ECO mode MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 494 of 889

5–18
Interieurvoorzieningen
Voordat u de audio-installatie gaat gebruiken
*Bepaalde modellen.
Zoektoets
A M * /MW * /LW * /FM radio
Druk op de zoektoets (
, ). De radio
schakelt over naar de volgende/vorige
opgeslagen zender in de volgorde waarin
deze werden opgeslagen.
Houd de zoektoets (
, ) ingedrukt voor
het opsporen van alle bruikbare zenders, al
dan niet geprogrammeerd, op een hogere
of lagere frequentie.

Radiozenders die eerder met de
automatische geheugenopslag zijn
opgeslagen (Type A)/radiofavorieten (Type
B) kunnen tijdens de ontvangst van een
zender die in de automatische
geheugenopslag is opgeslagen (Type A)/
radiofavorieten (Type B) worden
opgeroepen door de zoektoets (
, ) in te
drukken. Met elke druk op de toets (
, )
kunnen radiozenders opgeroepen worden
in de volgorde waarin deze werden
opgeslagen.



DAB radio (Type B) *
Druk op de zoektoets (
, ) tijdens het
beluisteren van DAB radio voor het
oproepen van een zender die eerder in de
favorietenlijst werd opgeslagen. Bij elke
bediening van de schakelaar, kunnen
radiozenders worden opgeroepen in de
volgorde waarin deze werden opgeslagen.
Houd de zoektoets (
) ingedrukt om naar
de volgende zender te gaan, houd (
)
ingedrukt om naar de vorige zender te
gaan.
USB Audio/Bluetooth
® Audio * /CD *
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
nummer (muziekstuk).
Druk op de zoektoets (
) binnen enkele
seconden na het begin van de weergave
om het begin van het vorige nummer op te
zoeken.
Druk op de zoektoets (
) nadat enkele
seconden zijn verstreken om de weergave
vanaf het begin van het huidige spoor te
starten.
Houd de zoektoets (
, ) ingedrukt om
de sporen continu omhoog of omlaag af te
zoeken.
DVD (Type B)
*
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
hoofdstuk.
Druk op de zoektoets (
) om terug te
gaan naar het begin van het vorige
hoofdstuk.

Page 501 of 889

5–25
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Aanduiding Instelwaarde
Linksom
draaien Rechtsom
draaien
12Hr
24Hr
(12-uur/24-uur
tijdsinstelling) 12Hr
(Knippert) 24Hr
(Knippert)
*1 Met radio data systeem (RDS)
*2 Afhankelijk van het model is het mogelijk dat deze
functie niet beschikbaar is.
OPMERKING
Als de display gedurende enkele
seconden niet wordt bediend, keert deze
terug naar de vorige display. Voor het
terugstellen van de lage tonen, hoge
tonen, fade en balans, de menutoets
(
) gedurende 2 seconden
ingedrukt houden. Het apparaat geeft
een pieptoon en “ CLEAR ” wordt
getoond.
AF (Instellen van de alternatieve
frequentie (AF))
*
De AF functie van het Radio Data Systeem
(RDS) kan op aan of uit worden ingesteld.
Zie Radio data systeem (RDS) op pagina
5-30 .
REG (Instellen van het regionaal
programma (REG))
*
De REG functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Radio data systeem (RDS) op pagina
5-30 . ALC (Automatische afstelling van het
volume)
De automatische niveauregeling (ALC)
regelt automatisch het audiovolume
overeenkomstig de rijsnelheid. Naarmate
de rijsnelheid hoger wordt, neemt het
volume toe. ALC heeft ALC OFF en modi
ALC LEVEL 1 tot 7. ALC LEVEL 7 is het
maximale niveau tot waarbij het volume
kan toenemen. Selecteer de modus al
naargelang de rijomstandigheden.
BEEP (Audiobedieningsgeluid)
De instelling voor het werkingsgeluid
bij het indrukken en vasthouden van
een toets kan gewijzigd worden. De
begininstelling is ON. Stel in op OFF om
het werkingsgeluid uit te schakelen.
BT SETUP modus
*
Muziek en andere audio zoals spraakdata
die zijn opgenomen op draagbare
audioapparatuur en mobiele telefoons die
op de markt verkrijgbaar zijn en uitgerust
zijn met de Bluetooth
® verzendfunctie
kunnen beluisterd worden door middel
van draadloze signaaloverdracht via de
luidsprekers van de auto. Deze apparatuur
kan met behulp van de BT SETUP modus
geprogrammeerd worden in de Bluetooth
®
eenheid of gewijzigd worden (pagina
5-50 ).
1 2 H r
24Hr (12-uur/24-uur
tijdsinstelling)
Door het draaien van de audioregelknop
wordt de display overgeschakeld tussen 12
en 24-uur kloktijd (pagina 5-26 ).

Page 506 of 889

5–30
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Houd de automatische
geheugenopslagtoets (
) gedurende
ongeveer 2 seconden ingedrukt, totdat u
een pieptoon hoort; het systeem zal dan
automatisch de 6 zenders van elke gekozen
golfband in dat gebied aftasten en tijdelijk
in het geheugen opslaan.

Nadat het aftasten voltooid is, wordt op de
zender afgestemd en wordt de frequentie
ervan aangegeven. Voor het oproepen van
zenders die met de automatische
geheugenopslag zijn opgeslagen, de
automatische geheugenopslagtoets
(
) indrukken en loslaten. Telkens
zal één zender uit het geheugen worden
gekozen en verschijnen de frequentie en
het zendernummer op de display.
OPMERKING
Als na het aftasten op geen enkele
zender kan worden afgestemd, wordt
“ A ” getoond.
Radio data systeem (RDS) *
OPMERKING
Het radio data systeem (RDS) werkt niet
als dit zich buiten het servicegebied van
het systeem bevindt. Alternatieve frequentie (AF)
AF functioneert voor de FM zenders. Druk
op de menutoets (
) en kies de AF
modus om deze in te schakelen en “ AF ”
zal op de display verschijnen. Als de
radio-ontvangst van de huidige zender
zwakker wordt, schakelt het systeem
automatisch over naar een andere zender.

Wanneer u verder naar een regionaal
programma wilt luisteren, op de menutoets
(
) drukken en kies de REG modus
om deze in te schakelen. “ REG ON ” wordt
op de display getoond. Druk voor het
annuleren op de audioregelknop en kies de
REG modus om deze uit te schakelen.
“ REG OFF ” wordt op de display getoond.
Verkeersinformatie (TA)
Als de verkeersinformatietoets (
) wordt
ingedrukt, zal de installatie naar de TA-
modus overschakelen en wordt “ TA ”
getoond.

Als in de TA-modus een TA-uitzending
wordt ontvangen, krijgt de TA-uitzending
voorrang, ook wanneer andere functies
(FM, CD, USB apparaat, AUX of BT
audio) worden gebruikt, en wordt “ Traf¿ c
Info ” getoond.
Druk tijdens een TA-uitzending op de
verkeersinformatietoets (
) om de
uitzending te beëindigen en naar de
voorheen ingestelde modus terug te keren.
Programmatype informatie (PTY)
Bepaalde FM zenders zenden
programmatype codes uit. Met behulp van
deze code kunnen alternatieve zenders die
dezelfde programmatype codes uitzenden
snel opgespoord worden.

Page 545 of 889

5–69
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® handsfree *
Bellen van een telefoonnummer
Gebruik van het telefoonboek
Telefoongesprekken kunnen tot stand
gebracht worden door het zeggen van de
naam van een persoon (gesproken naam)
waarvan het telefoonnummer tevoren in
Bluetooth
® handsfree is vastgelegd. Zie
Telefoonboekregistratie.

1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Bel”
3. Prompt: “Naam alstublieft.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “John's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam die geregistreerd is in
het telefoonboek.)
5. Prompt: “Belt XXXXX...
(Bijv. “John's telefoon”) XXXX
(Bijv. “thuis”). is dit nummer
correct?”(Gesproken naam en
telefoonnummer locatie geregistreerd
in telefoonboek).
6. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
7. Prompt: “Bellen”

OPMERKING
De “Bel” opdracht en de gesproken
naam kunnen gecombineerd worden.
Bijv. Spreek in stap 2 “Bel John's
Telefoon” in, dan kunnen stappen 3 en 4
overgeslagen worden.
Telefoonboekregistratie
In het Bluetooth
® handsfree telefoonboek
kunnen telefoonnummers worden
geregistreerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Telefoonboek”
3. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: Voeg Nieuw
Contactpersoon Toe, Bewerken, Naam
Toevoegen, Wissen, Alles Verwijderen,
of Importeer contactpersoon.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Voeg nieuw
contact persoon toe”
5. Prompt: “Naam alstublieft.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “Mary's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam voor de geregistreerde
naam.)
7. Prompt: “Toevoegen XXXXX... (Bijv.
“Mary's telefoon”) (geregistreerde
gesproken naam). is dit nummer
correct?”
8. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
9. Prompt: “Thuis, werk, mobiel of
andere”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “Mobiel”
(Zeg “Thuis”, “Werk”, “Mobiel” of
“Andere” voor de locatie die u wilt
registreren.)
11. Prompt: “Mobiel (Te registreren
locatie). is dit nummer correct?”
12. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
13. Prompt: “Het nummer alstublieft”
14. Zeg: [Geluidssignaal]
“XXXXXXXXXXX” (Zeg het te
registreren telefoonnummer.)

Page 553 of 889

5–77
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Spraakherkenning *
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Activeren van het hoofdmenu: Druk de
opnementoets of sprekentoets kort in.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
 


 Houd de sprekentoets ingedrukt.



 Druk op de ophangentoets.
Overslaan van de gesproken begeleiding
(voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
OPMERKING
  Het Bluetooth ® handsfree systeem is
gebruiksklaar enkele seconden nadat
het contact op ACC of ON is gezet
(minder dan 15 seconden vereist).
  Bij bediening van de audio-installatie
of de airconditioning kunnen tijdens
het gebruik van Bluetooth
® handsfree
de pieptonen of de gesproken
begeleiding (audio-installatie) niet
worden gehoord.

Begeleiding
In de begeleiding wordt het gebruik van
Bluetooth
® handsfree verklaard.
Doe het volgende om de begeleiding te
activeren:

1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Handleiding”
3. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.

Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Help” of “Terug” zijn opdrachten die
tijdens spraakherkenning steeds kunnen
worden gebruikt.
Gebruik van de helpfunctie
De helpfunctie informeert de gebruiker
over alle beschikbare spraakopdrachten
onder de huidige omstandigheden.

1. Zeg: [Geluidssignaal] “Help”
2. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.

Terug naar vorige bedieningsmodus
Deze opdracht is om vanuit de
spraakherkenningsmodus terug te keren
naar de vorige bedieningsmodus.
Zeg: [Geluidssignaal] “Terug”
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
 




 Tijdens de gesproken begeleiding
of het klinken van de zoemer is
gebruik van de spraakherkenning
niet mogelijk. Wacht totdat de
gesproken begeleiding of de pieptoon
is beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.




 Dialecten of een andere bewoording
dan de handsfree prompts kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.

Page 573 of 889

5–97
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Bediening van de Digital Audio Broadcasting (DAB)
radio
*
Wat is DAB radio?
DAB radio is een digitaal radiouitzendsysteem.
DAB radio biedt radiogeluid van hoge kwaliteit en maakt gebruik van een automatische
frequentieoverschakelfunctie in grensgebieden.
Door het tonen van de radiotekst, kan informatie zoals de naam van het muziekstuk en de
naam van de artiest getoond worden.
OPMERKING
Deze installatie is ook compatibel met DAB radio.
Radio AAN
1. Selecteer op het beginscherm om het Amusementscherm te tonen.
2. Selecteer
; de volgende pictogrammen worden aan de onderzijde van het scherm
getoond.

Pictogram Functie

Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.

Toont de zenderlijst (ensemble en zender).
Selecteer voor het updaten van de zenderlijst.
Selecteer
voor het selecteren van het ensemble dat u wilt tonen.

Toont de favorietenlijst. Houd ingedrukt om de huidige afgestemde zender in de
favorietenlijst op te slaan.
Zie Bediening van de radio (Type B) op pagina 5-93 .

Zoekt uw gewenste zender op in de zenderlijst.
Stemt gedurende 10 seconden af op elk van de zenders in de zenderlijst.
Selecteer opnieuw wanneer op uw gewenste zender is afgestemd. OPMERKING
Als de zenderlijst niet beschikbaar is, wordt overgeschakeld naar het zenderlijst updaten
scherm. Voer het updaten van de zenderlijst uit.

Page 584 of 889

5–10 8
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type B (aanraakscherm)]
Gebruik van de USB modus
Type Afspeelbare gegevens
USB modus MP3/WMA/AAC/OGG bestand

USB 3.0 apparatuur wordt door deze installatie niet ondersteund. Het is mogelijk dat andere
apparatuur eveneens niet wordt ondersteund, afhankelijk van het model of de versie van het
besturingssysteem.
USB-apparatuur welke geformatteerd is naar FAT32 wordt ondersteund (USB-apparatuur
welke geformatteerd is naar andere formaten zoals NTFS wordt niet ondersteund).
Weergave
1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het Amusementscherm te tonen.
2. Selecteer
of om van USB-modus te wisselen. De volgende pictogrammen
worden getoond op het onderste gedeelte van de middendisplay.

Pictogram Functie

Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.

De lijst met categorieën wordt getoond.

De huidige lijst met nummers wordt getoond.
Selecteer een gewenst nummer om dit af te spelen.

Speelt het huidige nummer bij herhaling af.
Selecteer dit nogmaals om de nummers in de huidige lijst met nummers bij herhaling af te
spelen.
Wanneer dit nogmaals wordt geselecteerd, wordt de functie geannuleerd.

Nummers in de huidige lijst met nummers worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Selecteer het muziekstuk nogmaals om dit te annuleren.

Start met de weergave van een nummer dat soortgelijk is aan het huidige nummer met
behulp van Gracenote
® ’s More Like This™.
Selecteer voor het annuleren van More Like This™ het gewenste muziekstuk uit de
categorielijst.

Als dit binnen enkele seconden vanaf het begin van een muziekstuk dat met afspelen is
begonnen wordt geselecteerd, wordt het eerdere muziekstuk geselecteerd.
Als meer dan een paar seconden zijn verstreken, wordt het muziekstuk dat op het huidige
moment wordt afgespeeld opnieuw vanaf het begin afgespeeld.
Lang indrukken voor snel terugspoelen. Deze stopt wanneer u uw hand van het pictogram
of de commanderknop wegneemt.

Page 677 of 889

6–19
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
Onderhoudsmonitor
Onderhoudsmonitor (Type A audio)
“Olie verversen” met À exibele instelling *1 is beschikbaar. Raadpleeg een of¿ ciële
Mazda reparateur voor details *2 . Wanneer de À exibele instelling voor het tijdstip van het
verversen van de motorolie is geselecteerd, gaat het moersleutelindicatielampje in de
instrumentengroep branden wanneer de resterende gebruiksduur van de olie minder is dan
1.000 km of het resterende aantal dagen minder is dan 15 (naargelang de situatie welke zich
het eerst voordoet).
Terugstelmethode
Houd met het contact uitgeschakeld de dashboardverlichtingsknop ingedrukt en schakel het
contact vervolgens in. Blijf de dashboardverlichtingsknop langer dan 5 seconden ingedrukt
houden. Het hoofdwaarschuwingslampje gaat gedurende enkele seconden knipperen
wanneer het resetten voltooid is.

Instrumentenpaneelverlichtingknop

*1 Er is een À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie
beschikbaar (alleen bepaalde modellen). Op basis van de gebruiksomstandigheden van
de motor, berekent de boordcomputer in uw auto de resterende gebruiksduur van de olie.
*2 Wanneer de À exibele instelling voor het tijdstip van het verversen van de motorolie is
geselecteerd, moet het systeem bij elke olieverversing teruggesteld worden, ongeacht het
verschijnen van het moersleutelindicatielampje.

Onderhoudsmonitor (Type B audio)
1. Selecteer het pictogram op het beginscherm om het Toepassingenscherm te tonen.
2. Selecteer “Monitor voertuigstatus”.
3. Selecteer “Onderhoud” voor het tonen van het onderhoudsbeurtenscherm.
4. Verander het tabblad en selecteer het instellingsitem dat u wilt veranderen.

Page 707 of 889

6–49
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
Banden
Voor uw veiligheid, een minimaal
brandstofverbruik en een optimale
levensduur van de banden, dient u
de banden steeds op de aanbevolen
bandenspanning te houden en het voor uw
auto aanbevolen belastbare gewicht en de
gewichtsverdeling niet te overschrijden.
WAARSCHUWING
Gebruik van banden van verschillende
soort:
Het rijden met uw auto is gevaarlijk
wanneer er banden van verschillende
soort op gemonteerd zijn. Dit kan een
slechte bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen er
toe kan leiden dat u de macht over het
stuur verliest.
Gebruik behalve tijdens het beperkte
gebruik van het noodreservewiel op
alle vier wielen uitsluitend banden
van dezelfde soort (radiaalbanden,
diagonaalbanden of diagonaalbanden
met staaldraad).

Gebruik van banden met een verkeerde
maat:
Het gebruik van banden van een
andere maat dan is voorgeschreven
voor uw auto (pagina 9-10 ), is
gevaarlijk. Dit kan het rijcomfort, de
wegligging, de grondspeling, de speling
tussen band en carrosserie en de juiste
werking van de snelheidsmeter nadelig
beïnvloeden. Dit kan tot ongevallen
leiden. Gebruik dus uitsluitend banden
van de juiste maat zoals voor uw auto
wordt voorgeschreven.
Bandenspanning
WAARSCHUWING
Houd de bandenspanning steeds op het
juiste niveau:
Een te hoge of te lage bandenspanning
is gevaarlijk. De verminderde
bestuurbaarheid of het plotseling lek
raken van een band kan een ernstig
ongeluk veroorzaken.
Zie Banden op pagina 9-10 .

Gebruik uitsluitend een originele
Mazda bandventieldop:
Gebruik van een niet-origineel
onderdeel is gevaarlijk, aangezien de
juiste bandenspanning niet behouden
kan worden als het bandventiel
beschadigd raakt. Als er in deze
toestand met de auto wordt gereden,
neemt de bandenspanning af wat een
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
Gebruik voor de bandventieldop geen
onderdeel dat niet een origineel Mazda
onderdeel is.
De spanning van alle banden (inclusief
het reservewiel
* ) dient maandelijks
gecontroleerd te worden wanneer
de banden koud zijn. Voor de beste
rijeigenschappen, optimale wegligging
van de auto en een minimale slijtage
van de banden, dient u de banden op de
aanbevolen spanning te houden.
Zie de bandenspanningstabel (pagina
9-10 ).

Page 793 of 889

7–55
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing

(Rood)
Waarschuwingslampje
rempedaalbediening
vereist
*
Wanneer het lampje knippert
Er is altijd het risico dat de auto niet in stilstand kan worden gehouden door de
AUTOHOLD functie, bijvoorbeeld op steile hellingen. Houd het rempedaal ingetrapt (met
uw voet).
Wanneer het lampje knippert en tegelijkertijd het zoemtoon wordt geactiveerd
Bij een systeemprobleem knippert het lampje en wordt de zoemtoon gedurende
ongeveer vijf seconden geactiveerd. Als het waarschuwingslampje knippert en het
waarschuwingsgeluid is geactiveerd, druk onmiddellijk het rempedaal in en stop met het
gebruik van de AUTOHOLD functie en neem contact op met een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
WAARSCHUWING
Druk onmiddellijk het rempedaal in als het waarschuwingslampje knippert en de
zoemtoon is geactiveerd wanneer u de AUTOHOLD functie gebruikt:
Omdat de AUTOHOLD functie geforceerd wordt geannuleerd, kan de auto toch
onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken.


Indicatie/
indicatielampje
elektrische handrem
(EPB)
Dit waarschuwingslampje heeft de volgende functies:
Waarschuwings-/indicatielampje voor aangetrokken handrem inspecteren
Het lampje gaat branden wanneer de elektrische handrem (EPB) is aangetrokken en
het contact op START of ON gezet wordt. Het waarschuwingslampje gaat uit, zodra de
elektrische handrem (EPB) ontspannen wordt.
Wanneer het lampje brandt
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur, als het
lampje blijft branden als de elektrische handremschakelaar (EPB) uitgezet wordt.
Wanneer het lampje knippert
Als er een defect is in de elektrische handrem (EPB) gaat het lampje knipperen. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-
reparateur, als het lampje blijft knipperen als de elektrische handremschakelaar (EPB)
bediend wordt.

Motorwaarschuwingslampje
Als dit indicatielampje tijdens het rijden gaat branden, bestaat de kans dat er een probleem
met de auto is. Noteer de rijomstandigheden waarbij het lampje begon te branden en
raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de volgende gevallen gaan branden:
Wanneer er een probleem is met de elektrische installatie van de motor. Wanneer er een probleem is met het systeem van de uitlaatgasreiniging. Wanneer het niveau van de brandstof in de tank bijzonder laag is of wanneer de tank
nagenoeg leeg is.
Als het motorwaarschuwingslampje blijft branden of continu knippert, niet met hoge
snelheden rijden en zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur, raadplegen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 next >