MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 451 of 719

5–93
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® *
Beschrijving van Bluetooth ® handsfree
Wanneer Bluetooth
® apparatuur (mobiele telefoon) op de Bluetooth ® eenheid van de
auto wordt aangesloten via draadloze verbinding, is het mogelijk telefoongesprekken te
voeren of te ontvangen met behulp van de sprekentoets, opneemtoets, ophangtoets op de
audiobedieningsschakelaar of door bediening van de middendisplay. Als bijvoorbeeld de
apparatuur (mobiele telefoon) zich in uw jaszak bevindt, kunt u bellen zonder de apparatuur
(mobiele telefoon) uit uw zak te hoeven nemen en deze rechtstreeks te bedienen.
Beschrijving van Bluetooth
® audio
Wanneer draagbare audioapparatuur welke uitgerust is met de Bluetooth
®
communicatiefunctie met de auto wordt gepaard, kunt u via de luidsprekers van de auto
luisteren naar muziek welke op de gepaarde draagbare audioapparatuur is opgeslagen. Het
is niet nodig de draagbare audioapparatuur aan te sluiten op de ingangsaansluiting voor
externe apparatuur van de auto. Gebruik na het programmeren het audiobedieningspaneel
van de auto om audio af te spelen/stop te zetten.

OPMERKING
  Voor uw veiligheid kan apparatuur enkel gepaard worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt zal de paringprocedure beëindigd worden. Parkeer de
auto op een veilige plaats alvorens de apparatuur te paren.
  Het communicatiebereik van apparatuur welke met Bluetooth ® is uitgerust is ongeveer
10 m of minder.
  Ook al is Bluetooth ® niet aangesloten, is basisbediening van de audio-installatie
mogelijk door middel van spraakopdrachten.
  Om veiligheidsredenen is tijdens het rijden bediening van de middendisplay
uitgeschakeld. Echter items die niet in grijs worden getoond kunnen tijdens het rijden
bediend worden met behulp van de commanderschakelaar.


Page 452 of 719

5–94
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPGELET
Bepaalde Bluetooth ® mobiele apparatuur is niet compatibel met de auto. Raadpleeg
een of¿ ciële Mazda reparateur, Mazda's telefonische klantenservice of website voor
informatie betreffende compatibiliteit van Bluetooth
® mobiele apparatuur:

Telefoon:
(Duitsland)
0800 4263 738 (8:00—18:00 Middeneuropese tijd)
(Behalve Duitsland)
00800 4263 7383 (8:00—18:00 Middeneuropese tijd)
(Wereldwijd)

49 (0) 6838 907 287 (8:00—18:00 Middeneuropese tijd)
We b :
http://www.mazdahandsfree.com
Bluetooth
® speci¿ catie van toepassing (Aanbevolen)
Type A/Type B: Ver. 2.0
Type C/Type D: Ver. 1.1/1.2/2.0
EDR/2.1 EDR/3.0 (conformiteit)
Onderdelen
Microfoon Sprekentoets, opnementoets en ophangentoets
Microfoon Sprekentoets
Ophangentoets Opnementoets
Audio-installatie
Type A/Type B Type C/Type D



Page 453 of 719

5–95
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Microfoon (handsfree)
De microfoon wordt gebruikt voor het inspreken van spraakopdrachten of voor het houden
van een handsfree-telefoongesprek.
Sprekentoets, opneemtoets en ophangtoets (handsfree)
De basisfuncties van Bluetooth
® handsfree kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld
bellen of ophangen via het gebruik van de spreken-, opneem- en ophangtoetsen op het
stuurwiel.
Commanderschakelaar (Type C/Type D)
De commanderschakelaar wordt gebruikt voor afstelling van het volume en bediening van
de display. Kantel of draai de commanderknop voor het verplaatsen van de cursor. Druk op
de commanderknop voor het selecteren van het pictogram.
Afstelling van het volume
De aan/uit/volume regelknop van de audio-installatie
*1 of de volumeregelknop van de
commanderschakelaar *2 wordt gebruikt voor het afstellen van het volume. Draai de
regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.

*1 Type A/Type B
*2 Type C/Type D

OPMERKING
Als het volume lager is vergeleken met andere audiomodi, het volume aan de
apparatuurzijde verhogen.

(Type C/Type D)
Het gespreksvolume en het volume van de gesproken begeleiding en de beltoon kunnen elk
van te voren worden ingesteld.

1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het
Communicatiescherm.
2. Selecteer
.
3. Stel de
en de af met behulp van de schuifregelaar.


Page 454 of 719

5–96
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gereed maken van Bluetooth ®
(Type A/Type B)
Gereed maken van Bluetooth ® handsfree
Instelling van de paringcode
De 4-cijferige paringcode voor de
registratie van uw mobiele telefoon
(paring) kan tevoren worden ingesteld.
OPMERKING
De standaard ingestelde waarde is
“0000”.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Pincode
instellen.”
7. Prompt: “Uw huidige PIN-code is
XXXX. Wilt u het wijzigen naar een
andere koppelingspincode?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Spreek een 4-cijferige
koppelingscode in.”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “YYYY”
11. Prompt: “YYYY is dit nummer
correct?”
12. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja” of “Nee”
13. In geval van “Ja”, doorgaan naar stap
14. Bij “Nee” keert de procedure terug
naar stap 9. 14. Prompt: “Uw nieuwe
koppelingspincode is YYYY. Gebruik
deze pincode voor het koppelen van
apparaten aan het handsfree-systeem.
Wilt u nu een apparaat koppelen?”
15. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja” of “Nee”
16. In geval van “Ja” schakelt
het systeem over naar de
apparatuurregistratiemodus. Als
“Nee”, keert het systeem terug naar de
standby-stand.

Paren van apparatuur
Voor het gebruik van Bluetooth
® handsfree
moet de apparatuur uitgerust met
Bluetooth
® aan de hand van de volgende
procedure met de Bluetooth ® eenheid
gepaard worden.
Maximaal zeven stuks apparatuur
waaronder handsfree mobiele telefoons en
Bluetooth
® audioapparatuur kunnen met
één auto gepaard worden.


Page 455 of 719

5–97
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Apparatuur kan enkel gepaard
worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt
zal de paringprocedure beëindigd
worden. Paren tijdens het rijden
is gevaarlijk - paar uw apparatuur
alvorens u begint te rijden. Parkeer
de auto op een veilige plaats alvorens
het paren uit te voeren.
  Als Bluetooth ® apparatuur reeds met
de auto is gepaard als Bluetooth ®
audioapparatuur, hoeft deze niet
nogmaals gepaard te worden wanneer
de apparatuur als een handsfree
mobiele telefoon gebruikt wordt.
Omgekeerd hoeft de apparatuur
niet nogmaals gepaard te worden
als Bluetooth
® audioapparatuur als
deze reeds als een handsfree mobiele
telefoon gepaard is.
  Aangezien het communicatiebereik
van met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur ongeveer 10 meter
is, bestaat de kans dat wanneer
apparatuur binnen een straal van 10
meter van de auto geplaatst wordt,
deze onbedoeld opgespoord/gepaard
wordt terwijl andere apparatuur
gepaard wordt.
1. Activeer de Bluetooth
® toepassing van
de apparatuur.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
2. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
3. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup” 4. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
5. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
6. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
7. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel”
8. Prompt: “Start koppelingsproces op
uw Bluetooth-apparaat. Uw PINcode
is 0000 (XXXX). Voer dit in op uw
Bluetooth-apparaat. Zie de handleiding
van het apparaat voor instructies.”
9. Voer met behulp van de apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
10. Selecteer “Mazda” uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht.
11. Voer de 4-cijferige paringcode op de
apparatuur in.
12. Prompt: “Spreek de naam van het
apparaat in na de pieptoon.”
13. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXX - - -”
(Spreek een “apparatuurnaam” uit, een
willekeurige naam voor de apparatuur.)
Voorbeeld: “Stan's apparatuur.”


Page 456 of 719

5–98
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Zeg binnen 10 seconden een gepaarde
“apparatuurnaam”.
Als meer dan twee stuks apparatuur
gepaard moeten worden, kunnen deze
niet gepaard worden met dezelfde of een
gelijkluidende “apparatuurnaam”.
14. Prompt: “Toevoegen XXXXXX
- - - (Bijv. “Stan's apparatuur”)
(apparatuurnaam). is dit nummer
correct?”
15. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
16. Prompt: “Koppeling voltooid”


Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdenti¿ ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth
® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, leest het systeem een gesproken
begeleiding op “XXXXXX - - - (Bijv.
“Stan's apparatuur”) (apparatuurnaam) is
aangesloten”.
OPMERKING
  Wanneer de paring is voltooid, wordt
het
symbool getoond.   Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het
symbool wordt
getoond.
  Registratie van de apparatuur is ook
mogelijk door bediening van de
audio-eenheid.
  Afhankelijk van de apparatuur is
het mogelijk dat de registratiestatus
na een bepaalde tijd verloren gaat.
Herhaal in dit geval de volledige
procedure vanaf stap 1.
Oplezing van geregistreerde apparatuur
Bluetooth
® handsfree kan de apparatuur
oplezen die in het systeem geregistreerd is.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”


Page 457 of 719

5–99
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Lijst”
7. Prompt: “XXXXX..., XXXXX...,
XXXXX... (Bijv. Apparatuur A,
apparatuur B, apparatuur C)” (De
gesproken begeleiding leest de
apparatuurnamen op die in het
handsfree systeem geregistreerd zijn.)

Druk tijdens het oplezen bij de
gewenste apparatuur met een korte druk
op de sprekentoets en geef vervolgens
een van de volgende spraakopdrachten
om deze uit te voeren.
 

 
 “Selecteer telefoon”: Selecteert
apparatuur (mobiele telefoon)
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Selecteer muziekspeler”: Selecteert
apparatuur (muziekspeler) wanneer
de sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Bewerken”: Bewerkt apparatuur
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Doorgaan”: Gaat door met het
oplezen van de lijst.
 

 
 “Wissen”: Verwijdert de
geregistreerde apparatuur wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Vorige”: Keert terug naar de vorige
apparatuur met oplezing wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.

8. Prompt: “Einde van de lijst. Wilt u
opnieuw beginnen?”
9. Zeg: [Geluidssignaal] “Nee”
10. Prompt: “Keer terug naar het
hoofdmenu.”

Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
(Handsfree telefoon)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Selecteer
telefoon”
5. Prompt: “Noem de naam van
het apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX...
(Bijv. apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de mobiele telefoon die u
wilt verbinden.)
7. Prompt: “XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “XXXXX... (Bijv.
apparatuur B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”



Page 458 of 719

5–10 0
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
(Muziekspeler)



1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Selecteer
muziekspeler”
5. Prompt: “Noem de naam van
het apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX...
(Bijv. apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de muziekspeler die u wilt
verbinden.)
7. Prompt: “XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “XXXXX... (Bijv.
apparatuur B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”

OPMERKING
  Wanneer de verbinding met het
geselecteerde apparaat is voltooid,
wordt het
of symbool getoond.   Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het
of symbool wordt
getoond.
  De apparatuur (muziekspeler) kan
ook geselecteerd worden door het
bedienen van de paneeltoets. Wissen van een apparaat
Geregistreerde apparatuur (mobiele
telefoon) kunnen afzonderlijk of
gezamenlijk verwijderd worden.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
OPMERKING
Geregistreerde apparatuur (mobiele
telefoon) kan verwijderd worden met
behulp van de registratielijst.
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Wissen”
7. Prompt: “Noem de naam van het
apparaat dat u wilt wissen. Beschikbare
apparaten zijn XXXXX... (Bijv.
apparatuur A), XXXXX... (Bijv.
apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C), of alles wissen. Welk
apparaat wilt u openen?”


Page 459 of 719

5–101
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
8. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de apparatuur die u wilt
gewist.)
OPMERKING
Zeg “Alles” voor het verwijderen van
alle apparatuur (mobiele telefoon).
9. Prompt: “Wordt gewist XXXXX...
(Bijv. apparatuur B...) (Geregistreerde
apparatuurnaam). is dit nummer
correct?”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
11. Prompt: “Gewist”

Bewerken van geregistreerde
apparatuur
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Bewerken”
7. Prompt: “Noem de naam van
het apparaat dat u wilt bewerken.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX...
(Bijv. apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de apparatuur die u wilt
bewerken.)
9. Prompt: “Voer een nieuwe naam in.”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. apparatuur C)” (Spreek een
“apparatuurnaam” uit, een willekeurige
naam voor de apparatuur.)
11. Prompt: “XXXXX... (Bijv. apparatuur
C) (apparatuurnaam) is dit nummer
correct?”.
12. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
13. Prompt: “De nieuwe naam is
opgeslagen.”

Gereed maken van Bluetooth ® audio
Instellen van Bluetooth
®
audioapparatuur
Paren van Bluetooth
® audio, maken van
wijzigingen, verwijderen en tonen van
informatie over de gepaarde apparatuur is
mogelijk.



Page 460 of 719

5–102
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
1. De modus verandert als volgt telkens
wanneer de menutoets (
) wordt
ingedrukt. Selecteer “ BT SETUP ”.

Ty p e A

*
*

Ty p e B

* * *
*

* De indicatie verandert afhankelijk van
de geselecteerde modus. 2. Draai de audioregelknop en kies de
gewenste modus.



Display Modus Functie
PAIR
DEVICE Paringmodus Paren van
Bluetooth
®
audioapparatuur
LINK
CHANGE Modus voor
verbindingswijziging Wijzigen van
de verbinding
naar Bluetooth
®
audioapparatuur
PAIR
DELETE Paring verwijderen
modus Verwijderen
van de
verbinding naar
Bluetooth
®
audioapparatuur
DEVICE
INFO Weergavemodus voor
apparatuurinformatie Weergeven
van de
informatie van
de Bluetooth
®
eenheid van de
auto

3. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.



Page:   < prev 1-10 ... 411-420 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 471-480 481-490 491-500 ... 720 next >