audio MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 721 of 889

6–63
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Trek de zekering recht uit met
behulp van de zekeringtrekker welke
aangebracht is op het zekeringenblok in
de motorruimte.


4. Controleer de zekering en vervang deze
als deze is doorgeslagen.

NormaalDoorgeslagen

5. Druk een nieuwe zekering van
hetzelfde amperage op de plaats
en controleer of deze goed in de
klemmen vastzit. Als dit niet het
geval is, de zekering door een
deskundige reparateur laten installeren.
Bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur.
Indien er geen reserve-zekering meer
beschikbaar is, kunt u een zekering van
dezelfde capaciteit gebruiken van een
circuit dat voor het rijden met de auto
niet essentieel is, zoals het AUDIO of
OUTLET circuit.
OPGELET
Vervang een zekering steeds door
een originele Mazda zekering of
gelijkwaardige van dezelfde capaciteit.
Anders bestaat de kans op beschadiging
van de elektrische installatie.
6. Breng de afdekking aan en controleer
dat deze stevig op zijn plaats zit.

Vervangen van de zekeringen onder de
motorkap
Controleer het zekeringenblok in de
motorruimte, indien de koplampen
of andere elektrische onderdelen niet
functioneren en de zekeringen in het
interieur in orde zijn. Indien een zekering
is doorgeslagen, dient deze te worden
vervangen. Handel in een dergelijk geval
als volgt:


1. Controleer of de contactschakelaar
uitgeschakeld is en dat de overige
schakelaars uit zijn.
2. Verwijder de kap van het
zekeringenblok.

Page 723 of 889

6–65
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Beschrijving van het zekeringenpaneel
Zekeringenblok (Motorruimte)


BESCHRIJVING ZEKERINGCAPACITEIT BEVEILIGD ONDERDEEL
1

50 A Voor beveiliging van diverse circuits
2 IG2 30 A Voor beveiliging van diverse circuits
3 INJECTOR
ENG.SUB 30 A Motorbesturingssysteem
*
4 SCR1
E V V T 20 A Motorbesturingssysteem
*
5 P.WINDOW1 30 A Elektrische ruitbediening
*
6 R.HEATER 20 A —
7 ADD FAN DE 40 A Koelventilator
*
8 WIPER.DEI 20 A Voorruitenwisserontdooier *
9 DEFOG 40 A Achterruitverwarming
10 DCDC DE 40 A Voor beveiliging van diverse circuits
*
11 EPB R 20 A Elektrische handrem (EPB) (R)
12 EPB L 20 A Elektrische handrem (EPB) (L)
13 AUDIO
DCDC REG 30 A Audio-installatie
*
14 FAN GE 30 A Koelventilator
*

Page 724 of 889

6–66
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
BESCHRIJVING ZEKERINGCAPACITEIT BEVEILIGD ONDERDEEL
15 ENG.MAIN 40 A Motorbesturingssysteem
16 ABS/DSC M 50 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
17 FAN DE 40 A Koelventilator
*
18 WIPER 20 A Voorruitenwisser en ruitensproeier
19 HEATER 40 A Airconditioning
20 ADD FAN GE 30 A Koelventilator
*
21 ENGINE.IG1 7,5 A Motorbesturingssysteem
22 C/U IG1 15 A Voor beveiliging van diverse circuits
23 AUDIO2 7,5 A Audio-installatie
24 METER2 7,5 A Instrumentengroep
*
25 ENGINE3 15 A Motorbesturingssysteem
26 ENGINE2 15 A Motorbesturingssysteem
27 ENGINE1 15 A Motorbesturingssysteem
28 AT 15 A Transmissiebesturingssysteem
* , Contactschakelaar
29 H/CLEAN 20 A Koplampsproeier *
30 A/C 7,5 A Airconditioning *
31 AT PUMP 15 A Transmissiebesturingssysteem *
32 HORN 15 A Claxon
33 R.WIPER 15 A Achterruitenwisser
34 H/L HI 20 A Koplampen (grootlicht)
35 ST.HEATER 15 A Verwarmd stuurwiel
*
36 FOG 15 A Mistlichten *
37

7,5 A Motorbesturingssysteem
38 H/L LOW L 15 A Koplamp (dimlicht) (Links)
39 ENGINE4 15 A —
40 — — —
41 METER1 10 A Instrumentengroep
42 SRS1 7,5 A Airbag
43 BOSE 25 A Model uitgerust met Bose
® geluidsinstallatie *
44 AUDIO1 15 A Audio-installatie
45 ABS/DSC S 30 A ABS, regelsysteem voor dynamische stabiliteit
46 FUEL PUMP 15 A Brandstofsysteem
*
47 FUEL WARM 25 A Brandstofverwarmer *
48 TAIL 15 A Achterlichten, kentekenplaatlampen
49 SCR2
FUEL PUMP2 25 A —
50 HAZARD 25 A Waarschuwingsknipperlichten, richtingaanwijzers,
achterlichten, positielampen
51 H/L LOW R 15 A Koplamp (dimlicht) (Rechts)

Page 735 of 889

6–77
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Verzorging van het
interieur
WAARSCHUWING
Spuit geen water in de cabine van het
voertuig:
Water spuiten in de cabine van het
voertuig is gevaarlijk, aangezien
elektrische apparatuur zoals de audio-
installatie en schakelaars nat kunnen
worden wat defecten of brand in het
voertuig kan veroorzaken.
OPMERKING
  Veeg het interieur niet af met behulp
van alcohol, chloorbleekmiddel of
organische oplosmiddelen zoals
verdunner, benzeen en benzine.
Anders kan dit verkleuring of
vlekken veroorzaken.
  Hard wrijven met een harde
borstel of doek kan beschadiging
veroorzaken.
Als het interieur van het voertuig door
een van het onderstaande verontreinigd is
geraakt, dit onmiddellijk met behulp van
een zachte doek verwijderen.
Wanneer dit niet wordt schoongemaakt,
kan dit verkleuring, vlekken, barsten of
afschilfering van de laklaag veroorzaken
en zal later verwijderen moeilijk zijn.
 


 Dranken of parfum



 Vet of olie



 Vlekken
Onderhoud van de
veiligheidsgordels
1. Reinig het verontreinigde gedeelte door
dit licht te deppen met een zachte doek
die is gedompeld in een oplossing van
een zacht reinigingsmiddel (ongeveer
5%) en water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
3. Voordat u de veiligheidsgordels laat
oprollen die voor reiniging naar
buiten zijn getrokken, deze grondig
afdrogen en er voor zorgen dat er geen
vochtresten op achterblijven.

WAARSCHUWING
Als een veiligheidsgordel gerafeld is of
slijtage vertoont, deze door een of¿ ciële
Mazda reparateur laten vernieuwen:
Als veiligheidsgordels in een dergelijke
toestand worden gebruikt, kunnen deze
niet de volledige bescherming bieden,
wat ernstig of dodelijk letsel kan
veroorzaken.

Gebruik voor het verwijderen van
vlekken van een veiligheidsgordel een
zacht schoonmaakmiddel:
Als voor het reinigen van de
veiligheidsgordels organische
oplosmiddelen worden gebruikt of als
deze bevlekt of gebleekt raken, bestaat
de kans dat de gordels verzwakken,
met als gevolg dat ze niet de volledige
bescherming kunnen bieden,
wat ernstig of dodelijk letsel kan
veroorzaken.

Page 743 of 889

7–5
Als er zich een probleem voordoet
Mazda ERA-GLONASS (Rusland)
OPGELET
  De Mazda ERA-GLONASS niet demonteren. Anders kan dit beschadigd raken en in
een noodsituatie mogelijk niet functioneren.
  De Mazda ERA-GLONASS heeft een speciale ingebouwde batterij zodat het systeem
kan functioneren ook als de voeding van de auto is onderbroken, zoals bij een ongeval.
 Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als de Mazda ERA-GLONASS niet
op de juiste wijze wordt gebruikt functioneert het systeem mogelijk niet.
 


 De ingebouwde batterij is een niet-oplaadbaar type batterij. Probeer de batterij niet
te laden.
 


 Als de ingebouwde batterij bijna uitgeput is als gevolg van natuurlijke ontlading
en het systeem bepaalt dat er een probleem is, kan de Mazda ERA-GLONASS
niet worden gebruikt. Als het systeem bepaalt dat er een probleem is, gaat het
indicatielampje (rood) in de Mazda ERA-GLONASS schakelaar branden om de
bestuurder op de hoogte te stellen. Laat de auto door een of¿ ciële Mazda reparateur
controleren. Zie Indicatielampje/pieptoon op pagina 7-10 .
OPMERKING
  De Mazda ERA-GLONASS kan worden gebruikt wanneer het contact op ON staat. 
 Er zijn twee manieren waarop de Mazda ERA-GLONASS oproepen doet; automatisch
of handmatig.
  De Mazda ERA-GLONASS werkt mogelijk niet in de volgende gevallen: Als de
Mazda ERA-GLONASS niet werkt, bel dan met een andere telefoon, zoals de
dichtstbijzijnde openbare telefoon.
 


 De auto bevindt zich buiten een mobiel netwerk gebied



 De auto bevindt zich in een gebied met slechte radiogolfontvangst (zoals in tunnels,
ondergrondse parkeergarages, in de schaduw van gebouwen of in bergachtige
gebieden)
 


 De auto heeft geen impact van een bepaald niveau of meer ontvangen, ook al heeft
er een ongeval plaatsgevonden.
 


 Er heeft een zodanig ernstige botsing plaatsgevonden dat de Mazda ERA-
GLONASS is beschadigd.
 


 De positie-informatie is niet verkrijgbaar wanneer de signalen niet kunnen worden
ontvangen van de GPS- en GLONASS-satellieten maar spraakoproepen zijn
mogelijk.


 Wanneer door de Mazda ERA-GLONASS een spraakoproep wordt gedaan, wordt het
geluid van de audio-installatie uitgeschakeld zodat dit het doen van de oproep niet
hindert.

Page 787 of 889

7–49
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen
Als een van de waarschuwingslampjes gaat branden/knipperen, voor het betreffende lampje
de juiste actie ondernemen. Er is geen probleem als het lampje uit gaat, maar als het lampje
niet uit gaat of opnieuw gaat branden/knipperen, raadpleeg dan een of¿ ciële Mazda-
reparateur.
(Voertuigen met type B audio)
De gegevens van de betreffende waarschuwing kunnen op de middendisplay gecontroleerd
worden.

1. Wanneer het waarschuwingslampje brandt, selecteer dan het pictogram op het
beginscherm om het Toepassingenscherm te tonen.
2. Selecteer “Monitor voertuigstatus”.
3. Selecteer “Waarschuwing” voor het weergeven van de huidige waarschuwingen.
4. Selecteer de betreffende waarschuwing voor het tonen van de details van de
waarschuwing.

Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand.
Als een van onderstaande waarschuwingslampjes gaat branden, is er mogelijk een defect in
het systeem. Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en neem contact
op met een of¿ ciële Mazda-reparateur.

Page 807 of 889

7–69
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Berichten die verschijnen op de display
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (type B audio), overeenkomstig het
getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).


(Displayvoorbeeld)

Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand.
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (type B audio), is er
mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een of¿ ciële Mazda reparateur.

Display Aangegeven toestand

Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.

Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.

Page 869 of 889

9–15
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen

Afstandherkenningshulp-
systeem(DRSS) (pagina
4-155 )
Het systeem kan zodanig worden gewijzigd dat
het Afstandherkenningshulpsysteem (DRSS) niet
functioneert.
*1 Aan Aan/Uit A —

De afstand waarbij het voorliggend voertuig
aangegeven in de display oranje oplicht kan
gewijzigd worden. Dicht Veraf/Medium/
Dicht A —


Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) (pagina 4-160 ) Het systeem kan zodanig gewijzigd worden dat
de vermoeidheidswaarschuwing (DAA) niet
werkt.
*1 Aan Aan/Uit A —

Verkeersbordherkenning-
systeem (TSR) *3 (pagina
4-147 )
Het verkeersbordherkenningsysteem (TSR) kan
op buiten werking ingesteld worden. *1 Aan Aan/Uit A —

Het waarschuwingspatroon voor de
waarschuwing te hoge snelheid kan worden
gewijzigd. Uit Uit/
Visueel/
Audio en
visueel A —


Het activeringstijdstip voor de waarschuwing te
hoge snelheid kan worden gewijzigd.
0 0/ 5/ 10 A —

Parkeersensorsysteem
(pagina 4-284 ) Weergave/geen weergave Aan Aan/Uit A —

Auto
Portiersloten
(pagina 3-20 ) Werkingsvoorwaarde van automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctie Dicht:
Rijden
Open:
Contact aan Uit/
Vergrendelen:
Tijdens het
rijden/
Dicht: Rijden
Open: Contact
aan/
Slot: Van de
parkeerstand
zetten/
Dicht: uit
P-stand. Open:
In P-stand/
Vergr: rijden.
Ontgr:
geparkeerd A D


Afstandbediende
portiervergrendeling
(pagina 3-4 ) Tijd voor automatische portiervergrendeling 30 seconden 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden A —

Page 876 of 889

10–2
Index
A
Aanbevolen olie .................................. 6-27
Aanbevolen smeermiddelen .................. 9-6
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS)................................................. 4-132
Accu .................................................... 6-43
Inspectie van het accu-elektrolytniveau
van de accu .................................... 6-45
Onderhoud ..................................... 6-45
Opladen ......................................... 6-46
Technische gegevens ....................... 9-6
Vervangen ...................................... 6-46
Accu is uitgeput .................................. 7-37
Probleem ....................................... 7-37
Achterklep ........................................... 3-26
Afdekking bagageruimte ............... 3-36
Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden .................................... 7-79
Achterruit
Achterruitverwarming ................... 4-94
Achterruitensproeier ........................... 4-93
Achterruitenwisser .............................. 4-93
Achterruitverwarming ......................... 4-94
Achterste kledinghaken ..................... 5-180
Achteruitkijkmonitor ......................... 4-266
Afstelling van beeldkwaliteit ...... 4-279
Afwijking tussen werkelijke
wegsituatie en weergegeven
beeld ............................................ 4-277
Bediening van
achteruitparkeercamera ............... 4-272
Gebruik van de display................ 4-270
Overschakelen naar
achteruitkijkmonitordisplay ........ 4-268
Plaats van
achteruitparkeercamera ............... 4-267
Weergavebereik op het scherm ... 4-268
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA).............................................. 4-163
Achterzitting ....................................... 2-12
Active Driving Display ....................... 4-49
Adaptieve LED-koplampen (ALH) .. 4-136 Afmetingen ........................................... 9-8
Afstandbediend
portiervergrendelingssysteem ............... 3-4
Afstandherkenningshulpsysteem
(DRSS) .............................................. 4-155
Indicatie op display ..................... 4-156
Afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL) ................................................ 4-215
Activering/deactivering ............... 4-220
Afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL)
display ......................................... 4-217
Hoofdindicatie afstelbare
snelheidsbegrenzer (ASL)
(wit) ............................................. 4-218
Instelindicatie afstelbare
snelheidsbegrenzer (ASL)
(groen) ......................................... 4-218
Systeem instellen ......................... 4-222
Systeem tijdelijk annuleren ......... 4-223
Waarschuwingszoemer
snelheidsbegrenzer ...................... 4-218
Airbagsystemen ................................... 2-54
Als de Active Driving Display niet
functioneert ......................................... 7-80
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen .......................... 7-49
Anti-blokkeerremsysteem (ABS) ...... 4-114
Anti-diefstal beveiligingssysteem ....... 3-65
Anti-wielspinregeling (TCS) ............ 4-115
TCS/DSC indicatielampje ........... 4-116
TCS OFF indicatielampje ........... 4-116
TCS OFF schakelaar ................... 4-116
Armsteunvak ..................................... 5-177
Asbak ................................................ 5-180
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-17
Audio-uit toets ............................... 5-17
Zoektoets ....................................... 5-18

Page 877 of 889

10–3
Index
Audio-installatie
AUX/USB-modus ......................... 5-19
Antenne ......................................... 5-23
Audiobedieningsschakelaar........... 5-17
Audioset [Type B
(aanraakscherm)] ........................... 5-85
Audioset [type A (niet-
aanraakscherm)] ............................ 5-24
Bijlage ......................................... 5-156
Voordat u de audio-installatie gaat
gebruiken ....................................... 5-17
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
AUX ............................................ 5-107
Bluetooth
® ................................... 5-115
CD-speler .................................... 5-100
DVD speler.................................. 5-104
Digital Audio Broadcasting (DAB)
radio............................................... 5-97
Instellingen .................................. 5-148
Oplossen van problemen ............. 5-151
Radio ............................................. 5-93
Radio (RDS) .................................. 5-93
Spraakherkenning ........................ 5-145
Toepassingen ............................... 5-150
USB ............................................. 5-108
Volume/Display/Geluid
regelaars ........................................ 5-90
Audioset [type A (niet-aanraakscherm)]
Bluetooth ....................................... 5-46
AUX .............................................. 5-36
Aan/uit/Volume/
Geluidsregelaars ............................ 5-24
CD-speler ...................................... 5-32
Foutaanduidingen .......................... 5-45
iPod-modus ................................... 5-42
Klok ............................................... 5-26
Oplossen van problemen ............... 5-81
Radio ............................................. 5-28
Radio (RDS) .................................. 5-28
Spraakherkenning .......................... 5-77
USB ............................................... 5-38
AUTOHOLD .................................... 4-105 AUTOHOLD
waarschuwingszoemer ........................ 7-75
Automatische transmissie ................... 4-65
Actieve aangepaste overschakeling
(AAS) ............................................ 4-69
Bedieningsorganen van automatische
transmissie ..................................... 4-65
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-69
Rijtips ............................................ 4-76
Schakelblokkeersysteem ............... 4-66
Schakelstanden .............................. 4-67 B
Bagageruimte .................................... 5-178
Ogen voor het vastzetten van
lading ........................................... 5-178
Onderste laadcompartiment ........ 5-178
Bagageruimteverlichting ................... 5-170
Banden ................................................ 6-49
Bandenspanning ............................ 6-49
Lekke band .................................... 7-17
Noodreservewiel ........................... 6-52
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-50
Sneeuwkettingen ........................... 3-77
Technische gegevens ..................... 9-10
Vervangen van een band................ 6-51
Vervangen van een wiel ................ 6-52
Winterbanden ................................ 3-76
Bandenspanningscontrolesysteem .... 4-260
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-121
Bekerhouder ...................................... 5-175
Berichten die verschijnen op de
display ................................................. 7-69
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ................................ 7-67
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal
beveiligingssysteem ...................... 3-65
Start-blokkeersysteem ................... 3-63

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 next >