Zekering MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)

Page 94 of 657

5. Het indikatielampje gaat gedurende
ongeveer 3 seconden branden om aan
te geven dat het systeem geactiveerd is.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-41.
OPMERKING
Het systeem kan niet worden
geactiveerd wanneer een van de
portieren of de achterklep open is.
Buiten werking stellen van het systeem
Ontgrendel het bestuurdersportier of zet
het contact op ON.
OPMERKING
Als de stroomvoorziening is
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), kan het systeem enkel
buiten werking gesteld worden door een
van de portieren met de sleutel te
ontgrendelen.
qVergrendelen, ontgrendelen met
de verzoekschakelaar (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren in
te drukken wanneer u de sleutel bij u
draagt.
De verzoekschakelaar op de achterklep
kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de
achterklep.
Voorportieren
Verzoekschakelaar
Achterklep (Alleen vergrendelen)
Verzoekschakelaar
3-16
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten

Page 117 of 657

Elektrische ruitbediening
Het contact dient op ON te staan om de
elektrische ruitbediening te kunnen
gebruiken.
WAARSCHUWING
Alvorens een ruit te sluiten, eerst
controleren of er zich geen obstakels
in de opening bevinden:
Het sluiten van elektrisch bediende
ruiten is gevaarlijk. De kans bestaat
dat iemands hand, hoofd of nek tussen
de ruit beklemd raakt, hetgeen ernstig
of zelfs dodelijk letsel tot gevolg kan
hebben. Deze waarschuwing heeft
vooral betrekking op kinderen.
Laat kinderen nooit met de
schakelaars van de elektrische
ruitbediening spelen:
Wanneer de schakelaars van de
elektrische ruitbediening niet
vergrendeld zijn met de
vergrendelschakelaar zouden kinderen
per ongeluk de elektrische
ruitbediening in werking kunnen
stellen, hetgeen tot ernstig letsel kan
leiden als de handen, het hoofd of de
nek van een kind tussen een ruit
beklemd zou raken.
OPGELET
Nooit meer dan drie ruiten tegelijkertijd
openen of sluiten, om te voorkomen dat
de zekering doorbrandt en het systeem
van de elektrische ruitbediening wordt
beschadigd.
qBediening van de elektrisch
bediende ruiten (Type A)
OPMERKING
lElke passagiersruit kan bediend
worden met behulp van de
bijbehorende portierschakelaar
wanneer de vergrendelschakelaar
van de elektrische ruitbediening op
het bestuurdersportier in de
ontgrendelde stand staat (pagina
3-44).
lElke passagiersruit kan ook bediend
worden via het gebruik van de
hoofdbedieningsschakelaars van de
elektrische ruitbediening op het
bestuurdersportier.
Ruit linksachter
Ruit rechtsachter
Voorpassagiersruit
Bestuurdersruit
Hoofdbedieningsschakelaars
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
3-39

Page 182 of 657

Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De dagteller registreert de totale afgelegde
afstand van twee ritten. De ene rit wordt
geregistreerd in dagteller A en de andere
in dagteller B.
Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.
Wanneer dagteller A wordt gekozen, zal
wanneer de keuzeschakelaar binnen één
seconde opnieuw wordt ingedrukt naar
dagteller B overgeschakeld worden.
Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.
De dagteller registreert de totale door de
auto afgelegde afstand, totdat de meter
weer op nul teruggesteld wordt. Zet de
meter terug op“0.0”door de
keuzeschakelaar 1 seconde of langer
ingedrukt te houden. Gebruik deze meter
voor het meten van reisafstanden en voor
het berekenen van het brandstofverbruik.
OPMERKING
lEnkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
lDe registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
lDe stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
lDe gereden afstand 9.999,9 km
overschrijdt.
qToerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental in
duizenden omwentelingen per minuut
(omw/min) aan.
OPGELET
Laat de motor niet met de naald van de
toerentalmeter in de RODE ZONE
draaien.
Dit kan ernstige motorschade tot gevolg
hebben.
*1 Het bereik varieert afhankelijk van het
type meter.
*1 Gestreepte
zone
*1 Rode zone
4-26
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display

Page 307 of 657

qRVM schakelaar
Wanneer de schakelaar wordt ingedrukt,
wordt het
rijbaanveranderingcontrolesysteem
gebruiksklaar en het RVM indikatielampje
(groen) gaat branden op het
instrumentenpaneel. Wanneer de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt,
wordt het systeem uitgeschakeld en gaat
het RVM indikatielampje (groen) uit.
OPMERKING
lWanneer het contact wordt uitgezet,
wordt de toestand aangehouden die
bestond alvorens het contact werd
uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld het
contact wordt uitgeschakeld terwijl
het
rijbaanveranderingcontrolesysteem
gebruiksklaar is, zal het systeem
gebruiksklaar zijn wanneer het
contact de volgende keer op ON
gezet wordt.
lAls de accu wordt losgekoppeld of
een zekering wordt vervangen, zal
het
rijbaanveranderingcontrolesysteem
uitgeschakeld worden. Druk op de
RVM schakelaar om dit systeem in te
schakelen.
qOnderhoud van de radarsensors
De radarsensors voor het
rijbaanveranderingcontrolesysteem zijn
aangebracht binnen in de achterbumper,
één aan de linkerzijde en één aan de
rechterzijde.
Radarsensors
Het oppervlak van de achterbumper nabij
de radarsensors dient altijd schoon te zijn
zodat het
rijbaanveranderingcontrolesysteem correct
kan functioneren. Breng geen stickers of
dergelijke voorwerpen op de
achterbumper aan.
Zie Verzorging van de carrosserie op
pagina 6-69.
OPMERKING
Raadpleeg een officiële Mazda dealer
voor reparatie en vervanging van de
radarsensors, of reparatie, vernieuwing
of spuiten van de achterbumper nabij
een radarsensor.
Tijdens het rijden
Rijbaanveranderingcontrolesysteem (RVM)
4-151

Page 376 of 657

qBediening van de radio (Type A)
Handbediende afstemmingScan-toets
BandkeuzetoetsenAutomatische geheugenopslagtoets
Zenderaftasttoetsen
Voorkeuzezendertoetsen
Radio AAN
Druk voor het inschakelen van de radio
op een bandkeuzetoets (
).
Bandkeuze
Door de bandkeuzetoets (
)
herhaalde malen in te drukken worden de
golfbanden als volgt overgeschakeld:
FM1→FM2→AM.
De geselecteerde modus wordt
aangegeven. Bij de ontvangst van FM
stereo, wordt“ST”getoond.
OPMERKING
Als het FM signaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch van
STEREO naar MONO om storing te
verminderen. De“ST”indikator gaat
dan uit.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-32
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie

Page 378 of 657

qBediening van de radio (Type B)
Verkeersinformatietoets
Zenderaftasttoetsen
BandkeuzetoetsenScan-toets
Automatische geheugenopslagtoetsHandbediende
afstemtoets/AudioregelknopProgrammatype
informatietoetsen
Voorkeuzezendertoetsen
Radio AAN
Druk voor het inschakelen van de radio
op een bandkeuzetoets (
).
Bandkeuze
Door de bandkeuzetoets (
)
herhaalde malen in te drukken worden de
golfbanden als volgt overgeschakeld:
FM1→FM2→MW/LW.
De geselecteerde modus wordt
aangegeven. Bij de ontvangst van FM
stereo, wordt“ST”getoond.
OPMERKING
Als het FM signaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch van
STEREO naar MONO om storing te
verminderen. De“ST”indikator gaat
dan uit.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-34
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie

Page 392 of 657

qBediening van de radio (Type C)
Handbediende afstemtoets
Audiotoets
Zenderaftasttoets
De illustratie geeft een typisch voorbeeld.
Radio AAN
Druk op de audiotoets (
) en raak de
ofschermtab aan.
Bandkeuze
Raak de
schermtab aan voor het
kiezen van AM. Raak de
schermtab aan voor het kiezen van FM1
en FM2.
OPMERKING
lWanneer FM1 gekozen wordt,
verschijnt op de display de
aanduiding
. Wanneer FM2
gekozen wordt, verschijnt op de
display de aanduiding
.
lAls het FM zendsignaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch
van STEREO naar MONO om
storing te verminderen. De
“STEREO”indikator verdwijnt van
de display.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-48
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie

Page 394 of 657

qBediening van de radio (Type D)
Zenderaftasttoetsen
Handbediende afstemtoets Audiotoets
Radio AAN
Druk op de audiotoets (
) en raak de
ofschermtab aan.
Bandkeuze
Raak de
schermtab aan voor het
kiezen van AM. Raak de
schermtab aan voor het kiezen van FM1
en FM2.
OPMERKING
lWanneer FM1 gekozen wordt,
verschijnt op de display de
aanduiding
. Wanneer FM2
gekozen wordt, verschijnt op de
display de aanduiding
.
lAls het FM zendsignaal zwak wordt,
verandert de ontvangst automatisch
van STEREO naar MONO om
storing te verminderen. De
“STEREO”indikator verdwijnt van
de display.
Afstemmen
De radio beschikt over de volgende
afstemmingsmethoden: Afstemming door
middel van handbediening,
zenderaftasting, scan, voorkeuzekanalen
en automatische geheugenopslag. De
gemakkelijkste manier voor het
afstemmen op zenders is om deze op de
voorkeuzekanalen te programmeren.
OPMERKING
Als de stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), zullen de
voorkeuzezenders worden gewist.
Handbediende afstemming
Door het draaien van de handbediende
afstemtoets kan naar een hogere of lagere
frequentie overgeschakeld worden.
Afstemming door middel van
zenderaftasting
Door de zenderaftasttoets (
,)inte
drukken zal de tuner automatisch een
hogere of lagere frequentie zoeken.
5-50
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie

Page 471 of 657

6Onderhoud en verzorging
Hoe u uw Mazda in topconditie kunt houden.
Essentiële informatie ..................................................................... 6-2
Inleiding .................................................................................... 6-2
Periodieke onderhoudsbeurten .................................................... 6-3
Periodieke onderhoudsbeurten .................................................. 6-3
Zelf uit te voeren onderhoud ...................................................... 6-19
Voorzorgsmaatregelen betreffende
onderhoudswerkzaamheden .................................................... 6-19
Motorkap ................................................................................. 6-21
Overzicht van de motorruimte ................................................ 6-23
Motorolie ................................................................................ 6-24
Motorkoelvloeistof .................................................................. 6-29
Rem/koppelingsvloeistof ........................................................ 6-31
Ruitensproeier- en koplampsproeiervloeistof .......................... 6-32
Smering van de carrosserie ..................................................... 6-33
Ruitenwisserbladen ................................................................. 6-34
Accu ........................................................................................ 6-38
Vernieuwen van de batterij ...................................................... 6-41
Banden .................................................................................... 6-44
Gloeilampen ............................................................................ 6-50
Zekeringen .............................................................................. 6-62
Verzorging van het uiterlijk ....................................................... 6-69
Verzorging van de carrosserie ................................................. 6-69
Verzorging van het interieur .................................................... 6-77
6-1

Page 493 of 657

Overzicht van de motorruimte
Reservoir van voorruitensproeiervloeistof
Motorolievuldop Rem/koppelingsvloeistofreservoir
Motoroliepeilstok Accu Zekeringenblok
Dop van koelsysteem Motorkoelvloeistofreservoir
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
SKYACTIV-D 2.2
Reservoir van voorruitensproeiervloeistof
Motorolievuldop Rem/koppelingsvloeistofreservoir
Motoroliepeilstok Accu
MotorkoelvloeistofreservoirZekeringenblok
Dop van koelsysteem
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-23

Page:   1-10 11-20 next >