MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 531 of 707

6–23
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Motorolie
OPMERKING
Het verversen van de motorolie dient door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur te worden gedaan.
Aanbevolen olie
Voor het behouden van de onderhoudsinterval (pagina 6-3 ) en ter bescherming van de motor
tegen beschadiging door slechte smering, is het van vitaal belang gebruik te maken van
motorolie met de juiste specifi catie. Gebruik geen olie die niet voldoet aan de hieronder
vermelde specifi caties of vereisten. Gebruik van ongeschikte olie kan motorschade
veroorzaken welke niet door de Mazda garantie wordt gedekt.
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
Originele Mazda Olie Ultra 5W-30
API SL/SM/SN of ACEA A3/A5 Originele Mazda Olie Supra 0W-20
Alternatieve oliekwaliteit Aanbevolen olies
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
Soort
5W-30 0W-20
(SKYACTIV-G 2.0) Europa
*1 Gebruik API SM/SN in Kazachstan.
*1
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 532 of 707

6–24
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
Originele Mazda Olie Ultra DPF 5W-30
ACEA C3 Originele Mazda Olie Supra DPF 0W-30
Alternatieve oliekwaliteit Aanbevolen olies
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
Soort
5W-30 0W-30
(SKYACTIV-D 1.5)
Soort
API SG/SH/SJ/SL/SM/SN of
ILSAC GF-II/GF-III/GF-IV/GF-V
(SKYACTIV-G 2.0)
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
Behalve Europa
SoortTemperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
ACEA C3
–30 –20 –10 0
1020 30
40
–200
2040
60
80100
–40
–40
(SKYACTIV-D 1.5)
De viscositeit van de motorolie, of dikte, is van invloed op het brandstofverbruik en op de
werking van de motor (starten en oliecirculatie) bij lage buitentemperaturen.
Motoroliesoorten met een lage viscositeit verlagen het brandstofverbruik en verbeteren de
prestaties bij lage buitentemperaturen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 533 of 707

6–25
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Neem bij het kiezen van olie het bereik van de buitentemperaturen in acht waarbij u uw auto
tot aan de volgende olieverversingsbeurt gaat gebruiken.
Kies vervolgens aan de hand van de bovenstaande tabel de aanbevolen olieviscositeit.
OPGELET
  Het gebruik van oliesoorten met een andere viscositeit dan welke is aanbevolen voor
de betreffende buitentemperatuur, kan beschadiging van de motor tot gevolg hebben.
 
(SKYACTIV-D 1.5) SKYACTIV-D 1.5 maakt gebruik van speciaal voorgeschreven olie. Controleer de
specifi catie in het instruktieboekje. Als andere motorolie dan de voorgeschreven
olie wordt gebruikt, zal de effectieve periode van gebruik van het dieseldeeltjesfi lter
verkort worden of bestaat de kans dat het dieseldeeltjesfi lter beschadigd wordt.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 534 of 707

6–26
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPMERKING
(SKYACTIV-G 2.0)
 
 Het is bij alle motoren normaal dat onder normale rijomstandigheden olie wordt
verbruikt.
 Het is mogelijk dat het motorolieverbruik oploopt tot 0,8 liter/1000 km. Dit kan het
gevolg zijn van verdamping, interne ventilatie of verbranding van de smerende olie in
de werkende motor. Het is mogelijk dat het olieverbruik hoger is wanneer de motor
nog nieuw is als gevolg van het inrijdingsproces. Het olieverbruik is ook afhankelijk
van het motortoerental en de motorbelasting. Onder extreme rijomstandigheden is het
mogelijk dat het olieverbruik hoger is.
(SKYACTIV-D 1.5)
 
 Telkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de
auto zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindikatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden. Neem
voor het terugstellen van de motorstuureenheid contact op met een deskundige
reparateur of een offi ciële Mazda reparateur of zie de procedure voor het terugstellen
van de motorstuureenheid op pagina 6-27 .
 Inspecteer het motoroliepeil regelmatig. Als bij het inspecteren van de motorolie
het motoroliepeil hoger is dan het “X” merkteken op de peilstok, de motorolie
verversen. Dit dient te worden uitgevoerd door een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur. Inspecteer bij het verversen van de motorolie het
motoroliepeil met behulp van de oliepeilstok en vul zodanig bij dat het motoroliepeil
binnen het bereik is van Vol en Laag zoals getoond in de afbeelding.

X merkteken Vo l Laag
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 535 of 707

6–27
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Terugstellen van de motorstuureenheid
OPMERKING
Deze procedure is bedoeld voor voertuigen met SKYACTIV-D 1.5 en voertuigen met
SKYACTIV-G 2.0 waarbij de fl exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van
de motorolie is geselecteerd.
Laat na het verversen van de motorolie een reparateur zoals bijvoorbeeld een offi ciële
Mazda reparateur het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de
geregistreerde waarde uitvoeren. Als de waarde die door de computer is geregistreerd niet
wordt geïnitialiseerd, bestaat de kans dat het moersleutelindikatielampje niet uitgaat of
eerder dan normaal gaat branden.
OPMERKING
Het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de geregistreerde waarde
kan als volgt worden uitgevoerd:
1. Zet het contact op OFF.
2. Zet het contact op ON terwijl u de keuzeschakelaar ingedrukt houdt en blijf de
keuzeschakelaar gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt houden totdat het
hoofdwaarschuwingslampje
gaat knipperen. 
Keuzeschakelaar
3. Nadat het hoofdwaarschuwingslampje enkele seconden heeft geknipperd, is
de initialisatie voltooid
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 536 of 707

6–28
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Controle van het motoroliepeil
1. Controleer of de auto op een vlakke
ondergrond staat.
2. Laat de motor warmdraaien totdat deze
de normale bedrijfstemperatuur bereikt
heeft.
3. Zet de motor stop en wacht tenminste
5 minuten om de olie naar het carter te
laten terugvloeien.
4. Trek de peilstok naar buiten, veeg deze
schoon en steek deze weer volledig in.
SKYACTIV-G 2.0
Vol
Laag In orde
SKYACTIV-D 1.5
Vol
In orde
Laag
OPMERKING
(SKYACTIV-D 1.5)
Bij het inspecteren van het motoroliepeil
de peilstok recht naar buiten trekken,
zonder deze te draaien. Bij het weer
insteken van de peilstok deze steeds
insteken zonder te draaien, zodat het
“X” merkteken in de richting van de
voorzijde van de auto wijst.
5. Trek de peilstok weer naar buiten en
controleer het oliepeil.
Het oliepeil is normaal als dit tussen
Laag en Vol staat.
Indien het peil in de nabijheid van of
onder Laag is, voldoende olie bijvullen
om het peil op Vol te brengen.
OPGELET
Vul niet teveel motorolie bij. Dit kan
beschadiging van de motor veroorzaken.
6. Let er op of de O-ring op de peilstok
goed op zijn plaats zit alvorens de
peilstok opnieuw in te steken.
7. Steek de peilstok volledig in.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 537 of 707

6–29
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Motorkoelvloeistof
Controleren van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als
de motor gedraaid heeft, kunnen
delen van de motorruimte bijzonder
heet worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.
Zet het contact uit en let er op dat
de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet
en de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien.
U zou door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
WAARSCHUWING
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur heet
zijn, kan kokend hete koelvloeistof en
stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof dient
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar—aan het begin
van het winterseizoen—en alvorens naar
streken te reizen waar de temperaturen tot
onder het vriespunt kunnen dalen.
Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 538 of 707

6–30
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen
de F of FULL en L streepjes op het
koelvloeistofreservoir te bevinden
wanneer de motor koud is.
SKYACTIV-G 2.0
Dop van koelsysteem Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
SKYACTIV-D 1.5
Dop van koelsysteem Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
Indien het peil zich in de nabijheid van of
bij L bevindt, voldoende koelvloeistof in
het reservoir bijvullen voor beveiliging
tegen bevriezing en corrosie en het peil tot
bij F of FULL brengen.
Na het bijvullen van koelvloeistof de dop
van de koelvloeistofreservoirtank stevig
vastdraaien.
OPGELET
  Radiateurkoelvloeistof tast de laklaag
aan.
 Spoel dit bij morsen onmiddellijk af.
 
 Gebruik enkel zacht
(gedemineraliseerd) water in het
koelvloeistofmengsel. Water dat
mineralen bevat doet afbreuk
aan de effectieve werking van de
koelvloeistof.
  Niet enkel water toevoegen.
Steeds bijvullen met een juist
koelvloeistofmengsel.
  De motor heeft aluminium
onderdelen en dient beschermd te
worden door een koelvloeistof op
ethyleen-glycol basis om corrosie en
bevriezing te voorkomen.
  GEBRUIK GEEN
koelvloeistofsoorten welke alcohol,
methanol, boraat of silicaat bevatten.
 Deze koelvloeistofsoorten kunnen
het koelsysteem beschadigen.
  MENG GEEN alcohol of methanol
met de koelvloeistof. Dit kan het
koelsysteem beschadigen.
  Gebruik geen oplossing die meer dan
60% antivries bevat.
 Dit vermindert de effectieve werking.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 539 of 707

6–31
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
OPGELET
 
 Als de aanduiding “FL22” op of in de
buurt van de koelsysteemdop wordt
aangegeven, wordt bij vervanging
van de motorkoelvloeistof gebruik
van FL-22 aanbevolen. Gebruik van
andere motorkoelvloeistof dan FL-22
kan ernstige schade aan de motor en
het koelsysteem toebrengen.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
als het koelvloeistofreservoir leeg is of
u regelmatig nieuwe koelvloeistof moet
bijvullen.
Rem/koppelingsvloeistof
Controle van het niveau van de
rem/koppelingsvloeistof
WAARSCHUWING
Laat de remmen inspecteren als het
niveau van de rem/koppelingsvloeistof
laag is:
Een laag niveau van de rem/
koppelingsvloeistof is gevaarlijk.
Een laag niveau kan duiden op slijtage
van de remvoeringen of een lekkage
in het remsysteem wat weigeren
van de remmen en een ongeluk kan
veroorzaken.
Het remsysteem en de koppeling
betrekken de vloeistof van hetzelfde
reservoir.
Controleer regelmatig het vloeistofniveau
in het reservoir. Het peil dient tussen
de MAX en MIN streepjes te worden
gehouden.
Het niveau gaat naargelang het aantal
gereden kilometers toeneemt geleidelijk
omlaag. Dit is normaal en houdt
verband met de slijtage van de rem/
koppelingsvoeringen. Laat het rem/
koppelingssysteem door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur controleren, indien het
niveau buitengewoon laag is.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 540 of 707

6–32
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Model met links stuur
Model met rechts stuur
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
Controle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries
in plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.
E
Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt.
Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 491-500 501-510 511-520 521-530 531-540 541-550 551-560 561-570 571-580 ... 710 next >