MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 281 of 759

xDistance & Speed Alert (DSA)xVooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA)
xAchteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
xRijstrookassistent (LAS)
OPMERKING
De status van het systeem ingeschakeld
via gebruikersinstellingen wordt
getoond.
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit)
Stand-bystatus systeem
Wanneer geen van de systemen is
geactiveerd of als er een probleem is
met het systeem, dan wordt het
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit)
getoond.
OPMERKING
Wanneer er bijvoorbeeld een
probleem is met het
rijstrookafwijkingswaarschuwingssystee
m (LDWS), dan wordt zelfs wanneer
het dodehoekmonitorsysteem (BSM)
normaal functioneert, het
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit)
getoond.
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (groen)
Status systeem geactiveerd
Wanneer één van de systemen is
geactiveerd, dan wordt het
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (groen)
getoond.
OPMERKING
Zelfs wanneer het i-ACTIVSENSE
statussymbool (waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (groen)
wordt getoond, dan zullen systemen
die niet aan de
bedieningsvoorwaarden voldoen
alsnog niet werken.
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (oranje)
Status waarschuwing systeem
Wanneer een van de
systeemwaarschuwingen wordt
geactiveerd, dan wordt het
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (oranje)
getoond.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-111

Page 282 of 759

i-ACTIVSENSE OFF symbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem)
Status systeem UIT
Als alle systemen worden geannuleerd
via de gebruikersinstellingen of de
i-ACTIVSENSE schakelaar, dan wordt
het i-ACTIVSENSE OFF symbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) getoond.
▼i-ACTIVSENSE schakelaar
Wanneer de i-ACTIVSENSE schakelaar
wordt ingedrukt, worden de volgende
systemen geannuleerd en wordt het
i-ACTIVSENSE OFF symbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) in de
instrumentengroep getoond.
xRijstrookafwijkingswaarschuwingssyst
eem (LDWS)
xDodehoekmonitor (BSM)xDistance & Speed Alert (DSA)xVooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA)
xAchteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA)
xRijstrookassistent (LAS)
i-ACTIVSENSE OFF symbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem)
Wanneer de i-ACTIVSENSE schakelaar
opnieuw wordt ingedrukt, keren de
systemen terug naar hun
oorspronkelijke bedrijfstoestand en
gaat het i-ACTIVSENSE OFF symbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) uit.
Als het contact uit wordt gezet terwijl u
de systemen met de i-ACTIVSENSE
schakelaar heeft geannuleerd, worden
de systemen de volgende keer dat het
contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld. Als de
systemen echter worden geannuleerd
via de gebruikersinstellingen, dan
worden de systemen niet automatisch
ingeschakeld.
OPMERKING
xVoor de systemen die kunnen
worden geannuleerd met de
i-ACTIVSENSE schakelaar geldt dat
ze niet kunnen worden geannuleerd
wanneer de volgende systemen in
werking zijn, zelfs wanneer u op de
i-ACTIVSENSE schakelaar drukt.
xMazda Radar Cruise Control
(MRCC)
xMazda Radar Cruise Control met
Stop & Go-functie (MRCC met
Stop & Go-functie)
xCruising &
Tra ffi c Support (CTS)xU kunt via de gebruikersinstellingen
systemen selecteren die u wilt
annuleren.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-112

Page 283 of 759

Aanpasbaar
voorverlichtingssysteem
(AFS)
*
▼Aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS)
Het aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS) stelt de
lichtbundels van de koplampen
automatisch naar links of rechts af in
samenhang met de bediening van het
stuurwiel nadat de koplampen zijn
ingeschakeld en de rijsnelheid
ongeveer 2 km/h of hoger is.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie buitenverlichting
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje op pagina
7-68.
OPMERKING
xKoplampen die weggebruikers die
vanuit tegemoetkomende richting
naderen niet verblinden, ongeacht
aan welke kant van de weg u geacht
wordt te rijden (links of rechts
verkeer). Het is dus niet nodig de
optische as van de koplampen af te
stellen wanneer u tijdelijk naar rijden
aan de andere kant van de weg moet
omschakelen (links of rechts
verkeer).
xHet aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS) kan
overgeschakeld worden naar
geactiveerd/niet-geactiveerd met
behulp van de
gebruikersinstellingenfunctie.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
Koplampregelsysteem
(HBC)
*
▼Koplampregelsysteem (HBC)
Het HBC bepaalt met behulp van de
vooruitrijcamera (FSC) de
omstandigheden aan de voorzijde van
de auto bij het rijden in het donker en
schakelt het licht van de koplampen
automatisch over tussen grootlicht en
dimlicht.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina
4-241.
Bij het rijden met een snelheid van
ongeveer 30 km/h of meer, worden de
koplampen op grootlicht ingesteld
wanneer er geen voertuigen vóór u
rijden of geen tegenliggers naderen.
Het systeem schakelt in de volgende
gevallen de koplampen over op
dimlicht:
xHet systeem bespeurt een voertuig of
de koplampen/lichten van een
voertuig dat vanuit
tegenovergestelde richting nadert.
xBij het rijden op wegen met
straatverlichting of op wegen in goed
verlichte steden en dorpen.
xDe rijsnelheid is minder dan
ongeveer 20 km/h.
xWanneer het grootlicht is
ingeschakeld gaat het
grootlichtindicatielampje branden.
1. Vooruitrijcamera (FSC)*1
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-113

Page 284 of 759

*1 De herkenningsafstand van de
vooruitrijcamera (FSC) varieert afhankelijk
van de omgevingsomstandigheden.
Het waarschuwingslampje gaat
branden als het systeem defect is.
Zie Koplampregelsysteem (HBC)
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (oranje) op
pagina 7-67.
OPGELET
¾De hoogte van de auto niet afstellen,
de koplampeenheden niet wijzigen
en de camera niet verwijderen,
anders zal het systeem niet normaal
functioneren.
¾Vertrouw niet uitsluitend en alleen
op het HBC en rijd met voldoende
aandacht voor de veiligheid. Schakel
de koplampen indien nodig
handmatig over tussen grootlicht en
dimlicht.
OPMERKING
Het moment waarbij het systeem de
koplampen overschakelt verandert
onder de volgende omstandigheden.
Als het systeem de koplampen niet
juist overschakelt, handmatig tussen
grootlicht en dimlicht overschakelen,
overeenkomstig het zicht en de
verkeersomstandigheden.
xWanneer er lichtbronnen in het
gebied zijn, zoals straatlantaarns,
verlichte aanwijsborden en
verkeerslichten.
xWanneer er lichtweerkaatsende
voorwerpen in de omgeving zijn,
zoals lichtweerkaatsende platen en
borden.
xWanneer het zicht verminderd is
tijdens regen, sneeuw of mist.
xBij het rijden op wegen met scherpe
bochten of in heuvelachtig gebied.
xWanneer de koplampen/
achterlichten van voertuigen vóór u
of op de tegenovergestelde rijstrook
niet duidelijk zichtbaar of onverlicht
zijn.
xWanneer het onvoldoende donker is,
zoals bij zonsopgang of schemering.
xWanneer de bagageruimte beladen
is met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
xWanneer het zicht verminderd is
doordat spatwater van de banden
van een voertuig vóór u op uw
voorruit terechtkomt.
▼Gebruik van het systeem
Het HBC schakelt het licht van de
koplampen automatisch over tussen
groot licht en dimlicht nadat het
contact op ON is gezet en de
koplampschakelaar in de stand AUTO
en dimlicht staat.
Het HBC bepaalt dat het buiten
donker is op basis van de helderheid
van de omgeving. Tegelijkertijd gaat
het HBC indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep branden.

OPMERKING
De werking van het HBC kan
uitgeschakeld worden.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
▼Handmatig overschakelen
Overschakelen naar dimlicht
Schakel de koplampschakelaar naar de
stand of druk op de
grootlichtschakelaar.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-114

Page 285 of 759

Het HBC indicatielampje (groen) gaat
uit.
1. Grootlichtschakelaar

Wanneer de HBC is uitgeschakeld met
de grootregelschakelaar, druk dan
nogmaals op de grootlichtschakelaar
om de HBC weer in te schakelen.
Overschakelen naar grootlicht
Zet de hendel in de stand voor
grootlicht.
Het HBC indicatielampje (groen) gaat
uit en het koplamp
grootlichtindicatielampje gaat
branden.
Adaptieve
LED-koplampen (ALH)
*
▼Adaptieve LED-koplampen (ALH)
De ALH zijn een systeem dat gebruik
maakt van de vooruitrijcamera (FSC)
om tijdens het rijden in het donker de
situatie van een voorliggend voertuig
of van een voertuig dat uit
tegenovergestelde richting nadert te
bepalen en het verlichtingsbereik van
de koplampen, het verlichtingsgebied
of de verlichtingshelderheid
automatisch overschakelt.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina
4-241.
Het grootlicht en dimlicht van de ALH
worden voor een optimaal zicht van de
bestuurder als volgt optimaal geregeld
zonder voorliggende voertuigen of
voertuigen die uit tegenovergestelde
richting naderen te verblinden.
Niet-verblindend grootlicht
Deze functie dimt enkel de bundel
grootlicht die op het voorliggende
voertuig schijnt.
Bij het rijden met een snelheid van
ongeveer 40 km/h of hoger wordt het
grootlicht gedimd. Wanneer de
rijsnelheid minder is dan ongeveer 30
km/h, worden de koplampen op
dimlicht overgeschakeld.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-115

Page 286 of 759

OPMERKING
Wanneer het grootlicht is ingeschakeld
gaat het grootlichtindicatielampje
branden.
Groothoekdimlicht
Deze functie vergroot het
verlichtingsbereik van de lichtbundel
van het dimlicht bij het rijden met een
snelheid van minder dan ongeveer 40
km/h.
Snelwegstand
Deze functie verplaatst de
verlichtingshoek van de lichtbundel
van de koplampen omhoog bij het
rijden op snelwegen.
De afstand waarover de ALH objecten
kunnen herkennen varieert afhankelijk
van de omgevingsomstandigheden.
OPGELET
¾Breng geen wijziging aan de
wielophanging of koplampeenheden
aan en verwijder de camera niet.
Anders bestaat de kans dat de ALH
niet normaal functioneren.
¾Vertrouw niet uitsluitend op de ALH
en rijd met voldoende aandacht voor
de veiligheid. Schakel de koplampen
indien nodig handmatig over tussen
grootlicht en dimlicht.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de ALH onder de
volgende omstandigheden niet
normaal werkt. Schakel handmatig
over tussen grootlicht en dimlicht al
naargelang het zicht en de weg- en
verkeerssituatie.
xWanneer er andere lichtbronnen in
het gebied zijn, zoals straatlantaarns,
verlichte aanwijsborden en
verkeerslichten.
xWanneer er lichtweerkaatsende
voorwerpen in de omgeving zijn,
zoals lichtweerkaatsende platen en
borden.
xWanneer het zicht verminderd is
tijdens regen, sneeuw of mist.
xBij het rijden op wegen met scherpe
bochten of golvingen.
xWanneer de koplampen/
achterlichten van voorliggende
voertuigen of van voertuigen op de
tegenovergestelde rijstrook niet
duidelijk zichtbaar of onverlicht zijn.
xWanneer het onvoldoende donker is,
zoals bij zonsopgang of schemering.
xWanneer de bagageruimte beladen
is met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
xWanneer het zicht verminderd is
doordat spatwater van de banden
van een voorliggend voertuig op uw
voorruit terechtkomt.
▼Gebruik van het systeem
De ALH schakelt automatisch over
tussen niet-verblindend grootlicht,
groothoekdimlicht en snelwegstand
nadat het contact op ON is gezet en
de koplampschakelaar in de stand
en dimlicht staat.
De ALH bepaalt dat het buiten donker
is op basis van de helderheid van de
omgeving. Tegelijkertijd gaat het ALH
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-116

Page 287 of 759

indicatielampje (groen) in de
instrumentengroep branden.
OPMERKING
De werking van de ALH kan
uitgeschakeld worden.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
▼Handmatig overschakelen
Overschakelen naar dimlicht
Schakel de koplampschakelaar naar de
stand of druk op de ALH
schakelaar.
Het ALH indicatielampje (groen) gaat
uit.
1. ALH schakelaar

Wanneer de ALH is uitgeschakeld met
de ALH schakelaar, druk dan nogmaals
op de ALH schakelaar om de ALH weer
in te schakelen.
Overschakelen naar grootlicht
Zet de hendel in de stand voor
grootlicht.
Het ALH indicatielampje (groen) gaat
uit en het koplamp
grootlichtindicatielampje licht op.
Rijstrookafwijkingswaarsc
huwingssysteem (LDWS)
*
▼Rijstrookafwijkingswaarschuwings
systeem (LDWS)
Het LDWS waarschuwt de bestuurder
dat de auto van zijn rijstrook afwijkt.
Het systeem detecteert de witte (gele)
strepen op de rijstrook met gebruik van
de vooruitrijcamera (FSC) en als dit
bepaalt dat de auto van de rijstrook
gaat afwijken, waarschuwt het de
bestuurder door middel van het LDWS.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina
4-241.
Gebruik het LDWS bij het rijden op
wegen met witte (gele) strepen.
1. Vooruitrijcamera (FSC)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-117

Page 288 of 759

WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op het
LDWS systeem:
¾Het LDWS-systeem is niet bestemd
om compensatie te geven voor
onvoldoende voorzichtigheid van de
bestuurder en als u teveel op het
systeem vertrouwt kan dit tot
ongelukken leiden.
¾De functies van het LDWS hebben
beperkingen. Blijf altijd uw baan
aanhouden met behulp van het
stuurwiel en rijd voorzichtig.
OPGELET
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat
het LDWS systeem normaal kan
functioneren.
¾Geen wijzigingen aan de vering van
de auto aanbrengen.
¾Gebruik voor de voor- en
achterwielen altijd banden van het
voorgeschreven type en formaat.
Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) voor het
vervangen van de banden.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het systeem onder
de volgende omstandigheden niet
normaal werkt.
xWanneer de witte (gele)
rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn doordat deze vuil zijn
of de verf is afgebladderd.
xWanneer de witte (gele)
rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn als gevolg van slecht
weer (regen, mist of sneeuw).
xBij het rijden op een tijdelijke
rijstrook of een weggedeelte met een
afgesloten rijstrook als gevolg van
wegwerkzaamheden waar mogelijk
meerdere witte (gele)
rijstrookstrepen zijn of waar deze zijn
onderbroken.
xDe camera neemt een donkere lijn
waar, zoals bij een tijdelijke streep
voor wegwerkzaamheden, of door
schaduweffecten, sneeuwresten of
sporen met water.
xWanneer de helderheid van de
omgeving plotseling verandert, zoals
bij het in- of uitrijden van een tunnel.
xWanneer tegenlicht vanaf het
wegdek reflecteert.
xWanneer het wegdek nat en
glimmend is na regen, of als er
plassen op de weg zijn.
xWanneer de rijstrook buitengewoon
smal is.
xDe auto rijdt op wegen met scherpe
bochten.
xWanneer zware bagage in de
bagageruimte of op de achterzitting
is geplaatst zodat de auto
doorhangt.
xDe auto rijdt over een splitsing of
knooppunt.
xWanneer een schaduw van de
vangrail parallel aan een witte (gele)
rijstrookstreep op de weg valt.
xWanneer de verlichting van de
koplampen afgezwakt is als gevolg
van verontreiniging of afwijking 's
nachts van de optische as.
xWanneer de weg buitengewoon
oneffen is.
xWanneer de auto schokt na een
hobbel in de weg.
xWanneer een voertuig dat vóór uw
auto rijdt nabij de witte (gele)
rijstrookstreep rijdt waardoor deze
minder goed zichtbaar is.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-118

Page 289 of 759

xWanneer de voorruit verontreinigd of
beslagen is.
xEr reflecteert fel licht van de
voorzijde van de auto (zoals zonlicht
of koplampen (groot licht) van
tegemoetkomende voertuigen).
xDe auto rijdt over een kruising of een
rotonde.
▼Wanneer het systeem in werking is
Wanneer het contact AAN wordt
gezet, dan gaat het i-ACTIVSENSE
statussymbool (waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit)
branden en gaat het systeem naar
stand-by.
OPMERKING
Als het i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit) niet
gaat branden, is het systeem
geannuleerd met de i-ACTIVSENSE
schakelaar of via de
gebruikersinstellingen.
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, dan verandert
het i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) op de
multi-informatiedisplay van wit naar
groen en wordt het systeem
bedrijfsklaar.
xHet contact wordt op ON gezet.xDe rijsnelheid is ongeveer 60 km/h
of hoger.
xHet systeem bespeurt witte (gele)
rijstrookstrepen.
OPMERKING
Wanneer het systeem aan één zijde
geen witte (gele) rijstrookstreep
detecteert, zal het systeem niet werken
aan de zijde waar niets wordt
gedetecteerd.
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
geannuleerd
Het LDWS systeem gaat in de volgende
gevallen over naar standby: De
LDWS-functie wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld wanneer aan de
bedieningsvoorwaarden van het
systeem wordt voldaan.
xHet systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
xDe rijsnelheid is minder dan
ongeveer 55 km/h.
xDe richtingaanwijzerhendel wordt
bediend.
xHet gaspedaal wordt ingetrapt.xHet stuurwiel wordt gedraaid.xHet rempedaal wordt bediend.
De functie wordt tijdelijk gestopt.
Het LDWS stopt in de volgende
gevallen met functioneren:
xDe temperatuur in de
vooruitrijcamera (FSC) is te hoog of
te laag.
xDe voorruit rond de vooruitrijcamera
(FSC) is beslagen.
xDe voorruit rondom de
vooruitrijcamera (FSC) wordt door
een obstakel geblokkeerd, waardoor
het uitzicht naar voren belemmerd
wordt.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-119

Page 290 of 759

xFel licht afkomstig van de voorzijde
van de auto (zoals zonlicht of
koplampen (groot licht) van
tegemoetkomende voertuigen)
reflecteert in de vooruitrijcamera
(FSC).
Defect in het systeem
Wanneer er een probleem is met het
systeem, dan gaan het i-ACTIVSENSE
statussymbool (waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit) en de
i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje op de
multi-informatiedisplay branden en
wordt een melding getoond.
Zie i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) op pagina
4-110.
▼Rijstrookafwijkingswaarschuwing
Als het systeem bepaalt dat de kans
bestaat dat de auto van zijn rijstrook
afwijkt, wordt een waarschuwing
(zoemtoon of stuurwieltrilling)
geactiveerd en wordt de richting
waarin het systeem bepaalt dat de
auto afwijkt aangegeven op de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display.
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
OPMERKING
xDe LDWS-instellingen kunnen
worden gewijzigd.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
xDe kans bestaat dat u het LDWS
waarschuwingsgeluid niet hoort,
afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden zoals
geluiden van buiten.
xAls u het LDWS hebt ingesteld op
stuurwieltrilling, bestaat de kans dat
u de trilling niet voelt, afhankelijk van
de toestand van het wegdek.
▼Uitschakelen van het systeem
Het LDWS-systeem kan buiten werking
worden gesteld.
x(Als alleen het LDWS wordt
uitgeschakeld)
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Als het LDWS wordt uitgeschakeld
door de i-ACTIVSENSE schakelaar te
bedienen)
Zie i-ACTIVSENSE schakelaar op
pagina 4-112.
OPMERKING
Als het contact uit wordt gezet terwijl u
het systeem met de i-ACTIVSENSE
schakelaar heeft geannuleerd, wordt
het systeem de volgende keer dat het
contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld. Als het
systeem echter wordt geannuleerd via
de gebruikersinstellingen, dan wordt
het systeem niet automatisch
ingeschakeld.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-120

Page:   < prev 1-10 ... 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 ... 760 next >