gas type MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 41 of 707

2–21
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
WAARSCHUWING
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk
vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur de voorspanners van
de veiligheidsgordels en de airbags
inspecteren. Juist zoals de airbags
functioneren de voorspanners
en drukbegrenzers van de
veiligheidsgordels slechts eenmaal en
moeten deze na elke botsing waarbij
deze geactiveerd werden worden
vernieuwd. Als de voorspanners van de
veiligheidsgordels en drukbegrenzers
niet vernieuwd worden, zal het risico
van letsel bij een botsing toenemen.
Breng nooit wijzigingen aan de
onderdelen of de bedrading aan
en gebruik nooit elektronische
testapparatuur op het
voorspannersysteem:
Het aanbrengen van wijzigingen aan
onderdelen of de bedrading van het
voorspannersysteem, zoals bijvoorbeeld
het gebruik van elektronische
testapparatuur is gevaarlijk. De
kans bestaat dat het systeem dan per
ongeluk geactiveerd of onbruikbaar
gemaakt wordt, waardoor dit tijdens
een ongeval niet in werking kan treden.
De kans bestaat dan dat bestuurder,
voorpassagier of monteurs ernstig letsel
oplopen.
WAARSCHUWING
Ruim het voorspannersysteem op de
juiste wijze op:
Het op verkeerde wijze opruimen
van het voorspannersysteem of het
slopen van een auto waarvan het
voorspannersysteem niet eerst onklaar
is gemaakt, is gevaarlijk. Ernstig
letsel kan het gevolg zijn wanneer
niet alle veiligheidsmaatregelen in
acht worden genomen. Laat een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur het
voorspannersysteem veilig opruimen
of een auto uitgerust met een
voorspannersysteem slopen.
OPMERKING
  Het is mogelijk dat het
voorspannersysteem niet
functioneert, afhankelijk van het type
botsing. Zie voor bijzonderheden,
Criteria voor SRS airbag activering
(pagina 2-59 ).

 Bij het in werking treden van de
airbags en de voorspanners zal er
enige rook (een niet-toxisch gas)
vrijkomen. Dit duidt echter niet op
brand. Dit gas heeft normaal geen
effect op de inzittenden, echter
bij personen met gevoelige huid
is het mogelijk dat er een lichte
huidirritatie optreedt. Als er restanten
van de activering van de airbags of
van het voorspannersysteem van de
veiligheidsgordels op de huid of in
de ogen terechtkomt, dit zo spoedig
mogelijk met water afspoelen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 139 of 707

3–57
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
OPMERKING
Gebruik uitsluitend sneeuwkettingen op
de voorwielen.
Vloermat
WAARSCHUWING
Zet de vloermatten met de
doorvoerbuisjes of de houders vast
om te voorkomen dat deze onder
de voetpedalen beklemd raken
(bestuurderszijde):
Gebruik van een vloermat die niet goed
is bevestigd is gevaarlijk aangezien deze
de bediening van het gas- en rempedaal
(bestuurderszijde) zal hinderen wat een
ongeluk kan veroorzaken.
Gebruik enkel een vloermat die
overeenkomt met de vorm van de vloer
aan de bestuurderszijde en plaats deze
in de juiste richting.
Zet de vloermat vast met gebruik van de
doorvoerbuisjes of houders.
Er zijn diverse manieren om
vloermatten vast te zetten afhankelijk
van het gebruikte type, dus zet de mat
vast overeenkomstig het type.
Controleer na het aanbrengen van de
vloermat dat deze niet heen en weer
of van voren naar achteren schuift en
dat er voldoende ruimte is tussen de
mat en de gas- en rempedalen aan de
bestuurderszijde.
Nadat u voor schoonmaken of om
een andere reden de vloermat heeft
verwijderd, deze altijd weer stevig op
zijn plaats aanbrengen en daarbij de
zojuist vermelde voorzorgsmaatregelen
in acht nemen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 140 of 707

3–58
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
WAARSCHUWING
Breng geen twee vloermatten bovenop
elkaar aan de bestuurderszijde aan:
Het aanbrengen van twee vloermatten
bovenop elkaar aan de bestuurderszijde
is gevaarlijk aangezien de
opsluitpennen enkel het naar voren
schuiven van één vloermat kunnen
voorkomen.
Losse vloermat(ten) kunnen de
bediening van de voetpedalen hinderen
en een ongeluk veroorzaken.
Wanneer u in de winter een zwaarder
type vloermat gebruikt, altijd de
oorspronkelijke vloermat verwijderen.
Bij het plaatsen van een vloermat, deze
bevestigen door de openingen of sluitingen
ervan op de uitsteeksels van de opstaande
klemmen te steken.
Op eigen kracht
lostrekken
van de auto
WAARSCHUWING
Laat de wielen nooit met hoge snelheid
doordraaien en let er op dat bij het
aanduwen van de auto niemand achter
een wiel staat:
Het is gevaarlijk wanneer de auto
is vastgeraakt en u de wielen met
hoge snelheid laat doordraaien. De
draaiende band kan oververhit raken
en uit elkaar springen. Dit kan ernstig
letsel tot gevolg hebben.
OPGELET
Wanneer u te lang achter elkaar probeert
de auto op eigen kracht los te trekken
kan dit defekten aan de motor of het
aandrijfaggregaat of beschadiging van
de banden tot gevolg hebben.
Als u de auto op eigen kracht moet
lostrekken uit sneeuw, zand of modder,
het gaspedaal een weinig indrukken en de
keuzehendel voorzichtig van 1 (D) naar R
verplaatsen.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 206 of 707

4–52
Tijdens het rijden
Transmissie
Actieve Aangepaste
Overschakeling (AAS)
Met de Actieve Aangepaste
Overschakeling (AAS) worden de
overschakelpunten van de transmissie
automatisch geregeld en optimaal
aangepast aan de rijomstandigheden
en het rijgedrag van de bestuurder.
Dit verbetert het rijcomfort. Het is
mogelijk dat de transmissie naar de
AAS modus overschakelt bij het op- en
afrijden van hellingen, het maken van
bochten, het rijden op grote hoogte, of
het snel intrappen van het gaspedaal
terwijl de keuzehendel in de stand
D staat. Afhankelijk van de weg- en
rijomstandigheden/besturing van de auto,
bestaat de kans dat het overschakelen
vertraagd of niet plaatsvindt. Dit duidt
echter niet op een probleem omdat de
AAS modus de optimale schakelstand zal
aanhouden.
Schakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem voorkomt dat
u vanuit stand P kunt overschakelen tenzij
u het rempedaal indrukt.
Overschakelen vanuit P:
1. Houd het rempedaal ingedrukt.
2. Start de motor.
3. Houd de ontgrendeltoets ingedrukt.
4. Verplaats de keuzehendel.
OPMERKING
  Wanneer het contact op ACC wordt
gezet of het contact wordt uitgezet,
kan de keuzehendel niet vanuit stand
P overgeschakeld worden.
  Het contact kan niet op OFF gezet
worden als de keuzehendel niet in P
staat.
Ontgrendelpal van
overschakelblokkering
Als bij gebruik van de juiste
overschakelprocedure de keuzehendel
niet vanuit P verplaatst kan worden, het
rempedaal ingedrukt blijven houden.
Type A
1. Verwijder het kapje van
de ontgrendelpal van de
overschakelblokkering met behulp van
een platte schroevendraaier die met een
doek is omwikkeld.
2. Steek een schroevendraaier naar binnen
en duw deze naar beneden.
Deksel
3. Houd de ontgrendeltoets ingedrukt.
4. Verplaats de keuzehendel.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 207 of 707

4–53
Tijdens het rijden
Transmissie
5. Breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur om het systeem te
laten controleren.
Type B
1. Houd de toets ingedrukt en druk de
ontgrendeltoets in.
Ontgrendeltoets
toets
2. Verplaats de keuzehendel.
3. Breng de auto naar een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur om het systeem te
laten controleren.
Modus voor handbediende
overschakeling
De modus voor handbediende
overschakeling geeft u het gevoel met een
auto met handgeschakelde versnellingsbak
te rijden doordat u de keuzehendel
handmatig kunt bedienen. Dit maakt dat
u het motortoerental en het koppel naar
de aangedreven wielen kunt regelen,
precies zoals bij een handgeschakelde
versnellingsbak, in het geval meer controle
gewenst is. Voor het overschakelen naar de modus
voor handbediende overschakeling, de
keuzehendel van D naar M verplaatsen.
OPMERKING
Door tijdens het rijden te veranderen
naar de modus voor handbediende wordt
de transmissie niet beschadigd.
Om terug te keren naar de automatische
overschakelfunctie, de hendel van M naar
D verplaatsen.
OPMERKING
  Als u overgaat naar de modus
voor handbediende overschakeling
wanneer de auto tot stilstand
is gebracht, zal de versnelling
overschakelen naar M1.
  Als u bij het rijden in bereik D, 5de
versnelling/6de versnelling, overgaat
naar de modus voor handbediende
overschakeling zonder het gaspedaal
in te trappen, zal de versnelling
overschakelen naar M4/M5.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 214 of 707

4–60
Tijdens het rijden
Transmissie
Type A
Versnellingspositie-indikatie
Directe modus indikatie
Type B
Versnellingspositie-indikatie
Directe modus indikatie
Type C
Indikatie voor handbediende overschakeling
Versnellingspositie-indikatie
OPMERKING
In de directe modus bestaat de kans
dat afhankelijk van de rijsnelheid
opschakelen en terugschakelen niet
mogelijk is. Aangezien de directe
modus wordt geannuleerd (ontgrendeld)
afhankelijk van de mate van acceleratie
of als het gaspedaal volledig wordt
ingetrapt, wordt gebruik van de modus
voor handbediende overschakeling
aanbevolen als u gedurende een langere
periode in een bepaalde versnelling
moet rijden.
Rijtips
WAARSCHUWING
Laat de auto niet in een richting rijden
die tegenovergesteld is aan de richting
die met de keuzehendel is gekozen:
Laat de auto niet achteruit rijden met
de keuzehendel in een vooruitstand,
of laat de auto niet vooruit rijden met
de keuzehendel in de achteruitstand.
Anders zal de motor afslaan
wat tot verlies van de rem- en
stuurbekrachtigingsfuncties leidt
waardoor de auto moeilijk bestuurbaar
wordt en ongelukken veroorzaakt
kunnen worden.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 696 of 707

10–8
Index
Slepen
Trekken van caravans en aanhangers
(Europa/Rusland/Turkije/Israël/Zuid-
Afrika) ........................................... 3-64
Slepen in noodgevallen
Sleepmethoden .............................. 7-33
Sleepogen/Transporthaken ............ 7-35
Slepen/transport
Haak .............................................. 7-35
Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-55
Sleutel-in-bagageruimte-achtergelaten
waarschuwingspieptoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) .............. 7-55
Sleutels .................................................. 3-2
Sleutel-uit functie ............................ 3-9
Zender ............................................. 3-5
Sleutel-uit-auto-verwijderd
waarschuwingspieptoon ...................... 7-54
Sleutel-uit functie .................................. 3-9
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ................................................. 4-154
Indikatielampje van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS)
(rood) ........................................... 4-156
Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-156
Waarschuwing voor botsing ........ 4-156
Smering van de carrosserie ................. 6-33
Snelheidseenheidkeuzeschakelaar ...... 4-26
Snelheidsmeter .................................... 4-26
Spiegels
Binnenspiegel ................................ 3-39
Buitenspiegels ............................... 3-37
Spiegelverwarming ............................. 4-80
Stadsverkeer-remassistent (SCBS) ... 4-148
Start-blokkeersysteem ......................... 3-47 Starten in noodgevallen
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 1.5) ...................... 7-30
Starten door aanduwen .................. 7-29
Starten van een verzopen motor
(SKYACTIV-G 2.0) ...................... 7-29
Starten met een hulpaccu .................... 7-26
Starten van de motor ............................. 4-6
Stekkerbus voor accessoires ............. 5-154
Stuurbekrachtiging ............................ 4-106
Stuurwiel ............................................. 3-36
Claxon ........................................... 4-80
T
Technische gegevens ............................. 9-5
Thuiskomstverlichtingsysteem ........... 4-66
Toerenteller ......................................... 4-30
U
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 1.5) ............................ 3-32
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-G 2.0) ............................ 3-31
V
Veiligheidsgordelsysteem
2-punts type ................................... 2-22
3-punts type ................................... 2-18
Noodblokkering............................. 2-17
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
de veiligheidsgordels ..................... 2-13
Zwangere vrouwen ........................ 2-16
Vernieuwen
Banden........................................... 6-47
Gloeilampen .................................. 6-50
Ruitenwisser .................................. 6-34
Sleutelbatterij ................................ 6-41
Wiel ............................................... 6-48
Zekering ........................................ 6-59
Vertrekverlichtingsysteem ................... 4-67
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC