ECO mode MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 225 of 889

4–37
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Alhoewel de indicatie voor de
afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof
een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens
bijtanken noodzakelijk wordt, zo
spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
  De indicatie verandert mogelijk niet
tenzij u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
  De afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de
auto gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter
(die de resterende brandstofvoorraad
aangeven) verdwijnen.
  Als er geen historische
brandstofverbruikgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist
heeft aangeschaft of de gegevens
als gevolg van het losmaken van
de accukabels zijn gewist, is het
mogelijk dat de feitelijke afstand
die met de voorradige brandstof kan
worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt.
Gemiddeld brandstofverbruikmodus
Deze modus toont het gemiddelde
brandstofverbruik door het berekenen van
het totale brandstofverbruik en de totaal
afgelegde afstand sinds de aankoop van
de auto, het opnieuw aansluiten van de
accu na loskoppeling of het terugstellen
van de gegevens. Het gemiddelde
brandstofverbruik wordt berekend en elke
minuut getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)

Type A
Type B

Houd de INFO schakelaar langer dan 1,5
seconden ingedrukt om de informatie op
de display te wissen.
Na het indrukken van de INFO schakelaar
zal “- - - L/100 km” of “- - - km/L”
gedurende ongeveer 1 minuut op de
display worden aangegeven. Daarna wordt
het brandstofverbruik opnieuw berekend
en op het display aangegeven.

Page 226 of 889

4–38
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Huidige brandstofverbruikmodus
Deze stand geeft het huidige
brandstofverbruik aan, berekend op
basis van de verbruikte brandstof en de
afgelegde afstand.

Het huidige brandstofverbruik wordt
berekend en zal elke 2 seconden worden
getoond.
(Europees model)


(Behalve Europees model)

Type A
Type B

Wanneer u de snelheid hebt teruggebracht
tot ongeveer 5 km/h, zal “- - - L/100 km”
of “- - - km/L” op de display worden
aangegeven.
Rijsnelheidsalarm *
In deze modus wordt de huidige instelling
voor het rijsnelheidsalarm getoond. U kunt
de instelling van de rijsnelheid waarbij de
waarschuwing wordt gegeven veranderen.
OPMERKING
De display van het rijsnelheidsalarm
wordt gelijktijdig geactiveerd met het
klinken van de pieptoon. De ingestelde
rijsnelheid knippert herhaalde malen.
(Europees model)


(Behalve Europees model)


Het rijsnelheidsalarm kan worden
ingesteld met behulp van de
middendisplay.
OPMERKING
  Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van
het land/de stad waarin de auto
wordt gebruikt. Controleer daarnaast
altijd de rijsnelheid door naar de
snelheidsmeter te kijken.
  De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250
km/h.

Page 232 of 889

4–44
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Buitentemperatuurwaarschuwing *
Wanneer de buitentemperatuur laag is,
gaat de indicatie knipperen en klinkt
er een zoemtoon om de bestuurder te
waarschuwen voor de mogelijkheid van
gladde wegen.
Als de buitentemperatuur lager is dan
ongeveer 4 °C, gaan de
buitentemperatuurdisplay en het symbool

gedurende ongeveer tien seconden
knipperen en wordt er eenmaal een
zoemtoon gegeven.
OPMERKING
Als de buitentemperatuur lager is dan
-20 °C, werkt de zoemer niet. Het
symbool
gaat echter branden.
Afstand die met voorradige
brandstof kan worden afgelegd
Dit toont de afstand bij benadering die u
met de voorradige brandstof kunt aÀ eggen,
gebaseerd op het brandstofverbruik.
De afstand die met de voorradige
brandstof kan worden afgelegd wordt
berekend en zal elke seconde worden
getoond.



OPMERKING
  Alhoewel de indicatie voor de
afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof
een voldoende resterend aantal
kilometers aangeeft alvorens
bijtanken noodzakelijk wordt, zo
spoedig mogelijk bijtanken als het
brandstofpeil erg laag is of als het
waarschuwingslampje voor laag
brandstofpeil gaat branden.
  De indicatie verandert alleen
wanneer u meer dan ongeveer 9 liter
brandstof tankt.
  De afstand die kan worden afgelegd
met de voorradige brandstof geeft bij
benadering de afstand aan die met de
auto gereden kan worden totdat alle
maatstrepen in de brandstofmeter
die de resterende brandstofvoorraad
aangeven verdwijnen.
  Als er geen historische
brandstofverbruikgegevens zijn,
bijvoorbeeld nadat u uw auto zojuist
heeft aangeschaft of de gegevens
als gevolg van het losmaken van
de accukabels zijn gewist, is het
mogelijk dat de feitelijke afstand
die met de voorradige brandstof kan
worden afgelegd van de aangegeven
hoeveelheid verschilt.

Page 244 of 889

4–56
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina

* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-61

Waarschuwingslampje veiligheidsgordel (voorzitting) 7-61


(Rood) * Waarschuwingslampje veiligheidsgordel (achterzitting) 7-61


* Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor laag
sproeiervloeistofniveau 7-61


* Open-portier waarschuwingsindicatie 7-61


* Open-achterklep waarschuwingsindicatie 7-61

* Open-portier waarschuwingslampje 7-61
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, laat de
auto dan door een deskundige reparateur inspecteren, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.

Page 248 of 889

4–60
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina


* OFF indicatielampje Smart Brake Support remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS) *1 Geavanceerde
stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS)
4-227
Stadsverkeer-
remassistentsysteem
(SCBS)
4-231
Stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R)
4-237
Smart Brake Support
systeem (SBS)
4-240


(Wit) * Hoofdindicatie afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL) 4-218

(Groen)
* Instelindicatie afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL) 4-218


(Wit) * Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-255


(Groen) * Instelindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-255
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, laat de
auto dan door een deskundige reparateur inspecteren, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
*2 Wanneer de elektrische handrem (EPB) wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.

Page 249 of 889

4–61
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Voorgloei-indicatielampje
(SKYACTIV-D 2.2)

Dit indicatielampje kan gaan branden
wanneer het contact op ON gezet wordt.
Het lampje gaat uit wanneer de
gloeibougies warm zijn. Als u nadat de
gloeibougies zijn opgewarmd het contact
gedurende langere tijd in de stand ON
laat staan zonder dat de motor draait,
worden de gloeibougies mogelijk opnieuw
opgewarmd en gaat het voorgloei-
indicatielampje branden.
Moersleutelindicatie/
indicatielampje

Type A instrumentengroep
Laat onderhoud uitvoeren overeenkomstig
het bericht.
Type B instrumentengroep
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindicatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Wanneer het lampje brandt
Het moersleutelindicatielampje gaat onder
de volgende omstandigheden branden:
 


 Wanneer het tijd is voor een
vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt.
 


 Wanneer het tijd is de motorolie te
verversen.

Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-19 .
Wanneer het lampje knippert
(SKYACTIV-D 2.2)
De opvanginrichting voor bezinksel
scheidt water van de brandstof.
Indien er zich water in dit ¿ lter heeft
verzameld, gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Als dit gebeurt, dient u
zo spoedig mogelijk een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur te raadplegen.
Indicatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
*

Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.

Page 267 of 889

4–79
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.
Zonder automatische verlichtingsregeling



Schakelaarstand


Contactstand ON ACC of
OFF O N ACC of
OFF O N ACC of
OFF
Koplampen Uit Uit Uit Uit Aan Uit
Dagverlichting
* A a n *1 Uit Uit Uit Uit Uit
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlampen Off/On
*2 Uit Aan Aan Aan Aan *3
*1 Tijdens het rijden wordt de verlichting ingeschakeld.
*2 Wanneer de dagverlichting wordt ingeschakeld, gaan de achterlichten en kentekenplaatverlichting branden. De
positielampen worden niet ingeschakeld. (Taiwan)
*3 Wanneer de verlichting is ingeschakeld blijft deze branden als het contact vanuit ON in een andere stand
wordt gezet. De verlichting wordt uitgeschakeld wanneer het bestuurdersportier wordt geopend of als na het
inschakelen van de verlichting 30 seconden zijn verstreken.

Page 268 of 889

4–80
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.
Met automatische verlichtingsregeling



Schakelaarstand


Contactstand ON ACC
of OFF O N ACC of
OFF O N ACC of
OFF O N ACC
of OFF
Koplampen Uit Uit
Automatisch *3 Uit Uit Uit Aan Uit
Dagverlichting * A a n *1 Uit Aan *4 Uit Uit Uit Uit Uit
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlampen Aan
*2 Uit Automatisch *3 Aan *5 Aan Aan Aan Aan *5
*1 Tijdens het rijden wordt de verlichting ingeschakeld.
*2 Wanneer de dagverlichting wordt ingeschakeld, gaan de achterlichten en kentekenplaatverlichting branden. De
positielampen worden niet ingeschakeld. (Taiwan)
*3 De verlichting wordt ingeschakeld door de automatische verlichtingsfunctie.
*4 De verlichting wordt ingeschakeld wanneer de auto rijdt en gaat uit wanneer de koplampen door de
automatische verlichtingsfunctie worden ingeschakeld.
*5 Wanneer de verlichting is ingeschakeld blijft deze branden als het contact vanuit ON in een andere stand
wordt gezet. De verlichting wordt uitgeschakeld wanneer het bestuurdersportier wordt geopend of als na het
inschakelen van de verlichting 30 seconden zijn verstreken.

Page 307 of 889

4–119
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
*Bepaalde modellen.
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type B audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en de
energiebesparing *1 beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in de
display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.

1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het scherm “Applicaties” te tonen.
2. Selecteer de “Brandstofverbruik”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:

Indicatie op display Bedrijfstoestand


Verbergt de menudisplay.

Toont het toepassingenscherm.

Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid
*1 .

Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.

Toont het volgende instelscherm. Einddisplay in-/uitschakelen
In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt
aan de dagteller (Dagteller A) (Alleen type B
instrumentengroep)

*1 Met i-stop functie.

Page 377 of 889

4–189
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van het systeem
MRCC met Stop & Go-functie functioneert wanneer aan alle volgende voorwaarden is
voldaan.
 


 De rijsnelheid is als volgt: 


 
 (Europees model) 
 Ongeveer 0 km/h tot 200 km/h


 
 (Behalve Europese modellen) 
 Ongeveer 0 km/h tot 145 km/h 



 MRCC met Stop & Go-functie is ingeschakeld.



 Het rempedaal is niet ingedrukt.



 De elektrische handrem (EPB) wordt vrijgezet (EPB indicatielampje gaat uit).



 Er is geen probleem met de DSC.



 Alle portieren zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



 De keuzehendel staat in de stand (D) of de stand handmatig (M) (handmatige functie).
OPMERKING

 In de volgende gevallen wordt MRCC met Stop & Go-functie geannuleerd wanneer
de auto met een snelheid van 30 km/h of lager rijdt en in de multi-informatiedisplay
“Mazda Radar Cruise Control uitgeschakeld onder 30 km/h” wordt weergegeven.
 


 De vooruitrijcamera (FSC) kan doelobjecten niet detecteren (er is een probleem met
de vooruitrijcamera (FSC) of de voorruit is vuil).
 


 Er is een probleem met de in-stilstandpositie-houden regeling.



 Er is een probleem met de elektrische handrem (EPB). 

 Het is wellicht niet mogelijk MRCC met Stop & Go-functie direct na het starten van
de motor in te stellen terwijl de werking van de DSC wordt gecontroleerd.

CANCEL schakelaar
RES schakelaar
OFF schakelaar schakelaar schakelaar
MODE schakelaar
SET- schakelaar SET+ schakelaar

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >