MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 461 of 759

Bediening van de
luchtroosters
▼Afstellen van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van
de luchtstroom, de afstelknop
verplaatsen.
OPMERKING
xWanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer, bestaat
de kans dat het systeem mist uit de
luchtstroomroosters blaast. Dit is
geen teken van defect, maar het
gevolg van vochtige lucht die
plotseling wordt afgekoeld.
xDe luchtroosters kunnen volledig
worden geopend en gesloten door
de bediening van de knop.
Zijluchtroosters aan bestuurderszijde
Luchtrooster open/dicht
1. Knop
2. Openen
3. Sluiten
OPMERKING
De afbeelding toont het luchtrooster
aan de linkerzijde van de
instrumentengroep. De
bedieningsrichting van het luchtrooster
aan de rechterzijde van de
instrumentengroep is symmetrisch met
die van het luchtrooster aan de
linkerzijde.

Afstelling van de luchtstroomrichting
1. Knop

Zijluchtroosters aan passagierszijde
Luchtrooster open/dicht
1. Knop
2. Openen
3. Sluiten

Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-3

Page 462 of 759

Afstelling van de luchtstroomrichting
1. Knop

Achterste luchtroosters
*
Luchtrooster open/dicht
1. Regelknop
2. Openen
3. Sluiten

Afstelling van de luchtstroomrichting
1. Knop
▼Kiezen van de luchtstroomfunctie
Dashboardluchtroosters
1. Met achterste luchtroosters

Dashboard- en vloerluchtroosters
1. Met achterste luchtroosters

Vloerluchtroosters
1. Met achterste luchtroosters

Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-4*Bepaalde modellen.

Page 463 of 759

Ontwasemings- en vloerluchtroosters
1. Met achterste luchtroosters

Ontwasemingsluchtroosters
OPMERKING
De locatie waar de luchtstroom de
ventilatieopeningen verlaat en de
hoeveelheid luchtstroom kunnen
veranderen, afhankelijk van de mate
waarin de luchtroosters geopend of
gesloten zijn.
Handbediend type
▼Handbediend type
1. A/C schakelaar
2. Functiekeuzeschakelaar
3. Luchtinlaatkeuzeschakelaar
4. Aanjagerregelknop
5. Achterruitverwarmingsschakelaar
6. Voorruitontwasemingsschakelaar
7. Temperatuurregelknop

▼Regelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur.
Draai deze rechtsom voor verhoging
van temperatuur en linksom voor
verlaging van temperatuur.
Aanjagerregelknop
Door middel van deze regelknop
kunnen verschillende
aanjagersnelheden gekozen worden.
De aanjager heeft zeven snelheden.
Functiekeuzeschakelaars
De gewenste luchtstroom kan worden
gekozen (pagina 5-4).
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indicatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-5

Page 464 of 759

op een andere stand dan OFF ingesteld
wordt.

Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar
nogmaals in.
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de
aanvoer van de lucht welke het
interieur binnenkomt.

De standen voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht
kunnen worden gekozen. Druk op de
schakelaar voor het kiezen van de
stand voor aanvoer van buitenlucht of
recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indicatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is
afgesloten. Gebruik deze stand bij het
rijden door tunnels, bij het rijden in
druk verkeer (plaatsen met hoge
concentraties van uitlaatgassen) of
wanneer snelle koeling gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand
voor ventilatie of ontdooien van de
voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken (indicatielampje
gaat branden):
Gebruik van de
stand
(indicatielampje gaat aan) bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Voorruitontwasemingsschakelaar
Druk op de schakelaar voor het
ontwasemen van de voorruit en de
voorportierruiten.
Zie Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit op pagina 5-7.
Achterruitverwarmingsschakelaar
Druk voor het ontdooien van de
achterruit de
achterruitverwarmingsschakelaar in.
Zie Achterruitverwarming op pagina
4-75.
▼Verwarming
1. Druk op de schakelaar.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar
in de stand voor aanvoer van
buitenlucht (indicatielampje gaat
uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met
ontvochtiging gewenst is, de
airconditioning inschakelen.
OPMERKING
xWanneer de voorruit beslaat, druk
dan op de
schakelaar.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-6

Page 465 of 759

xIndien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, druk dan
de
schakelaar in en stel de
temperatuurregelknop af zodat een
optimaal comfort gehandhaafd blijft.
xDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
▼Koeling
1. Druk op de schakelaar.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning in door
het indrukken van de A/C
schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen
de aanjagerregelknop en
temperatuurregelknop naar wens af
voor het handhaven van de meest
comfortabele temperatuur.
OPGELET
Als de airconditioning wordt gebruikt
tijdens het oprijden van lange
hellingen of in druk verkeer,
waarschuwingsindicatie voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur in het
oog houden om te zien of dit getoond
wordt (pagina 7-59).
De airconditioning kan dan
oververhitting van de motor
veroorzaken. Schakel de
airconditioning uit indien de
waarschuwingsindicatie wordt
getoond (pagina 7-51).
OPMERKING
xZet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor gerecirculeerde lucht en
draai vervolgens de
aanjagerregelknop volledig
rechtsom.
xIndien warmere lucht bij de voeten
gewenst is, druk dan de
schakelaar in en stel de
temperatuurregelknop af zodat een
optimaal comfort gehandhaafd blijft.
xDe lucht die naar de vloer stroomt is
warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
▼Ve n t i l a t i e
1. Druk op de schakelaar.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar
in de stand voor aanvoer van
buitenlucht (indicatielampje gaat
uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
▼Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
1. Druk op de schakelaar.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Indien verwarming met
ontvochtiging gewenst is, de
airconditioning inschakelen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-7

Page 466 of 759

WAARSCHUWING
De voorruit niet ontwasemen met
behulp van de
schakelaar met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de
schakelaar met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben. Zet bij
gebruik van
schakelaar de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
OPMERKING
xCondens op de ramen verdwijnt
makkelijker wanneer de
airconditioning aan is, maar de
ramen zullen makkelijker beslaan
wanneer de airconditioning uit is.
xZorg dat de ruiten niet beslaan
wanneer u een van de volgende
handelingen uitvoert:
xSchakelen naar hercirculatiemodusxDe airconditioning uitschakelenxSchakel voor maximale ontwaseming
de airconditioning in, zet de
temperatuurregelknop in de hoogste
stand en draai de aanjagerregelknop
volledig rechtsom.
xIndien warme lucht bij de
voetenruimte gewenst is, druk op de
schakelaar.
xMet de schakelaar wordt de
stand voor aanvoer van buitenlucht
automatisch gekozen om de voorruit
te ontwasemen. De
luchtinlaatkeuzeschakelaar kan niet
veranderd worden naar de stand
voor gerecirculeerde lucht.
▼Ontvochtigen
Schakel de airconditioning bij koel of
koud weer in om de voorruit en de
zijruiten te helpen ontwasemen.
1. Druk op de gewenste
modusschakelaar die u wenst in te
stellen.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar
in de stand voor aanvoer van
buitenlucht (indicatielampje gaat
uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Schakel de airconditioning in door
het indrukken van de A/C
schakelaar.
OPMERKING
Eén van de functies van de
airconditioning is ontvochtiging van de
lucht, en voor het gebruik van deze
functie hoeft de temperatuur niet op
koud ingesteld te worden. Dus stel de
temperatuurregelknop in op de
gewenste stand (warm of koud) en
schakel de airconditioning in wanneer
u de lucht in het interieur wenst te
ontvochtigen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-8

Page 467 of 759

Volautomatisch type
▼Volautomatisch type
Informatie van het klimaatregelsysteem wordt getoond op de display.
1. Bestuurderstemperatuurregelknop
2. AUTO schakelaar
3. Temperatuurinstellingsdisplay (bestuurderszijde)
4. Luchtinlaatdisplay
5. Luchtstromingsdisplay
6. Functiekeuzedisplay
7. Temperatuurinstellingsdisplay (passagierszijde)
8. SYNC (gesynchroniseerde temperatuur) schakelaar
9. Passagierstemperatuurregelknop
10.A/C schakelaar
11.Achterruitverwarmingsschakelaar
12.Functiekeuzeschakelaar
13.Aanjagerregelschakelaar
14.Luchtinlaatkeuzeschakelaar
15.Voorruitontwasemingsschakelaar
16.Aan/uit schakelaar
▼Regelschakelaars
AUTO schakelaar
Door het indrukken van de AUTO
schakelaar zullen de volgende functies
automatisch overeenkomstig de
gekozen ingestelde temperatuur
geregeld worden:
xLuchtstroomtemperatuurxHoeveelheid luchtstromingxKeuze van de luchtstroomfunctie
xKeuze van aanvoer van buitenlucht/
recirculerende lucht
xWerking van de airconditioning
OPMERKING
AUTO schakelaarindicatielampje
xWanneer het AUTO
schakelaarindicatielampje brandt,
geeft dit automatische werking aan
en het systeem zal automatisch
functioneren.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-9

Page 468 of 759

xAls bij automatische regeling een van
de volgende schakelaars wordt
bediend, gaat het AUTO
schakelaarindicatielampje uit.
xFunctiekeuzeschakelaarxAanjagerregelschakelaarxVoorruitontwasemingsschakelaar
De functies van andere dan de
bediende schakelaars blijven
werken in de automatische
regeling.
Aan/uit schakelaar (systeem aan/uit)
Het klimaatregelsysteem gaat aan of
uit door het indrukken van de aan/uit
schakelaar.
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur.
Draai deze rechtsom voor verhoging
van temperatuur en linksom voor
verlaging van temperatuur.
Draai de temperatuurregelknop om de
temperatuur af te stellen tussen 15 °C
en 29 °C.
xWanneer de SYNC schakelaar aan is:
Draai de
bestuurderstemperatuurregelknop
voor het regelen van de temperatuur
voor de gehele cabine.
xWanneer de SYNC schakelaar uit is:
Draai de bestuurders- of
voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het onafhankelijk regelen van
de temperatuur aan elke zijde van de
cabine.
OPMERKING
xHet klimaatregelsysteem schakelt
over naar de individuele
bedieningsmodus (indicatielampje
van SYNC schakelaar gaat uit) door
het draaien van de
voorpassagierstemperatuurregelknop
ook als de SYNC schakelaar aan is,
zodat de temperatuur voor de
bestuurder en voorpassagier
afzonderlijk ingesteld kan worden.
xWanneer u de temperatuur instelt op
de onder- of bovengrens, dan wordt
“Lo” of “Hi” getoond.
xDe temperatuureenheden voor de
temperatuurinstellingsdisplay kunnen
gewijzigd worden in combinatie met
de temperatuureenheden voor de
buitentemperatuurdisplay.
Zie Buitentemperatuurdisplay op
pagina 4-30.
Aanjagerregelschakelaar
De aanjager heeft 7 snelheden. De
gekozen snelheid wordt aangegeven.
Functiekeuzeschakelaar
De gewenste luchtstroom kan worden
gekozen (pagina 5-4).
OPMERKING
xWanneer de luchtstroomfunctie
ingesteld is op de
stand en de
temperatuurregelknop ingesteld is
op een gematigde temperatuur,
wordt verwarmde lucht naar de
voetenruimte gevoerd en komt er
lucht van een in vergelijking lagere
temperatuur door de middelste,
linker en rechter ventilatieopeningen
naar buiten.
xDruk op de
voorruitontwasemingsschakelaar om
de luchtstroom op
in te stellen.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-10

Page 469 of 759

xIn de stand wordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen.
A/C schakelaar
Door het indrukken van de A/C
schakelaar terwijl de AUTO schakelaar
is ingeschakeld wordt de
airconditioning uitgeschakeld
(koeling/ontvochtigingsfuncties).
De aan/uit van de airconditioning
wisselt telkens wanneer de A/C
schakelaar wordt ingedrukt.
OPMERKING
xDe airconditioning werkt wanneer
de A/C schakelaar wordt ingedrukt,
ook als de airco uit is.
xWanneer de buitentemperatuur in de
nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet
gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht
kunnen worden gekozen. Druk op de
schakelaar voor het kiezen van de
stand voor aanvoer van buitenlucht of
recirculerende lucht.
Stand voor recirculerende lucht (
)
De aanvoer van buitenlucht is
afgesloten. Gebruik deze stand bij het
rijden door tunnels, bij het rijden in
druk verkeer (plaatsen met hoge
concentraties van uitlaatgassen) of
wanneer snelle koeling gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(
)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand
voor ventilatie of ontdooien van de
voorruit.
WAARSCHUWING
Laat de lucht niet in het interieur
recirculeren bij koud of regenachtig
weer:
Recirculeren van lucht in het interieur
bij koud of regenachtig weer is
gevaarlijk aangezien dit het beslaan
van de ruiten veroorzaakt. Uw uitzicht
wordt dan belemmerd, hetgeen een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
SYNC (gesynchroniseerde
temperatuur) schakelaar
Gebruik de SYNC schakelaar voor het
veranderen van de modus tussen de
individuele (bestuurder en passagier)
bedieningsmodus en de gekoppelde
(simultane) modi.
Gekoppelde modus (indicatielampje
gaat aan)
De temperatuurinstelling voor de
bestuurder en voorpassagier wordt
gelijktijdig geregeld.
Individuele bedieningsmodus
(indicatielampje uitgeschakeld)
De temperatuurinstelling kan voor de
bestuurder en voorpassagier
individueel geregeld worden.
Voorruitontwasemingsschakelaar
Druk op de schakelaar voor het
ontwasemen van de voorruit en de
voorportierruiten.
Zie Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit op pagina 5-12.
Achterruitverwarmingsschakelaar
Druk voor het ontdooien van de
achterruit de
achterruitverwarmingsschakelaar in.
Zie Achterruitverwarming op pagina
4-75.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-11

Page 470 of 759

▼Bediening van de automatische
airconditioning
1. Druk op de AUTO schakelaar. De
keuze van de luchtstroomfunctie,
de luchtinlaatkeuzeschakelaar en
het volume van de luchtstroming
wordt automatisch geregeld.
2. Gebruik de temperatuurregelknop
voor het kiezen van de gewenste
temperatuur.
Om de temperatuur aan de
voorpassagierszijde afzonderlijk van
de bestuurderszijde in te stellen,
draait u de
voorpassagierstemperatuurregelkno
p om automatisch te schakelen
naar de afzonderlijke
bedieningsmodus en stelt u de
temperatuur aan de
voorpassagierszijde in.
Druk op de aan/uit schakelaar om het
systeem uit te schakelen.
OPMERKING
xZet de regelknop op de aanbevolen
temperatuur van 22 °C en stel deze
vervolgens naar wens af.
xWanneer de temperatuur op
maximum warm of koud wordt
ingesteld, zal de gewenste
temperatuur niet sneller worden
verkregen.
xBij het kiezen van hete lucht, zal het
systeem de luchtstroom beperken
totdat de motor is opgewarmd om te
voorkomen dat koude lucht uit de
luchtroosters wordt geblazen.
▼Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
Druk op de
voorruitontwasemingsschakelaar.
In deze stand wordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen en wordt de airconditioning
automatisch ingeschakeld. De
airconditioning voert dan ontvochtigde
lucht naar de voorruit en de zijruiten
op pagina 5-4.
De hoeveelheid luchtstroming zal
toenemen.
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht (
stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
xCondens op de ramen verdwijnt
makkelijker wanneer de
airconditioning aan is, maar de
ramen zullen makkelijker beslaan
wanneer de airconditioning uit is.
xZorg dat de ruiten niet beslaan
wanneer u een van de volgende
handelingen uitvoert:
xSchakelen naar hercirculatiemodusxDe airconditioning uitschakelenxGebruik de temperatuurregelknop
om de temperatuur van de
luchtstroom te verhogen en de ruit
sneller te ontwasemen.
▼Zonlicht/Temperatuursensor
Het klimaatregelsysteem meet de
binnen- en buitentemperatuur,
vochtigheidsgraad en het zonlicht met
de zonlicht-/temperatuursensor. Op
basis hiervan wordt de temperatuur
van het interieur ingesteld.
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
5-12

Page:   < prev 1-10 ... 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 471-480 481-490 491-500 501-510 ... 760 next >