ECO mode MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 795 of 889

7–57
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing

Waarschuwingslampje
voor systeem van
airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Een defect in het systeem wordt aangeduid als het waarschuwingslampje constant knippert,
constant brandt of helemaal niet brandt wanneer het contact op ON gezet wordt. Bij elk
van deze gevallen dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur te raadplegen. Het systeem zal dan wellicht in het geval van een
aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de systemen van airbag/veiligheidsgordelvoorspanners en laat
altijd alle onderhoud en reparatie door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur, uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of sleutelen aan de systemen is gevaarlijk. De kans
bestaat dat een airbag/voorspanner onvoorzien geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.

(Knippert)
Waarschuwingslampje van
bandenspanningscontrolesysteem
*
Als er een defect is in het bandenspanningcontrolesysteem, gaat het
bandenspanningswaarschuwingslampje knipperen. Laat uw auto zo spoedig mogelijk door
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur controleren.
WAARSCHUWING
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat branden
of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt
gegeven, onmiddellijk de rijsnelheid verminderen en plotseling manoeuvreren en
remmen vermijden:
Als het waarschuwingslampje van het bandenspanningcontrolesysteem gaat branden
of knipperen of als de waarschuwingszoemtoon voor lage bandenspanning wordt
gegeven, is het gevaarlijk met hoge snelheden te rijden of plotseling te manoeuvreren
of te remmen. De kans bestaat dat u de macht over het stuur verliest en een ongeluk
veroorzaakt.
Om te bepalen of u een langzaam leeglopende band of een lekke band heeft, de
auto op een veilige plaats parkeren waar u visueel de toestand van de band kunt
controleren en bepalen of de band voldoende lucht heeft om verder te gaan naar een
plaats waar lucht bijgevuld kan worden en het systeem opnieuw gecontroleerd kan
worden door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
of een bandenreparatiewerkplaats.
Het TPMS waarschuwingslampje mag nooit genegeerd worden:
Negeren van het TPMS waarschuwingslampje is gevaarlijk, ook als u de reden weet
waarom het brandt. Laat het probleem zo spoedig mogelijk verhelpen alvorens dit
tot een ernstigere situatie leidt, zoals het plotseling lek raken van een band met een
gevaarlijk ongeluk als mogelijk gevolg.

Page 810 of 889

7–72
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van
de bestuurder of voorpassagier is
vastgemaakt.
OPMERKING
  Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting geactiveerd
worden, afhankelijk van het gewicht van
het voorwerp.
  Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
  Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
*
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemer niet-
uitgeschakeld contact (STOP)
Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
6 maal een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Behalve Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.

Page 812 of 889

7–74
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer Sleutel-in-
auto-achtergelaten (met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de sleutel in het interieur van de auto
is achtergelaten en alle portieren en de
bagageruimte met een andere sleutel zijn
vergrendeld, klinkt er gedurende ongeveer
10 seconden buiten de auto een pieptoon
om de bestuurder er op attent te maken dat
de sleutel in het interieur is achtergelaten.
Haal in dit geval de sleutel uit de auto door
het portier te openen. De kans bestaat dat
een sleutel die op deze manier uit de auto
is verwijderd niet functioneert, omdat de
functies ervan tijdelijk geannuleerd zijn.
Voor het herstellen van de functies van de
sleutel, de procedure die van toepassing is
uitvoeren (pagina 3-10 ).
Waarschuwingszoemer voor
elektronisch stuurslot
De waarschuwingszoemer klinkt als het
stuurwiel niet ontgrendeld wordt nadat
de startdrukknop is ingedrukt. (pagina
4-4 )
Waarschuwingszoemer elektrisch
bediende achterklep *
Als er voorzorgsmaatregelen van
het systeem nodig zijn wordt de
bestuurder op de hoogte gesteld door het
waarschuwingsgeluid.

Voorzorgen Te controleren punten
De zoemer klinkt 3 maal Aan de vereiste
omstandigheden om
de elektrisch bediende
achterklep te bedienen
wordt niet voldaan, er
zit bijvoorbeeld een
voorwerp vast in de
achterklep.
De zoemer blijft klinken Er wordt met de auto
gereden met geopende
achterklep. Breng de
auto tot stilstand en sluit
de achterklep.

Buitentemperatuurwaarschuwingszoemer *
Waarschuwt de bestuurder voor de
mogelijkheid van gladde wegen wanneer
de buitentemperatuur laag is.
Als de buitentemperatuur lager is
dan ongeveer 4 °C, wordt er eenmaal
een pieptoon gegeven en gaat de
buitentemperatuurdisplay gedurende
ongeveer tien seconden knipperen.
(Type A instrumentengroep)
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-43 .
(Type B instrumentengroep)
Zie Buitentemperatuurdisplay op pagina
4-34 .

Page 813 of 889

7–75
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
i-stop waarschuwingszoemer *
 














 Als het stationair draaien van de motor
is gestopt en het bestuurdersportier
wordt geopend, klinkt er een
waarschuwingstoon om de bestuurder
te attenderen dat het stationair draaien
is gestopt. Dit stopt wanneer het
bestuurdersportier wordt gesloten.
 


 (Europees model) 
 De waarschuwingszoemer klinkt als
de motor gestopt is en de volgende
handelingen worden uitgevoerd. In
dergelijke gevallen herstart de motor
om veiligheidsredenen niet automatisch.
Start de motor met behulp van de
normale methode.
 

 
 (Handgeschakelde versnellingsbak) 
 Wanneer de versnellingshendel
in een andere stand dan neutraal
staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.
 

 
 (Automatische transmissie) 
 Wanneer de keuzehendel in de stand
D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) staat,
de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt en het
bestuurdersportier wordt geopend.


Rijsnelheidsalarm *
De functie van het rijsnelheidsalarm is
bestemd om de bestuurder via een enkele
pieptoon en een waarschuwingsindicatie
in de instrumentengroep te waarschuwen
dat de tevoren ingestelde rijsnelheid is
overschreden.
U kunt de instelling van de rijsnelheid
waarbij de waarschuwing wordt gegeven
veranderen.
120 km/h waarschuwingszoemer *
Als de rijsnelheid hoger wordt dan 120
km/h, klinkt er gedurende 5 seconden een
pieptoon.
Waarschuwingszoemer elektrische
handrem (EPB)
Onder de volgende omstandigheden wordt
de waarschuwingszoemer geactiveerd:
 


 Er wordt met de auto gereden terwijl
de elektrische handrem (EPB) is
aangetrokken.
 


 Tijdens het rijden wordt aan de
elektrische handremschakelaar (EPB)
getrokken.

AUTOHOLD
waarschuwingszoemer
Waarschuwingslampje knippert/bericht
wordt op de display getoond en zoemtoon
is gelijktijdig geactiveerd voor ongeveer
vijf seconden wanneer de AUTOHOLD
functie of de AUTOHOLD schakelaar
wordt bediend.
Omdat er een probleem met de
AUTOHOLD functie is opgetreden werkt
de AUTOHOLD functie niet, zelfs als de
AUTOHOLD schakelaar wordt bediend.

Als het waarschuwingslampje knippert/
bericht wordt op de display getoond en de
zoemtoon gelijktijdig wordt geactiveerd,
laat dan uw auto bij een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur controleren.

Page 814 of 889

7–76
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer van
stuurbekrachtiging
Als er een defect is in de
stuurbekrachtiging, gaat het
waarschuwingslampje voor defecte
stuurbekrachtiging branden of knipperen
en klinkt tegelijkertijd de zoemer.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampjes op pagina 4-54 .
Waarschuwingszoemer
bandenspanning *
De waarschuwingszoemer klinkt
gedurende ongeveer 3 seconden als de
bandenspanning afneemt.
Als de bandenspanning extreem afneemt,
klinkt gedurende ongeveer 30 seconden
een zoemtoon.
Zie bandenspanningscontrolesysteem op
pagina 4-260 .
Dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer *
V o o r u i t r i j d e n
De waarschuwingszoemer klinkt wanneer
de richtingaanwijzerhendel wordt bediend
naar de zijde waar het dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampje brandt.
OPMERKING
Een gebruikersfunctie is beschikbaar
voor het wijzigen van het geluidsvolume
van de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
Omkeren van de bandlooprichting
Als een bewegend object zoals een auto
of tweewielig voertuig van links of
rechts uw voertuig vanaf de achterzijde
nadert, wordt de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer geactiveerd.
Waarschuwingen van Mazda
Radar Cruise Control (MRCC)
systeem
*
D e w a a r s c h u w i n g e n v a n h e t M a z d a
Radar Cruise Control (MRCC)
systeem informeren de bestuurder over
systeemdefecten en waarschuwingen bij
gebruik wanneer dit nodig is.
Controleer op basis van de pieptoon.

Voorzorgen Te controleren punten
De pieptoon klinkt 1
keer wanneer het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem in
werking is De rijsnelheid is
langzamer dan 25 km/h
en het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem is geannuleerd.
(Europees model)
De pieptoon klinkt 5
maal tijdens het rijden
(Behalve Europese
modellen)
Tijdens het rijden blijft
de pieptoon continu
klinken. De afstand tussen uw
auto en het voorliggende
voertuig is te kort.
Controleer de veiligheid
van de omgeving en
verminder snelheid.
Wanneer het Mazda
Radar Cruise Control
(MRCC) systeem in
werking is klinkt er een
pieptoon en geeft de
multi-informatiedisplay
aan dat er een probleem
is met het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem. Dit kan duiden op een
defect in het systeem.
Laat uw auto bij een
deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur
controleren.

Page 816 of 889

7–78
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer
snelheidsbegrenzer *
Als de rijsnelheid de ingestelde
snelheid met ongeveer 5 km/h of
meer overschrijdt, klinkt er continu
een waarschuwingspieptoon. De
waarschuwingspieptoon klinkt totdat de
rijsnelheid tot aan de ingestelde snelheid
of lager vermindert.
OPGELET
Als de ingestelde snelheid ten opzichte
van de huidige ingestelde rijsnelheid
verlaagd wordt door het indrukken van
de SET
of RESUME/ schakelaar,
wordt de waarschuwingszoemer
gedurende ongeveer 30 seconden niet
geactiveerd als de rijsnelheid 5 km/h
sneller is dan de nieuw ingestelde
snelheid. Wees voorzichtig de ingestelde
snelheid niet te overschrijden.
OPMERKING
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
geannuleerd door het volledig intrappen
van het gaspedaal, toont de afstelbare
snelheidsbegrenzerdisplay (ASL-
display) de annuleringsdisplay. Als de
rijsnelheid de ingestelde snelheid met
ongeveer 5 km/h of meer overschrijdt
terwijl de annuleringsdisplay wordt
getoond, gaat de ingestelde snelheid
display knipperen maar wordt er geen
waarschuwingstoon gegeven.
Waarschuwing voor botsing *
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig of
hindernis aan de achterzijde van de auto,
knippert het waarschuwingslampje in de
instrumentengroep en wordt tegelijkertijd
een waarschuwingsindicatie weergegeven
in de multi-informatiedisplay of de Active
Driving Display en wordt met tussenpozen
een waarschuwingsgeluid geactiveerd.

Page 863 of 889

9–9
Technische gegevens
Technische gegevens
*Some models.
Gloeilampen
Buitenverlichting
Gloeilamp Categorie
Watt UNECE *1 (SAE)
Koplampen Grootlicht LED *2 — (—)
Dimlicht LED *2 — (—)
Dagverlichting
* LED type LED *2 — (—)
Gloeilamp type 21/5 W21/5W (7443)
Positielampen LED type LED
*2 — (—)
Gloeilamp type 5 W5W (—)
Voorste richtingaanwijzerlampen 21 WY21W (7443NA)
Mistlampen voor
* LED *2 — (—)
Zijrichtingaanwijzerlampen LED *2 — (—)
Middelste remlicht LED *2 — (—)
Achterste richtingaanwijzerlampen 21 WY21W (7443NA)
Lampen van rem-/
achterlichten LED type LED
*2 — (—)
Gloeilamp type 21/5 W21/5W (7443)
Achteruitrijlampen LED
*2 — (—)
Mistachterlicht * 21 W21W (7440)
Kentekenplaatlampen 5 W5W (—)
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
*2 LED is de afkorting voor Licht Emitterende Diode.


Interieurverlichting
Gloeilamp Categorie
Watt UNECE *1 (SAE)
Bagageruimteverlichting 8 —
Plafondlamp (Voor)/Kaartleeslampen 8 —
Achterste kaartleeslampen 8 —
Make-up spiegeltje verlichtingen
* 2 —
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United Nations Economic
Commission for Europe).
*2 LED is de afkorting voor Licht Emitterende Diode.

Page 870 of 889

9–16
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen

Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem
(pagina 3-11 )
Tijd voor automatische portiervergrendeling 30 seconden 90 seconden/
60 seconden/
30 seconden A —

Automatische vergrendelfunctie operationeel/
niet-operationeel Uit Aan/Uit A —


Volume van zoemer
bij vergrendelen/
ontgrendelen Europese modellen Uit Hoog/
Medium/
Laag/
Uit A E,
F

Behalve Europese
modellen Medium Hoog/
Medium/
Laag/
Uit A E,
F

Instapverlichtingssysteem
(pagina 5-172 )
Tijd totdat interieurverlichting uitgaat na sluiten
van portier 15 seconden 60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 seconden A —

Tijd totdat interieurverlichting automatisch
uitgaat wanneer een portier niet goed gesloten is 30 minuten 60 minuten/
30 minuten/
10 minuten A —


Automatische
ruitenwisserregeling
(pagina 4-88 ) Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit *4 A —

Dagverlichting
(pagina 4-84 ) Operationeel/niet-operationeel Aan Aan/Uit — —


Automatische
verlichtingsregeling
(pagina 4-78 ) Tijdsinstelling voor inschakeling verlichting Medium Licht/
Half licht/
Medium/
Half don./
Donker A —

Aanpasbaar
voorverlichtingssysteem
(AFS) (pagina 4-132 ) Operationeel/niet-operationeel *1 Aan Aan/Uit A —

Koplampregelsysteem
(HBC) (pagina
4-133 ) Operationeel/niet-operationeel *1 Aan Aan/Uit A —

Adaptieve LED
koplampen
(ALH) (pagina
4-136 ) Operationeel/niet-operationeel
*1 Aan Aan/Uit A —

Page 871 of 889

9–17
Technische gegevens
Gebruikersinstellingen
Onderwerp Bijzonderheid Fabrieksinstelling Beschikbare
instellingen
Methode
voor
wijzigen
van
instellingen

Waarschuwing
voor niet-
uitgeschakelde
verlichting
(pagina 7-71 ) Volume van waarschuwingszoemer Hoog, Laag
of Uit Hoog/Laag/Uit A —


Thuiskomstverlichting
(pagina 4-82 ) Tijd totdat koplampen doven 30 seconden 120 seconden/
90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
Uit A —

Vertrekverlichting
(pagina 4-83 ) Operationeel/niet-
operationeel Europese modellen Aan Aan/Uit A —

Behalve Europese
modellen Uit Aan/Uit A —


Richtingaanwijzer
(pagina 4-87 ) Volume van zoemer Hoog Hoog/Laag A —

Drie-knipperingen
richtingaanwijzer
(pagina 4-88 ) Operationeel/niet-operationeel Aan of Uit Aan/Uit A —

Achterruitverwarming
(pagina 4-94 ) De werkingsduur van de achterruitverwarming
kan gewijzigd worden. 15 minuten 15 minuten/
continu *5 — —

Systeem
Taal Taal aangegeven op display Engels
Afhankelijk van
bestemmingsgebied *6 A —

Temperatuur Temperatuureenheid aangegeven op display °F of °C °F/°C A —


Afstand Afstandseenheid aangegeven op display mi of km mi/km A —


Controle brandstofverbruik (pagina 4-119 )
Einddisplay Weergave/geen weergave Uit Aan/Uit B —


Terugstelprocedure
brandstofverbruik Koppeling/geen koppeling aan terugstelling
brandstofverbruik en terugstelling dagteller A Uit Aan/Uit B —

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50