MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 691 of 889

6–33
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Motorkoelvloeistof
Controleren van het
motorkoelvloeistofniveau
WAARSCHUWING
Geen lucifers of open vuur in de
motorruimte gebruiken. VUL GEEN
MOTORKOELVLOEISTOF BIJ
WANNEER DE MOTOR HEET IS:
Een hete motor is gevaarlijk. Als
de motor gedraaid heeft, kunnen
delen van de motorruimte bijzonder
heet worden. U kunt daardoor
brandwonden oplopen. Inspecteer
voorzichtig de motorkoelvloeistof in
het koelvloeistofreservoir, het reservoir
echter niet openen.

Stop op een veilige plaats, zet
vervolgens het contact uit en let er op
dat de ventilator niet draait alvorens te
proberen in de buurt van de
koelventilator te werken:
Werken in de buurt van de
koelventilator wanneer deze draait is
gevaarlijk. Als de motor is stopgezet
en de temperatuur in de motorruimte
hoog is, kan de ventilator gedurende
onbepaalde tijd blijven draaien.
U zou door de ventilator ernstige
verwondingen kunnen oplopen.

WAARSCHUWING
Geen van de
koelsysteemdoppen verwijderen
wanneer de motor en de radiateur heet
zijn:
Wanneer de motor en de radiateur heet
zijn, kan kokend hete koelvloeistof en
stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof dient
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur
te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar—aan het begin
van het winterseizoen—en alvorens naar
streken te reizen waar de temperaturen tot
onder het vriespunt kunnen dalen.

Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.

De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen de F
en L streepjes op het koelvloeistofreservoir
te bevinden wanneer de motor koud is.

Page 692 of 889

6–34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5



SKYACTIV-D 2.2



Indien het peil zich in de nabijheid van of
bij L bevindt, voldoende koelvloeistof in
het reservoir bijvullen voor beveiliging
tegen bevriezing en corrosie en het peil tot
bij F brengen.
Na het bijvullen van koelvloeistof de dop
van de koelvloeistofreservoirtank stevig
vastdraaien.
OPGELET
  Radiateurkoelvloeistof tast de laklaag
aan.
 Spoel dit bij morsen onmiddellijk af.  
 Als de aanduiding “FL22” op of in de
buurt van de koelsysteemdop wordt
aangegeven, wordt bij vervanging
van de motorkoelvloeistof gebruik
van FL-22 aanbevolen. Gebruik van
andere motorkoelvloeistof dan FL-22
kan ernstige schade aan de motor en
het koelsysteem toebrengen.

Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur
als het koelvloeistofreservoir leeg is of
u regelmatig nieuwe koelvloeistof moet
bijvullen.

Page 693 of 889

6–35
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Rem/koppelingsvloeistof
Controle van het niveau van de
rem/koppelingsvloeistof
WAARSCHUWING
Laat de remmen inspecteren als het
niveau van de rem/koppelingsvloeistof
laag is:
Een laag niveau van de rem/
koppelingsvloeistof is gevaarlijk.
Een laag niveau kan duiden op slijtage
van de remvoeringen of een lekkage
in het remsysteem wat weigeren
van de remmen en een ongeluk kan
veroorzaken.
Het remsysteem en de koppeling
betrekken de vloeistof van hetzelfde
reservoir.
Controleer regelmatig het vloeistofniveau
in het reservoir. Het peil dient tussen
de MAX en MIN streepjes te worden
gehouden.
Het niveau gaat naargelang het aantal
gereden kilometers toeneemt geleidelijk
omlaag. Dit is normaal en houdt
verband met de slijtage van de rem/
koppelingsvoeringen. Laat het rem/
koppelingssysteem door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda reparateur controleren, indien het
niveau buitengewoon laag is.
Model met links stuur


Model met rechts stuur

Page 694 of 889

6–36
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
Controle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries
in plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.


L F
In
orde

De bovenkant van de vlotter dient tussen F
en L te staan.

Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt. Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
OPMERKING
Voor de levering van sproeiervloeistof
naar de voorste en achterste
ruitensproeier wordt gebruik gemaakt
van hetzelfde reservoir.

Page 695 of 889

6–37
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Smering van de
carrosserie
Alle bewegende punten van de
carrosserie zoals de portier-, motorkap-en
kofferdekselscharnieren en sloten moeten
gesmeerd worden telkens wanneer de
motorolie wordt ververst. Gebruik bij koud
weer een niet-bevriezend smeermiddel op
de sloten.

Let er bij het openen van de primaire
vergrendeling van de motorkap op,
dat de secundaire vergrendeling (de
“veiligheidshaak”) de motorkap belet om
vanzelf te openen.
Ruitenwisserbladen
OPGELET
  Het is gebleken dat een “hot wax”
behandeling, zoals in automatische
auto-was installaties een nadelige
invloed op de reinigende werking
van de ruitenwissers heeft.
  Gebruik geen benzine, petroleum,
terpentijn of andere chemische
middelen in de nabijheid van
of op de ruitenwisserbladen om
beschadiging er van te voorkomen.
  Wanneer de ruitenwisserhendel in
de stand AUTO staat en het contact
op ON wordt gezet, is het mogelijk
dat de ruitenwissers in de volgende
gevallen automatisch in beweging
gezet worden:
 


 Als de voorruit boven de
regensensor wordt aangeraakt.
 


 Als de voorruit boven de
regensensor met een doek wordt
afgeveegd.
 


 Als met een hand of ander
voorwerp tegen de voorruit wordt
gestoten.
 


 Als vanuit het interieur van de auto
met een hand of ander voorwerp
tegen de regensensor wordt
gestoten.
  Let er op dat uw handen of vingers
niet beklemd raken, aangezien
dit letsel kan veroorzaken of de
ruitenwissers kan beschadigen. Zorg
er bij het wassen of uitvoeren van
onderhoud aan uw auto voor dat de
ruitenwisserhendel in de stand OFF
staat.

Page 696 of 889

6–38
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Verontreiniging van de voorruit of
de ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effectief functioneren
van de ruitenwisserbladen verminderen.
Bekende vormen van verontreiniging
zijn insecten, boomhars en de “hot wax”
behandeling welke door sommige auto-
was installaties gebruikt wordt.

Indien de wisserbladen niet goed
wissen, reinig dan zowel de voorruit
als de wisserbladen met een goed
schoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel ze grondig met
schoon water af. Herhaal deze procedure,
indien nodig.
Vernieuwen van de
ruitenwisserbladen van de voorruit
Wanneer de ruitenwissers niet meer
goed wissen, zijn de ruitenwisserbladen
waarschijnlijk versleten of ingescheurd.
Vervang ze in dat geval.
OPGELET
  Probeer de ruitenwisserarm niet met
de hand te bewegen om beschadiging
van de ruitenwisserarmen of overige
onderdelen te voorkomen.
  Buig het wisserbladrubber niet
onnodig bij het vervangen. Anders
kunnen de metalen houders in het
blad vervormen en dit kan een
nadelige invloed hebben op de
bediening van de ruitenwissers.
OPMERKING
Wanneer u beide voorruitenwisserarmen
omhoog zet, de wisserarm aan de
bestuurderszijde het eerst omhoog
zetten. Wanneer u de wisserarmen
terug omlaag zet, de wisserarm aan de
passagierszijde het eerst omlaag zetten
door deze met uw hand te ondersteunen.
Wanneer u de wisserarmen met kracht
terug laat vallen, kan de wisserarm
en het wisserblad beschadigd raken
en kunnen er krassen of barsten op de
voorruit ontstaan.
1. Zet de ruitenwisserarm omhoog.
OPGELET
De ruitenwisserarm voorzichtig
neerlaten en niet tegen de voorruit laten
terugklappen om beschadiging van de
voorruit te voorkomen.
2. Schuif het bladonderdeel in de richting
van de pijl terwijl u de lip van de
ruitenwisserarm indrukt om het
bladonderdeel van de ruitenwisserarm
te verwijderen.


Page 697 of 889

6–39
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Trek het wisserbladrubber in de
richting van de pijl en schuif deze tot
een positie waarbij de groef van de
bladhouder kan worden gecontroleerd.


Groef 4. Trek het einde van het
wisserbladrubber in de richting van de
pijl uit de groef van de bladhouder en
verwijder het wisserbladrubber van de
bladhouder.


Groef

Page 698 of 889

6–40
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
5. Steek het einde van een nieuw
wisserbladrubber in de groef van de
bladhouder en schuif door tot het einde
van de bladhouder.


Groef
6. Nadat u het wisserbladrubber in de
richting van de pijl heeft getrokken en
het wisserbladrubber heeft verschoven
om de groef van de bladhouder te
controleren kunt u het einde van het
wisserbladrubber in de andere richting
schuiven.


Groef

7. Zorg dat het wisserbladrubber juist op
de bladhouder is geplaatst.
8. Lijn de lippen van de ruitenwisserarm
uit met de groeven van het
bladonderdeel.


Uitsteeksels
Groeven

Page 699 of 889

6–41
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
9. Lijn het uitstekende bladonderdeel
uit met de uitsparing van de
ruitenwisserarm.


Uitsparing
Uitsteeksel

10. Schuif het bladonderdeel en plaats het
op de ruitenwisserarm.



11. Laat de ruitenwisserarm voorzichtig op
de voorruit zakken.

Vernieuwen van het
ruitenwisserblad van de achterruit
Wanneer de ruitenwisser niet meer goed
wist, is het ruitenwisserblad waarschijnlijk
versleten of ingescheurd.
Vervang het in dat geval.
OPGELET
Probeer de ruitenwisser niet met de hand
te bewegen om beschadiging van de
ruitenwisserarm of overige onderdelen
te voorkomen. 1. Zet de ruitenwisserarm omhoog en
draai het ruitenwisserblad naar rechts
totdat dit ontgrendelt en verwijder
vervolgens het wisserblad.



OPGELET
Om beschadiging van de achterruit te
voorkomen, de ruitenwisser niet tegen
de achterruit laten terugklappen.
2. Trek het wisserbladrubber naar beneden
en schuif dit uit de wisserbladhouder.


Page 700 of 889

6–42
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
3. Verwijder de metalen houders van het
wisserbladrubber en bevestig deze aan
de nieuwe wisserbladrubbers.



OPGELET
De metalen houders niet buigen of
wegwerpen. Deze worden opnieuw
gebruikt.
4. Steek het nieuwe wisserbladrubber
voorzichtig naar binnen.
Monteer het wisserblad daarna in
de omgekeerde volgorde van het
verwijderen er van.


Page:   < prev 1-10 ... 651-660 661-670 671-680 681-690 691-700 701-710 711-720 721-730 731-740 ... 890 next >