display MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 187 of 719

4–31
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Alhoewel de indicatie voor de
afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof
een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens
bijtanken noodzakelijk wordt, zo
spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
  De indicatie verandert mogelijk niet
tenzij u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
  De afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de
auto gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter
die de resterende brandstofvoorraad
aangeven verdwijnen.
  Als er geen historische
brandstofverbruikgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist
heeft aangeschaft of de gegevens
als gevolg van het losmaken van
de accukabels zijn gewist, is het
mogelijk dat de feitelijke afstand
die met de voorradige brandstof kan
worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt. Huidige brandstofverbruikmodus
Deze stand geeft het huidige
brandstofverbruik aan, berekend op
basis van de verbruikte brandstof en de
afgelegde afstand.
Het huidige brandstofverbruik wordt
berekend en zal elke 2 seconden worden
getoond.


Wanneer u de snelheid heeft teruggebracht
tot ongeveer 5 km/h, zal - - - L/100 km op
de display worden aangegeven.


Page 188 of 719

4–32
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Toerenteller *
De toerenteller geeft het motortoerental
in duizenden omwentelingen per minuut
(omw/min) aan.
OPGELET
Laat de motor niet met de naald van
de toerentalmeter in de RODE ZONE
draaien.
Dit kan ernstige motorschade tot gevolg
hebben.
Ty p e A

*1 Het bereik varieert afhankelijk van het
type meter. *1
Gestreepte zone
*1 Rode zone

Ty p e B

*1 Het bereik varieert afhankelijk van het
type meter. *1
Gestreepte zone
*1Rode zone

OPMERKING
Wanneer de naald van de toerenteller in
de GESTREEPTE ZONE komt, toont
dit de bestuurder dat de versnelling
overgeschakeld moeten worden alvorens
de naald in de RODE ZONE komt.
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft bij benadering de
in de brandstoftank resterende hoeveelheid
brandstof aan wanneer het contact op ON
wordt gezet. Het wordt aanbevolen de tank
voor meer dan 1/4 gevuld te houden.


Vo l
1/4 Vol
Leeg

Als het waarschuwingslampje voor
laag brandstofpeil gaat branden of het
brandstofpeil erg laag is, de tank zo
spoedig mogelijk bijvullen.
Zie Waarschuwings/indicatielampjes op
pagina 4-41 .


Page 189 of 719

4–33
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Na het bijtanken van brandstof
kan het enige tijd duren voordat de
indicator stabiel wordt. Bovendien
kan bij het rijden op hellingen of
in bochten de indicator afwijken
als gevolg van de beweging van de
brandstof in de tank.
  De display die een kwart of minder
resterende brandstof aangeeft heeft
meer segmenten om het resterende
brandstofniveau in groter detail te
tonen.
  De richting van de pijl ( ) geeft aan
dat de afsluitklep van de
brandstofvuldop zich aan de
linkerzijde van de auto bevindt.
(SKYACTIV-D 1.5)
Als de motor onregelmatig gaat draaien
of afslaat als gevolg van een laag
brandstofniveau, zo spoedig mogelijk
bijtanken en tenminste 10 liter brandstof
bijvullen.
Instrumentenpaneelverlichting
Wanneer het contact op ON staat en de
positielampen worden ingeschakeld,
wordt de helderheid van de
instrumentenpaneelverlichting gedimd.
OPMERKING
Wanneer de positielampen worden
ingeschakeld, gaat het indicatielampje
van de positielampen in de
instrumentengroep branden.
Zie Koplampen op pagina 4-65 .
De helderheid van de instrumentengroep
en de instrumentenpaneelverlichtingen
kunnen afgesteld worden door het draaien
van de knop.
 


 Door de knop naar links te draaien,
neemt de helderheid af. Wanneer de
knop naar de maximale dimstand is
gedraaid, klinkt er een pieptoon.
 


 Door de knop naar rechts te draaien,
neemt de helderheid toe.


Gedimd
Helder



Page 190 of 719

4–34
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Functie voor uitschakelen van de
verlichtingsdimmer
Wanneer het contact op ON staat en de
instrumentengroep gedimd wordt, kan
de verlichtingsdimmer uitgeschakeld
worden door de knop van de
instrumentenpaneelverlichting naar rechts
te draaien totdat er een pieptoon klinkt. Als
de zichtbaarheid van de instrumentengroep
als gevolg van lichtinval van buiten
is verminderd, de verlichtingsdimmer
uitschakelen.
OPMERKING
  Wanneer de verlichtingsdimmer
is uitgeschakeld, kan de
instrumentengroep niet gedimd
worden als de positielampen zijn
ingeschakeld.
  Wanneer de verlichtingsdimmer
wordt uitgeschakeld, schakelt het
scherm in de middendisplay over
naar de constante weergave van het
dagscherm.
Buitentemperatuurdisplay *
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
wordt de buitentemperatuur getoond.



OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden kan
de getoonde buitentemperatuur afwijken
van de werkelijke buitentemperatuur,
afhankelijk van de directe omgeving en
de omstandigheden waarin de auto zich
bevindt:
 


 Beduidend lage of hoge
temperaturen.
 


 Plotselinge veranderingen in
buitentemperatuur.
 


 De auto staat geparkeerd.



 Tijdens het rijden met lage
snelheden.
Display van ingestelde rijsnelheid
van kruissnelheidsregelaar *
De rijsnelheid die met behulp van de
kruissnelheidsregelaar is ingesteld wordt
weergegeven.





Page 191 of 719

4–35
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Boordcomputer en INFO
schakelaar *
De volgende informatie kan geselecteerd
worden door te drukken op het omhoog

of omlaag
gedeelte van de INFO
schakelaar terwijl het contact op ON staat.
 


 Geschatte afstand die u kunt aÀ eggen
met de voorradige brandstof
 


 Gemiddeld brandstofverbruik



 Huidige brandstofverbruik



 Gemiddelde rijsnelheid



 Rijsnelheidsalarm *
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
indien u problemen heeft met de
boordcomputer.
Modus voor afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Bij gebruik van deze functie wordt de
afstand (bij benadering) berekend die u
met de voorradige brandstof kunt aÀ eggen,
gebaseerd op het brandstofverbruik.

De afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd wordt
berekend en zal elke seconde worden
getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


OPMERKING
  Alhoewel de indicatie voor de
afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof
een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens
bijtanken noodzakelijk wordt, zo
spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
  De indicatie verandert mogelijk niet
tenzij u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
  De afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de
auto gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter
(die de resterende brandstofvoorraad
aangeven) verdwijnen.
  Als er geen historische
brandstofverbruikgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist
heeft aangeschaft of de gegevens
als gevolg van het losmaken van
de accukabels zijn gewist, is het
mogelijk dat de feitelijke afstand
die met de voorradige brandstof kan
worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt.


Page 192 of 719

4–36
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Gemiddeld brandstofverbruik
Deze modus toont het gemiddelde
brandstofverbruik door het berekenen van
het totale brandstofverbruik en de totaal
afgelegde afstand sinds de aankoop van
de auto, het opnieuw aansluiten van de
accu na loskoppeling of het terugstellen
van de gegevens. Het gemiddelde
brandstofverbruik wordt berekend en elke
minuut getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Houd de INFO toets langer dan 1,5
seconde ingedrukt om de informatie op de
display te wissen.
Na het indrukken van de INFO toets zal - -
- L/100 km gedurende ongeveer 1 minuut
op de display verschijnen. Daarna wordt
het gemiddelde brandstofverbruik opnieuw
berekend en op de display.
Huidige brandstofverbruikmodus
Deze stand geeft het huidige
brandstofverbruik aan, berekend op
basis van de verbruikte brandstof en de
afgelegde afstand.

Het huidige brandstofverbruik wordt
berekend en zal elke 2 seconden worden
getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Wanneer u de snelheid heeft teruggebracht
tot ongeveer 5 km/h, zal - - - L/100 km op
de display worden aangegeven.
Modus voor gemiddelde rijsnelheid
Deze modus toont de gemiddelde
rijsnelheid door het berekenen van de
afgelegde afstand en de tijd sinds het
aansluiten van de accu of het terugstellen
van de gegevens.
De gemiddelde rijsnelheid wordt berekend
en zal elke 10 seconden worden getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Houd de INFO toets langer dan 1,5
seconde ingedrukt om de informatie op
de display te wissen. Na het indrukken
van de INFO toets, zal gedurende
ongeveer 1 minuut - - - km/h worden
getoond, alvorens de rijsnelheid opnieuw
wordt berekend en op de display wordt
aangegeven.


Page 193 of 719

4–37
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Rijsnelheidsalarm modus *
In deze modus wordt de huidige instelling
voor het rijsnelheidsalarm getoond. U kunt
de instelling van de rijsnelheid waarbij de
waarschuwing wordt gegeven veranderen.
OPMERKING
De display van het rijsnelheidsalarm
wordt gelijktijdig geactiveerd met het
klinken van de pieptoon. De ingestelde
rijsnelheid knippert herhaalde malen.


Het rijsnelheidsalarm kan worden
ingesteld met behulp van de INFO
schakelaar.
OPMERKING
  Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van
het land/de stad waarin de auto
wordt gebruikt. Controleer daarnaast
altijd de rijsnelheid door naar de
snelheidsmeter te kijken.
  De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250
km/h.
Het rijsnelheidalarm kan worden ingesteld
aan de hand van onderstaande procedure.

1. Druk op de INFO schakelaar op het
snelheidsalarmscherm.
2. Druk op de INFO toets totdat er een
pieptoon klinkt.
3. Druk op het omhoog
of omlaag
gedeelte van de INFO schakelaar voor
het selecteren van de gewenste
rijsnelheid.
4. Druk op de INFO toets totdat er een
pieptoon klinkt.



Page 194 of 719

4–38
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Actief rijden display *

Optische
ontvanger Spiegel
Combiner

WAARSCHUWING
Stel de helderheid en positie van de display altijd af bij stilstaand voertuig:
Afstellen van de helderheid en positie van de display tijdens het rijden is gevaarlijk,
aangezien dit uw aandacht van de weg kan aÀ eiden en een ongeluk kan veroorzaken.
OPGELET

 Probeer niet handmatig de hoek van de actief rijden display af te stellen of deze te
openen of te sluiten. Vingerafdrukken op de display maken deze moeilijk zichtbaar en
het overmatig kracht uitoefenen tijdens de bediening kan beschadiging veroorzaken.
  Plaats geen voorwerpen in de buurt van de actief rijden display. De kans bestaat dat de
actief rijden display niet functioneert of beschadigd wordt wanneer deze tijdens zijn
werking gehinderd wordt.
  Plaats geen dranken in de buurt van de actief rijden display. Als water of andere
vloeistoffen op de actief rijden display worden gemorst, kan dit beschadiging
veroorzaken.
  Plaats geen voorwerpen bovenop het scherm op de actief rijden display en plak geen
stickers op de combiner aangezien deze storing veroorzaken.
  Er is een sensor ingebouwd die de helderheid van de display regelt. Als de optische
ontvanger wordt afgedekt, zal de displayhelderheid verminderen waardoor deze
moeilijk zichtbaar wordt.
  Stel de optische ontvanger niet bloot aan sterke lichtinval. Anders kan dit beschadiging
veroorzaken.


Page 195 of 719

4–39
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Bij het dragen van een zonnebril is de display mogelijk moeilijk zichtbaar. Zet uw
zonnebril af of stel de helderheid af.
  Als de accu werd verwijderd en opnieuw is geïnstalleerd of de accuspanning laag is,
kan de afgestelde positie afwijken.
  Het is mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar is of dat tijdelijk hinder wordt
ondervonden als gevolg van weersomstandigheden zoals regen, sneeuw, licht en
temperatuur.
  Als de audio-installatie wordt verwijderd, kan de actief rijden display niet worden
gebruikt.
De actief rijden display geeft de volgende informatie:
 


 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
  Zie het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op pagina 4-141 .



 Bedrijfstoestand en waarschuwingen van Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
  Zie Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) op pagina 4-119 .



 Bedieningsvoorwaarden stadsverkeer-remassistent (SCBS)
 Zie Stadsverkeer-remassistent (SCBS) op pagina 4-156 .



 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
 Zie Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) op pagina 4-162 .



 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
 Zie Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS) op pagina 4-133 .



 Bedrijfstoestanden en waarschuwingen van afstelbare snelheidsbegrenzer
 Zie Afstelbare snelheidsbegrenzer op pagina 4-151 .



 Instelling van de rijsnelheid met behulp van de kruissnelheidsregelaar
 Zie Kruissnelheidsregelaar op pagina 4-175 .



 Turn-by-Turn (TBT) (Richting en Afstand) en rijbaanbegeleiding



 Rijsnelheid


Page 196 of 719

4–40
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Alle instellingen/afstellingen voor de actief rijden display kunnen worden gemaakt op de
middendisplay (Type C/Type D audio).

1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm en toon het Instellingen scherm.
2. Selecteer het AD-Disp tabblad.
3. Selecteer het gewenste item en maak de instelling/afstelling.
 

 
 Hoogte: Stand van actief rijden display


 
 Helderheidsregeling: Methode voor het afstellen van de schermhelderheid
(automatisch/handmatig)
 

 
 Kalibratie: Instelling voor initialiseren van de helderheid (bij het selecteren van
automatische afstelling)
 

 
 Helderheid: Afstelling van de helderheid (bij het selecteren van handmatige afstelling)


 
 Navigatie: Aan/Uit


 
 Actief rijden display: Aan/Uit


 
 Resetten


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 140 next >