display MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 365 of 759

▼Instellen van het systeem
WAARSCHUWING
Controleer bij het instellen van de ISA
altijd of de omgeving veilig is:
Als de snelheid lager ingesteld wordt
dan de huidige rijsnelheid, wordt de
rijsnelheid tot aan de ingestelde
snelheid verminderd. Controleer of de
omgeving veilig is en houd een veiliger
afstand aan tussen de voertuigen voor
u en achter u.
OPMERKING
xHet systeem wordt tijdelijk
uitgeschakeld bij accelereren door
krachtig intrappen van het
gaspedaal, echter de werking wordt
hervat wanneer de rijsnelheid tot aan
de ingestelde snelheid of minder
afneemt.
xBij het afrijden van een helling is het
mogelijk dat de rijsnelheid de
ingestelde snelheid overschrijdt.
xIn de volgende gevallen kan het
systeem niet worden ingesteld.
xEen portier staat open.xDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
xDe ISA-instelling kan worden
gewijzigd in HANDMATIG of UIT*1.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
*1 Wanneer UIT is geselecteerd, dan is
de afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL) ingesteld.
Zie Afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL) op pagina 4-187.
De snelheidslimiet instellen met de
RES schakelaar
1. Druk op de LIM schakelaar om het
systeem in te schakelen.
2. Druk de RES schakelaar omhoog
(SET+) of omlaag (SET-) om de
snelheid in te stellen. Wanneer de
huidige rijsnelheid 30 km/h of
meer is, wordt de snelheid
ingesteld op de huidige rijsnelheid.
Wanneer de huidige rijsnelheid
minder is dan 30 km/h, wordt de
snelheid ingesteld op 30 km/h.
3. Houd voor het verhogen van de
ingestelde snelheid de RES
schakelaar continu omhoog (SET+).
De ingestelde snelheid kan
afgesteld worden in stappen van 10
km/h. De ingestelde snelheid kan
ook afgesteld worden in stappen
van ongeveer 1 km/h door de RES
schakelaar kortstondig omlaag (SET
+) te duwen. Bijvoorbeeld, de
ingestelde snelheid neemt met
ongeveer 4 km/h toe door de RES
schakelaar 4 maal omhoog (SET+)
te duwen.
4. Houd voor het verlagen van de
ingestelde snelheid de RES
schakelaar omlaag (SET-) continu
ingedrukt. De ingestelde snelheid
kan afgesteld worden in stappen
van 10 km/h. De ingestelde
snelheid kan ook afgesteld worden
in stappen van ongeveer 1 km/h
door de RES schakelaar omlaag
(SET-) kortstondig te drukken.
Bijvoorbeeld, de ingestelde
snelheid neemt met ongeveer 4
km/h af door de RES schakelaar
omlaag (SET-) 4 maal in te drukken.
OPMERKING
xDruk wanneer de ingestelde
rijsnelheid in de Active Driving
Display/instrumentengroep wordt
getoond en het
maximumsnelheidsbord niet wordt
getoond, op de RES schakelaar om
de getoonde rijsnelheid in te stellen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-195

Page 366 of 759

Handmatig instellen van de
rijsnelheid aan de hand van een
maximumsnelheidsbord
1. Druk op de LIM schakelaar om het
systeem in te schakelen.
2. Druk op de RES schakelaar terwijl
de instellingsindicatie voor ISA
instelindicatie wordt weergegeven
op de Active Driving Display/
instrumentengroep om de
maximale rijsnelheid in te stellen
op de snelheid van het
weergegeven
maximumsnelheidsbord.
1. Instellingsindicatie
maximumsnelheidsbord
OPMERKING
xDe maximumsnelheid kan niet
worden ingesteld op basis van het
maximumsnelheidsbord wanneer de
indicatie maximumsnelheidsbord
grijs wordt weergegeven.
Instelling bereik te hoge snelheid
Het snelheidsbereik dat de ingestelde
snelheid kan overschrijden kan worden
gewijzigd.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
x+ 0: De rijsnelheid wordt beperkt tot
de ingestelde snelheid.
x+ 5: Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met 5 km/h overschrijdt,
wordt de rijsnelheid beperkt.
x+ 10: Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met 10 km/h overschrijdt,
wordt de rijsnelheid beperkt.
▼Tijdelijk annuleren van het
systeem
Het systeem wordt tijdelijk
geannuleerd (stand-bystatus) wanneer
een van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd terwijl de ISA
getoond wordt.
xCANCEL schakelaar wordt ingedruktxGaspedaal wordt krachtig ingetraptxEen portier wordt geopendxDe veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt
OPMERKING
xDe ingestelde snelheid kan worden
ingesteld door de RES schakelaar
omhoog (SET+) of omlaag (SET-) te
duwen terwijl het systeem in de
stand-bystatus verkeert.
xDe ISA wordt niet geannuleerd door
het intrappen van het rempedaal.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-196

Page 367 of 759

Smart Brake Support
(SBS)
*
▼Smart Brake Support (SBS)
De SBS waarschuwt de bestuurder
voor een mogelijke botsing door
middel van de
waarschuwingsindicaties in de display
en een waarschuwingsgeluid als de
voorste radarsensor en de
vooruitrijcamera (FSC) bepalen dat er
kans is op een botsing met een
voorliggend voertuig , voetganger of
fiets. Als verder een botsing
onvermijdelijk is, wordt de
automatische remregeling uitgevoerd
om schade in het geval van een botsing
te verminderen. Wanneer de
bestuurder het rempedaal intrapt,
worden de remmen als extra hulp hard
en snel aangetrokken.
(Modellen met Driver Monitoring
(DM))
Wanneer de SBS aan de hand van de
Driver Monitoring-camera bepaalt dat
de bestuurder niet op de weg let en ze
tevens oordeelt dat het risico van een
botsing met een obstakel aanwezig is,
dan activeert het SBS de
botsingwaarschuwing sneller dan
normaal.
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op het SBS
systeem:
De SBS is enkel bestemd om in het
geval van een botsing schade te
verminderen.
De mogelijkheid voor het bespeuren
van obstakels is beperkt afhankelijk van
de obstakels, weersomstandigheden of
verkeerssituaties. Wanneer u overmatig
op het systeem vertrouwt en daardoor
het gaspedaal of rempedaal per
ongeluk intrapt, kan dit een ongeluk
veroorzaken.
OPGELET
Schakel in de volgende gevallen het
systeem uit om onverwachte effecten
te voorkomen.
¾De auto wordt gesleept of sleept een
ander voertuig.
¾De auto staat op een rollenbank.
¾Bij het rijden op slechte wegen of op
plaatsen met dicht gras of
off-road.
Zie de volgende pagina voor hoe u
het systeem kunt uitschakelen.
Zie “Stopzetten van de werking van
het Smart Brake Support (SBS)
remhulpsysteem” op pagina 4-199.
Bedieningsvoorwaarden
De SBS functioneert wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden is voldaan.
xHet contact wordt op ON gezet.xDe SBS is ingeschakeld.xDe i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje is niet aan.
x(Object is voorliggend voertuig)
De rijsnelheid is ongeveer 4 km/h of
hoger.
x(Object is een voetganger of fiets)
De rijsnelheid ligt tussen ongeveer
10 en 80 km/h.
xDe DSC werkt niet.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat de SBS onder de
volgende omstandigheden niet
werkt.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-197

Page 368 of 759

xAls er de kans bestaat van het
botsen tegen enkel een deel van
het voorliggende voertuig of
obstakel.
xU rijdt met dezelfde snelheid als
het voorliggende voertuig.
xWanneer de bestuurder
doelbewust
bestuurdershandelingen uitvoert
(bedienen gaspedaal, bedienen
stuurwiel).
xHet gaspedaal wordt abrupt
ingetrapt.
xHet rempedaal wordt ingetrapt.xHet stuurwiel wordt gedraaid.xDe keuzehendel wordt verzet.xDe richtingaanwijzerhendel wordt
bediend.
xWanneer waarschuwingen en
berichten, zoals die voor een vuile
voorruit, verband houdend met de
vooruitrijcamera (FSC) of voorste
radarsensor op de
multi-informatiedisplay worden
getoond.
xDe SBS kan onder de volgende
omstandigheden worden
geactiveerd.
xWanneer er een object op de weg
is bij de ingang van een bocht
(zoals vangrails en sneeuwbanken).
xPasseren van een naderend
voertuig bij het maken van een
bocht.
xBij het oversteken van een smalle
brug en het rijden door lage of
smalle poorten, autowasinstallaties
of tunnels.
xBij het rijden door een tolhek.xBij het inrijden van een
ondergrondse parkeergarage.
xWanneer er zich een metalen
voorwerp, hobbel of uitstekend
object op de weg bevindt.
xAls u plotseling dicht bij een
voorliggend voertuig komt.
xEr is een dier, muur of boom.xStelt de bestuurder met een
waarschuwingsindicatie op de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display (modellen met
Active Driving Display) terwijl het
systeem in werking is.
xWanneer een storing wordt
gedetecteerd of het systeem de
functie tijdelijk stopt vanwege
vervuilde sensoren (zoals een
radarsensor of vooruitrijcamera
(FSC)), dan gaat de i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje branden en
wordt er een melding op de
multi-informatiedisplay getoond.
xBij een handgeschakelde auto stopt
de motor wanneer het
koppelingspedaal niet wordt
ingetrapt en de auto door het SBS tot
stilstand wordt gebracht.
xAls de auto door de remwerking van
het SBS tot stilstand is gebracht en
het rempedaal niet wordt ingetrapt,
wordt de SBS rem automatisch
vrijgezet na ongeveer 2 seconden.
▼Waarschuwing voor botsing
Wanneer er een kans bestaat op een
botsing met een voorliggend voertuig,
is onafgebroken het
botsingswaarschuwingsgeluid
hoorbaar en wordt een waarschuwing
getoond op de multi-informatiedisplay
en de Active Driving Display.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-198

Page 369 of 759

Multi-informatiedisplay
1. De melding “REM!” wordt
weergegeven

Active Driving Display
1. De melding “REM!” wordt
weergegeven
OPMERKING
xWanneer de geavanceerde SBS rem
of remhulp (SBS remhulpsysteem) in
werking is, wordt met tussenpozen
het botsingswaarschuwingsgeluid
geactiveerd.
xDe werkingsafstand en het volume
van de botsingwaarschuwing kan
veranderd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
▼Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support (SBS)
remhulpsysteem
De SBS kan buiten werking worden
gesteld.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
Wanneer de SBS wordt geannuleerd,
gaat het SBS OFF indicatielampje
branden.
OPMERKING
Wanneer het contact uit wordt gezet
terwijl de SBS is geannuleerd, wordt de
SBS de volgende keer dat het contact
op ON wordt gezet, automatisch
ingeschakeld.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-199

Page 371 of 759

Oefen geen grote kracht uit op een
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera:
Spuit bij het wassen van de auto geen
water onder hoge druk tegen een
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera en er niet met kracht
over wrijven. Let er verder op bij het
in- en uitladen van lading niet met
kracht tegen de achterbumper te
stoten. Anders bestaat de kans dat de
sensoren de obstakels niet correct
bespeuren, wat tot gevolg kan hebben
dat het SBS-R systeem niet normaal
functioneert of abusievelijk
functioneert.
OPGELET
¾Bij het offroad rijden op plaatsen
met gras of bladeren, wordt het
aanbevolen het SBS-R systeem uit te
schakelen.
¾Gebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat en van
hetzelfde merk, soort en
profielpatroon op alle 4 wielen.
Bovendien geen banden met
duidelijk zichtbaar verschillende
slijtagepatronen op dezelfde auto
gebruiken. Anders bestaat de kans
dat het SBS-R systeem niet normaal
functioneert.
¾Als zich een laag ijs of sneeuw op de
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera heeft vastgezet,
bestaat de kans dat deze afhankelijk
van de omstandigheden obstakels
niet correct kunnen bespeuren. In
dergelijke gevallen is het mogelijk
dat het systeem de regelingen niet
correct kan uitvoeren. Rijd altijd
voorzichtig en let op de achterzijde
van de auto.
OPMERKING
xDe stand van de auto verandert
afhankelijk van het gebruik van het
gaspedaal, rempedaal en stuurwiel,
wat voor het systeem de herkenning
van een obstakel kan bemoeilijken of
wat tot onnodige detectie kan
leiden. In dergelijke gevallen is het
mogelijk dat de SBS-R niet
functioneert.
xHet
SBS-R systeem functioneert
onder de volgende omstandigheden.
xDe motor draait.xDe versnellingshendel
(handgeschakelde auto) of
keuzehendel (voertuig met
automatische transmissie) staat in
de stand R (achteruit).
xi-ACTIVSENSE
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje wordt niet
getoond op de
multi-informatiedisplay.
xBij een rijsnelheid van ongeveer 2
tot 8 km/h.
xDe SBS-R wordt niet
uitgeschakeld.
xHet DSC systeem is niet defect.xIn de volgende gevallen kunnen de
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera geen obstakels
bespeuren en bestaat de kans dat de
SBS-R niet functioneert.
xLage obstakels, zoals lage muren of
vrachtwagens met lage
laadbakken.
xHoge obstakels, zoals
vrachtwagens met hoge
laadbakken.
xKleine obstakels.xDunne obstakels, zoals
wegwijzerpalen.
xDe buitenste zijde van het obstakel
bevindt zich niet verticaal ten
opzichte van de auto.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-201

Page 372 of 759

xZachte obstakels, zoals een
hangend gordijn of een voertuig
bedekt met sneeuw.
xOnregelmatig gevormde obstakels.xObstakels die zich uiterst dichtbij
bevinden.
xIn de volgende gevallen kunnen de
achterste ultrasonische sensor en
achtercamera obstakels niet goed
bespeuren en bestaat de kans dat de
SBS-R niet functioneert.
xEr zit iets op de bumper in de
buurt van een achterste
ultrasonische sensor.
xHet rem- of gaspedaal wordt
bediend.
xNabij een obstakel bevindt zich
een ander obstakel.
xTijdens slechte
weersomstandigheden, zoals
regen, mist en sneeuw.
xHoge of lage vochtigheid.xHoge of lage temperaturenxHarde wind.xHet wegtraject is niet vlak.xWanneer zware bagage in de
bagageruimte of op de
achterzitting is geplaatst.
xObjecten zoals een draadloze
antenne, mistlamp of verlichte
kentekenplaat zijn geïnstalleerd in
de buurt van een achterste
ultrasonische sensor.
xDe richting van een achterste
ultrasonische sensor wijkt af als
gevolg van bijvoorbeeld een
botsing.
xDe auto staat blootgesteld aan
andere geluidsgolven, zoals die van
de claxon, motorgeluiden of de
ultrasonische sensor van een ander
voertuig.
xIn de volgende gevallen is het
mogelijk dat een achterste
ultrasonische sensor en
achtercamera iets abusievelijk als
een doelobstakel bespeuren, wat tot
gevolg kan hebben dat het SBS-R
systeem in werking treedt.
xRijden op een steile helling.xWielblokken.xHangende gordijnen, poortpalen,
zoals bij tolpoorten en
spoorwegovergangen.
xBij het rijden nabij objecten zoals
gebladerte, geluidswanden,
voertuigen, muren en hekken langs
wegen.
xBij het offroad rijden op plaatsen
met gras en hooi.
xBij het rijden door lage poorten,
smalle poorten, autowasinstallaties
en tunnels.
xEr wordt een aanhanger getrokken.xEen heldere lichtbron, zoals
zonlicht, valt op de achtercamera.
xDe omgeving is donker.xWanneer u hulpuitrusting aan de
buitenzijde zoals een fietsdrager
hebt geïnstalleerd rondom de
achterste ultrasonische sensor.
x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van de
SBS-R tot stilstand wordt gebracht en
het koppelingspedaal niet wordt
ingetrapt, stopt de motor.
xWanneer het systeem in werking is,
wordt de gebruiker op de hoogte
gesteld door de
multi-informatiedisplay.
xWanneer de SBS-R rem in werking is,
klinkt met tussenpozen de
botsingwaarschuwingszoemer.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-202

Page 373 of 759

xAls de auto door de werking van het
SBS-R systeem tot stilstand is
gebracht en het rempedaal niet
wordt ingetrapt, getoond in meter
“Noodremwerking geactiveerd. Trap
rempedaal in om stil te blijven
staan”, wordt de SBS-R rem na
ongeveer 2 seconden automatisch
vrijgezet.
xWanneer een originele Mazda
trekhaak wordt gebruikt, dan wordt
de SBS-R automatisch uitgeschakeld.
xSchakel het SBS-R systeem uit
wanneer u een aanhanger trekt of
wanneer u hulpuitrusting zoals een
fietsdrager aan de achterzijde van de
auto hebt geïnstalleerd.
▼Waarschuwing voor botsing
Wanneer er een kans bestaat op een
botsing , is onafgebroken het
botsingswaarschuwingsgeluid
hoorbaar en wordt een waarschuwing
getoond op de Active Driving Display
en de multi-informatiedisplay.
Multi-informatiedisplay
1. De melding “REM!” wordt
weergegeven

Active Driving Display
1. De melding “REM!” wordt
weergegeven
▼Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support [Rear]
(SBS-R) remhulpsysteem
De SBS-R kan buiten werking worden
gesteld.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
Wanneer de SBS-R wordt geannuleerd,
gaat het SBS OFF indicatielampje
branden.
OPMERKING
xWanneer het contact uit wordt gezet
terwijl de SBS-R is geannuleerd,
wordt de SBS-R de volgende keer dat
het contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld.
xWanneer de SBS-R wordt
geannuleerd, wordt de Smart Brake
Support [Rear Crossing] (SBS-RC)
ook geannuleerd.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-203

Page 374 of 759

Smart Brake Support
[Rear Crossing] (SBS-RC)
*
▼Smart Brake Support [Rear
Crossing]
(SBS-RC)
SBS-RC is een systeem dat is bedoeld
om de bestuurder te helpen botsingen
te voorkomen en de schade bij een
botsing te beperken door te remmen
wanneer er kans bestaat op een
botsing met een voertuig dat van
achter nadert terwijl u achteruit een
parkeerruimte verlaat.
Het SBS-RC systeem bespeurt
voertuigen die tijdens het
achteruitrijden uit een parkeerruimte
vanaf de linkerachter-, rechterachter-
en achterzijde van de auto naderen en
het systeem beperkt de schade in het
geval van een botsing door te remmen
wanneer het systeem bepaalt dat een
botsing onvermijdelijk is.
Bediening van het SBS-RC systeem
1. Het SBS-RC systeem functioneert
wanneer de versnellingshendel
(Handgeschakelde versnellingsbak)
of de keuzehendel (Automatische
transmissie) in de achteruitstand (R)
gezet wordt.
2. Als er de kans bestaat op een
botsing met een naderend voertuig,
dan remt het SBS-RC systeem en
toont “REM!” op de Active Driving
Display en de
multi-informatiedisplay.
WAARSCHUWING
Controleer altijd visueel de directe
omgeving alvorens daadwerkelijk uw
auto in de achteruit te zetten:
Het systeem is enkel bedoeld om u bij
het verlaten van de parkeerplek te
helpen terwijl u achteruit rijdt. Als
gevolg van bepaalde beperkingen ten
aanzien van de werking van dit
systeem, bestaat de kans dat het
SBS-RC systeem niet of met vertraging
werkt alhoewel er zich een voertuig
achter uw auto bevindt. Neem het als
bestuurder altijd tot uw
verantwoordelijkheid te controleren op
achteropkomend verkeer.
Vertrouw niet blindelings op het
SBS-RC systeem:
¾Het SBS-RC systeem is enkel
bestemd om in het geval van een
botsing schade te verminderen.
Wanneer u overmatig op het systeem
vertrouwt en daardoor het gaspedaal
of rempedaal per ongeluk intrapt,
kan dit een ongeluk veroorzaken.
¾Het SBS-RC systeem werkt in reactie
op een voertuig. Het systeem werkt
niet in respons op obstakels zoals
een muur, voetgangers, 2-wielers of
dieren.
Neem voor de juiste werking van het
SBS-RC systeem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Breng geen stickers aan op een
achterste radar of achtercamera.
Anders bestaat de kans dat de
achterste radar en achtercamera
voertuigen of obstakels niet kunnen
bespeuren, hetgeen ongelukken kan
veroorzaken.
¾Demonteer een achterste radar en
achtercamera niet.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-204*Bepaalde modellen.

Page 375 of 759

¾Als er barsten of beschadiging als
gevolg van bijvoorbeeld steenslag in
de buurt van een achterste radar en
achtercamera zichtbaar zijn,
onmiddellijk met het gebruik van het
SBS-RC systeem stoppen en uw auto
door een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) laten
inspecteren. Als u met barsten of
krassen in de buurt van een
ultrasonische sensor met de auto
blijft doorrijden, bestaat de kans dat
het systeem abusievelijk in werking
treedt en een ongeluk veroorzaakt
wordt.
Zie Stopzetten van de werking van
het Smart Brake Support [Rear
Crossing] (SBS-RC) remhulpsysteem
op pagina 4-208.
¾Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor het
vervangen van de achterbumper.
Geen wijzigingen aan de vering
aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de
overhelling gewijzigd wordt, bestaat
de kans dat het SBS-RC systeem niet
juist functioneert omdat deze
obstakels niet correct kan bespeuren.Oefen geen grote kracht uit op een
achterste radar en achtercamera:
Spuit bij het wassen van de auto geen
water onder hoge druk tegen een
achterste radar en achtercamera en
wrijf er niet met kracht over. Let er
verder op bij het in- en uitladen van
lading niet met kracht tegen de
achterbumper te stoten. Anders
bestaat de kans dat de sensoren de
obstakels niet correct bespeuren, wat
tot gevolg kan hebben dat het SBS-RC
systeem niet normaal functioneert of
abusievelijk functioneert.
OPMERKING
xHet SBS-RC systeem treedt onder de
volgende omstandigheden in
werking.
xDe motor draait.xDe versnellingshendel
(handgeschakelde auto) of
keuzehendel (voertuig met
automatische transmissie) staat in
de stand R (achteruit).
xi-ACTIVSENSE
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje wordt niet
getoond op de
multi-informatiedisplay.
xDe rijsnelheid is ongeveer 10
km/h of minder.
xDe rijsnelheid van een naderend
voertuig is ongeveer 3 km/h of
hoger.
xDe SBS-R wordt niet
uitgeschakeld.
xHet DSC systeem is niet defect.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-205

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 170 next >