display MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 437 of 759

xOp donkere plaatsen.xWanneer de temperatuur rondom de lens hoog/laag is.xWanneer de camera nat is, zoals op een regenachtige dag of tijdens perioden
van hoge luchtvochtigheid.
xWanneer zich vreemde bestanddelen zoals modder rondom de camera hebben
vastgehecht.
xWanneer de cameralens zonlicht of de lichtbundel van koplampen weerkaatst.xDe omgeving wordt verlicht door de voertuiglampen, fluorescentielampen of
LED-lampen (display kan knipperen).
xEr verschijnen zeer kleine donkere of witte stippen op het scherm (de stippen
kunnen knipperen).
xDe beeldweergave kan vertraagd worden als de temperatuur rondom de camera
laag is.
▼Gebruik van de display
Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject
De geprojecteerd trajectbegeleidingsmodus toont het voorspelde traject van de auto
na het draaien van het stuurwiel.
Gebruik deze modus wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage parkeert.
a) Verwachte rijlijn (geel)
Deze lijnen worden getoond als referentie voor het geprojecteerde traject van de
auto.
De lijnen die de verwachte rijlijn tonen, veranderen na het draaien van het
stuurwiel.
b) Verruimde voertuigbreedtelijnen (blauw)
Deze lijnen tonen de verruimde breedte van de auto.
Deze lijnen worden niet getoond wanneer de wielen van de auto in de
rechtvooruitstand staan.
c) Afstandsrichtlijnen (rood)
Deze lijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
De blauwe lijn geeft het punt aan ongeveer 50 cm van de achterbumper.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-267

Page 438 of 759

De rode en gele lijnen, die van plaats veranderen na het draaien van het
stuurwiel, geven de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100 cm voor de
gele lijnen vanaf de achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van de lijnen).
Een afwijking ontstaat wanneer de wielen niet in de rechtvooruitstand staan.
In bovenstaande afbeelding is de rechterzijde van de auto in een positie die de
werkelijke afstand dichter benadert, zoals aangegeven door de afstandsrichtlijnen
(rood: ongeveer 50 cm punt, geel: ongeveer 100 cm punt achter de
achterbumper), terwijl de linkerzijde in een positie verder weg is.
OPGELET
De getoonde positie van de richtlijnen op de display verandert afhankelijk van de
toestand van de auto (zoals het aantal inzittenden/belading) en de
wegomstandigheden (zoals een steile helling aan de achterzijde van de auto).
Controleer tijdens het achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto
en het omliggende gedeelte rechtstreeks met uw ogen.
Displaytype met vaste hulplijnen
Richtlijnen die de breedte van de auto aangeven (geel) worden op het scherm
getoond bij wijze van referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan
in vergelijking tot de breedte van de parkeerruimte die u op het punt staat in te
rijden.
Gebruik dit displayaanzicht wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage
parkeert.
a) Voertuigbreedterichtlijnen (geel)
Richtlijnen dienen als referentie en geven bij benadering de breedte van de auto
aan.
b) Afstandsrichtlijnen (rood)
Deze richtlijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten
vanaf de achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
De rode en gele lijnen geven de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100
cm voor de gele lijnen vanaf de achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van
de lijnen).
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-268

Page 439 of 759

OPGELET
De richtlijnen op het scherm zijn vaste lijnen. Deze bewegen niet mee met de
draaiing van het stuurwiel door de bestuurder. Wees altijd voorzichtig en controleer
tijdens het achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en het
omliggende gedeelte rechtstreeks met uw ogen.
▼Werking van de achteruitkijkmonitor
De werking van de achteruitkijkmonitor bij het achteruitrijden met de auto varieert
afhankelijk van de verkeers- en wegsituatie en de auto. De hoeveelheid benodigde
stuurbeweging en de timing varieert ook afhankelijk van de omstandigheden, dus
controleer de omgeving rechtstreeks met uw ogen en stuur de auto al naargelang de
situatie.
Houd goed rekening met bovenstaande voorzorgsmaatregelen alvorens de
achteruitkijkmonitor te gebruiken.
Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject
OPMERKING
Het volgende is een voorbeeld van parkeren waarbij het stuurwiel bij het
achteruitrijden naar rechts gedraaid wordt. De procedure is omgekeerd wanneer het
achteruitrijden vanuit tegenovergestelde richting gebeurt.
1. Zet de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de stand achteruit (R) om de display over te
schakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-269

Page 440 of 759

2. Alvorens achteruit een parkeerruimte in te rijden, het stuurwiel draaien en
daarbij naar de display van de verwachte rijlijn kijken zodat de auto in het
midden de parkeerruimte inrijdt.

1. (Displayconditie)
2. (Voertuigconditie)
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-270

Page 441 of 759

3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven
rijden zodat de afstand tussen de voertuigbreedtelijnen en de zijkant van de
parkeerruimte aan de linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.

1. (Displayconditie)
2. (Voertuigconditie)
4. Ga verder met het bijdraaien van het stuurwiel totdat de
voertuigbreedterichtlijnen parallel zijn aan de linker- en rechterzijde van de
parkeerruimte.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-271

Page 442 of 759

5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen recht vooruit zetten en uw auto
langzaam achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de
auto controleren en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot
stilstand. (Als de parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de
voertuigbreedterichtlijnen ten opzichte hiervan parallel staan.)

1. (Displayconditie)
2. (Voertuigconditie)
6. Wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de
keuzehendel (automatische transmissie) vanuit de stand achteruit (R) naar een
andere stand van de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de
keuzehendel (automatische transmissie) wordt gezet, keert het scherm terug
naar de voorgaande display.
OPMERKING
Aangezien er een verschil kan zijn tussen de getoonde afbeelding, zoals hieronder
aangegeven, en de werkelijke omstandigheden tijdens het parkeren, altijd de
veiligheid aan de achterzijde van de auto en het omliggende gebied rechtstreeks
visueel controleren.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-272

Page 443 of 759

xIn de afbeelding van de parkeerruimte (of garage) welke op het scherm wordt
weergegeven, kan het lijken dat het achterste uiteinde en de afstandsrichtlijnen op
de monitor op één lijn zijn, terwijl deze op de grond in feite niet op één lijn zijn.
xBij het parkeren in een ruimte die enkel aan één zijde van de parkeerruimte een
verdeelstreep heeft, kan het lijken dat de verdeelstreep en de
voertuigbreedterichtlijn op de monitor op één lijn zijn, alhoewel deze in feite op
de grond niet op één lijn zijn.
Displaytype met vaste hulplijnen
OPMERKING
Beelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
1. Zet de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de stand achteruit (R) om de display over te
schakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-273

Page 444 of 759

2. Controleer de omgeving rondom de auto en rijd achteruit.

1. (Displayconditie)
2. (Voertuigconditie)
3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven
rijden zodat de afstand tussen de voertuigbreedtelijnen en de zijkant van de
parkeerruimte aan de linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.
4. Ga verder met het bijdraaien van het stuurwiel totdat de
voertuigbreedterichtlijnen parallel zijn aan de linker- en rechterzijde van de
parkeerruimte.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-274

Page 445 of 759

5. Zodra de lijnen parallel staan, de wielen recht vooruit zetten en uw auto
langzaam achteruit de parkeerruimte inrijden. Blijf de omliggende ruimte van de
auto controleren en breng vervolgens de auto op de best mogelijke plaats tot
stilstand. (Als de parkeerruimte verdeelstrepen heeft, controleer dan of de
voertuigbreedterichtlijnen ten opzichte hiervan parallel staan.)

1. (Displayconditie)
2. (Voertuigconditie)
6. Wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de
keuzehendel (automatische transmissie) vanuit de stand achteruit (R) naar een
andere stand van de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de
keuzehendel (automatische transmissie) wordt gezet, keert het scherm terug
naar de voorgaande display.
OPMERKING
Aangezien er een verschil kan zijn tussen de getoonde afbeelding, zoals hieronder
aangegeven, en de werkelijke omstandigheden tijdens het parkeren, altijd de
veiligheid aan de achterzijde van de auto en het omliggende gebied rechtstreeks
visueel controleren.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-275

Page 447 of 759

Wanneer er een steile helling achter de auto is
Wanneer er een steile opwaartse helling (neerwaartse helling) achter de auto is, lijkt
het voorwerp dat op het scherm getoond wordt verder weg (neerwaartse helling:
dichterbij) dan de werkelijke afstand.
1. Lijkt verder weg dan de werkelijke afstand
2. Lijkt dichterbij dan de werkelijke afstand
3. Afstand tussen het voertuig en het voorwerp dat op het scherm wordt getoond.
4. Werkelijke afstand tussen voertuig en voorwerp.
5. Voorwerp in werkelijke positie
6. Voorwerp op scherm
Driedimensionaal object aan de achterzijde van de auto
Aangezien de afstandsrichtlijnen getoond worden uitgaande van een plat vlak,
bestaat de kans dat de afstand naar het driedimensionale object dat op het scherm
wordt getoond verschilt van de werkelijke afstand.
1. (Schermdisplay)
2. (Werkelijke conditie)
3. Gemeten afstand op scherm A>B>C
4. Werkelijke afstand B>C=A
(Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject)
Bij het achteruitrijden nabij een driedimensionaal object
Bij het achteruitrijden nabij een overhangend object, bestaat de kans dat de auto
het object raakt, ook als de lijn van het geanticipeerde traject niet met het object op
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-277

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 170 next >