MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 361 of 889

4–173
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Waarschuwing voor korte volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig snel nadert omdat het voertuig plotseling afremt
terwijl u met volgafstandregeling rijdt, wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd en
wordt de remwaarschuwing aangegeven in de display. Controleer altijd de veiligheid van
de omgeving en trap het rempedaal in terwijl u een veiliger afstand ten opzichte van het
voorliggende voertuig aanhoudt. Houd ook altijd een veiliger afstand aan ten opzichte van
achteropkomende voertuigen.

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

Instellen van het systeem

CANCEL schakelaar
RES schakelaar
OFF schakelaar schakelaar schakelaar
MODE schakelaar
SET- schakelaar SET+ schakelaar

Wanneer de MODE schakelaar wordt ingedrukt, licht de hoofdindicatie (wit) van het MRCC
systeem op en kan in de volgafstandregeling de rijsnelheid en de afstand tussen voertuigen
worden ingesteld.
OPMERKING
  Wanneer het contact overgeschakeld wordt van ACC naar OFF terwijl het MRCC
systeem ON is, blijft het MRCC systeem automatisch op ON ingesteld.
  Wanneer de MODE schakelaar wordt ingedrukt terwijl het MRCC systeem is
ingeschakeld, schakelt het systeem over naar de kruissnelheidsregelaarfunctie.

Page 362 of 889

4–174
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET
of SET schakelaar wordt ingedrukt. De
ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld met witte lijnen wordt
getoond. De instelindicatie (groen) van het MRCC systeem wordt tegelijkertijd getoond.



Rijstatus Multi-informatiedisplay Actief rijden display
Tijdens het rijden met constante
snelheid



Tijdens het rijden met
volgafstandregeling



Page 363 of 889

4–175
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Als een voorliggend voertuig wordt bespeurd tijdens het rijden met constante snelheid,
wordt de voorliggend-voertuig indicatie getoond en wordt de volgafstandregeling
uitgevoerd. Wanneer een voorliggend voertuig niet langer wordt bespeurd, wordt de
voorliggend-voertuig indicatie uitgeschakeld en schakelt het systeem terug naar rijden
met constante snelheid.
  Volgafstandregeling is niet mogelijk als het voorliggende voertuig sneller rijdt dan de
ingestelde snelheid. Stel het systeem af op de gewenste rijsnelheid met behulp van het
gaspedaal.
  (Europees model)  Bij verandering naar een inhaalrijstrook en gebruik van de richtingaanwijzer, levert het
systeem automatisch meer acceleratie als dit bepaalt dat meer acceleratie vereist is. Let
tijdens het rijden goed op de weg vóór u omdat u het voorliggende voertuig te dicht
zou kunnen naderen.

Page 364 of 889

4–176
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt
ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld door het indrukken van de

schakelaar. De afstand tussen voertuigen kan ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden,
kort en extreem korte afstand.

Richtlijn voor afstand-tussen-
voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80 km/h) Indicatie op multi-
informatiedisplay Indicatie op Active Driving
Display
Lang (ongeveer 50 m)



Midden (ongeveer 40 m)



Kort (ongeveer 30 m)



Extreem kort (ongeveer 25 m)



Page 365 of 889

4–17 7
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  De afstand tussen voertuigen is verschillend afhankelijk van de rijsnelheid en naarmate
de rijsnelheid lager is wordt de afstand korter.
  Wanneer het contact op ACC of OFF wordt gezet en de motor vervolgens opnieuw
gestart wordt, stelt het systeem automatisch de afstand tussen voertuigen in op de
eerder gemaakte instelling.
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
met behulp van de SET schakelaar
Druk op de SET
schakelaar om snelheid
te meerderen.
Druk op de SET
schakelaar om snelheid
te minderen.
De ingestelde rijsnelheid verandert als
volgt telkens wanneer de SET schakelaar
wordt ingedrukt.

Europese
modellen Behalve
Europese
modellen
Korte druk 1 km/h 5 km/h
Lange druk 10 km/h

OPMERKING
U kunt de ingestelde rijsnelheid
bijvoorbeeld veranderen door de SET
schakelaar viermaal als volgt in te
drukken:
(Europees model)
De rijsnelheid wordt met 4 km/h
verhoogd of verlaagd.
(Behalve Europese modellen)
De rijsnelheid wordt met 20 km/h
verhoogd of verlaagd. Accelereren met behulp van het
gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET
of
SET
schakelaar bij de gewenste snelheid
in en laat deze los. Als een schakelaar niet
gebruikt kan worden, keert het systeem
terug naar de ingestelde snelheid wanneer
u uw voet van het gaspedaal afhaalt.
OPGELET
De waarschuwingen en remregeling
functioneren niet terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt.

Page 366 of 889

4–178
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Bij het accelereren met behulp van
de SET
schakelaar tijdens het
rijden met volgafstandregeling, kan
de ingestelde rijsnelheid worden
afgesteld, echter acceleratie is niet
mogelijk. Als er geen voorliggend
voertuig meer is, gaat de acceleratie
door totdat de ingestelde rijsnelheid
bereikt wordt. Controleer de
ingestelde rijsnelheid door te kijken
naar de weergave van de ingestelde
rijsnelheid in de multi-
informatiedisplay en de Active
Driving Display.
  Bij het intrappen van het gaspedaal
verandert de weergave van de
afstand-tussen-voertuigen in de
multi-informatiedisplay naar de
witte-streep weergave.
  De minimum instelbare snelheid is
30 km/h. Als de ingestelde rijsnelheid
30 km/h bereikt met behulp van de
schakelaarbediening, wordt het rijden
met constante snelheid aangehouden
op ongeveer 30 km/h, ook als de
SET
schakelaar wordt ingedrukt.
Het MRCC systeem is niet
geannuleerd.
Deactiveren
Door de OFF/CAN schakelaar tweemaal
in te drukken wordt het MRCC systeem
gedeactiveerd.
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
uitgeschakeld
In de volgende gevallen wordt het MRCC
systeem tijdelijk geannuleerd, gaat de
instelindicatie (groen) van het MRCC
systeem uit en licht de hoofdindicatie (wit)
van het MRCC systeem op.
 


 De OFF/CAN schakelaar wordt eenmaal
ingedrukt.
 


 Het rempedaal is ingedrukt.



 De handrem is aangetrokken.



 (Automatische transmissie) 
 De keuzehendel wordt in de
parkeerstand (P), neutraalstand (N) of
achteruit (R) gezet.
 


 (Handgeschakelde versnellingsbak) 
 De keuzehendel staat in de achteruit (R)
stand.

Page 367 of 889

4–179
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
 


 In de volgende gevallen wordt de
“MRCC niet actief” indicatie getoond en
klinkt de pieptoon één keer.
 

 
 De rijsnelheid neemt af tot minder dan
25 km/h.
 

 
 Het DSC systeem is in werking
getreden.
 

 
 Het TCS systeem heeft gedurende een
bepaalde periode gewerkt.
 

 
 De stadsverkeer-remassistent (SCBS)
of geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced SCBS) zijn in
werking getreden.
 

 
 Het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) is in werking
getreden.
 

 
 Bij het rijden op een aÀ opende helling
gedurende langere tijd.
 

 
 Er is een probleem met het systeem.


 
 Een portier wordt geopend.


 
 De veiligheidsgordel van de bestuurder
is niet vastgemaakt.
  (Handgeschakelde versnellingsbak) 


 
 De keuzehendel is gedurende een
bepaalde tijd in de neutraalstand (N)
gezet.
 

 
 De koppeling is gedurende een
bepaalde periode ingetrapt.
 

 
 De motor slaat af.

OPMERKING
  Het is mogelijk dat het MRCC
systeem tijdens regen, mist,
sneeuw of andere slechte
weersomstandigheden geannuleerd
wordt, of als de voorkant van de
radiateurgrille vuil is.
  Als u het MRCC systeem tijdelijk
hebt geannuleerd, kunt u terugkeren
naar uw eerder ingestelde
snelheid door het indrukken van
de RES schakelaar nadat aan alle
bedieningsvoorwaarden is voldaan.
  Als het MRCC systeem wordt
gedeactiveerd, keert het systeem
niet terug naar de eerder ingestelde
snelheid als de RES schakelaar wordt
ingedrukt.

Page 368 of 889

4–18 0
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Weergave van verzoek opschakelen/terugschakelen (handgeschakelde
versnellingsbak)
Het is mogelijk dat tijdens de werking van het MRCC systeem de weergave van het verzoek
opschakelen/terugschakelen op de Active Driving Display of multi-informatiedisplay
getoond wordt. Wanneer dit gebeurt dient u de versnelling over te schakelen omdat de
schakelstand niet juist is.

Verzoek Indicatie op display
Multi-informatiedisplay Actief rijden display
Opschakelen


Terugschakelen


OPMERKING
Als de versnelling niet opgeschakeld wordt hoewel de verzoekindicatie voor het
opschakelen wordt getoond, wordt de motor overbelast en bestaat de kans dat het MRCC
systeem automatisch geannuleerd wordt omdat anders motorschade zou kunnen ontstaan.

Page 369 of 889

4–181
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Kruissnelheidsregelaarfunctie
Terwijl deze functie in werking
is, wordt de volgafstandregeling
uitgeschakeld en werkt alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie.
De rijsnelheid kan op hoger dan ongeveer
25 km/h worden ingesteld.
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie
op snelwegen en overige autowegen
waarbij niet veel herhaalde acceleratie en
snelheidsmindering vereist is.
WAARSCHUWING
Gebruik de
kruissnelheidsregelaarfunctie niet in de
volgende locaties:
Anders kan dit een ongeluk tot gevolg
hebben.
 
 Wegen met scherpe bochten
en met druk verkeer waar er
onvoldoende ruimte is tussen de
voertuigen. (Rijden onder deze
omstandigheden met gebruik van de
kruissnelheidsregelaarfunctie is niet
mogelijk)
  Steile afdalingen (het is mogelijk
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden omdat niet voldoende
op de motor kan worden afgeremd)
  Gladde wegen zoals met ijs of
sneeuw bedekte wegen (de banden
kunnen gaan slippen waardoor
u de macht over het stuur kunt
verliezen).

WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig:
De waarschuwingen en remregeling
zullen na het uitschakelen van
de volgafstandregeling niet
functioneren en het systeem wordt
overgeschakeld naar alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie. Trap het
rempedaal in om snelheid te minderen
overeenkomstig de verkeerssituatie
en houd een veiliger afstand aan ten
opzichte van uw voorligger en rijd altijd
voorzichtig.
Overschakelen naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie
Wanneer de MODE schakelaar wordt
ingedrukt terwijl het MRCC systeem is
ingeschakeld, schakelt het systeem over
naar de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Wanneer het systeem overschakelt naar
de kruissnelheidsregelaarfunctie, stelt de
indicator en multi-informatiedisplay de
bestuurder als volgt op de hoogte:
 


 De instelindicatie (groen) van het
MRCC systeem of de hoofdindicatie
(wit) van het MRCC systeem gaat
uit en de hoofdindicatie van de
kruissnelheidsregelaar (wit) licht op.
 


 Er verschijnt een bericht in de multi-
informatiedisplay.

Page 370 of 889

4–182
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Schakel de
kruissnelheidsregelaarfunctie altijd uit
wanneer deze niet wordt gebruikt:
Het ingeschakeld laten van de
kruissnelheidsregelaarfunctie wanneer
deze niet wordt gebruikt is gevaarlijk,
aangezien deze onvoorzien in werking
zou kunnen treden wat een ongeluk
kan veroorzaken.
Instellen van de snelheid
Stel het systeem af op de gewenste
rijsnelheid met behulp van het gaspedaal.
Wanneer de SET
of SET schakelaar
wordt ingedrukt, licht de instelindicatie
(groen) van de kruissnelheidsregelaar op
en begint de volgafstandregeling.
OPMERKING
  Het is mogelijk dat het systeem de
ingestelde snelheid niet constant
kan aanhouden, afhankelijk van de
rijomstandigheden zoals bij steile
hellingen of afdalingen.
  Wanneer de SET schakelaar wordt
ingedrukt en vastgehouden zal de
snelheid blijven toenemen. Wanneer
de SET
schakelaar wordt ingedrukt
en vastgehouden zal de snelheid
blijven afnemen.
Verhogen van de ingestelde snelheid
Door het volgen van onderstaande
bedieningsstappen kan de ingestelde
snelheid worden verhoogd:
Verhogen van de snelheid met behulp
van de SET
schakelaar
Houd de SET
schakelaar ingedrukt en
laat de schakelaar bij de gewenste snelheid
los.
De ingestelde snelheid kan stapsgewijs
afgesteld worden (in stappen van 1 km/h)
door het indrukken en onmiddellijk
weer loslaten van de schakelaar. Als
bijvoorbeeld de schakelaar 4 maal wordt
ingedrukt, neemt de ingestelde snelheid
met ongeveer 4 km/h toe.
Verhogen van de snelheid met behulp
van het gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET
of
SET
schakelaar bij de gewenste snelheid
in.
Als de schakelaar niet wordt bediend,
keert het systeem terug naar de ingestelde
snelheid nadat u uw voet van het
gaspedaal heeft afgehaald.
Verlagen van de ingestelde snelheid
Houd de SET
schakelaar continu
ingedrukt en laat de schakelaar bij de
gewenste snelheid los.
De ingestelde snelheid kan stapsgewijs
afgesteld worden (in stappen van 1 km/h)
door het indrukken en onmiddellijk
weer loslaten van de schakelaar. Als
bijvoorbeeld de schakelaar 4 maal wordt
ingedrukt, neemt de ingestelde rijsnelheid
met ongeveer 4 km/h af.

Page:   < prev 1-10 ... 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 ... 890 next >