sensor MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 296 of 719

4–14 0
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
 



 De rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 10 km/h of hoger.



 Het detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije
muur of geparkeerd voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied
van de radarsensor niet meer gehinderd wordt.)

Uw auto
 Er nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.

Uw auto
 De auto staat op een helling geparkeerd.

Uw auto
 



 Het systeem functioneert direct na het indrukken van de dodehoekmonitor (BSM)
schakelaar.
 
 In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingslampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien branden/
knipperen.
 


 De portierspiegels zijn bedekt met sneeuw of ijs.



 Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder. 

 Schakel het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) uit wanneer u een aanhanger
trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals een ¿ etsdrager aan de achterzijde van de auto
hebt geïnstalleerd. Anders zullen de radiogolven die door de radar worden uitgezonden
geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal zal functioneren.


Page 297 of 719

4–141
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem *
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem regelt de volgafstand *1 al naargelang de
rijsnelheid met behulp van een radarsensor die de afstand ten opzichte van een voorliggend
voertuig meet, zodat de bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet constant hoeft te
gebruiken.

*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.

Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid en
een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
 


 (Europees model) 
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h



 (Behalve Europese modellen) 
 Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Gebruik het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem op snelwegen en overige
autowegen waarbij niet veel herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is


Page 312 of 719

4–156
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Stadsverkeer-remassistent (SCBS) *
Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is bestemd schade in het geval
van een botsing te beperken door het in werking stellen van de rembesturing (SCBS rem)
wanneer de lasersensor (voor) van het systeem een voorliggend voertuig bespeurt en bepaalt
dat een botsing met het voorliggend voertuig niet te vermijden is. Een botsing kan mogelijk
ook vermeden worden als de relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggend voertuig
minder is dan ongeveer 20 km/h.
Wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt terwijl het systeem in het werkingbereik is
tussen ongeveer 4 en 30 km/h, worden de remmen als extra hulp hard en snel aangetrokken.
(Rembekrachtiging (SCBS rembekrachtiging))


Lasersensor



Page 313 of 719

4–157
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
De stadsverkeer-remassistent (SCBS) kan niet beschouwd worden als remedie voor
onveilige rijtechnieken:
Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) biedt geen vrijwaring tegen
onveilig of roekeloos rijgedrag, buitensporig hoge snelheden, bumperkleven (het te
dicht achter een ander voertuig rijden) en het rijden op gladde wegen zoals natte, of met
ijs en sneeuw bedekte wegen (verminderde wrijvingskracht van de banden tengevolge
van een laag water op het wegdek). Ongelukken blijven dan nog steeds mogelijk.

Vertrouw niet volledig op het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS):  
 Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is enkel bestemd om in het
geval van een botsing schade te verminderen. Wanneer u overmatig op het systeem
vertrouwt en daardoor het gaspedaal of rempedaal per ongeluk intrapt, kan dit een
ongeluk veroorzaken.
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) is een systeem dat in werking treedt in respons
op een voorliggend voertuig. Het is mogelijk dat het systeem tweewielige voertuigen
of voetgangers niet kan bespeuren of hier niet op kan reageren.
  De lasersensor (voor) voor het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
bevindt zich nabij de achteruitkijkspiegel. Neem voor de juiste werking van de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
 

 
 Breng geen stickers aan op de voorruit in de buurt van de lasersensor (voor)
(ook geen doorzichtige stickers). Anders bestaat de kans dat de lasersensor
(voor) voorliggende voertuigen niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken kan
veroorzaken.
 

 
 Breng geen coating op de voorruit aan. Anders bestaat de kans dat de lasersensor
(voor) de voertuigen of obstakels vóór u niet kan bespeuren, hetgeen ongelukken
kan veroorzaken.
 

 
 De lasersensor (voor) niet demonteren.


 
 Als er barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt
van de lasersensor (voor) zichtbaar zijn, onmiddellijk met het gebruik van de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) stoppen en uw auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur laten inspecteren. Als u
met barsten of krassen op de voorruit in de buurt van de lasersensor (voor) met
de auto blijft doorrijden, bestaat de kans dat het systeem abusievelijk in werking
treedt en een ongeluk veroorzaakt wordt.
  Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) op pagina
4-161 .
 

 
 Raadpleeg voor het vervangen van de voorruitenwissers of de voorruit een
deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.


Page 314 of 719

4–158
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, kan het systeem
voorliggende voertuigen niet correct bespeuren. Dit heeft tot gevolg dat de stadsverkeer-
remassistent (SCBS) niet normaal functioneert of abusievelijk functioneert wat een
ernstig ongeluk kan veroorzaken.

Schakel de stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit wanneer de auto op een rollenbank
wordt gezet of gesleept wordt:
Schakel de stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit om te voorkomen dat deze per ongeluk
in werking treedt wanneer de auto op een rollenbank wordt gezet of gesleept wordt.
Raadpleeg voor het uitschakelen van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) Werking van
stadsverkeer-remassistent (SCBS) stopzetten op pagina 4-161 .
OPGELET

 Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of hooi, wordt het aanbevolen de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit te schakelen.
  Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en pro¿ elpatroon. Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto, aangezien de kans bestaat dat de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) niet normaal functioneert.
  De lasersensor (voor) beschikt over een functie die verontreiniging van de voorruit
bespeurt en de bestuurder informeert, echter afhankelijk van de omstandigheden is
het mogelijk dat plastic zakken, ijs of sneeuw op de voorruit niet bespeurd worden. In
dergelijke gevallen kan het systeem niet nauwkeurig een voorliggend voertuig bepalen
en bestaat de kans dat dit niet normaal functioneert. Rijd altijd voorzichtig en let op de
weg vóór u.


Page 315 of 719

4–159
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) zal niet functioneren als de
bestuurder opzettelijk gebruik maakt van de rijbedieningsorganen (gaspedaal en
stuurwiel).
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) functioneert onder de volgende omstandigheden. 



 Wanneer de motor draait.



 Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) brandt niet.



 Bij een rijsnelheid van ongeveer 4 tot 30 km/h.



 Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is niet uitgeschakeld.



 Het DSC systeem is niet defect. 

 De stadsverkeer-remassistent (SCBS) bespeurt een voorliggend voertuig door het
uitzenden van een nabij infrarood laserstraal en het opvangen van de straal die door
de reÀ ector van het voorliggend voertuig weerkaatst wordt en dit vervolgens voor
de meting te gebruiken. Als gevolg bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) onder de volgende omstandigheden niet functioneert:
 


 Weerkaatsing van de laserstraal is slecht als gevolg van de vorm van het
voorliggende voertuig.
 


 Het voorliggende voertuig is buitengewoon vuil.



 Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.



 De ruitensproeier wordt gebruikt of de voorruitenwissers worden niet gebruikt
wanneer het regent.
 


 Wanneer de voorruit vuil is.



 Het stuurwiel wordt volledig naar links of rechts gedraaid, of u laat de auto snel
accelereren en komt dichtbij het voorliggende voertuig.
 


 Vrachtwagens met lage laadbodems en voertuigen met een buitengewoon lage of
hoge opbouw.
 


 Voertuigen met afwijkende constructies zoals een autotransportvoertuig. 

 Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) niet normaal functioneert.
 


 Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.



 Als er de kans bestaat op gedeeltelijk contact met een voorliggend voertuig.



 Bij het rijden op continu bochtige wegen en het op- en afrijden van uitritten.



 Wanneer lang uitstekende bagage of lading op een gemonteerde dakdrager vervoerd
wordt die de lasersensor (voor) afdekt.
 


 Uitlaatgas van het voertuig vóór u, zand, sneeuw of waterdamp dat uit mangaten en
goten opstijgt en opspattend water.
 


 Bij het slepen van een defect voertuig.



 Bij het rijden met banden met een duidelijk verschillend slijtagepatroon.


Page 316 of 719

4–160
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
  In de volgende gevallen kan de lasersensor (voor) ten onrechte bepalen dat er een
voorliggend voertuig is en is het mogelijk dat de stadsverkeer-remassistent (SCBS) in
werking treedt.
 


 Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.



 Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijbaan
passeren.
 


 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Bij het passeren van een tolpoort welke voorzien is van een slagboom.



 Bij het rijden onder een plastic gordijn of vlag.



 Plastic voorwerpen zoals palen.



 Tweewielige voertuigen, voetgangers, dieren of bomen. 

 (Handgeschakelde versnellingsbak)  Als de auto door de werking van het SCBS tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door
het knipperen van het stadsverkeer-remassistent (SCBS) indicatielampje (rood) en de
actief rijden display
* .   Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat branden
wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-42 .
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
in werking is, gaat het indicatielampje
(rood) knipperen.



Indicatie van automatische
remwerking (Voertuigen met
Active Driving Display)
Wanneer de SCBS rem of de remhulp
(SCBS remhulpsysteem) in werking is,
wordt “SCBS automatische rem” in de
Active Driving Display getoond.




Page 318 of 719

4–162
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) *
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indicator en een
waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15 km/h of sneller en
de radarsensor (voor) van het systeem bepaalt dat uw auto met een voorliggend voertuig in
botsing kan komen. Als verder de radarsensor (voor) bepaalt dat een botsing onvermijdelijk
is, wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Bovendien, wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, werken de remmen sneller om de
bestuurder te hulp te komen (voertuigen met remvloeistofvoorvulling).
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd altijd
voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen, niet om ongelukken te voorkomen. De mogelijkheid
voor het bespeuren van een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel,
weersomstandigheden of verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk wordt ingetrapt, kan dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de
veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger
afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) uitschakelen om verkeerde bediening te voorkomen.


Page 319 of 719

4–163
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.



 De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.



 De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15
km/h of hoger.
 


 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet. 

 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
 


 Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.



 De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het stuurwiel gedraaid wordt.



 De keuzehendel bediend wordt.



 De richtingaanwijzer gebruikt wordt.



 Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
 


 Wanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC)/lasersensor (voor), in de middendisplay
worden getoond.
 
 Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor (voor) de volgende objecten bespeurt, bepaalt
dat deze obstakels zijn en het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) activeert.
 


 Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).



 Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of
het maken van een bocht.
 


 Bij het rijden over een smalle brug.



 Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.



 Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.



 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.



 Tweewielige voertuigen zoals motor¿ etsen of ¿ etsen.



 Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen.


Page 324 of 719

4–16 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Radarsensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.

Radarsensor (voor)

Als het Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
waarschuwingslampje (oranje) brandt, bestaat de kans dat het gedeelte rondom de
radarsensor vuil is. Zie “Waarschuwingsbegeleiding” in de middendisplay (Type C/Type D
audio).
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-38 .


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 70 next >