, laat het systeem uw auto accelereren
en snelheid minderen overeenkomstig de snelheid van het voorliggende voertuig.
Als het echter voor een rijbaanverandering noodzakelijk is te accelereren of als het
voorliggende voertuig plotseling afremt waardoor u het voertuig snel dicht nadert,
accelereren met behulp van het gaspedaal of snelheid minderen met behulp van het
rempedaal afhankelijk van de omstandigheden.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 292 of 707

4–138
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste
instelling met behulp van het
gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de
SET
of SET schakelaar wordt
ingedrukt. De ingestelde snelheid en de
afstand-tussen-voertuigen display
gevuld met witte lijnen wordt getoond.
Het indikatielampje (groen) van het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Display
Tijdens het rijden met
constante snelheid
Tijdens het rijden met
volgafstandregeling
OPMERKING
  Als een voorliggend voertuig
wordt bespeurd tijdens het
rijden met constante snelheid,
wordt de voorliggend-voertuig
indikatie getoond en wordt de
volgafstandregeling uitgevoerd.
Wanneer een voorliggend voertuig
niet langer wordt bespeurd, wordt
de voorliggend-voertuig indikatie
uitgeschakeld en schakelt het
systeem terug naar rijden met
constante snelheid.
  Als u sneller rijdt dan de ingestelde
snelheid, is volgafstandregeling
op het voorliggende voertuig niet
mogelijk. Stel het systeem af op de
gewenste rijsnelheid met behulp van
het gaspedaal.
 (Europees model) Bij verandering naar een
inhaalrijstrook en gebruik van de
richtingaanwijzer, levert het systeem
automatisch meer acceleratie als dit
bepaalt dat meer acceleratie vereist
is. Let tijdens het rijden goed op de
weg vóór u omdat u het voorliggende
voertuig te dicht zou kunnen naderen.
Instellen van de afstand tussen
voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter
ingesteld telkens wanneer de
schakelaar
wordt ingedrukt. De afstand tussen
voertuigen wordt langer ingesteld door het
indrukken van de
schakelaar. De
afstand-tussen-voertuigen kan ingesteld
worden op 4 niveaus; lang, midden, kort
en extreem korte afstand.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 302 of 707

*Bepaalde modellen.4–14 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Stadsverkeer-remassistent (SCBS) *
Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is bestemd schade in het geval
van een botsing te beperken door het in werking stellen van de rembesturing (SCBS rem)
wanneer de lasersensor (voor) van het systeem een voorliggend voertuig bespeurt en bepaalt
dat een botsing met het voorliggend voertuig niet te vermijden is. Een botsing kan mogelijk
ook vermeden worden als de relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggend voertuig
minder is dan ongeveer 20 km/h.
Wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt terwijl het systeem in het werkingbereik is
tussen ongeveer 4 en 30 km/h, worden de remmen als extra hulp hard en snel aangetrokken.
(Rembekrachtiging (SCBS rembekrachtiging))
Lasersensor
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 303 of 707

4–149
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
De stadsverkeer-remassistent (SCBS) kan niet beschouwd worden als remedie voor
onveilige rijtechnieken:
Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) biedt geen vrijwaring tegen
onveilig of roekeloos rijgedrag, buitensporig hoge snelheden, bumperkleven (het te
dicht achter een ander voertuig rijden) en het rijden op gladde wegen zoals natte, of met
ijs en sneeuw bedekte wegen (verminderde wrijvingskracht van de banden tengevolge
van een laag water op het wegdek). Ongelukken blijven dan nog steeds mogelijk.
Vertrouw niet volledig op het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS):
 
 Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is enkel bestemd om in het
geval van een botsing schade te verminderen. Wanneer u overmatig op het systeem
vertrouwt en daardoor het gaspedaal of rempedaal per ongeluk intrapt, kan dit een
ongeluk veroorzaken.
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) is een systeem dat in werking treedt in respons
op een voorliggend voertuig. Het is mogelijk dat het systeem tweewielige voertuigen
of voetgangers niet kan bespeuren of hier niet op kan reageren.
  De lasersensor (voor) voor het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
bevindt zich nabij de achteruitkijkspiegel. Neem voor de juiste werking van de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
 

 
 Breng geen stickers aan op de voorruit in de buurt van de lasersensor (voor)
(ook geen doorzichtige stickers). Anders bestaat de kans dat de lasersensor
(voor) voorliggende voertuigen niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken kan
veroorzaken.
 

 
 Breng geen coating op de voorruit aan. Anders bestaat de kans dat de lasersensor
(voor) de voertuigen of obstakels vóór u niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken
kan veroorzaken.
 

 
 De lasersensor (voor) niet demonteren.


 
 Als er barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt
van de lasersensor (voor) zichtbaar zijn, onmiddellijk met het gebruik van de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) stoppen en uw auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur laten inspecteren. Als u
met barsten of krassen op de voorruit in de buurt van de lasersensor (voor) met
de auto blijft doorrijden, bestaat de kans dat het systeem abusievelijk in werking
treedt en een ongeluk veroorzaakt wordt.
  Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) op pagina
4-153 .
 

 
 Raadpleeg voor het vervangen van de voorruitenwissers of de voorruit een
deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 304 of 707

4–150
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, kan het systeem
voorliggende voertuigen niet correct bespeuren. Dit heeft tot gevolg dat de stadsverkeer-
remassistent (SCBS) niet normaal functioneert of abusievelijk functioneert wat een
ernstig ongeluk kan veroorzaken.
Schakel de stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit wanneer de auto op een rollenbank
wordt gezet of gesleept wordt:
Schakel de stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit om te voorkomen dat deze per ongeluk
in werking treedt wanneer de auto op een rollenbank wordt gezet of gesleept wordt. Zie
de volgende pagina voor hoe u de stadsverkeer-remassistent (SCBS) kunt uitschakelen.
Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) op pagina 4-
153 .
OPGELET
  Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of hooi, wordt het aanbevolen de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit te schakelen.
  Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en profi elpatroon. Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto, aangezien de kans bestaat dat de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) niet normaal functioneert.
  De lasersensor (voor) beschikt over een functie die verontreiniging van de voorruit
bespeurt en de bestuurder informeert, echter afhankelijk van de omstandigheden is
het mogelijk dat plastic zakken, ijs of sneeuw op de voorruit niet bespeurd worden. In
dergelijke gevallen kan het systeem niet nauwkeurig een voorliggend voertuig bepalen
en bestaat de kans dat dit niet normaal functioneert. Rijd altijd voorzichtig en let op de
weg vóór u.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 305 of 707

4–151
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) zal niet functioneren als de
bestuurder opzettelijk gebruik maakt van de rijbedieningsorganen (gaspedaal en
stuurwiel).
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) functioneert onder de volgende omstandigheden.




 Wanneer de motor draait.



 Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) brandt niet.



 Bij een rijsnelheid van ongeveer 4 tot 30 km/h.



 Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is niet uitgeschakeld.



 Het DSC systeem is niet defect. 

 De stadsverkeer-remassistent (SCBS) bespeurt een voorliggend voertuig door het
uitzenden van een nabij infrarood laserstraal en het opvangen van de straal die door
de refl ector van het voorliggend voertuig weerkaatst wordt en dit vervolgens voor
de meting te gebruiken. Als gevolg bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) onder de volgende omstandigheden niet functioneert:
 


 Weerkaatsing van de laserstraal is slecht als gevolg van de vorm van het
voorliggende voertuig.
 


 Het voorliggende voertuig is buitengewoon vuil.



 Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.



 De ruitensproeier wordt gebruikt of de voorruitenwissers worden niet gebruikt
wanneer het regent.
 


 Wanneer de voorruit vuil is.



 Het stuurwiel wordt volledig naar links of rechts gedraaid, of u laat de auto snel
accelereren en komt dichtbij het voorliggende voertuig.
 


 Vrachtwagens met lage laadbodems en voertuigen met een buitengewoon lage of
hoge opbouw.
 


 Voertuigen met afwijkende constructies zoals een autotransportvoertuig. 

 Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) niet normaal functioneert.
 


 Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.



 Als er de kans bestaat op gedeeltelijk contact met een voorliggend voertuig.



 Bij het rijden op continu bochtige wegen en het op- en afrijden van uitritten.



 Wanneer lang uitstekende bagage of lading op een gemonteerde dakdrager vervoerd
wordt die de lasersensor (voor) afdekt.
 


 Uitlaatgas van het voertuig vóór u, zand, sneeuw of waterdamp dat uit mangaten en
goten opstijgt en opspattend water.
 


 Bij het slepen van een defect voertuig.



 Bij het rijden met banden met een duidelijk verschillend slijtagepatroon.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 308 of 707

*Bepaalde modellen.4–154
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) *
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indikator en een
waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15 km/h of sneller en
de radarsensor (voor) van het systeem bepaalt dat uw auto met een voorliggend voertuig in
botsing kan komen. Als verder de radarsensor (voor) bepaalt dat een botsing onvermijdelijk
is, wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Bovendien, wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, werken de remmen sneller om de
bestuurder te hulp te komen (voertuigen met remvloeistofvoorvulling).
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd altijd
voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen, niet om ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid
voor het bespeuren van een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel,
weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) uitschakelen om verkeerde bediening te voorkomen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 120 next >