MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 451 of 707

5–103
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
verbindingswijzigingmodus “ LINK
CHANGE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de huidige verbonden
Bluetooth
® audioapparatuur wordt
getoond.
Als op dat moment geen Bluetooth
®
audioapparatuur is verbonden, wordt
de naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur getoond. 4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de naam van de
apparatuur die u wilt verbinden.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
5. Druk de audioregelknop in voor het
selecteren van de apparatuur die u wilt
verbinden.
Het “
” symbool verdwijnt en
“ PAIRING ” knippert in de
audiodisplay.
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ LINK CHANGE ”.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 452 of 707

5–104
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is gemaakt,
wordt het “
” symbool nogmaals
getoond, tezamen met “ LINK
CHANGED ”. “ LINK CHANGED ”
wordt gedurende drie seconden
getoond, vervolgens keert de normale
display terug.
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth® type audioapparatuur wilt
gebruiken dat reeds eerder met de
Bluetooth
® eenheid is gepaard, dient
de verbinding gewijzigd te worden
naar deze apparatuur.
  Als zich tijdens het verbinden
van apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie
seconden op de display en keert
de display terug naar “ LINK
CHANGE ”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie
van de apparatuur in de auto (niet
in de bagageruimte of in een
metalen doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
  Het selecteren van apparatuur
is ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning. Verifi ëren van de huidige verbonden
apparatuur
Schakel over naar de modus voor
verbindingswijziging. (Zie “Wijzigen
van de verbinding naar Bluetooth
®
audioapparatuur”)
De naam van de apparatuur die als eerste
wordt getoond is de apparatuur die op dat
moment is verbonden.
Wissen van een apparaat
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paring verwijderen
modus “ PAIR DELETE ” in de
“ BT SETUP ” modus. (Zie voor
bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gepaarde apparatuur
die u wilt verwijderen.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 453 of 707

5–105
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden.
Als enkel één stuks apparatuur is
gepaard, wordt enkel de naam van deze
apparatuur getoond.
5. Als een andere selectie dan
“ GO BACK ” is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“ SURE ? NO ” getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar “ SURE ?
YES ”.
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
-Rechtsom: “ SURE ? YES ” wordt op de
display getoond
-Linksom: “ SURE ? NO ” wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen apparatuur.
OPMERKING
Selecteer “ GO BACK ” en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de “ PAIR DELETE ” display.
8. Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt “ PAIR DELETED ” gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van de
gepaarde apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie seconden
op de display en keert de display terug
naar “ LINK DELETE ”.
Informatiedisplay van Bluetooth
®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
modus voor weergave van
paringapparatuurinformatie “ DEVICE
INFO ” in de “ BT SETUP ” modus. (Zie
voor bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth
® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
® eenheid die u wilt zien.
Apparatuurnaam
BT adres
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ DEVICE INFO ”.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 454 of 707

5–106
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Beschikbare talen (Type A/Type B)
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
  Als de taalinstelling wordt veranderd,
blijft de apparatuurregistratie
behouden.
  Telefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd, moeten
opnieuw in het telefoonboek van de
nieuwe taal ingevoerd worden.
  Voer deze stappen uit alvorens
u begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
afl eidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Taal”
5. Prompt: “Selecteer een taal: Engels,
Frans, Spaans, Italiaans, Duits,
Nederlands of Portugees.” 6. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Spreek
de gewenste taal uit: “Engels”,
“Frans”, “Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands”, of “Portugees”)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
7. Prompt: “Frans (Gewenste taal) is
geselecteerd. is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).
(Methode 2)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Zeg
de gewenste taal: “Engels”, “Frans”,
“Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands”, of “Portugees”).
(Verander de gewenste taal door de
naam van de taal te zeggen.)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 455 of 707

5–107
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
3. Prompt: “Wilt u de taal veranderen
naar het Frans (Gewenste taal) ?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
5. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).
Spraakherkenning (Type A/Type
B)
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Activeren van het hoofdmenu: Druk de
opnementoets of sprekentoets kort in.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
 


 Houd de sprekentoets ingedrukt.



 Druk op de ophangtoets.
Overslaan van de gesproken begeleiding
(voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
OPMERKING
  Het Bluetooth ® handsfree systeem is
gebruiksklaar enkele seconden nadat
het contact op ACC of ON is gezet
(minder dan 15 seconden vereist).
  Bij bediening van de audio-installatie
of de airconditioning kunnen tijdens
het gebruik van Bluetooth
® handsfree
de pieptonen of de gesproken
begeleiding (audio-installatie) niet
worden gehoord.
Begeleiding
In de begeleiding wordt het gebruik van
Bluetooth
® handsfree verklaard.
Doe het volgende om de begeleiding te
activeren:
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Handleiding”
3. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Help” of “Terug” zijn opdrachten die
tijdens spraakherkenning steeds kunnen
worden gebruikt.
Gebruik van de helpfunctie
De helpfunctie informeert de gebruiker
over alle beschikbare spraakopdrachten
onder de huidige omstandigheden.
1. Zeg: [Geluidssignaal] “Help”
2. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Terug naar vorige bedieningsmodus
Deze opdracht is om vanuit de
spraakherkenningsmodus terug te keren
naar de vorige bedieningsmodus.
Zeg: [Geluidssignaal] “Terug”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 456 of 707

5–10 8
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
 




Tijdens de gesproken begeleiding
of het klinken van de zoemer is
gebruik van de spraakherkenning
niet mogelijk. Wacht totdat de
gesproken begeleiding of de pieptoon
is beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.
 


 Dialecten of een andere bewoording
dan de handsfree prompts kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
 


 Het is niet nodig recht voor de
microfoon te gaan zitten of er
naar toe over te leunen. Spreek de
spraakopdrachten uit en houd daarbij
een veilige rijpositie aan.
 


 Spreek niet te langzaam of te luid.



 Spreek duidelijk, zonder te pauzeren
tussen woorden en getallen.
 


 Sluit bij gebruik van Bluetooth ®
handsfree de ramen en/of het schuifdak
om harde geluiden van buiten de auto
te verminderen of stel de luchtstroming
van het airconditioningsysteem lager af.
 


 Zorg er voor dat de luchtroosters de
luchtstroom niet omhoog naar de
microfoon richten.
OPMERKING
Als de prestaties van de
spraakherkenning onvoldoende zijn.
Zie Spraakherkenningleerfunctie
(gebruikerspraakregistratie) (Type A/
Type B) op pagina 5-110 .
Zie Oplossen van problemen op pagina
5-148 .
Beveiligingsinstelling (Type A/Type
B)
Als een wachtwoord is ingesteld, kan het
systeem niet geactiveerd worden tenzij het
wachtwoord wordt ingevoerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afl eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
Wachtwoord instellen
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is
gedeactiveerd. Wilt u deze activeren?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Spreek een 4-cijferig
wachtwoord in. Onthoud dit
wachtwoord. Er zal om gevraagd
worden om dit systeem te gebruiken.”
8. Zeg: [Geluidssigaal] “XXXX” (Zeg
een gewenst 4-cijferig wachtwoord,
“PCode”.)
9. Prompt: “Wacht woord XXXX
(Wacht woord, PCode). is dit nummer
correct?”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
11. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 457 of 707

5–109
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gebruik van Bluetooth ® handsfree met
een wachtwoord
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Prompt: “Handenvrije systeem is
geblokkeerd. Voer het wachtwoord in
om verder te gaan.”
3. Zeg: [Geluidssigaal] “XXXX” (Zeg het
ingestelde wachtwoord, “PCode”.)
4. Als het correcte wachtwoord wordt
ingevoerd, kondigt de gesproken
begeleiding “XXXXXX... (Bijv.
“Mary's apparatuur”) (apparatuurnaam)
is aangesloten” wordt aangekondigd.
Als het wachtwoord niet correct is,
wordt door de gesproken begeleiding
“XXXX (4-cijferig wachtwoord,
Pcode) wachtwoord onjuist, probeer het
nogmaals” aangekondigd.
Annuleren van het wachtwoord
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afl eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd.
Wilt u deze deactiveren?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Wachtwoord is
gedeactiveerd.”
Bevestigingsprompts
De bevestigingsprompt bevestigt de
opdrachtinhoud naar de gebruiker toe
alvorens verder te gaan naar de procedure
die door de gebruiker is aangevraagd.
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
leest het systeem de eerder ontvangen
spraakinvoeropdracht op en bevestigt of de
opdracht correct is alvorens door te gaan
met de uitvoer van de opdracht.
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
ingeschakeld:
(Bijv. “Belt John's apparaat. is dit nummer
correct?”)
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
uitgeschakeld:
(Bijv. “Belt John's apparaat.”)
OPMERKING
Als de bevestigingspromptfunctie
is uitgeschakeld wanneer u een
alarmnummer belt, leest het systeem de
opdracht op en bevestigt deze alvorens
de opdracht uit te voeren.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Bevestiging
prompts”
5. Prompt: “Bevestiging prompts staat
aan/uit. Wilt u bevestiging prompts
aanzetten/uitzetten?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Bevestiging prompts staat
uit/aan.”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 458 of 707

5–110
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Spraakherkenningleerfunctie
(gebruikerspraakregistratie) (Type
A/Type B)
Met de spraakherkenningleerfunctie
is spraakherkenning mogelijk
overeenkomstig de karakteristieken
van de spraak van de gebruiker. Als de
herkenning van de spraakinvoeropdrachten
gericht aan het systeem niet adequaat
is, kan met behulp van deze functie de
spraakherkenning van de gebruiker door
het systeem in grote mate verbeterd
worden. Als uw spraak voldoende herkend
kan worden zonder gebruik van deze
functie, zult u het extra voordeel van deze
functie mogelijk niet bemerken. Voor het
registreren van uw spraak, dient de lijst
met spraakinvoeropdrachten opgelezen
te worden. Lees de lijst op nadat u de
auto geparkeerd heeft. Voer de registratie
uit op een plek die zo rustig mogelijk
is 5-107 . De registratie dient volledig
uitgevoerd te worden. De vereiste tijd
is enkele minuten. De gebruiker dient
in de bestuurdersstoel te zitten met de
lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenning open op de hieronder
aangegeven pagina.
Wanneer spraakherkenning leren voor
de eerste keer wordt gebruikt
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
4. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
5. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1” )
6. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
7. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken.
Opnieuw leren van spraakherkenning
Als spraakherkenning leren reeds is
gebeurd.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Opnieuw
inspreken”
5. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 459 of 707

5–111
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
8. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken.
Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende punten
in acht genomen te worden:
 


 Lees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op.
  (Bijvoorbeeld, “1234” moet opgelezen
worden als “eén, twee, drie, vier”, niet
“twaalf, vierendertig”.)
 


 Lees geen haakjes op. “ (” en
koppeltekens “-” worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.
Bijv.
“ (888) 555-1212” moet worden
uitgesproken als “Acht, acht, acht, vijf,
vijf, vijf, eén, twee, eén, twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help
OPMERKING
  De zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
  Nadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding “Spraakregistratie is
compleet” aangekondigd.
Spraakherkenning leren aan/uit
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Inspreken”
3. Prompt: “Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Deactiveren” of
“Activeren”.
5. Wanneer “Deactiveren”
wordt uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren uitgeschakeld.
Wanneer “Activeren” wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren ingeschakeld.
6. Prompt: “Spraakregistratie is
gedeactiveerd/geactiveerd.”
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 460 of 707

5–112
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gereed maken van Bluetooth ®
(Type C/Type D)
Paren van apparatuur
Voor het gebruik van Bluetooth
® audio
en handsfree moet de apparatuur
uitgerust met Bluetooth
® aan de hand
van de volgende procedure met de
eenheid gepaard worden. Maximaal
zeven apparaten zoals Bluetooth
®
audioapparatuur en handsfree mobiele
telefoons kunnen gepaard worden.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het Bluetooth ®
systeem gedurende 1 of 2 minuten nadat
het contact op ACC of ON is gezet niet
functioneert. Dit duidt echter niet op een
probleem. Controleer dat de Bluetooth
®
instelling op het apparaat in orde is en
probeer het Bluetooth ® apparaat vanaf
de auto opnieuw in te stellen als het
Bluetooth
® systeem na 1 of 2 minuten
niet automatisch verbinding maakt.
Paringprocedure
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer
om het
bericht te tonen en over te schakelen
naar gebruik van de apparatuur.
6. Voer met behulp van uw apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
7. Kies “Mazda” uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht. 8. (Apparaat met Bluetooth
® versie 2.0)
Voer de getoonde 4-cijferige
paringcode op de apparatuur in.
(Apparaat met Bluetooth
® versie 2.1
of hoger)
Controleer dat de getoonde 6-cijferige
code op de audio-installatie ook op de
apparatuur wordt getoond en raak
aan.
Afhankelijk van het mobiele apparaat
is het mogelijk dat toestemming voor
verbinding en telefoonboektoegang is
vereist.
9. Als paring gelukt is, worden de functies
van het apparaat dat aangesloten is op
Bluetooth
® getoond.
10. (Apparatuur dat compatibel is met
de Mazda e-mail/SMS functie)
SMS (korte berichtenservice) berichten
en e-mail worden automatisch op het
apparaat gedownload. Afhankelijk
van het apparaat dient er mogelijk
een downloadtoestemming voor uw
apparaat ingesteld te worden.
OPMERKING
Voor het automatisch downloaden van
de belhistorie en berichten, moeten alle
automatische downloadinstellingen zijn
ingeschakeld.
Zie Communicatie-instellingen op
pagina 5-133 .
Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdentifi ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, wordt de verbindingsstatus van het
apparaat getoond op de middendisplay.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 411-420 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 471-480 481-490 491-500 ... 710 next >