display MAZDA MODEL CX-3 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 309 of 719

4–153
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Hoofdindicatielampje van afstelbare snelheidsbegrenzer (Oranje)/
Indicatielampje van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer (Groen)

Dit indicatielampje heeft twee kleuren.
Hoofdindicatielampje van afstelbare snelheidsbegrenzer (oranje)
Dit indicatielampje gaat oranje branden wanneer op de snelheidsbegrenzerschakelaar wordt
gedrukt en de afstelbare snelheidsbegrenzer geactiveerd wordt.
Indicatielampje van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer (groen)
Het indicatielampje licht groen op wanneer een snelheid is ingesteld.
Waarschuwingspieptoon van snelheidsbegrenzer
Als de rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 3 km/h of meer overschrijdt, wordt
er continu een waarschuwingstoon gegeven en gaat de afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay
tegelijkertijd knipperen. De waarschuwingstoon klinkt en de display knippert totdat de
rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid of minder.
Controleer of de omgeving veilig is en stel de rijsnelheid af door het rempedaal in te
trappen. Houd ook een veilige afstand aan ten opzichte van achteropkomende voertuigen.


Actief rijden display Display in de instrumentengroep

OPGELET
Als de ingestelde snelheid ten opzichte van de huidige ingestelde rijsnelheid verlaagd
wordt door het indrukken van de SET
of RESUME schakelaar, wordt de
waarschuwingszoemer gedurende ongeveer 30 seconden niet geactiveerd als de
rijsnelheid 3 km/h sneller is dan de nieuw ingestelde snelheid. Wees voorzichtig de
ingestelde snelheid niet te overschrijden.


Page 310 of 719

4–154
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
Wanneer het systeem tijdelijk wordt geannuleerd door het volledig intrappen van het
gaspedaal, toont de afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay de annuleringsdisplay. Als de
rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 3 km/h of meer overschrijdt terwijl de
annuleringsdisplay wordt getoond, gaat de ingestelde snelheid display knipperen maar
wordt er geen waarschuwingstoon gegeven.
In-/uitschakelen van het systeem
Druk op de snelheidsbegrenzerschakelaar om het systeem in te schakelen. De afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay wordt getoond.
Druk om het systeem uit te schakelen op de snelheidsbegrenzerschakelaar terwijl de
afstelbare snelheidsbegrenzer wordt getoond. De afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay wordt
uitgeschakeld.
Instellen van het systeem
WAARSCHUWING
Controleer bij het instellen van de afstelbare snelheidsbegrenzer altijd of de omgeving
veilig is:
Als de snelheid lager ingesteld wordt dan de huidige rijsnelheid, wordt de rijsnelheid tot
aan de ingestelde snelheid verminderd. Controleer of de omgeving veilig is en houd een
veilige afstand aan tussen de voertuigen voor u en achter u.
1. Druk op de snelheidsbegrenzerschakelaar om het systeem in te schakelen.
2. Druk voor het instellen van de snelheid op de SET
of SET . Wanneer de huidige
rijsnelheid 30 km/h of meer is, wordt de snelheid ingesteld op de huidige rijsnelheid.
Wanneer de huidige rijsnelheid minder is dan 30 km/h, wordt de snelheid ingesteld op 30
km/h.
3. Houd voor het verhogen van de ingestelde snelheid de SET
schakelaar continu
ingedrukt. De ingestelde snelheid kan afgesteld worden in stappen van 10 km/h. De
ingestelde snelheid kan ook afgesteld worden in stappen van ongeveer 1 km/h door de
SET
schakelaar kortstondig in te drukken. Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheid neemt
met ongeveer 4 km/h toe door de SET
schakelaar 4 maal in te drukken.
4. Houd voor het verlagen van de ingestelde snelheid de SET
schakelaar continu
ingedrukt. De ingestelde snelheid kan omlaag afgesteld worden in stappen van 10 km/h.
De ingestelde snelheid kan ook afgesteld worden in stappen van ongeveer 1 km/h door
de SET
schakelaar kortstondig in te drukken. Bijvoorbeeld, de ingestelde snelheid
neemt met ongeveer 4 km/h af door de SET
schakelaar 4 maal in te drukken.


Page 311 of 719

4–155
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
Het systeem werkt niet wanneer de kruissnelheidsregelaar/Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) is ingeschakeld.
Het systeem wordt tijdelijk uitgeschakeld bij accelereren door krachtig intrappen van het
gaspedaal, echter de werking wordt hervat wanneer de rijsnelheid tot aan de ingestelde
snelheid of minder afneemt.
Bij het afrijden van een helling is het mogelijk dat de rijsnelheid de ingestelde snelheid
overschrijdt.
Tijdelijk annuleren van het systeem
Het systeem wordt tijdelijk geannuleerd (standby status) wanneer een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd terwijl de afstelbare snelheidsbegrenzer getoond wordt.
 


 CANCEL schakelaar wordt ingedrukt



 Gaspedaal wordt krachtig ingetrapt
Druk op de RESUME schakelaar om de werking te hervatten bij de voorheen ingestelde
snelheid. De afstelbare snelheidsbegrenzerdisplay wordt blijvend getoond.
OPMERKING
De ingestelde snelheid kan ingesteld worden door het indrukken van de SET of SET
schakelaar terwijl het systeem in de standby status verkeert.
De afstelbare snelheidsbegrenzer wordt niet geannuleerd door het intrappen van het
rempedaal.


Page 316 of 719

4–160
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
  In de volgende gevallen kan de lasersensor (voor) ten onrechte bepalen dat er een
voorliggend voertuig is en is het mogelijk dat de stadsverkeer-remassistent (SCBS) in
werking treedt.
 


 Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.



 Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijbaan
passeren.
 


 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Bij het passeren van een tolpoort welke voorzien is van een slagboom.



 Bij het rijden onder een plastic gordijn of vlag.



 Plastic voorwerpen zoals palen.



 Tweewielige voertuigen, voetgangers, dieren of bomen. 

 (Handgeschakelde versnellingsbak)  Als de auto door de werking van het SCBS tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door
het knipperen van het stadsverkeer-remassistent (SCBS) indicatielampje (rood) en de
actief rijden display
* .   Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat branden
wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-42 .
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
in werking is, gaat het indicatielampje
(rood) knipperen.



Indicatie van automatische
remwerking (Voertuigen met
Active Driving Display)
Wanneer de SCBS rem of de remhulp
(SCBS remhulpsysteem) in werking is,
wordt “SCBS automatische rem” in de
Active Driving Display getoond.




Page 319 of 719

4–163
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.



 De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.



 De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15
km/h of hoger.
 


 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet. 

 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
 


 Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.



 De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het stuurwiel gedraaid wordt.



 De keuzehendel bediend wordt.



 De richtingaanwijzer gebruikt wordt.



 Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten niet branden.
 


 Wanneer waarschuwingen en berichten, zoals die voor een vuile voorruit, verband
houdend met de vooruitrijcamera (FSC)/lasersensor (voor), in de middendisplay
worden getoond.
 
 Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt vierwielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor (voor) de volgende objecten bespeurt, bepaalt
dat deze obstakels zijn en het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) activeert.
 


 Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).



 Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of
het maken van een bocht.
 


 Bij het rijden over een smalle brug.



 Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.



 Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.



 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.



 Tweewielige voertuigen zoals motor¿ etsen of ¿ etsen.



 Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen.


Page 320 of 719

4–16 4
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door het
knipperen van het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) indicatielampje (rood)
en de actief rijden display.
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat
branden wanneer er een defect is in het systeem. Zie Waarschuwings/indicatielampjes
op pagina 4-41 .
Indicatielampje van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS)
(Rood)
Als het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) in werking is, gaat
het indicatielampje (rood) knipperen.



Waarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een pieptoon en wordt een
waarschuwing aangegeven op de Active
Driving Display.


Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) kan tijdelijk buiten werking gesteld
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Wanneer het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, gaat het Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) OFF
indicatielampje branden.


Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
OPMERKING
Als de werking van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd
de werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem
uitgeschakeld.


Page 324 of 719

4–16 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Radarsensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)



 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor worden opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.

Radarsensor (voor)

Als het Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
waarschuwingslampje (oranje) brandt, bestaat de kans dat het gedeelte rondom de
radarsensor vuil is. Zie “Waarschuwingsbegeleiding” in de middendisplay (Type C/Type D
audio).
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-38 .


Page 342 of 719

4–186
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
*Bepaalde modellen.
Achteruitkijkmonitor *
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig
is door rechtstreeks te kijken met uw ogen:
Achteruitrijden met de auto door enkel naar het scherm te kijken is gevaarlijk en kan
een ongeval of een botsing met een voorwerp veroorzaken. De achteruitkijkmonitor is
enkel een visuele hulpinrichting voor het achteruitrijden met de auto. De beelden op het
scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
OPGELET
  Gebruik de achteruitkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden: Onder de
volgende omstandigheden is gebruik van de achteruitkijkmonitor gevaarlijk en kan dit
letsel en/of schade aan de auto tot gevolg hebben.
 


 Bij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.



 Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.



 Wanneer de achterklep niet volledig gesloten is.



 Wanneer de auto op een helling staat. 

 Wanneer de display koud is, bestaat de kans dat beelden over de monitor of het scherm
lopen en dat deze minder duidelijk zichtbaar zijn dan normaal, wat het bepalen van de
veiligheid van de omgeving rondom de auto kan bemoeilijken. Rijd altijd voorzichtig
en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig is door rechtstreeks
te kijken met uw ogen.
  Oefen geen overmatige druk uit op de camera. De positie van de camera en de hoek
kunnen afwijken.
  De camera niet demonteren, wijzigen of verwijderen aangezien deze dan mogelijk niet
langer waterdicht is.
  De behuizing van de camera is gemaakt van plastic. Breng geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings op de behuizing van de camera aan.
Als een dergelijk middel op de behuizing is terechtgekomen, dit onmiddellijk met een
zachte doek afvegen.
  De afdekking van de camera niet krachtig afvegen met een schuurmiddel of harde
borstel. De afdekking of lens van de camera zou bekrast kunnen raken, wat een
nadelige invloed heeft op de beelden.


Page 343 of 719

4–187
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPMERKING
  Als water, sneeuw of modder op de cameralens is terechtgekomen, dit afvegen
met behulp van een zachte doek. Als dit niet afgeveegd kan worden, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken.
  Als de temperatuur van de camera snel verandert (warm naar koud, koud naar warm),
bestaat de kans dat de achteruitrijmonitor niet correct werkt.
  Raadpleeg voor het vervangen van de banden een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur. Vervangen van de banden kan tot gevolg hebben dat de
richtlijnen die op de display verschijnen afwijken.
  Als de voorzijde, zijkant of achterzijde van de auto betrokken is geweest bij een
botsing, bestaat de kans dat de uitlijning van de achteruitparkeercamera (plaats,
montagehoek) afwijking vertoont. Raadpleeg altijd een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur om de auto te laten inspecteren.

 Als “Geen Videosignaal Beschikbaar” wordt aangegeven op de display, is er mogelijk
een probleem met de camera. Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur
een of¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Plaats van de achteruitparkeercamera
Achteruitparkeercamera
Overschakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay
Zet met het contact op ON de keuzehendel in stand R om de display over te schakelen naar
de achteruitkijkmonitordisplay.
OPMERKING
Wanneer de keuzehendel vanuit stand R in een andere keuzehendelstand wordt gezet,
keert het scherm terug naar de voorgaande display.


Page 344 of 719

4–18 8
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Weergavebereik op het scherm
De beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.


(Schermdisplay)
Sierstuk
Bumper
(Werkelijke aanzicht)
Voorwerp



Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 140 next >