display MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 305 of 759

xHet DSA kan ook in de
aanwezigheid van motorfietsen en
fietsen functioneren.
xHet DSA functioneert mogelijk niet
normaal wanneer de snelheid van
een voorliggend voertuig te laag is.
xHet systeem werkt niet met de
volgende objecten.
xVoertuigen die naderen vanuit
tegenovergestelde richting.
xStilstaande objecten (stilstaande
voertuigen, obstakels)
xHet
DSA-systeem kan buiten werking
worden gesteld.
x(Als alleen het
DSA-systeem
wordt uitgeschakeld)
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Als het DSA-systeem wordt
uitgeschakeld door de
i-ACTIVSENSE schakelaar te
bedienen)
Zie i-ACTIVSENSE schakelaar op
pagina 4-112.
xAls het contact uit wordt gezet terwijl
u het systeem met de i-ACTIVSENSE
schakelaar heeft geannuleerd, wordt
het systeem de volgende keer dat het
contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld. Als het
systeem echter wordt geannuleerd
via de gebruikersinstellingen, dan
wordt het systeem niet automatisch
ingeschakeld.
▼Waarschuwing voor korte
volgafstand voorliggend voertuig
Wanneer het systeem bepaalt dat de
afstand tussen uw voertuig en uw
voorligger klein is, dan verandert het
i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) van groen
naar oranje en wordt de
waarschuwingsindicatie op de
multi-informatiedisplay getoond. Trap
het rempedaal in wanneer u de
veiligheid van de omgeving
controleert, terwijl u een veiliger
afstand ten opzichte van het
voorliggende voertuig aanhoudt.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-135

Page 306 of 759

Vermoeidheidswaarschu
wing (DAA)
*
▼Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA)
De DAA is een systeem dat
vermoeidheid en verminderde
aandacht van de bestuurder detecteert
en de bestuurder aanraadt een
rustpauze te nemen.
Wanneer de auto binnen
rijstrookstrepen rijdt met een snelheid
tussen ongeveer 65 en 140 km/h,
schat de DAA de mate van
geaccumuleerde vermoeidheid en
verminderde oplettendheid van de
bestuurder op basis van de informatie
van de vooruitrijcamera (FSC) en
overige voertuiginformatie en wordt de
bestuurder aangeraden een rustpauze
te nemen door middel van een
indicatie op de multi-informatiedisplay
en een waarschuwingsgeluid.
Gebruik de DAA op snelwegen of
hoofdwegen.
Zie Vooruitrijcamera (FSC) op pagina
4-241.
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op de DAA
en rijd altijd voorzichtig:
De DAA bespeurt de vermoeidheid en
verminderde oplettendheid van de
bestuurder en raadt de bestuurder aan
een rustpauze te nemen, echter het is
niet bedoeld om van de weg afwijken
van de auto te voorkomen. Teveel
vertrouwen op de DAA kan
ongelukken veroorzaken. Rijd
voorzichtig en bedien het stuurwiel op
de juiste wijze.
Ook is het mogelijk dat het systeem de
vermoeidheid en verminderde
oplettendheid van de bestuurder niet
correct bespeurt, afhankelijk van de
verkeerssituatie en rijomstandigheden.
De bestuurder dient steeds voldoende
rust te nemen om veilig te kunnen
rijden.
OPMERKING
xDe DAA functioneert wanneer aan
alle onderstaande voorwaarden is
voldaan.
xDe rijsnelheid is tussen ongeveer
65 en 140 km/h.
xHet systeem bespeurt witte (gele)
rijstrookstrepen.
xHet systeem heeft de registratie
van de rijgegevens van de
bestuurder voltooid 60 minuten
nadat de bestuurder is begonnen
met rijden.
xDe DAA werkt niet onder de
volgende omstandigheden.
xDe rijsnelheid is minder dan
ongeveer 65 km/h.
xDe rijsnelheid is hoger dan
ongeveer 140 km/h.
xDe auto maakt een scherpe bocht.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-136*Bepaalde modellen.

Page 307 of 759

xHet voertuig verandert van
rijstrook.
xHet systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
xHet is mogelijk dat de DAA onder de
volgende omstandigheden niet
normaal werkt.
xWanneer de witte (gele)
rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn doordat deze vuil
zijn of de verf afgesleten is.
xDe auto schokt of slingert
voortdurend als gevolg van sterke
wind of oneffen wegen.
xEr wordt agressief met de auto
gereden.
xBij het veelvuldig wisselen van
rijstrook.
xDe auto maakt een bocht.xDe DAA bespeurt de vermoeidheid
en verminderde oplettendheid van
de bestuurder op basis van de
rijgegevens bij een rijsnelheid tussen
ongeveer 65 en 140 km/h
gedurende ongeveer 20 minuten. De
rijgegevens zullen onder de volgende
omstandigheden worden
teruggesteld.
xDe auto wordt gedurende 15
minuten of langer stopgezet.
xDe rijsnelheid is minder dan
ongeveer 65 km/h gedurende
ongeveer 30 minuten.
xHet contact is uitgezet.xNadat de DAA het eerste bericht dat
een rustpauze aanraadt heeft
getoond, wordt geen volgend bericht
getoond totdat er 60 minuten
verstreken zijn.
▼Display van
vermoeidheidswaarschuwing
(DAA)
Wanneer het systeem vermoeidheid of
verminderde oplettendheid van de
bestuurder bespeurt, wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en
verschijnt er een alarmmelding in de
multi-informatiedisplay.
1. De melding “Tijd voor pauze” wordt
weergegeven
▼Uitschakelen van de
vermoeidheidswaarschuwing
(DAA)
De DAA kan ingesteld worden zodat
deze niet wordt geactiveerd.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-137

Page 309 of 759

xNadat het DM-systeem het eerste
bericht dat een rustpauze aanraadt
heeft getoond, wordt geen volgend
bericht getoond gedurende de
volgende perioden.
xNa weergave van het
waarschuwingspatroon
(voorzichtig) wordt het volgende
waarschuwingspatroon
(voorzichtig) pas na 45 minuten
getoond.
xNa weergave van het
waarschuwingspatroon
(waarschuwing) wordt het
volgende waarschuwingspatroon
(waarschuwing) pas na 15 minuten
getoond.
xNa weergave van het
waarschuwingspatroon
(waarschuwing) wordt het
volgende waarschuwingspatroon
(voorzichtig) pas na 45 minuten
getoond.
▼Driver Monitoring (DM) display
Wanneer de Driver Monitoring (DM)
vermoeidheid of slaperigheid van de
bestuurder bespeurt, wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en
verschijnt er een alarmmelding in de
instrumentengroep.
Waarschuwingspatroon (voorzichtig)
(wit)
1. De melding “Tijd voor pauze” wordt
weergegeven

Waarschuwingspatroon
(waarschuwing) (oranje)
1. De melding “Tijd voor pauze” wordt
weergegeven
▼Annuleren van Driver Monitoring
(DM)
De Driver Monitoring (DM) kan buiten
werking worden gesteld.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-139

Page 310 of 759

Front Cross Traffic Alert
(FCTA)
*
▼Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA)
Het Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA) is bedoeld om de bestuurder te
helpen bij het controleren van beide
zijden van het voertuig wanneer het
voertuig een kruising op rijdt.
Het Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA) bespeurt voertuigen die bij het
oprijden van een kruising vanaf de
dode hoeken aan de linker- en
rechtervoorzijde van de auto naderen
en waarschuwt de bestuurder voor
mogelijk gevaar met een
waarschuwingsindicatie op de display
en het waarschuwingsgeluid.
1. Uw auto
WAARSCHUWING
Controleer altijd visueel de directe
omgeving wanneer u de auto begint
te rijden bij een kruising:
Als gevolg van bepaalde beperkingen
ten aanzien van de werking van dit
systeem, bestaat de kans dat de
waarschuwingsindicatie op de display
of het waarschuwingsgeluid niet of met
vertraging werken alhoewel er een
voertuig nadert in de dode hoek.
Neem het als bestuurder altijd tot uw
verantwoordelijkheid te controleren op
verkeer komend van de linker- en
rechterzijde.
Bedieningsvoorwaarden
Het systeem functioneert wanneer aan
alle onderstaande voorwaarden is
voldaan:
xWanneer de rijsnelheid minder is
dan ongeveer 10 km/h.
x(Automatische transmissie)
De keuzehendel staat in de stand D.
x(Handgeschakelde versnellingsbak)
De versnellingshendel staat in een
andere stand dan N of R.
xWanneer een voertuig nadert vanaf
de voorzijde van uw auto met een
rijsnelheid van ongeveer 5 km/h of
sneller.
Bediening van het
Vooruitrijwaarschuwingssysteem
(FCTA)
Wanneer de auto tot stilstand is
gebracht
Wanneer een auto nadert, dan meldt
het systeem aan de bestuurder dat er
een voertuig nadert op de volgende
display (witte pijl).
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-140*Bepaalde modellen.

Page 311 of 759

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display (modellen met
Active Driving Display)
360° rondomkijkmonitor (modellen
met 360° rondomkijkmonitor)
Wanneer de auto wordt bestuurd
Als er de kans bestaat op een botsing
met een naderend voertuig, dan wordt
een waarschuwingsindicatie
weergegeven op de volgende display
(oranje pijl) en wordt tegelijkertijd het
waarschuwingsgeluid geactiveerd.
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display (modellen met
Active Driving Display)
360° rondomkijkmonitor (modellen
met 360° rondomkijkmonitor)
OPMERKING
xHet systeem kan onder de volgende
omstandigheden worden
geactiveerd, zelfs wanneer er geen
voertuig nadert:
xEr bevindt zich direct naast uw
auto een voorwerp dat de
radiogolven van de radar
weerkaatst, zoals een geparkeerd
voertuig, een vangrail of een muur.
xEr stoppen voertuigen in het
gebied rond uw auto zoals bij
drukte op de weg.
xEen voertuig dat van de voorzijde
of de zijkant nadert remt af.
xEen voertuig dat van de voorzijde
of linkerzijde nadert slaat recht
voor uw auto rechts- of linksaf.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-141

Page 317 of 759

Zie i-ACTIVSENSE schakelaar op
pagina 4-112.
OPMERKING
Als het contact uit wordt gezet terwijl u
het systeem met de i-ACTIVSENSE
schakelaar heeft geannuleerd, wordt
het systeem de volgende keer dat het
contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld. Als het
systeem echter wordt geannuleerd via
de gebruikersinstellingen, dan wordt
het systeem niet automatisch
ingeschakeld.
Mazda Radar Cruise
Control (MRCC)
*
▼Mazda Radar Cruise Control
(MRCC)
Het MRCC systeem regelt de
volgafstand*1 tot een voorliggend
voertuig al naargelang uw rijsnelheid
met behulp van een voorste
radarsensor die de afstand tot het
voorliggende voertuig bij een vooraf
ingestelde rijsnelheid meet, zonder dat
u het gaspedaal of het rempedaal
hoeft te gebruiken.
*1 Volgafstandregeling: Regeling van
de afstand tussen uw auto en het
voorliggende voertuig dat door het
MRCC systeem is gedetecteerd.
Als uw auto het voorliggende voertuig
dichter begint te naderen, omdat
bijvoorbeeld het voorliggende voertuig
onverwacht afremt, wordt tegelijkertijd
een waarschuwingsgeluid en een
waarschuwingsindicatie op de display
geactiveerd om u te waarschuwen
voldoende afstand tussen de
voertuigen te bewaren.
Lees bovendien de volgende
informatie voordat u het MRCC
systeem gaat gebruiken.
xVoorste radarsensor (pagina 4-245)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-147

Page 319 of 759

¾Als uw auto gesleept wordt of als u
een aanhanger trekt, het MRCC
systeem uitschakelen om
onverwachte effecten te voorkomen.
OPMERKING
xHet MRCC systeem detecteert de
volgende zaken niet als fysieke
voorwerpen.
xVoertuigen die naderen vanuit
tegenovergestelde richting
xVoetgangersxStilstaande objecten (stilstaande
voertuigen, obstakels)
xAls een voorliggend voertuig met
buitengewoon lage snelheid rijdt,
bestaat de kans dat het systeem dit
niet correct bespeurt.
xWanneer zich een structuur op de
weg bevindt of een object (zoals een
monorail) op lage hoogte vanaf de
grond voor het voertuig , dan zal het
systeem mogelijk in werking treden.
Gebruik het MRCC systeem daarom
niet.
xGebruik het MRCC systeem niet
onder omstandigheden waarbij de
waarschuwingen voor korte
volgafstand veelvuldig geactiveerd
worden.
xTijdens het rijden met
volgafstandregeling, laat het systeem
uw auto accelereren en snelheid
minderen overeenkomstig de
snelheid van het voorliggende
voertuig. Als het echter voor een
rijstrookverandering noodzakelijk is
te accelereren of als het voorliggende
voertuig plotseling afremt waardoor
u het voertuig snel dicht nadert,
accelereren met behulp van het
gaspedaal of snelheid minderen met
behulp van het rempedaal
afhankelijk van de omstandigheden.
xTerwijl het MRCC systeem in gebruik
is, wordt dit niet geannuleerd als de
keuzehendel (automatische
transmissie)/versnellingshendel
(handgeschakelde versnellingsbak)
gebruikt wordt en vindt bedoeld
afremmen op de motor niet plaats.
Als snelheidsmindering vereist is, de
instelling voor de rijsnelheid verlagen
of het rempedaal intrappen.
xBij het remmen met het MRCC
systeem kan een werkingsgeluid te
horen zijn. Dit duidt echter niet op
een probleem.
xDe remlichten gaan branden
wanneer het remmen met het MRCC
systeem in werking is; het is echter
mogelijk dat deze niet gaan branden
wanneer de auto op een aflopende
helling rijdt met de ingestelde
rijsnelheid of met constante snelheid
rijdt en een voorliggend voertuig
volgt.
xStop de volgafstandregelingsfunctie
om het systeem over te schakelen op
kruissnelheidsregelaarfunctie.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
▼Displayindicatie van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
De instellingsstatus en de
bedieningsvoorwaarden van het MRCC
systeem worden aangegeven in de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-149

Page 320 of 759

Multi-informatiedisplay (basisdisplay)
1. Voorliggend-voertuig display
2. MRCC ingestelde rijsnelheid

Multi-informatiedisplay
(i-ACTIVSENSE display)
1. Voorliggend-voertuig display
2. MRCC ingestelde rijsnelheid

Active Driving Display
1. Voorliggend-voertuig display
2. MRCC ingestelde rijsnelheid

Als er een probleem is met het MRCC
systeem, wordt er een bericht in de
multi-informatiedisplay weergegeven.
Controleer de middendisplay om het
probleem te verifiëren en laat uw auto
vervolgens door een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) controleren.
Zie Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen op pagina
7-57.
▼Waarschuwing voor korte
volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig
snel nadert omdat het voorliggende
voertuig onverwacht afremt terwijl u
met volgafstandregeling rijdt, wordt
het waarschuwingsgeluid geactiveerd
en wordt de remwaarschuwing
aangegeven in de display. Controleer
altijd de veiligheid van de omgeving en
trap het rempedaal in terwijl u een
veilige afstand ten opzichte van het
voorliggende voertuig aanhoudt. Houd
ook een veilige afstand aan ten
opzichte van achteropkomende
voertuigen.
1. De melding “Trap rempedaal in”
wordt weergegeven
OPMERKING
In de volgende gevallen bestaat de
kans dat de waarschuwingen en
remmen niet geactiveerd worden als
uw auto het voorliggende voertuig
dichter begint te naderen.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-150

Page 323 of 759

Wanneer de MRCC schakelaar eenmaal wordt ingedrukt, wordt het MRCC systeem
ingeschakeld, gaat de standby-indicatie (wit) branden en kan in de
volgafstandregeling de rijsnelheid en de afstand tussen voertuigen worden ingesteld.
Bovendien wordt de displayindicatie van het MRCC systeem aangegeven in de
multi-informatiedisplay en de Active Driving Display.
OPMERKING
Als bijvoorbeeld het contact uit wordt gezet terwijl het MRCC systeem in werking is,
zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het contact de volgende keer op ON
gezet wordt.
Instellen van de snelheid
Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal en
druk de RES schakelaar omhoog (SET+) of omlaag (SET-) om de volgafstandregeling
te starten.
De ingestelde snelheid wordt weergegeven op de display. Tegelijkertijd schakelt de
standby-indicatie (wit) van het MRCC systeem over naar de instelindicatie (groen)
van het systeem.
RijstatusIndicatie op multi-informatie-
displayIndicatie op Active Driving Dis-
play
Tijdens het rijden met constante
snelheid
Tijdens het rijden met volgaf-
standregeling
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-153

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 170 next >