air condition MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2019, Model line: MODEL CX-30, Model: MAZDA MODEL CX-30 2019Pages: 759, PDF Size: 15.45 MB
Page 129 of 759
Open de ramen of stel de verwarming
of de airconditioning af op aanvoer
van verse buitenlucht wanneer u de
motor stationair laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de
auto met gesloten ramen stilstaat en u
de motor gedurende langere tijd zelfs
in een open ruimte laat draaien,
bestaat de kans dat uitlaatgas, dat
giftige koolmonoxide bevat, het
interieur binnendringt. Dit kan
bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken.
Verwijder de sneeuw van de
onderzijde en rondom uw auto,
vooral rondom de uitlaat, alvorens de
motor te starten:
Het laten draaien van de motor
wanneer de auto in diepe sneeuw
geparkeerd staat is gevaarlijk. De
uitlaatpijp kan door de sneeuw
geblokkeerd raken, waardoor het
uitlaatgas het interieur kan
binnendringen. Aangezien uitlaatgas
giftig koolmonoxide bevat, kunnen de
inzittenden van de auto bewusteloos
of zelfs verstikt raken.Afsluitklep van
brandstoftankdop en
brandstoftankdop
▼Afsluitklep van brandstoftankdop
en brandstoftankdop
WAARSCHUWING
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein
stukje losdraaien, wachten tot het
sissende geluid ophoudt en
vervolgens de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk. Brandstof
die op de huid of in de ogen
terechtkomt kan brandwonden
veroorzaken en bij inslikken ziekte tot
gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in de
brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd
wordt.
Alvorens te tanken, de motor
stopzetten en vonken en open vuur
steeds uit de buurt van de vulhals
houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur tot
ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de
verkeerde brandstoftankdop of het niet
gebruiken van een brandstoftankdop
brandstoflekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
afloop kan veroorzaken.
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
3-39
Page 151 of 759
Inrijden
▼Inrijden
Er is geen speciale inrijperiode
noodzakelijk. Echter het opvolgen van
enkele eenvoudige
voorzorgsmaatregelen gedurende de
eerste 1.000 km, kan het
motorrendement, het
brandstofverbruik en de levensduur
van de auto ten goede komen.
xVoer het toerental van de motor niet
te hoog op.
xRijd niet gedurende langere tijd met
dezelfde snelheid, snel of langzaam.
xNiet gedurende langere tijd constant
met volgas of met hoge
motortoerentallen rijden.
xVermijd krachtig afremmen, behalve
in noodgevallen.
xVermijd het starten bij volgas. xGeen aanhanger trekken.
Brandstofbesparing en
milieubescherming
▼Brandstofbesparing en
milieubescherming
De manier waarop u uw Mazda
gebruikt bepaalt de afstand die u met
een volle tank kunt
afleggen. Vo l g
onderstaande suggesties om brandstof
te helpen besparen en de CO
2-uitstoot
te verminderen.
xLaat de motor niet langdurig
stationair draaien om op te warmen.
Begin te rijden, zodra de motor
soepel draait.
xBespaar brandstof door snel
accelereren te vermijden.
xRijd met lagere snelheden. xAnticipeer bij het gebruik van de
remmen (vermijd plotseling
afremmen).
xHoud u aan het schema van
periodieke onderhoudsbeurten en
laat een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controles en
onderhoud uitvoeren.
Zie Europa op pagina 6-3.
Zie 'Behalve Europa' op pagina
6-6.
xGebruik de airconditioning
uitsluitend indien dit noodzakelijk is.
xRijd langzaam tijdens het rijden op
slechte wegen.
xZorg er voor dat de banden steeds
de voorgeschreven spanning
hebben.
xVervoer geen onnodig gewicht in de
auto mee.
xLaat uw voet tijdens het rijden niet
op het rempedaal rusten.
xZorg er voor dat de wielen steeds
correct uitgelijnd zijn.
xHoud bij het rijden met hoge
snelheden de ramen gesloten.
Alvorens te gaan rijden
Rijtips
3-61
Page 182 of 759
Stopzetten van de motor
▼Stopzetten van de motor
WAARSCHUWING
De motor niet tijdens het rijden
stopzetten:
Het tijdens het rijden stopzetten van
de motor om een andere reden dan in
een noodgeval is gevaarlijk. Wanneer
de motor tijdens het rijden wordt
stopgezet heeft dit door het verlies van
de rembekrachtiging een vermindering
van remvermogen tot gevolg wat een
ongeluk en ernstig letsel kan
veroorzaken.
1. Breng de auto volledig tot stilstand.
2.(Handgeschakelde
versnellingsbak)
Schakel over naar de neutraalstand
en trek de handremhendel aan.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in de stand P
en trek de handremhendel aan.
3. Druk op de startdrukknop om de
motor stop te zetten. De
contactstand is uit.
OPGELET
¾Zorg er voor dat wanneer u de auto
verlaat de startdrukknop is uitgezet.
¾(SKYACTIV-D 1.8)
Als de motor bij herhaling wordt
gestart en gestopt voordat deze is
opgewarmd, kan de motor
versnellen terwijl de auto is gestopt
om de motor intern te reinigen. Zet
de motor pas uit wanneer de motor
op normale snelheid draait.
OPMERKING
xHet is mogelijk dat de koelventilator
in de motorruimte gedurende enkele
minuten nadat het contact vanuit
ON op OFF gezet is gaat draaien,
ongeacht of de airconditioning aan
of uit is, voor het snel koelen van de
motorruimte.
xAls het systeem bespeurt dat de
resterende batterijcapaciteit van de
sleutel laag is wanneer het contact
van ON op ACC of OFF wordt gezet,
wordt het volgende aangegeven.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar
wordt.
Zie Vervangen van de sleutelbatterij
op pagina 6-44.
Een bericht wordt aangegeven op de
display van de instrumentengroep.
Zie KEY waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje (rood) op
pagina 7-65.
x(Automatische transmissie)
Als de motor wordt stopgezet terwijl
de keuzehendel in een andere stand
dan P staat, zal het contact
overschakelen naar ACC.
▼Motornoodstop
Wanneer terwijl de motor draait of
tijdens het rijden de startdrukknop
continu ingedrukt wordt gehouden, of
een aantal malen achtereen snel wordt
ingedrukt, zal de motor onmiddellijk
worden stopgezet. Het contact
schakelt over naar ACC.
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-12
Page 185 of 759
3. Als de keuzehendel in de stand N
of P staat, herstart de motor niet
wanneer het rempedaal wordt
losgelaten. De motor herstart
wanneer het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel
naar de stand D, M (niet in
blokkeermodus voor tweede
versnelling) of stand R wordt
verplaatst. (Houd met het oog op
de veiligheid wanneer de motor
gestopt is tijdens het verplaatsen
van de keuzehendel altijd het
rempedaal ingetrapt.)
Stoppen en herstarten van de motor
tijdens het rijden (met M Hybrid)
(Wanneer MRCC met Stop &
Go-functie/CTS niet wordt gebruikt)
1. De motor wordt gestopt wanneer
de rijsnelheid ongeveer 20 km/h of
minder is nadat het rempedaal is
ingetrapt tijdens het rijden in stand
D.
2. De motor herstart automatisch
wanneer het rempedaal wordt
losgelaten met de keuzehendel in
stand D.
(Wanneer MRCC met Stop &
Go-functie/CTS wordt gebruikt)
1. Het stationair draaien van de motor
stopt wanneer de rijsnelheid
ongeveer 20 km/h of minder is
nadat de snelheid van de auto met
een bepaalde hoeveelheid of meer
is afgenomen terwijl de
volgafstandregeling is geactiveerd
met het MRCC met Stop &
Go-functie/CTS.
2. Als moet worden geaccelereerd
terwijl de volgafstandregeling is
geactiveerd met MRCC met Stop &
Go-functie/CTS systeem, zal de
motor automatisch starten.
Bedieningsvoorwaarden
In de volgende gevallen wordt de
motor gestopt en gaat het i-stop
indicatielampje (groen) branden.
x(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5,
SKYACTIV-X 2.0)
Wanneer de motor is warmgedraaid.
x(SKYACTIV-D 1.8)
Wanneer de motor niet koud is.
xDe motor is gestart en er is
gedurende een bepaalde periode
met de auto gereden.
xDe motor wordt gestart met de
motorkap gesloten.
xAlle portieren, de achterklep en de
motorkap zijn gesloten.
xDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is vastgemaakt.
xDe airconditioning wordt niet
gebruikt met de luchtstroomfunctie
in de stand
. xDe temperatuurinstelknop van de
airconditioning staat in een andere
stand dan de stand voor maximale
verwarming of maximale koeling
(A/C ON).
x(Automatische airconditioning)
De interieurtemperatuur van de auto
en de temperatuur die voor de
airconditioning is ingesteld is
nagenoeg hetzelfde.
xHet i-stop waarschuwingslampje
(oranje) brandt niet/knippert niet.
xDe functies van de afstandbediende
portiervergrendeling en
startdrukknopsysteem werken
normaal.
x(Met M Hybrid)
xDe temperatuur en de
laadtoestand van de M Hybrid
accu zijn in orde.
xDe Integrated Starter-Generator
(ISG) is in goede toestand.
x(Zonder M Hybrid)
Tijdens het rijden
Motor start/stop
4-15