Fsc MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 123 of 657

Schuifdakí
Het schuifdak kan alleen elektrisch
geopend of gesloten worden wanneer het
contact op ON staat.
Kantel-/schuifschakelaar
WAARSCHUWING
Laat tijdens het rijden passagiers niet
rechtop staan en geen delen van het
lichaam door het geopende schuifdak
naar buiten steken:
Het naar buiten steken van hoofd,
armen of andere lichaamsdelen door
het schuifdak is gevaarlijk. Het hoofd
of de armen kunnen tijdens het rijden
door iets geraakt worden. Dit kan
ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Alvorens het schuifdak te sluiten, eerst
controleren of er zich geen obstakels
in de opening bevinden:
Een schuifdak dat wordt gesloten is
gevaarlijk. De kans bestaat een hand,
het hoofd of de nek van iemand,
vooral van kinderen, tussen het
sluitende schuifdak beklemd raakt,
hetgeen ernstig of zelfs dodelijk letsel
tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Alvorens u uw Mazda gaat wassen, er
voor zorgen dat het schuifdak volledig
gesloten is zodat geen water in het
interieur kan binnendringen. Na het
wassen van uw Mazda of na een
regenbui, het water van het schuifdak
verwijderen alvorens het schuifdak te
openen om te voorkomen dat water naar
binnen dringt, aangezien dit
roestvorming en watervlekken op uw
hemelbekleding kan veroorzaken.
qOmhoog klappen
Het achterste uiteinde van het schuifdak
kan voor extra ventilatie omhoog geklapt
worden.
Druk om het schuifdak automatisch
volledig te kantelen, de kantel/
schuifschakelaar kortstondig in.
Druk om het kantelen tussentijds te
stoppen de kantel/schuifschakelaar in.
Druk om het schuifdak in de gewenste
positie te sluiten, de kantel/
schuifschakelaar in voorwaartse richting
drukken.
Omhoog
verstellen
Sluiten
(Omlaag zetten)
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
3-45íBepaalde modellen.

Page 124 of 657

qOpen- en dichtschuiven
Druk om het schuifdak automatisch
volledig te openen, de kantel/
schuifschakelaar kortstondig in
achterwaartse richting drukken.
Druk om het schuiven tussentijds te
stoppen de kantel/schuifschakelaar in.
Druk om het schuifdak in de gewenste
positie te sluiten, de kantel/
schuifschakelaar in voorwaartse richting
drukken.
SluitenOpenen
qTerugstelprocedure voor
elektrisch bediend schuifdak
Als de accu is losgekoppeld, zal het
schuifdak niet functioneren. Om het
schuifdak weer correct te laten
functioneren, dient dit te worden
teruggesteld. Voer onderstaande procedure
uit voor het terugstellen van het schuifdak
en het hervatten van de bediening:
1. Zet het contact op ON.
2. Druk de kantelschakelaar in om de
achterzijde van het schuifdak
gedeeltelijk omhoog te zetten.3. Herhaal stap 2. De achterzijde van het
schuifdak kantelt naar boven tot in de
volledig geopende stand en wordt
vervolgens een weinig gesloten.
OPMERKING
Als de terugstelprocedure wordt
uitgevoerd terwijl het schuifdak in de
opengeschoven stand staat (gedeeltelijk
open), zal het dak eerst worden gesloten
alvorens de achterzijde naar boven
gekanteld wordt.
qZonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand
geopend en gesloten worden.
Het zonnescherm gaat automatisch open
wanneer het schuifdak geopend wordt,
maar dient met de hand te worden
gesloten.
Zonnescherm
3-46
Alvorens te gaan rijden
Ruiten

Page 130 of 657

OPGELET
Let op de volgende punten om de
inbraaksensor normaal te kunnen laten
functioneren:
lHang geen kleding of voorwerpen
op aan een hoofdsteun of een
kledinghaak.
lPlaats de uitschuifbare zonnekleppen
in hun oorspronkelijke posities terug.
lDe inbraaksensor niet afschermen
door deze af te dekken of er
voorwerpen voor te hangen.
lLaat de inbraaksensor niet vuil
worden en deze niet met een
vloeistof afvegen.
lDe inbraaksensor of het
inbraaksensorsierstuk niet
blootstellen aan schokken of stoten.
lBreng geen zittingen of
zittinghoezen aan die geen originele
Mazda producten zijn.
lOm afscherming van de
inbraaksensor te voorkomen, geen
voorwerpen of lading hoger dan de
hoofdsteunen in de buurt van de
inbraaksensor plaatsen.
Inbraaksensor en
inbraaksensorsierstuk
qWerking
Gevallen waarbij de sirene wordt
ingeschakeld
De sirene wordt met tussenpozen
ingeschakeld en de
waarschuwingsknipperlichtenzullen
gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen wanneer het systeem door een
van onderstaande oorzaken in werking
wordt gesteld:
lOntgrendelen van een portier met de
sleutel of een binnenvergrendelknop.
lOpen forceren van een portier, de
motorkap of de achterklep.
lWanneer de motorkap met behulp van
de motorkapontgrendelhendel wordt
geopend.
lHet contact op ON zetten zonder de
startdrukknop te gebruiken.
lDe inbraaksensor registreert een
beweging in de auto.
Het systeem zal opnieuw in werking
gesteld worden (in totaal 10 keer) als een
van de hierboven aangegeven condities
blijft voortbestaan.
lLosmaken van de accuverbinding (de
waarschuwingsknipperlichtenknipperen
niet).
Het systeem zal ongeveer 10 maal in
werking gesteld worden.
3-52
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem

Page 199 of 657

Oplossing: Raadpleeg een officiële Mazda reparateur om uw auto te laten inspecteren.
Kijk naar het symbool dat op het bovenste gedeelte van het scherm wordt aangegeven
en raadpleeg de“Lijst van indikaties en te nemen maatregelen”om het symbool op te
zoeken en te zien welke maatregel genomen moet worden.
Indikatie op display
Motorinspectie vereist:
Motor dient geïnspecteerd
te worden.Defect in automatische
transmissie:
Automatische transmissie
dient geïnspecteerd te
worden.Sleutelloos- systeem
inspectie vereist:
Systeem van
afstandbediende
portiervergrendeling dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van DPF vereist:
Dieseldeeltjesfilter dient
geïnspecteerd te worden.
Indikatie op display
Inspectie van HBC vereist:
Koplampregelsysteem
dient geïnspecteerd te
worden.Inspectie van LDWS
vereist:
Rijstrookafwijkingwaar-
schuwingssysteem dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van 4WD systeem
vereist:
Defect in het 4WD
systeem. 4WD systeem
dient geïnspecteerd te
worden.Inspectie van TPMS
vereist:
Bandenspanningcontrole-
systeem dient
geïnspecteerd te worden.
Oplossing: Raadpleeg een officiële Mazda reparateur om uw auto te laten inspecteren.
Indikatie op display
Inspectie van FSC vereist:
Vooruitrijcamera dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van SCBS vereist:
Stadsverkeer-remassistent
dient geïnspecteerd te
worden.Inspectie van
accubeheersysteem vereist:
Accubeheersysteem dient
geïnspecteerd te worden.Inspectie van
noodremsysteem vereist:
Noodremsysteem dient
geïnspecteerd te worden.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-43

Page 213 of 657

qRVM waarschuwingslampje
(Oranje)/RVM indikatielampje
(Groen)
í
RVM waarschuwingslampje (oranje)
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
De kleur van de verlichting verandert van
oranje naar groen wanneer het
rijbaanveranderingcontrolesysteem in
werking is, of wordt uitgeschakeld
wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Het lampje blijft branden als het systeem
defect is. Raadpleeg een officiële Mazda
dealer.
OPMERKING
Dit waarschuwingslampje kan gaan
branden als resultaat van een tijdelijke
vermindering in de gevoeligheid van de
radarsensor als gevolg van slecht weer
of vuil op het bumperoppervlak. Dit
duidt echter niet op een defect.
RVM indikatielampje (groen)
Dit indikatielampje brandt wanneer het
rijbaanveranderingcontrolesysteem
gebruiksklaar is.
qLDWS waarschuwingslampje
(Oranje)/LDWS indikatielampje
(Groen)
í
LDWS waarschuwingslampje (Oranje)
Wanneer het lampje brandt
lWanneer het contact op ON gezet
wordt, gaat het waarschuwingslampje
branden.
lHet indikatielampje gaat uit wanneer
het LDWS geannuleerd wordt.
lHet indikatielampje gaat branden
wanneer het LDWS standby is.
Onder de volgende omstandigheden gaat
het LDWS waarschuwingslampje (oranje)
continu branden.
lHet glas van de voorruit aan de
voorzijde van de vooruitrijcamera
(FSC) is beslagen of er is een obstakel.
lWanneer de rijsnelheid minder is dan
ongeveer 65 km/h.
lDe witte (gele) strepen worden niet
bespeurd.
Wanneer het lampje knippert
lHet waarschuwingslampje gaat
knipperen als het systeem defect is.
Laat uw auto bij een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur controleren.
lHet LDWS werkt niet wanneer het
waarschuwingslampje knippert.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-57íBepaalde modellen.

Page 225 of 657

lIn de volgende gevallen zal het KEY
waarschuwingslampje (rood) continu
knipperen wanneer het contact niet
uitgezet is om de bestuurder op de
hoogte te stellen dat de sleutel uit de
auto is verwijderd. Het KEY
waarschuwingslampje (rood) zal
stoppen met knipperen wanneer de
sleutel terug in de auto is:
Het contact is niet uit gezet en alle
portieren en de achterklep zijn gesloten
nadat de sleutel uit de auto is
verwijderd.
OPMERKING
Aangezien de sleutel gebruik maakt van
radiogolven van lage intensiteit, bestaat
de kans dat de Sleutel-uit-auto-
verwijderd waarschuwing geactiveerd
wordt als de sleutel samen met een
metalen voorwerp wordt meegedragen
of als deze op een plaats met slechte
signaalontvangst bewaard wordt.
KEY indikatielampje (Groen)
Wanneer het lampje brandt
Wanneer bij een automatische transmissie
het rempedaal wordt ingetrapt of bij een
handgeschakelde versnellingsbak het
koppelingspedaal wordt ingetrapt,
bevestigt het systeem dat de juiste sleutel
zich in de auto bevindt en gaat het KEY
indikatielampje (groen) branden en kan de
motor gestart worden (pagina 4-4).
Wanneer het lampje knippert
Wanneer het contact vanuit ON op uit
wordt gezet, zal het KEY indikatielampje
(groen) gedurende ongeveer 30 seconden
knipperen om aan te geven dat het
resterende batterijvermogen laag is.
Vervang de batterij door een nieuwe
alvorens de sleutel onbruikbaar wordt.Zie Vernieuwen van de batterij op pagina
6-41.
qHBC waarschuwingslampje
(Oranje)/HBC indikatielampje
(Groen)
í
HBC waarschuwingslampje (Oranje)
Wanneer het lampje brandt
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat dit waarschuwingslampje branden en
vervolgens na enkele seconden uit. Het
waarschuwingslampje gaat branden als
het gedeelte van de voorruit aan de
voorzijde van de vooruitrijcamera (FSC)
beslagen is of geblokkeerd wordt.
Wanneer het lampje knippert
Het lampje gaat knipperen als er een
defect is in het koplampregelsysteem
(HBC). Laat uw auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur controleren.
HBC indikatielampje (Groen)
Dit indikatielampje gaat branden wanneer
het systeem in werking is en gaat uit
wanneer de werking van het systeem
uitgeschakeld wordt.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-69íBepaalde modellen.

Page 255 of 657

Koplampregelsysteem (HBC)í
lHet koplampregelsysteem (HBC) bepaalt met behulp van de vooruitrijcamera (FSC) de
omstandigheden aan de voorzijde van de auto bij het rijden in het donker en schakelt het
licht van de koplampen automatisch over tussen grootlicht en dimlicht.
Bij het rijden met een snelheid van ongeveer 30 km/h, worden de koplampen op
grootlicht ingesteld wanneer er zich geen voertuigen vóór uw auto bevinden of geen
tegenliggers naderen.
Het systeem schakelt de koplampen over op dimlicht bij de volgende omstandigheden:
lWanneer het systeem een voertuig bespeurt of de koplampen/lichten van een voertuig
dat vanuit tegenovergestelde richting nadert.
lBij het rijden op wegen met straatverlichting of op wegen in goed verlichte steden en
dorpen.
lWanneer de rijsnelheid minder is dan ongeveer 20 km/h.
lBij auto's met een type A instrumentengroep, de toestand van de auto controleren of de
auto door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur, overeenkomstig de indikatie.
lSysteemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op pagina 4-41.
Vooruitrijcamera
(FSC)
De herkenningsafstand van de
vooruitrijcamera (FSC) varieert
afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-99íBepaalde modellen.

Page 256 of 657

OPGELET
lDe hoogte van de auto niet afstellen, de koplampeenheden niet wijzigen en de camera
niet verwijderen. Anders zal het systeem niet normaal functioneren.
lNeem voor de juiste werking van het koplampregelsysteem (HBC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
lPlaats geen voorwerpen op het instrumentenpaneel die licht weerkaatsen.lHoud het gedeelte van het voorruitglas in de buurt van de vooruitrijcamera (FSC)
schoon.
lBreng geen accessoires, stickers of folie op de voorruit aan in de buurt van de
vooruitrijcamera (FSC). Als er zich voorwerpen vóór de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) bevinden, zelfs een doorzichtige sticker, zullen deze de
lens blokkeren met als gevolg dat het systeem niet correct kan functioneren.
lNeem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alvorens reparaties rondom de achteruitkijkspiegel uit te voeren.
lHoud het gedeelte van de voorruit rondom de vooruitrijcamera (FSC) altijd
schoon. Als de voorruit beslaat, deze ontwasemen met behulp van de
voorruitontwaseming.
lZorg er voor bij het reinigen van de voorruit dat er geen glasreiniger of soortgelijke
vloeibare reinigingsmiddelen op de lens van de vooruitrijcamera (FSC)
terechtkomen. Raak ook de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet aan.
lRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
voor wat betreft het reinigen van de binnenzijde van de voorruit rondom de
vooruitrijcamera (FSC).
4-100
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars

Page 257 of 657

OPMERKING
Onder de volgende omstandigheden verandert het moment waarbij het systeem de
koplampen overschakelt. Als het systeem de koplampen niet juist overschakelt,
handmatig tussen grootlicht en dimlicht overschakelen, al naargelang het zicht en de
weg- en verkeerssituatie.
lWanneer er lichtbronnen in het gebied zijn, zoals straatlantaarns, verlichte
aanwijsborden en verkeerslichten.
lWanneer er lichtweerkaatsende voorwerpen in de omgeving zijn, zoals
lichtweerkaatsende platen en borden.
lWanneer het zicht verminderd is tijdens regen, sneeuw of mist.
lBij het rijden op wegen met scherpe bochten of golvingen.
lWanneer de koplampen/achterlichten van voertuigen vóór u of op de
tegenovergestelde rijbaan niet duidelijk zichtbaar of onverlicht zijn.
lWanneer het voldoende donker is, zoals bij zonsopgang of schemering.
lWanneer de bagageruimte beladen is met zware voorwerpen of de
achterpassagierszittingen bezet zijn.
lWanneer het zicht verminderd is doordat spatwater van de banden van een voertuig
vóór u op uw voorruit terechtkomt.
Vooruitrijcamera (FSC)
De camera van het koplampregelsysteem (HBC) die zich bij de achteruitkijkspiegel
bevindt, werkt ook als de vooruitrijcamera (FSC) voor het
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem(LDWS).
Vooruitrijcamera (FSC)
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
4-101

Page 258 of 657

OPGELET
Neem voor de juiste werking van de vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
lDe afdekking van de vooruitrijcamera (FSC) niet verwijderen.
lRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur,
betreffende het reinigen van de cameralens.
lDe vooruitrijcamera (FSC) of het gedeelte er om heen niet blootstellen aan harde
schokken of stoten. Als er zeer hard tegen de vooruitrijcamera (FSC) is gestoten, het
Koplampregelsysteem (HBC) niet gebruiken en contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur.
lRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur,
alvorens reparaties rondom de vooruitrijcamera (FSC) uit te voeren.
lDe vooruitrijcamera (FSC) is aan de voorruit gemonteerd. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor het repareren en
vervangen van de voorruit.
lDe richting waarin de vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst, is met grote precisie
afgesteld. De installatiepositie van de vooruitrijcamera (FSC) niet veranderen en deze
niet verwijderen. Anders kan dit beschadiging of defecten veroorzaken.
lWees voorzichtig de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet te beschadigen en
voorkom dat deze vuil wordt. De camera niet demonteren. Anders kan dit
beschadiging of defecten veroorzaken.
lHoud het gedeelte van de voorruit rondom de vooruitrijcamera altijd schoon door vuil
of wasem te verwijderen. Gebruik de voorruitontwaseming om wasem van de voorruit
te verwijderen.
4-102
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars

Page:   1-10 11-20 next >