sensor MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 83 of 759

Werking van de
SRS-airbags
▼Werking van de
SRS-airbags
Uw Mazda is uitgerust met de
volgende typen
SRS-airbags.
SRS-airbags zijn ontworpen om te
werken in combinatie met de
veiligheidsgordels om letsel tijdens een
ongeval te helpen verminderen.
De
SRS-airbags zijn ontworpen om als
aanvulling op de
veiligheidsgordelfuncties de passagiers
extra bescherming te bieden. Draag de
veiligheidsgordels op de juiste wijze.
▼Voorspanners van
veiligheidsgordels
De voorspanners functioneren
verschillend afhankelijk van met welke
typen airbags de auto is uitgerust. Zie
voor meer bijzonderheden over de
werking van de
veiligheidsgordelvoorspanners,
“Criteria voor SRS airbag activering”
(pagina 2-66).
Voor
De veiligheidsgordelvoorspanners van
de voorzittingen zijn ontworpen om in
werking te treden bij gematigde of
ernstige frontale of bijna frontale
botsingen.
Bovendien worden de voorspanners
geactiveerd wanneer een zijdelingse
botsing wordt gedetecteerd of als de
auto over de kop slaat (met rolsensor).
Portierzijde achter
*
De veiligheidsgordelvoorspanners van
de buitenste zitplaatsen van de
achterzitting zijn ontworpen om in
werking te treden bij gematigde of
ernstige frontale of bijna frontale
botsingen.
▼Bestuurdersairbag
De bestuurdersairbag is in het
stuurwiel ingebouwd.
Wanneer de impactsensoren van een
airbag een frontale botsing met meer
dan gematigde kracht registreren,
wordt de bestuurdersairbag snel
opgeblazen om letsel aan
hoofdzakelijk het hoofd of de borst
van de bestuurder te helpen
verminderen dat veroorzaakt wordt
door een directe slag tegen het
stuurwiel.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
Bij de tweetraps bestuurdersairbag
wordt het opblazen van de airbag op
twee krachtniveaus geregeld,
afhankelijk van de positie van de
bestuurdersstoel. De
bestuurdersstoelpositiesensor bevindt
zich onder de bestuurdersstoel. De
sensor bepaalt of de bestuurdersstoel
zich voor of achter een bepaalde
referentiepositie bevindt en stuurt de
stoelpositie naar de diagnosemodule
(SAS eenheid). De SAS eenheid
bestuurt de activering van de
bestuurdersairbag, afhankelijk van de
afstand van de bestuurdersstoel tot het
stuurwiel.
Tijdens een gematigde botsing wordt
de bestuurdersairbag met minder
kracht opgeblazen, terwijl tijdens meer
ernstige botsingen en wanneer de
bestuurdersstoel achter de
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
*Bepaalde modellen.2-63

Page 84 of 759

referentiepositie staat de airbag met
meer kracht wordt opgeblazen.
▼Voorpassagiersairbag
De voorpassagiersairbag is ingebouwd
in het instrumentenpaneel aan de
voorpassagierszijde.
Het opblaasmechanisme voor de
voorpassagiersairbag is hetzelfde als bij
de bestuurdersairbag.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
▼Knie-airbag van bestuurder
De knie-airbag bevindt zich onder het
instrumentenpaneel.
Wanneer de impactsensoren van de
airbag een frontale botsing met meer
dan gematigde kracht registreren,
wordt de knie-airbag direct
opgeblazen om letsel aan de benen
van de bestuurder te verminderen.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
▼Zij-airbags
De zij-airbags zijn ingebouwd in de
buitenste zijden van de rugleuningen
van de voorzittingen.
Wanneer de impactsensoren van een
airbag een zijdelingse botsing met
meer dan gematigde kracht registreren,
blaast het systeem enkel de zij-airbag
op aan de zijde waar de auto geraakt
is. De zij-airbag wordt snel opgeblazen
om letsel aan de borst van de
bestuurder of de voorpassagier te
helpen verminderen dat veroorzaakt
wordt door een directe slag tegen
interieuronderdelen zoals een portier
of raam.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering , “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).

Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-64

Page 85 of 759

▼Gordijn-airbags
De gordijn-airbags zijn ingebouwd in
de voorruit- en achterruitstijlen en de
dakrand langs beide zijden.
Wanneer de impactsensoren van een
airbag een zijdelingse botsing met
meer dan gematigde kracht registreren,
wordt de gordijn-airbag snel
opgeblazen om letsel aan
hoofdzakelijk het hoofd van de
bestuurder en van de passagiers voor
en achter gezeten aan de portierzijde
te helpen verminderen dat veroorzaakt
wordt door een directe slag tegen
interieuronderdelen zoals een portier
of ruit.
Zie voor nadere bijzonderheden over
airbag activering, “Criteria voor SRS
airbag activering” (pagina 2-66).
Bij een zijdelingse botsing:
Een botsing met meer dan gematigde
kracht aan één zijde van de auto heeft
tot gevolg dat de gordijn-airbag enkel
aan die zijde van de auto wordt
opgeblazen.

Enkel één zij- en gordijn-airbag zal
geactiveerd worden aan de zijde waar
de auto de kracht van de botsing
ontvangt.
(Met rolsensor)
Als auto over de kop slaat:
Als de auto over de kop slaat, worden
beide gordijn-airbags geactiveerd.

Beide gordijn-airbags worden
geactiveerd als de auto over de kop
slaat.
▼Waarschuwingslampje/zoemer
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor systeem
van airbag/
veiligheidsgordelvoorspanner op
pagina 7-64.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-65

Page 87 of 759

SRS uitrus-
tingTypen botsing
Een ernstige frontale/bijna
frontale botsingEen ernstige zij-
delingse botsingAuto slaat (bijna)
over de kop
*2Een botsing aan
de achterzijde
Veiligheids-
gordelvoor-
spanner
van achter-
zitting
*
XX
X
Bestuur-
dersairbagXŠŠ
Voorpassa-
giersairbagX
*1ŠŠ
Knie-airbag
XŠŠ
Zij-airbagŠX
*1 (enkel zijde
van botsing)Š
Gordijn-air-
bagŠX (enkel zijde van
botsing)X (beide zijden)
X: De SRS airbaguitrusting wordt bij een botsing geactiveerd.
Š: de SRS airbaguitrusting wordt bij een botsing niet geactiveerd.
*1(Met deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag)
De voor- en zij-airbags van de voorpassagierszitting en de veiligheidsgordelvoorspanner worden
geactiveerd afhankelijk van de status van de deactiveringsschakelaar van de voorpassagiersairbag.
*2(Met rolsensor)
Als de auto over de kop slaat, worden de veiligheidsgordelvoorspanners en de gordijn-airbags
geactiveerd.
OPMERKING
Bij een frontale zijdelingse botsing, is het mogelijk dat alle uitgeruste airbags en
voorspanners geactiveerd worden, afhankelijk van de richting, hoek en snelheid van
impact.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
*Bepaalde modellen.2-67

Page 89 of 759

genoeg bespeurd worden om de SRS
airbaguitrusting te activeren.

Zijdelingse botsingen tegen bomen of
palen

Zijdelingse botsingen met
tweewielige voertuigen

Over de kop slaan (zonder rolsensor)
Beperkingen ten aanzien van detectie
van over de kop slaan (met rolsensor):
De volgende afbeelding toont een
voorbeeld van een ongeluk dat
mogelijk niet als over de kop slaan
wordt gedetecteerd. De
veiligheidsgordelvoorspanners van de
voorstoel en gordijn-airbags worden
daardoor mogelijk niet geactiveerd.

Over de kop slaan
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-69

Page 90 of 759

Constante controle
▼Constante controle
De volgende onderdelen van de
aanvullende beveiligingssystemen
worden door een diagnosesysteem
gecontroleerd:

xVoorste airbagsensorsxImpactsensoren en diagnosemodule
(SAS eenheid)
xZij-impactsensorsxAirbagmodulesxVoorspanners van veiligheidsgordelsxWaarschuwingslampje voor systeem
van airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels
xAanverwante bedrading
xBestuurdersstoelpositiesensor*
(Met deactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag)
xDeactiveringsschakelaar van
voorpassagiersairbag
xAirbag-uitgeschakeld indicatielampje
van de voorpassagiersairbag

De diagnosemodule controleert
constant of het systeem bedrijfsklaar is.
Dit begint zodra het contact op ON is
gezet en gaat door terwijl er met de
auto wordt gereden.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
SRS-airbags
2-70*Bepaalde modellen.

Page 95 of 759

xDe levensduur van de batterij is
ongeveer 1 jaar. Vervang de batterij
door een nieuwe als de meldingen in
de instrumentengroep worden
weergegeven. Het wordt aanbevolen
de batterij ongeveer eenmaal per
jaar te vernieuwen, omdat de kans
bestaat dat de KEY
waarschuwingsindicatie niet wordt
getoond, afhankelijk van hoe snel de
batterij uitgeput is geraakt.
xExtra sleutels zijn verkrijgbaar bij een
officiële Mazda reparateur. Per auto
kunnen in totaal 6 sleutels met de
afstandbediende
portiervergrendelingsfuncties
gebruikt worden. Breng wanneer u
extra sleutels nodig heeft alle sleutels
naar een officiële Mazda reparateur.
▼Zender
1. Bedrijfsindicatielampje
2. Vergrendeltoets (
)
3. Ontgrendeltoets (
)
4. Knop elektrisch bediende
achterklep (
of )*
5. Annuleertoets van inbraaksensor
(
)*
OPMERKING
xDe koplampen worden in-/
uitgeschakeld door bediening van de
zender. Zie Vertrekverlichting op
pagina 4-66.
x(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
op pagina 3-56.
x(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Europese modellen))
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de brandstoftankdop
met behulp van de sleutel
vergrendeld/ontgrendeld worden.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
(Behalve Europese modellen))
Er klinkt een zoemtoon voor
bevestiging wanneer de portieren,
de achterklep en de afsluitklep van
de brandstoftankdop vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp van
de sleutel. Indien gewenst, kan de
zoemtoon worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
Wanneer de toetsen worden
ingedrukt, gaat het
bedrijfsindicatielampje knipperen.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.3-5

Page 97 of 759

xHet systeem kan worden ingesteld
op het ontgrendelen van alle
portieren, de achterklep en de
afsluitklep van de
brandstoftankdop wanneer
eenmaal op de ontgrendeltoets
wordt gedrukt.
xHet systeem kan worden ingesteld
op het ontgrendelen van het
bestuurdersportier en de
afsluitklep van de
brandstoftankdop door op de
ontgrendeltoets op de zender te
drukken, en op het ontgrendelen
van de overige portieren en de
achterklep door binnen 5
seconden nogmaals de
ontgrendeltoets in te drukken.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Automatische
hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen met behulp van
de sleutel zullen alle portieren, de
achterklep en de afsluitklep van de
brandstoftankdop automatisch
vergrendeld worden als een van de
volgende handelingen niet binnen
ongeveer 30 seconden wordt
uitgevoerd. Als uw auto uitgerust is
met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
xEen portier of de achterklep wordt
geopend.
xHet contact in een andere stand
dan uit wordt gezet.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
Wanneer de portieren ontgrendeld
worden door het indrukken van de
ontgrendeltoets op de zender terwijl
het anti-diefstal beveiligingssysteem
uitgeschakeld is, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal knipperen om aan te
geven dat het systeem uitgeschakeld
is.
Knop elektrisch bediende achterklep
*
Houd om de achterklep te openen/
sluiten gedurende één seconde of
langer de knop voor de elektrisch
bediende achterklep ingedrukt als de
achterklep geheel gesloten/geopend
is.
De waarschuwingsknipperlichten
zullen tweemaal knipperen en de
achterklep opent/sluit nadat de
pieptonen hebben geklonken.
Raadpleeg Elektrisch bediende
achterklep op pagina 3-26 voor
informatie over de werking van de
elektrisch bediende achterklep.
Ty p e A
Ty p e B
Annuleertoets van inbraaksensor*
Druk voor het annuleren van de
inbraaksensor (onderdeel van het
anti-diefstal beveiligingssysteem)
binnen 20 seconden na het indrukken
van de vergrendeltoets op de
annuleertoets van de inbraaksensor en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
3 maal knipperen.
Alvorens te gaan rijden
Sleutels
*Bepaalde modellen.3-7

Page 100 of 759

Geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendeling
*
▼Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling
WAARSCHUWING
Radiogolven van de sleutel kunnen
van invloed zijn op medische
apparatuur zoals pacemakers:
Alvorens de sleutel te gebruiken in de
nabijheid van personen die medische
apparatuur gebruiken, de fabrikant van
de apparatuur of uw arts vragen of de
radiogolven van de sleutel van invloed
zijn op de apparatuur.
Met de geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie kunt u het
portier, de achterklep en de afsluitklep
van de brandstoftankdop
vergrendelen/ontgrendelen of de
achterklep openen terwijl u de sleutel
bij u draagt.
Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingspieptonen.
xWaarschuwingszoemer
aanraaksensor-buiten-werking
Zie Waarschuwingszoemer
aanraaksensor-buiten-werking (met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op
pagina 7-78.
xWaarschuwingszoemer
portiervergrendelschakelaar-achterkl
ep-buiten-werking
Zie Waarschuwingszoemer
portiervergrendelschakelaar-achterkl
ep-buiten-werking (met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op
pagina 7-78.
xWaarschuwingszoemer
sleutel-in-bagageruimte-achtergelate
n
Zie Waarschuwingszoemer
sleutel-in-bagageruimte-achtergelate
n (Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op
pagina 7-78.
xWaarschuwingszoemer
sleutel-in-auto-achtergelaten
Zie Waarschuwingszoemer
Sleutel-in-auto-achtergelaten (met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op
pagina 7-79.
OPMERKING
De functies van het geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem kunnen
buiten werking gesteld worden om
mogelijke nadelige invloeden op een
gebruiker die een pacemaker of andere
medische apparatuur draagt te
voorkomen. Als het systeem buiten
werking is gesteld, zult u de motor niet
kunnen starten wanneer u de sleutel bij
u draagt. Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor
bijzonderheden. Als het geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem buiten
werking is gesteld, kunt u de motor
starten door het volgen van de
procedure die wordt aangegeven voor
wanneer de sleutelbatterij uitgeput is.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina
4-9.
Alvorens te gaan rijden
Geavanceerde afstandbediende portiervergrendeling
3-10*Bepaalde modellen.

Page 101 of 759

Werkingsbereik
▼Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer
de bestuurder zich in de auto of
binnen het werkingsbereik bevindt en
de sleutel bij zich heeft.
OPMERKING
Wanneer de batterij bijna uitgeput is of
op plaatsen waar er radiogolven met
hoge intensiteit of storing is, bestaat de
kans dat het werkingsbereik kleiner
wordt of dat het systeem niet
functioneert. Zie voor het bepalen van
het vernieuwen van de batterij
Afstandbediende portiervergrendeling
op pagina 3-4.
▼Vergrendelen/Ontgrendelen met
de aanraaksensor
1. Buitenantenne
2. 80 cm
3. Werkingsbereik
OPMERKING
xDe kans bestaat dat het systeem niet
werkt als u zich te dicht bij de ramen
of de portierkrukken bevindt.
xAls de sleutel op de volgende
plaatsen is achtergelaten en u de
auto verlaat, bestaat de kans dat de
portieren afhankelijk van de
condities van de radiogolven
vergrendeld worden, ook als de
sleutel in de auto is achtergelaten.
xRondom het instrumentenpaneelxIn een opbergvak zoals het
dashboardkastje of de
middenconsole
xVlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
▼Vergrendelen met de
portiervergrendelschakelaar/
Ontgrendelen met de elektrisch
bediende achterklepopener
1. Buitenantenne
2. 80 cm
3. Werkingsbereik
Alvorens te gaan rijden
Geavanceerde afstandbediende portiervergrendeling
3-11

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 120 next >