air condition MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 309 of 889

4–121
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Bedrijfstoestanddisplay (Met i-stop functie)
De i-stop bedrijfstoestand wordt weergegeven.

Indicatie op display Bedrijfstoestand


Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik
beschikbaar is.

Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie
vanaf de auto (motor, accu en airconditioning) met
gebruik van gekleurde pictogrammen. De blauwe
kleur geeft aan dat de i-stop functie bedrijfsklaar is
en de grijze kleur geeft aan dat deze niet
bedrijfsklaar is.


Toont de status van de i-stop functie terwijl de auto
stilstaat.

Geeft de handelingen aan die de bestuurder moet
uitvoeren om de i-stop functie te activeren wanneer
deze niet in werking is.

Toont de huidige hoeveelheid tijd dat de i-stop
functie in werking is geweest en de totale
hoeveelheid tijd dat deze in werking is geweest.

De bedrijfstoestand van de i-stop functie wordt
aangegeven door de kleur van het motorgedeelte. De
kleur is blauw wanneer de i-stop functie in werking
is en grijs wanneer deze niet in werking is.

Page 433 of 889

4–245
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
 
 Als de vooruitrijcamera (FSC) niet normaal kan werken als gevolg van tegenlicht of
mist, worden de systeemfuncties die verband houden met de vooruitrijcamera (FSC)
tijdelijk stopgezet en gaan de volgende waarschuwingslampjes branden. Dit duidt
echter niet op een defect.
 


 Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje (oranje) 



 Adaptieve LED koplampen (ALH) waarschuwingslampje (oranje) 



 Waarschuwingslampje rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem (LDWS)
 


 Waarschuwingsindicatie Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie
(MRCC met Stop & Go-functie)
 


 Waarschuwingslampje van Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) (oranje)


 Als de vooruitrijcamera (FSC) niet normaal kan werken als gevolg van hoge
temperaturen, worden de systeemfuncties die verband houden met de vooruitrijcamera
(FSC) tijdelijk stopgezet en gaan de volgende waarschuwingslampjes branden. Dit
duidt echter niet op een defect. Laat het gedeelte rondom de vooruitrijcamera (FSC)
afkoelen door bijvoorbeeld het inschakelen van de airconditioning.
 


 Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje (oranje) 



 Adaptieve LED koplampen (ALH) waarschuwingslampje (oranje) 



 Waarschuwingslampje rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem (LDWS)
 


 Waarschuwingsindicatie Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie
(MRCC met Stop & Go-functie)
 


 Waarschuwingslampje van Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-
remassistent (SBS/SCBS) (oranje)

Page 480 of 889

5–4
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
B e d i e n i n g s t i p s
 












 Gebruik het klimaatregelsysteem
wanneer de motor draait.
 


 Om te voorkomen dat de accu uitgeput
raakt, de aanjagerregelknop/schakelaar
niet gedurende langere tijd ingeschakeld
laten wanneer het contact op ON staat
en de motor niet draait.
 


 (Met i-stop) 
 De hoeveelheid luchtstroming kan
enigszins afnemen wanneer de i-stop
functie in werking is.
 


 Verwijder alle obstakels zoals bladeren,
sneeuw en ijs van de motorkap en van
de luchtinlaat in het ventilatiekastrooster
zodat het systeem ef¿ ciënt kan blijven
werken.
 


 Gebruik het klimaatregelsysteem om
de ruiten te ontwasemen en de ruiten te
ontvochtigen.
 


 De recirculatiestand moet worden
gebruikt bij het rijden door tunnels of
het rijden in een ¿ le, of wanneer u de
aanvoer van buitenlucht wilt afsluiten
voor snel koelen van het interieur.
 


 Gebruik de stand voor aanvoer van
buitenlucht voor ventilatie of ontdooien
van de voorruit.
 


 Als de wagen tijdens warm weer in
direct zonlicht geparkeerd heeft gestaan,
de ramen openen om de warme lucht
te laten ontsnappen en dan pas de
airconditioning inschakelen.
 


 Laat de airconditioning tenminste
eenmaal per maand ongeveer 10
minuten draaien om een tekort aan
smering van de interne onderdelen te
voorkomen.
 


 Laat de airconditioning nakijken
alvorens het weer warm wordt. Een
tekort aan koelmiddel kan tot gevolg
hebben dat de airconditioning minder
ef¿ ciënt werkt.

 De koelmiddelspeci¿ caties worden
aangegeven op een label dat bevestigd
is binnen in de motorruimte. Controleer
het label alvorens koelmiddel bij
te vullen. Als het verkeerde type
koelmiddel wordt gebruikt, kan dit een
ernstig defect aan de airconditioning
veroorzaken.
  Raadpleeg voor bijzonderheden een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda reparateur.


Label

Page 481 of 889

5–5
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
*Bepaalde modellen.
Bediening van de
luchtroosters
Afstellen van de luchtroosters
Richten van de luchtstroom
Voor het afstellen van de richting van de
luchtstroom, de afstelknop verplaatsen.
OPMERKING
  Wanneer de airconditioning gebruikt
wordt bij vochtig warm weer,
bestaat de kans dat het systeem mist
uit de luchtstroomroosters blaast.
Dit is geen teken van defect, maar
het gevolg van vochtige lucht die
plotseling wordt afgekoeld.
 
 De luchtstroomroosters kunnen
volledig worden geopend en gesloten
door de bediening van de regelknop.
Zijluchtroosters

Knop
Regelknop
Openen
Sluiten
Middelste luchtroosters

Knop
Regelknop
* Bepaalde modellen Achterste luchtroosters
*

KnopRegelknop
Sluiten Openen

Page 483 of 889

5–7
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Handbediend type

Temperatuurregelknop Aanjagerregelknop
Functiekeuzeregelknop
A/C schakelaarLuchtinlaatkeuzeschakelaarAchterruitverwarmingsschakelaar
Regelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
Door middel van deze regelknop kunnen
verschillende aanjagersnelheden gekozen
worden.
De aanjager heeft zeven snelheden.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-6 ).

OPMERKING
  De functiekeuzeregelknop kan
ingesteld worden op de tussenstanden
(
) tussen elke modus. Stel de
regelknop in op een tussenstand als u
de luchtstroom tussen de twee
standen wilt verdelen.
  Wanneer bijvoorbeeld de
functiekeuzeregelknop in de
stand
tussen de standen
en staat, is de
luchtstroom vanaf de vloer minder
dan die van de
positie.
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indicatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop
op een willekeurige stand behalve OFF
ingesteld wordt.

Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar nogmaals in.

Page 484 of 889

5–8
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in
de nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de aanvoer
van de lucht welke het interieur
binnenkomt.

De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indicatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Achterruitverwarmingsschakelaar
Druk voor het ontdooien van de achterruit
de achterruitverwarmingsschakelaar in.
Zie Achterruitverwarming op pagina
4-94 .
Verwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.

Page 485 of 889

5–9
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPMERKING
  Wanneer de voorruit beslaat, de
functiekeuzeregelknop in de stand

zetten.
  Indien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand

zetten en de temperatuurregelknop
afstellen zodat een optimaal comfort
gehandhaafd blijft.
  De lucht die naar de vloer stroomt
is warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Koeling
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning in door het
indrukken van de A/C schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen
de aanjagerregelknop en
temperatuurregelknop naar wens af
voor het handhaven van de meest
comfortabele temperatuur.

OPGELET
Als de airconditioning wordt
gebruikt tijdens het oprijden
van lange hellingen of in druk
verkeer, waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur in het
oog houden om te zien of dit oplicht of
knippert (pagina 4-53 ).
De airconditioning kan dan
oververhitting van de motor
veroorzaken. Schakel de airconditioning
uit, indien het waarschuwingslampje
oplicht of knippert (pagina 7-42 ).
OPMERKING

 Zet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor gerecirculeerde
lucht en draai vervolgens de
aanjagerregelknop volledig rechtsom.
  Indien warmere lucht op vloerniveau
gewenst is, de functiekeuzeregelknop
in de
stand zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
  De lucht die naar de vloer stroomt
is warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).

Page 486 of 889

5–10
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ventilatie
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.

Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.

WAARSCHUWING
De voorruit niet ontwasemen met
behulp van de stand met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben. Zet bij
gebruik van stand
de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
OPMERKING
  Schakel voor maximale ontwaseming
de airconditioning in, zet de
temperatuurregelknop in de hoogste
stand en draai de aanjagerregelknop
volledig rechtsom.
  Indien warme lucht bij de
voetenruimte gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand

zetten.
  In de stand wordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen. De
luchtinlaatkeuzeschakelaar kan niet
veranderd worden naar de stand voor
gerecirculeerde lucht.

Page 487 of 889

5–11
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ontvochtigen
Schakel de airconditioning bij koel
of koud weer in om de voorruit en de
zijruiten te helpen ontwasemen.

1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
gewenste stand.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor aanvoer van buitenlucht
(indicatielampje is uit).
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Schakel de airconditioning in door het
indrukken van de A/C schakelaar.

OPMERKING
Eén van de functies van de
airconditioning is ontvochtiging van
de lucht, en voor het gebruik van deze
functie hoeft de temperatuur niet op
koud ingesteld te worden. Dus stel de
temperatuurregelknop in op de gewenste
stand (warm of koud) en schakel de
airconditioning in wanneer u de lucht in
het interieur wenst te ontvochtigen.

Page 488 of 889

5–12
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Volautomatisch type
Klimaatregelingsinformatie wordt getoond op de display.

Luchtstromingsdisplay
Temperatuurinstellingsdisplay (bestuurderszijde)
Functiekeuzedisplay
Display van airconditioningmodus
Temperatuurinstellingsdisplay (passagierszijde)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor recirculerende lucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar(stand voor aanvoer van buitenlucht)
Bestuurderstemperatuurregelknop
AUTO schakelaar
FunctiekeuzeschakelaarAanjagerregelschakelaar
OFF schakelaar
Voorruitontwasemingsschakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
Passagierstemperatuurregelknop
DUAL schakelaar
A/C schakelaar

Regelschakelaars
AUTO schakelaar
Door het indrukken van de AUTO
schakelaar zullen de volgende functies
automatisch overeenkomstig de gekozen
ingestelde temperatuur geregeld worden:
 


 Luchtstroomtemperatuur



 Hoeveelheid luchtstroming



 Keuze van de luchtstroomfunctie



 Keuze van aanvoer van buitenlucht/
recirculerende lucht
 


 Werking van de airconditioning



 Selecteren van A/C of A/C ECO
OPMERKING
AUTO schakelaarindicatielampje 

 Wanneer het systeem ingeschakeld
is, geeft dit automatische regeling
aan en het systeem zal automatisch
functioneren.
  Als bij automatische regeling
een van de volgende schakelaars
wordt bediend, gaat het AUTO
schakelaarindicatielampje uit.
 


 Functiekeuzeschakelaar



 Aanjagerregelschakelaar



 Voorruitontwasemingsschakelaar
De functies van andere dan de
bediende schakelaars blijven
werken in de automatische
regeling.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >