Fsc MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 292 of 657

Stuurbekrachtiging
lDe stuurbekrachtiging functioneert
uitsluitend wanneer de motor draait.
Indien de motor niet draait of wanneer
de stuurbekrachtiging buiten werking
is, kan de auto alsnog worden bestuurd,
ofschoon er dan meer stuurkracht
vereist is.
Als het stuurwiel stroever dan
gewoonlijk aanvoelt tijdens normaal
rijden of als het stuurwiel trilt, een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur raadplegen.
lBij auto's met een type A
instrumentengroep, de toestand van de
auto controleren of de auto door een
deskundige reparateur laten
inspecteren, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, overeenkomstig de
indikatie.
lSysteemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-41.
OPGELET
Houd het stuurwiel bij draaiende motor
nooit langer dan 5 seconden tegen een
van beide aanslagen (in de naar uiterst
rechts of links gedraaide positie). Er
bestaat dan kans op beschadiging van
het stuurbekrachtigingssysteem.
4-136
Tijdens het rijden
Stuurbekrachtiging
Page 308 of 657

Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)í
lHet LDWS stelt de bestuurder op de hoogte dat de auto van zijn rijstrook afwijkt.
lHet systeem bespeurt de witte (gele) strepen op de rijstrook met gebruik van de
vooruitrijcamera (FSC) en als dit bepaalt dat de auto van de rijstrook gaat afwijken,
waarschuwt het de bestuurder door middel van het knipperen van het LDWS
indikatielampje (groen) en het laten klinken van het LDWS waarschuwingsgeluid.
lGebruik het LDWS bij het rijden op wegen met witte (gele) strepen.
lBij auto's met een type A instrumentengroep, de toestand van de auto controleren of de
auto door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur, overeenkomstig de indikatie.
lSysteemdefecten of bedrijfstoestanden worden aangeduid door een waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op pagina 4-41.
Zie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem(LDWS) waarschuwingsgeluid op pagina
7-55.
Vooruitrijcamera (FSC)
4-152
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Page 310 of 657

OPGELET
lGeen wijzigingen aan de vering aanbrengen. Als de hoogte van de auto of de
dempingskracht van de vering wordt gewijzigd, kan het LDWS niet juist
functioneren.
lDe afdekking van de vooruitrijcamera (FSC) niet verwijderen. Anders zal het systeem
niet normaal functioneren.
lNeem voor de juiste werking van het LDWS de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
lPlaats geen voorwerpen op het instrumentenpaneel die licht weerkaatsen.lHoud het gedeelte van het voorruitglas in de buurt van de vooruitrijcamera (FSC)
schoon.
lBreng geen accessoires, stickers of folie op de voorruit aan in de buurt van de
vooruitrijcamera (FSC). Als er zich voorwerpen vóór de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) bevinden, zelfs een doorzichtige sticker, zullen deze de
lens blokkeren met als gevolg dat het systeem niet correct kan functioneren.
lNeem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur alvorens reparaties rondom de achteruitkijkspiegel uit te voeren.
lHoud het gedeelte van de voorruit rondom de vooruitrijcamera (FSC) altijd
schoon. Als de voorruit beslaat, deze ontwasemen met behulp van de
voorruitontwaseming.
lZorg er voor bij het reinigen van de voorruit dat er geen glasreiniger of soortgelijke
vloeibare reinigingsmiddelen op de lens van de vooruitrijcamera (FSC)
terechtkomen. Raak ook de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet aan.
lRaadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur
voor wat betreft het reinigen van de binnenzijde van de voorruit rondom de
vooruitrijcamera (FSC).
4-154
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Page 315 of 657

qLDWS waarschuwing
Als het systeem bepaalt dat de auto op het
punt staat de rijstrook te verlaten terwijl
het systeem in werking is, klinkt de
LDWS waarschuwing en gaat het LDWS
indikatielampje (groen) knipperen.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-41.
Zie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwingsgeluid op pagina
7-55.
Op de display van de type A
instrumentengroep wordt de richting
aangegeven waarin het systeem bepaald
heeft dat de auto van de rijstrook afwijkt.
Draai het stuurwiel op adequate wijze en
rijd naar het midden van de rijstrook.
Indikatie op display
OPMERKING
lAls het LDWS waarschuwingsgeluid
op trilling is ingesteld klinkt het
geluid vanuit de autoluidspreker aan
de zijde waar het systeem bepaald
heeft dat de auto van de rijstrook
afwijkt.
lHet LDWS waarschuwingsgeluid is
niet hoorbaar vanuit de luidspreker
wanneer een audiofunctie zoals het
handsfree systeem of de
spraakherkenning gebruikt wordt.
lDe kans bestaat dat het LDWS
waarschuwingsgeluid niet hoorbaar
is afhankelijk van de
omgevingscondities zoals geluiden
van buiten.
lHet tijdstip van de waarschuwing
waarop het systeem bepaalt dat de
auto van zijn rijstrook afwijkt kan
veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
qVooruitrijcamera (FSC)
lDe LDWS camera die zich bij de
achteruitkijkspiegel bevindt, werkt ook
als de vooruitrijcamera (FSC) voor het
koplampregelsysteem (HBC).
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
4-159
Page 316 of 657

lAls de temperatuur binnen in de
vooruitrijcamera (FSC) extreem hoog
of laag is, wordt het LDWS
automatisch uitgeschakeld en op
standby gehouden en gaat het LDWS
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep knipperen.
Berichteninformatie wordt aangegeven
op de display in de type A
instrumentengroep.
Het LDWS wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de
omstandigheden veranderen en het
systeem bruikbaar is.
Vooruitrijcamera (FSC)
OPGELET
Neem voor de juiste werking van de
vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
lDe afdekking van de
vooruitrijcamera (FSC) niet
verwijderen.
lRaadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, betreffende het
reinigen van de cameralens.
OPGELET
lDe vooruitrijcamera (FSC) of het
gedeelte er om heen niet blootstellen
aan harde schokken of stoten. Als er
hard tegen de vooruitrijcamera
(FSC) is gestoten, het LDWS niet
gebruiken en contact opnemen met
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
lRaadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, alvorens
reparaties rondom de
vooruitrijcamera (FSC) uit te voeren.
lDe vooruitrijcamera (FSC) is aan de
voorruit gemonteerd. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur voor
het repareren en vervangen van de
voorruit.
lDe richting waarin de
vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst,
is met grote precisie afgesteld. De
installatiepositie van de
vooruitrijcamera (FSC) niet
veranderen en deze niet verwijderen.
Anders kan dit beschadiging of
defecten veroorzaken.
lWees voorzichtig de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) niet te
beschadigen en voorkom dat deze
vuil wordt. De camera niet
demonteren. Anders kan dit
beschadiging of defecten
veroorzaken.
4-160
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Page 319 of 657

Achteruitkijkmonitorí
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto
veilig is door rechtstreeks te kijken met uw ogen:
Achteruitrijden met de auto door enkel naar het scherm te kijken is gevaarlijk en kan
een ongeval of een botsing met een voorwerp veroorzaken. De achteruitkijkmonitor is
enkel een visuele hulpinrichting voor het achteruitrijden met de auto. De beelden op
het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
OPGELET
lGebruik de achteruitkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden: Onder de
volgende omstandigheden is gebruik van de achteruitkijkmonitor gevaarlijk en kan dit
letsel en/of schade aan de auto tot gevolg hebben.
lBij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.lWanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.lWanneer de achterklep niet volledig gesloten is.lWanneer de auto op een helling staat.
lWanneer de display koud is, bestaat de kans dat beelden over de monitor of het
scherm lopen en dat deze minder duidelijk zichtbaar zijn dan normaal, wat het
bepalen van de veiligheid van de omgeving rondom de auto kan bemoeilijken. Rijd
altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig is
door rechtstreeks te kijken met uw ogen.
lOefen geen overmatige druk uit op de camera. De positie van de camera en de hoek
kunnen afwijken.
lDe camera niet demonteren, wijzigen of verwijderen aangezien deze dan mogelijk
niet langer waterdicht is.
lDe behuizing van de camera is gemaakt van plastic. Breng geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings op de behuizing van de camera aan.
Als een dergelijk middel op de behuizing is terechtgekomen, dit onmiddellijk met een
zachte doek afvegen.
lDe behuizing niet te sterk wrijven of afschuren met behulp van een schuurmiddel of
een harde borstel. De behuizing kan beschadigd raken waardoor de kwaliteit van de
beelden kan verslechteren.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-163íBepaalde modellen.
Page 392 of 657

qBediening van de radio (Type C)
Handbediende afstemtoets
Audiotoets
Zenderaftasttoets
De illustratie geeft een typisch voorbeeld.
Radio AAN
Druk op de audiotoets (
) en raak de
ofschermtab aan.
Bandkeuze
Raak de
schermtab aan voor het
kiezen van AM. Raak de
schermtab aan voor het kiezen van FM1
en FM2.
OPMERKING
lWanneer FM1 gekozen wordt,
verschijnt op de display de
aanduiding
. Wanneer FM2
gekozen wordt, verschijnt op de
display de aanduiding
.
lAls het FM zendsignaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch
van STEREO naar MONO om
storing te verminderen. De
“STEREO”indikator verdwijnt van
de display.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-48
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 394 of 657

qBediening van de radio (Type D)
Zenderaftasttoetsen
Handbediende afstemtoets Audiotoets
Radio AAN
Druk op de audiotoets (
) en raak de
ofschermtab aan.
Bandkeuze
Raak de
schermtab aan voor het
kiezen van AM. Raak de
schermtab aan voor het kiezen van FM1
en FM2.
OPMERKING
lWanneer FM1 gekozen wordt,
verschijnt op de display de
aanduiding
. Wanneer FM2
gekozen wordt, verschijnt op de
display de aanduiding
.
lAls het FM zendsignaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch
van STEREO naar MONO om
storing te verminderen. De
“STEREO”indikator verdwijnt van
de display.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-50
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 540 of 657

Vogeluitwerpselen kunnen verwijderd
worden met behulp van een zachte spons
en water. Indien u onderweg bent en dit
niet beschikbaar is, kan het probleem ook
met een natte papieren zakdoek verholpen
worden. Het betreffende gedeelte dient
daarna overeenkomstig de instructies in
dit hoofdstuk in de was gezet te worden.
Insecten en boomhars kunnen het beste
verwijderd worden met een zachte spons
en water of met een chemisch
reinigingsmiddel.
Een andere methode is om het betreffende
gedeelte gedurende één tot twee uur af te
dekken met een vochtige krant. Na het
verwijderen van de krant, de losgeweekte
deeltjes afspoelen met water.
Watervlekken
Oorzaken
Regen, mist, dauw en zelfs leidingwater
kunnen schadelijke stoffen bevatten zoals
zout en kalk. Indien er vocht dat deze
mineralen bevat op de auto achterblijft en
verdampt, zullen deze mineralen
geconcentreerd worden en verharden en
tenslotte witte ringen vormen. Deze
ringen kunnen de laklaag van uw auto
aantasten.
Remedie
Het is noodzakelijk uw auto
overeenkomstig de instructies in dit
hoofdstuk te wassen en in de was te zetten
om de laklaag in goede conditie te
houden. Deze stappen dienen
onmiddellijk genomen te worden zodra u
watervlekken op de laklaag van uw auto
aantreft.
Afschilfering van de lak
Oorzaken
Afschilfering van de lak doet zich voor
wanneer de laklaag van uw auto geraakt
wordt door steentjes die door de banden
van een ander voertuig in de lucht
geslingerd worden.
Voorkomen van afschilfering van de lak
Houd een veilige afstand aan tussen u en
het voor u rijdende voertuig. Hierdoor
wordt de kans dat de laklaag van uw auto
door rondvliegende steentjes beschadigd
wordt beperkt.
OPMERKING
lHet bereik waarin zich beschadiging
van de lak als gevolg van steenslag
voordoet varieert naargelang de
rijsnelheid. Bij een snelheid van
bijvoorbeeld 90 km/h, bedraagt de
afstand waarbinnen zich
beschadiging van de lak als gevolg
van steenslag voordoet 50 meter.
lBij lage temperaturen wordt de
laklaag van een auto harder.
Hierdoor neemt de kans op
beschadiging van de lak als gevolg
van steenslag toe.
lLak die afgeschilferd is kan leiden
tot roestvorming op uw Mazda.
Alvorens dit gebeurt, de schade
repareren met behulp van Mazda
bijwerklak overeenkomstig de
instructies in dit hoofdstuk. Wanneer
het betreffende gedeelte niet wordt
gerepareerd kan dit ernstige
roestvorming en dure reparaties tot
gevolg hebben.
6-70
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Page 547 of 657

Verzorging van het interieur
WAARSCHUWING
Spuit geen water in de cabine:
Het is gevaarlijk wanneer water op
elektrische onderdelen zoals de audio-
installatie en schakelaars terechtkomt,
aangezien dit defecten of brand kan
veroorzaken.
qVoorzorgsmaatregelen
betreffende het dashboard
Voorkom dat bijtende oplossingen zoals
parfum en cosmetische olie in aanraking
komt met het instrumentenpaneel. Deze
veroorzaken beschadiging en verkleuring
van het instrumentenpaneel. Indien deze
stoffen met het dashboard in aanraking
komen, deze onmiddellijk afvegen.
OPGELET
Indien deze stoffen met het dashboard
in aanraking komen, deze onmiddellijk
afvegen.
Glansmiddelen bevatten ingrediënten
die verkleuring, rimpeling, scheurtjes
en afschilfering kunnen veroorzaken.
Bovenkant van instrumentenpaneel
(zachte bekleding)
lVoor de bovenkant van het zachte
stootkussen is buitengewoon zacht
materiaal gebruikt. Voor het reinigen
wordt het aanbevolen een schone doek
te gebruiken die bevochtigd is met een
zacht schoonmaakmiddel voor het
verwijderen van vlekken.
lAls het zachte stootkussen hard wordt
afgewreven, bestaat de kans dat het
oppervlak beschadigd wordt en dat er
witte krassen ontstaan.
qReinigen van de zittingen en de
interieurbekleding
Kunststof
Gebruik een handveger of een stofzuiger
voor het verwijderen van stof en losse
vuildeeltjes van kunststof bekleding.
Reinig de kunststof bekleding met een
leer- en kunststofreinigingsmiddel.
Leerí
Verwijder eerst stof en zand met een
stofzuiger of dergelijke, veeg vervolgens
het vuil weg met behulp van een zachte
doek met een leerreinigingsmiddel of een
zachte doek gedompeld in een zachte
zeepoplossing.
Veeg de restanten reinigingsmiddel of
zeep weg met behulp van een goed
uitgewrongen doek die gedompeld is in
schoon water.
Neem het vocht op met een droge, zachte
doek en laat het leer verder drogen op een
goed geventileerde plaats buiten direct
zonlicht. Als het leer bijvoorbeeld door
regen nat is geworden, het vocht eveneens
opnemen en zo spoedig mogelijk laten
drogen.
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
6-77íBepaalde modellen.