MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 621 of 759

Starten van een verzopen
motor (SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5 en
SKYACTIV-X 2.0)
▼Starten van een verzopen motor
Indien de motor weigert te starten,
bestaat de kans dat deze is “verzopen”
(motor heeft een overmaat aan
brandstof toegevoerd gekregen).
Volg onderstaande procedure:
1. Als de motor bij de eerste poging
niet binnen 5 seconden start, 10
seconden wachten en opnieuw
proberen.
2. Zorg er voor dat de handrem
aangetrokken is.
3. Druk het gaspedaal volledig in en
houd dit ingedrukt.
4. Trap het koppelingspedaal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of het rempedaal (automatische
transmissie) in en druk vervolgens
de startdrukknop in. Indien de
motor start, het gaspedaal
onmiddellijk loslaten aangezien het
motortoerental dan plotseling zal
toenemen.
5. Indien de motor weigert te starten,
deze proberen te starten zonder het
gaspedaal in te drukken.
Als de motor na het volgen van de
voorgaande procedure nog steeds niet
start, uw auto laten inspecteren door
een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
Starten door aanduwen
▼Starten door aanduwen
Uw Mazda niet door aanduwen
proberen te starten.
WAARSCHUWING
Nooit een auto door aanslepen
proberen te starten:
Het starten van een auto door
aanslepen is gevaarlijk. Wanneer de
motor start, kan de aangesleepte auto
plotseling naar voren schieten,
waardoor de 2 auto’s met elkaar in
botsing kunnen komen. De inzittenden
kunnen daarbij letsel oplopen.
OPGELET
Een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak mag niet door
aanduwen gestart worden. Hierdoor
kan het uitlaatgasreinigingssysteem
beschadigd worden.
OPMERKING
Een auto met een automatische
transmissie kan niet door aanduwen
gestart worden.
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
7-49

Page 622 of 759

Leegraken van de
brandstoftank
(SKYACTIV-D 1.8)
▼Leegraken van de brandstoftank
OPGELET
Probeer de motor niet langer dan
telkens 10 seconden achtereen te
starten. Dit om schade aan de
startmotor te voorkomen. Indien de
motor weigert te starten, ongeveer 20
seconden wachten alvorens opnieuw
te proberen.
Als de brandstoftank van uw auto is
leeggeraakt, tenminste 10 liter
dieselbrandstof bijvullen en de motor
opnieuw proberen te starten.
Aangezien er lucht in de
brandstofleidingen kan terecht komen
wanneer de brandstoftank van uw
wagen leegraakt, bestaat de kans dat
het langer duurt voordat uw motor
weer start. Als de motor de eerste keer
niet start, probeer het dan nog een
paar maal. Als de motor dan nog
steeds niet wil starten, contact
opnemen met een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
Als er zich een probleem voordoet
Starten in noodgevallen
7-50

Page 623 of 759

Oververhitting
▼Oververhitting
Indien de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
oververhitting aangeeft en de
waarschuwingsindicatie voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur wordt
getoond, de auto vermogen verliest of
u een luid tikkend of pingelend geluid
hoort, is de motor waarschijnlijk
oververhit.
WAARSCHUWING
Stop op een veilige plaats, zet
vervolgens het contact uit en let erop
dat de ventilator niet draait alvorens
te proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet en
de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien. U zou
door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur
heet zijn:
Wanneer de motor en de radiateur
heet zijn, kan kokend hete
koelvloeistof en stoom onder druk
naar buiten spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
De motorkap UITSLUITEND openen
nadat er geen stoom meer uit de
motorruimte komt:
Stoom van een oververhitte motor is
gevaarlijk. De ontsnappende stoom
kan ernstige brandwonden
veroorzaken.
Indien de
motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
oververhitting aangeeft en de
waarschuwingsindicatie voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur wordt
getoond:
1. Rijd naar de kant van de weg en
breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand.
2. Schakel bij een automatische
transmissie in stand P (parkeren) of
schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak in neutraal.
3. Trek de handrem aan.
4. Schakel de airconditioning uit.
5. Controleer of er koelvloeistof of
stoom uit de motorruimte
ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte
komt:
Niet te dicht in de buurt van de
voorzijde van de auto komen. Zet
de motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer
naar buiten komt, open vervolgens
de motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende
koelvloeistof of stoom naar buiten
komt:
De motorkap openen en de motor
stationair laten draaien om deze
geleidelijk te laten afkoelen.
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
7-51

Page 624 of 759

OPGELET
Als de koelventilator niet
functioneert terwijl de motor
draait, zal de motortemperatuur
toenemen. Zet de motor stop en
neem contact op met een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur).
6. Controleer of de koelventilator
draait en zet vervolgens de motor
stop nadat de temperatuur gedaald
is.
7. Controleer nadat de motor is
afgekoeld het niveau van de
koelvloeistof.
Als het niveau laag is, kijken of er
lekkages van koelvloeistof zijn bij
de radiateur en de slangen.
Als u een lekkage of andere
beschadiging aantreft of als er nog
steeds koelvloeistof naar buiten lekt:
Zet de motor stop en neem contact op
met een deskundige reparateur (bij
voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
1. Dop van koelsysteem
2. Koelventilator
3. Koelvloeistofreservoir
Als u geen problemen aantreft, de
motor afgekoeld is en er geen
tekenen van lekkage zijn:
Vul voorzichtig koelvloeistof bij al
naargelang vereist (pagina 6-31).
OPGELET
Indien de motor oververhit blijft of
regelmatig oververhit raakt, dient u het
koelsysteem te laten inspecteren. Als er
in dat geval geen reparatie wordt
uitgevoerd, kan de motor ernstig
beschadigd raken. Raadpleeg een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur).
Als er zich een probleem voordoet
Oververhitting
7-52

Page 625 of 759

Sleepmethoden
▼Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt
het aanbevolen dit aan een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur) of aan
een erkend sleepbedrijf over te laten.
Om beschadiging van de auto te
voorkomen, is het van belang dat de
juiste takel- en sleepmethoden
gebruikt worden. In het bijzonder bij
het slepen van een AWD voertuig
waarbij alle wielen aangesloten zijn op
de aandrijflijn, is het juiste vervoer van
de auto absoluut van groot belang om
beschadiging van het aandrijfsysteem
te voorkomen. Daarbij dient men de
wettelijke bepalingen omtrent het
slepen van auto's in acht te nemen.
1.Wieldollies
Een ýÒÒáþ²žÄ††Ëšá²¾ý²Ëª auto die
gesleept wordtdient met de
aangedreven wielen
(voorwielen) omhoog getakeld
voortgetrokken te worden. Indien dit
door buitengewoon grote schade aan
de auto niet mogelijk is, dienen
wieldollies gebruikt te worden.
Ontspan de handrem bij het slepen
van een auto met ýÒÒáþ²žÄ††Ëšá²¾ý²Ëª
met deachterwielen op de grond.
Zie Elektrische handrem (EPB) op
pagina 4-80.
Een auto met AWD die gesleept wordt,
dient met alle vier wielen van de grond
af gesleept te worden.
WAARSCHUWING
Sleep een auto met AWD steeds met
alle vier wielen van de grond af:
Het slepen van een auto met AWD
met de voorwielen of de achterwielen
op de grond is gevaarlijk, aangezien de
aandrijflijn daardoor beschadigd kan
raken of de auto van de takelwagen
kan wegdraaien en een ongeluk
veroorzaken. Als het aandrijfaggregaat
beschadigd is, de auto op een platte
takelwagen vervoeren.
OPGELET
¾De auto nooit in achterwaartse
richting slepen met de aangedreven
wielen op de grond. Dit kan interne
beschadiging van de transmissie
veroorzaken.
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
7-53

Page 626 of 759

¾De auto niet slepen met behulp van
een vrijdragend takelsysteem.
Hierdoor kan uw auto beschadigd
worden. Maak steeds gebruik van
wieldollies of van een
takeltransportvoertuig.
¾Als de handrem niet kan worden
vrijgegeven wanneer de auto wordt
gesleept, vervoer de auto dan met
alle voor- en achterwielen van de
grond zoals in de afbeelding is
aangegeven. Als de auto wordt
gesleept zonder de wielen van de
grond te tillen, kan het remsysteem
worden beschadigd.
1. Wieldollies
Als in een noodgeval geen sleepdienst
beschikbaar is, mag de auto met alle
vier wielen op de grond gesleept
worden met behulp van de sleephaak
aan de voorzijde van de auto.
De auto mag alleen gesleept worden
op een verhard wegdek over een korte
afstand en met lage snelheid.
OPGELET
Volg onderstaande instructies wanneer
u de auto met alle vier wielen op de
grond gaat slepen.
1. Schakel over naar neutraal
(handgeschakelde versnellingsbak)
of naar stand N (automatische
transmissie).
2. Zet het contact op ON.
3. Ontspan de handrem.
Zie Elektrische handrem (EPB) op
pagina 4-80.
Houd er rekening mee dat de rem- en
stuurbekrachtiging niet werken
wanneer de motor niet draait.
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
7-54

Page 627 of 759

Sleephaken
▼Sleephaken
OPGELET
¾Het sleepoog dient gebruikt te
worden in noodsituaties,
(bijvoorbeeld, bij het uit sneeuw of
uit een greppel trekken van de auto).
¾Wanneer de sleepogen gebruikt
worden, dient men steeds in een
rechte lijn ten opzichte van het
sleepoog aan de kabel of ketting te
trekken. Nooit kracht in zijdelingse
richting uitoefenen.
OPMERKING
Bij het slepen met een ketting of een
sleepkabel, de ketting of de sleepkabel
vlak bij de bumper met een lap
omwikkelen om beschadiging van de
bumper te voorkomen.
1. Verwijder het sleepoog, de
wielmoersleutel en de krikslinger
of gelijkwaardig uit de
bagageruimte (pagina 7-28).
2. Omwikkel een
sleufkopschroevendraaier of
krikslinger of soortgelijk
gereedschap met een zachte doek
om beschadiging van de laklaag
van de bumper te voorkomen en
open het kapje in de voorbumper
of achterbumper.
Voor
Achter
OPGELET
Niet forceren, aangezien anders
het kapje of de laklaag van de
bumper beschadigd kan raken.
OPMERKING
Verwijder het kapje volledig en
berg dit op zodat het niet verloren
raakt.
3. Het sleepoog stevig bevestigen
met behulp van de
wielmoersleutel of een soortgelijk
gereedschap.
Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur).
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
7-55

Page 628 of 759

Voor
1. Wielmoersleutel
2. Sleepoog
Achter
1. Wielmoersleutel
2. Sleepoog
4. Haak de sleepkabel vast in het
sleepoog.
OPGELET
¾Als het sleepoog niet stevig is
vastgedraaid, kan dit los komen
te zitten of tijdens het slepen van
de auto uit de bumper getrokken
worden. Zorg er voor dat het
sleepoog stevig aan de bumper
wordt bevestigd.
¾Wees voorzichtig bij het slepen
onder de volgende
omstandigheden om het
sleepoog en de sleephaak, de
carrosserie of het
aandrijfsysteem niet te
beschadigen:
¾Trek geen voertuig dat
zwaarder is dan het uwe.
¾Niet plotseling accelereren,
aangezien dit een zware schok
overbrengt op het sleepoog en
de sleephaak of de sleepkabel.
¾De sleepkabel enkel aan het
sleepoog en de sleephaak
bevestigen.
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
7-56

Page 629 of 759

Als een
waarschuwingslampje
gaat branden of
knipperen
▼Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen
Als een van de waarschuwingslampjes
gaat branden/knipperen, voor het
betreffende lampje de juiste actie
ondernemen. Er is geen probleem als
het lampje uit gaat; als het lampje
echter niet uit gaat of opnieuw gaat
branden/knipperen, een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) raadplegen.
De details van sommige
waarschuwingen kunnen op de
middendisplay of
multi-informatiedisplay in de
instrumentengroep worden bekeken.
Middendisplay
1. Selecteer “Informatie” op het
beginscherm.
2. Selecteer “Voertuigstatusmonitor”.
3. Selecteer de
betreffende
waarschuwing voor het tonen van
de details van de waarschuwing.
OPMERKING
U kunt de actuele waarschuwing ook
weergeven door de commanderknop
naar links te schuiven op het
beginscherm of de middendisplay.
Multi-informatiedisplay
1. Druk op de INFO schakelaar op de
stuurwielschakelaar om het
waarschuwingsindicatiescherm
weer te geven.
Zie Multi-informatiedisplay op
pagina 4-25.
▼Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje remsysteem
(rood)
Dit waarschuwingslampje heeft de
volgende functies:
Controle waarschuwingslampje
Om de werking te controleren, moet u
nagaan of het lampje gaat branden
wanneer het contact wordt
ingeschakeld en enkele seconden later
uit gaat of wanneer de motor gestart
wordt.
Wanneer het lampje gaat branden
Als het remwaarschuwingslampje blijft
branden, bestaat de kans dat het
remvloeistofniveau laag is of dat er een
probleem is met het remsysteem.
Breng de auto onmiddellijk op een
veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur).
Zie Controle van het niveau van de
rem/koppelingsvloeistof op pagina
6-33.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
7-57

Page 630 of 759

WAARSCHUWING
Niet rijden wanneer het
remwaarschuwingslampje brandt.
Neem contact op met een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) om de remmen zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren:
Rijden terwijl het
remwaarschuwingslampje brandt is
gevaarlijk. Het geeft aan dat de
remmen wellicht totaal niet
functioneren of dat ze op elk moment
volledig buiten bedrijf kunnen raken.
Laat de remmen onmiddellijk
inspecteren indien dit lampje blijft
branden nadat u gecontroleerd heeft
of de handrem volledig ontspannen is.
OPGELET
¾Ook is het mogelijk dat het
effectieve remvermogen vermindert,
zodat u het rempedaal krachtiger
moet intrappen dan normaal om de
auto tot stilstand te brengen.
¾(Met M Hybrid)
Bij het starten van de motor kan het
remwaarschuwingslampje gaan
branden en de
waarschuwingsindicatie worden
getoond. Parkeer in dat geval de
auto op een veilige plaats en laat het
rempedaal los.
Als het remwaarschuwingslampje/de
remwaarschuwingsindicatie ook niet
uit gaan als de auto is geparkeerd,
laat de auto dan door een
deskundige reparateur (bij voorkeur
een officiële Mazda-reparateur)
controleren.

▼Waarschuwing van elektronisch
remkrachtverdelingssysteem
Als de stuureenheid van het
elektronisch
remkrachtverdelingssysteem vaststelt
dat bepaalde onderdelen niet goed
functioneren, is het mogelijk dat de
stuureenheid het
remwaarschuwingslampje en het ABS
waarschuwingslampje tegelijkertijd laat
branden. Er is vermoedelijk een
probleem in het elektronisch
remkrachtverdelingssysteem.
WAARSCHUWING
Rijd niet wanneer zowel het
remwaarschuwingslampje als het ABS
waarschuwingslampje branden. Laat
de auto naar een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) slepen om de
remmen zo spoedig mogelijk te laten
controleren:
Rijden terwijl het ABS
waarschuwingslampje en het
remwaarschuwingslampje tegelijkertijd
branden is gevaarlijk.
Wanneer beide lampjes branden,
kunnen de achterwielen tijdens een
noodstop sneller gaan blokkeren dan
onder normale omstandigheden.
▼Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje
laadsysteem
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
7-58

Page:   < prev 1-10 ... 581-590 591-600 601-610 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 ... 760 next >