tow MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 169 of 889

3–69
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
*Bepaalde modellen.
Annuleren van de inbraaksensor
(Met inbraaksensor)
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht is wanneer
er sprake is van een van onderstaande
omstandigheden, de inbraaksensor
annuleren om te voorkomen dat het alarm
onnodig geactiveerd wordt.
 


 Wanneer de auto wordt achtergelaten
terwijl er zich een beweegbaar object,
passagiers of huisdieren in bevinden.
 


 Wanneer u een voorwerp in de auto
achterlaat dat heen en weer kan rollen,
zoals bijvoorbeeld wanneer de auto
bij transport op een schuin aÀ opende,
onstabiele ondergrond geplaatst wordt.
 


 Wanneer kleine voorwerpen/accessoires
in de auto zijn opgehangen, kleding
aan een kledinghaak is opgehangen of
andere voorwerpen zijn aangebracht die
gemakkelijk binnen in de auto kunnen
bewegen.
 


 Bij het parkeren op een plaats waar
zich sterke trillingen of harde geluiden
voordoen.
 


 Bij het gebruik van een hogedruk of
automatische autowasinstallatie.
 


 Wanneer voortdurend schokken
en trillingen van hagel of donder
en bliksem op de auto worden
overgebracht.
 


 Portieren vergrendeld worden terwijl
een ruit of het schuifdak * is open blijven
staan.
 


 Een extra verwarming of apparaat dat
luchtstromen en trillingen produceert
in gebruik is, terwijl het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid gebracht is.

OPMERKING
Als een portier of de achterklep
gedurende 30 seconden gesloten blijft,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch hervergrendeld worden en
zal het anti-diefstalbeveiligingssysteem
in staat van paraatheid gebracht worden
zelfs als een ruit en het schuifdak
* is
open blijven staan.

Voor het annuleren van de inbraaksensor,
de toets op de zender binnen 20 seconden
na het indrukken van de vergrendeltoets
indrukken.
De waarschuwingsknipperlichten zullen
driemaal knipperen.
OPMERKING
  Voor het opnieuw activeren van
de inbraaksensor, het anti-diefstal
beveiligingssysteem uitschakelen en
dit vervolgens opnieuw in staat van
paraatheid brengen.
  De inbraaksensor is in werking
wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht. Voor het
annuleren van de inbraaksensor,
op de annuleertoets van de
inbraaksensor drukken wanneer het
anti-diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht.

Page 289 of 889

4–101
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  De EPB kan niet aangetrokken of
vrijgezet worden wanneer de accu
van de auto uitgeput is.
  Als de EPB veelvuldig achtereen
wordt aangetrokken en vrijgezet,
bestaat de kans dat de werking ervan
wordt stopgezet om oververhitting
van de motor te voorkomen. Wacht
in dit geval ongeveer 1 minuut
alvorens de EPB schakelaar opnieuw
te bedienen.
  Tijdens het aantrekken of vrijzetten
van de EPB is een werkingsgeluid
hoorbaar, echter dit duidt niet op een
defect.
  Als de EPB gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt, wordt
terwijl de auto geparkeerd staat
een automatische inspectie van
het systeem uitgevoerd. Er is een
werkingsgeluid hoorbaar, echter dit
duidt niet op een probleem.
  Wanneer de EPB wordt aangetrokken
en het contact op OFF wordt gezet,
is er een werkingsgeluid hoorbaar,
echter dit duidt niet op een probleem.
  Het is mogelijk dat het rempedaal
beweegt terwijl de EPB wordt
aangetrokken of vrijgezet, echter dit
duidt niet op een probleem.
  Als tijdens het rijden continu aan de
EPB schakelaar wordt getrokken,
wordt de EPB aangetrokken en
wordt de waarschuwingszoemer
van de EPB geactiveerd. Wanneer
de schakelaar wordt losgelaten,
wordt de EPB vrijgezet en stopt de
zoemtoon.
OPMERKING
  Als de EPB wordt aangetrokken
terwijl het contact uit staat of in de
stand ACC staat, is het mogelijk
dat het EPB indicatielampje in
de instrumentengroep en het
indicatielampje in de schakelaar
gedurende 15 seconden gaan
branden.
  Wanneer u de auto door een
automatische autowasinstallatie laat
rijden, kan het nodig zijn het contact
uit te zetten en de handrem vrij te
zetten, afhankelijk van het type
automatische autowasinstallatie.
Aantrekken van de EPB
De EPB kan worden aangetrokken
ongeacht de stand van de
contactschakelaar.
Trap het rempedaal stevig in en trek de
EPB schakelaar omhoog.
De EPB wordt aangetrokken en het EPB
indicatielampje en het indicatielampje van
de EPB schakelaar gaan branden.
Zie Waarschuwings-/indicatielampjes op
pagina 4-53 .

Page 356 of 889

4–16 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control (MRCC) (Handgeschakelde
versnellingsbak en Taiwan)
*
Het MRCC systeem regelt de volgafstand *1 al naargelang de rijsnelheid met behulp van een
radarsensor (voor) die de afstand ten opzichte van een voorliggend voertuig meet, zodat de
bestuurder het gaspedaal of het rempedaal niet constant hoeft te gebruiken.

*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw auto en het voorliggende
voertuig dat door het MRCC systeem is bespeurd.

Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig plotseling afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid en
een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
De volgende rijsnelheden kunnen ingesteld worden:
 


 (Europees model) 
 Ongeveer 30 km/h tot 200 km/h



 (Behalve Europese modellen) 
 Ongeveer 30 km/h tot 145 km/h
Gebruik het MRCC systeem op snelwegen en overige autowegen waarbij niet veel
herhaalde acceleratie en snelheidsmindering vereist is.

Page 369 of 889

4–181
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Kruissnelheidsregelaarfunctie
Terwijl deze functie in werking
is, wordt de volgafstandregeling
uitgeschakeld en werkt alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie.
De rijsnelheid kan op hoger dan ongeveer
25 km/h worden ingesteld.
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie
op snelwegen en overige autowegen
waarbij niet veel herhaalde acceleratie en
snelheidsmindering vereist is.
WAARSCHUWING
Gebruik de
kruissnelheidsregelaarfunctie niet in de
volgende locaties:
Anders kan dit een ongeluk tot gevolg
hebben.
 
 Wegen met scherpe bochten
en met druk verkeer waar er
onvoldoende ruimte is tussen de
voertuigen. (Rijden onder deze
omstandigheden met gebruik van de
kruissnelheidsregelaarfunctie is niet
mogelijk)
  Steile afdalingen (het is mogelijk
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden omdat niet voldoende
op de motor kan worden afgeremd)
  Gladde wegen zoals met ijs of
sneeuw bedekte wegen (de banden
kunnen gaan slippen waardoor
u de macht over het stuur kunt
verliezen).

WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig:
De waarschuwingen en remregeling
zullen na het uitschakelen van
de volgafstandregeling niet
functioneren en het systeem wordt
overgeschakeld naar alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie. Trap het
rempedaal in om snelheid te minderen
overeenkomstig de verkeerssituatie
en houd een veiliger afstand aan ten
opzichte van uw voorligger en rijd altijd
voorzichtig.
Overschakelen naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie
Wanneer de MODE schakelaar wordt
ingedrukt terwijl het MRCC systeem is
ingeschakeld, schakelt het systeem over
naar de kruissnelheidsregelaarfunctie.
Wanneer het systeem overschakelt naar
de kruissnelheidsregelaarfunctie, stelt de
indicator en multi-informatiedisplay de
bestuurder als volgt op de hoogte:
 


 De instelindicatie (groen) van het
MRCC systeem of de hoofdindicatie
(wit) van het MRCC systeem gaat
uit en de hoofdindicatie van de
kruissnelheidsregelaar (wit) licht op.
 


 Er verschijnt een bericht in de multi-
informatiedisplay.

Page 386 of 889

4–198
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Kruissnelheidsregelaarfunctie
Terwijl deze functie in werking
is, wordt de volgafstandregeling
uitgeschakeld en werkt alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie.
De rijsnelheid kan op hoger dan ongeveer
25 km/h worden ingesteld.
Gebruik de kruissnelheidsregelaarfunctie
op snelwegen en overige autowegen
waarbij niet veel herhaalde acceleratie en
snelheidsmindering vereist is.
WAARSCHUWING
Gebruik de
kruissnelheidsregelaarfunctie niet in de
volgende locaties:
Anders kan dit een ongeluk tot gevolg
hebben.
 
 Wegen met scherpe bochten
en met druk verkeer waar er
onvoldoende ruimte is tussen de
voertuigen. (Rijden onder deze
omstandigheden met gebruik van de
kruissnelheidsregelaarfunctie is niet
mogelijk)
  Steile afdalingen (het is mogelijk
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden omdat niet voldoende
op de motor kan worden afgeremd)
  Gladde wegen zoals met ijs of
sneeuw bedekte wegen (de banden
kunnen gaan slippen waardoor
u de macht over het stuur kunt
verliezen).

WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig:
De waarschuwingen en remregeling
zullen na het uitschakelen van
de volgafstandregeling niet
functioneren en het systeem wordt
overgeschakeld naar alleen de
kruissnelheidsregelaarfunctie. Trap het
rempedaal in om snelheid te minderen
overeenkomstig de verkeerssituatie
en houd een veiliger afstand aan ten
opzichte van uw voorligger en rijd altijd
voorzichtig.
Overschakelen naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie
Wanneer de MODE schakelaar
wordt ingedrukt terwijl MRCC met
Stop & Go-functie is ingeschakeld,
schakelt het systeem over naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie.
Wanneer het systeem overschakelt naar
de kruissnelheidsregelaarfunctie, stelt de
indicator en multi-informatiedisplay de
bestuurder als volgt op de hoogte:
 


 De instelindicatie (groen) van
MRCC met Stop & Go-functie
of de hoofdindicatie (wit) van
MRCC met Stop & Go-functie gaat
uit en de hoofdindicatie van de
kruissnelheidsregelaar (wit) licht op.
 


 Er verschijnt een bericht in de multi-
informatiedisplay.

Page 414 of 889

4–226
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
 
 In de volgende gevallen kan het Advanced SCBS-systeem functioneren. 



 Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.



 Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijbaan
passeren.
 


 Bij het rijden door een tolhek.



 Bij het rijden door lage of smalle poorten, autowasinstallaties of tunnels.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 2-wielers, dieren of bomen. 

 (Handgeschakelde versnellingsbak)  Als de auto door de werking van het SCBS tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als het Advanced SCBS systeem in
werking is, gaat het indicatielampje (rood)
knipperen.



Waarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een zoemtoon en wordt een
waarschuwing aangegeven in de multi-
informatiedisplay of de Active Driving
Display.

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

OPMERKING
De werkingsafstand en het volume van
de botsingwaarschuwing kan veranderd
worden. Zie Gebruikersinstellingen op
pagina 9-12 .

Page 418 of 889

4–230
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
 
 In de volgende gevallen bepaalt de vooruitrijcamera (FSC) dat er een voorliggend
voertuig is en is het mogelijk dat het SCBS F systeem in werking treedt.
Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.
 


 Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijbaan
passeren.
 


 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Bij het rijden door een tolhek.



 Bij het rijden door lage of smalle poorten, autowasinstallaties of tunnels.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 2-wielers, voetgangers, dieren of bomen.



 Wanneer wordt gereden terwijl sommige van de banden buitengewoon versleten
zijn.
 
 (Handgeschakelde versnellingsbak)  Als de auto door de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) tot stilstand
wordt gebracht en het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
in werking is, gaat het indicatielampje
(rood) knipperen.



Waarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een zoemtoon en wordt een
waarschuwing aangegeven in de multi-
informatiedisplay of de Active Driving
Display.

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

OPMERKING
De werkingsafstand en het volume van
de botsingwaarschuwing kan veranderd
worden. Zie Gebruikersinstellingen op
pagina 9-12 .

Page 424 of 889

4–236
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
 
 In de volgende gevallen is het mogelijk dat een ultrasonische sensor (achter) iets
abusievelijk als een doelobstakel bespeurt, wat tot gevolg kan hebben dat het SCBS R
systeem in werking treedt.
 


 Rijden op een steile helling.



 Wielblokken.



 Hangende gordijnen, poortpalen, zoals bij tolpoorten en spoorwegovergangen.



 Bij het rijden nabij objecten zoals gebladerte, geluidswanden, voertuigen, muren en
hekken langs wegen.
 


 Bij het off-road rijden op plaatsen met gras en hooi.



 Bij het rijden door lage poorten, smalle poorten, autowasinstallaties en tunnels.



 Wanneer een trekhaak is gemonteerd of een aanhanger wordt getrokken. 

 (Handgeschakelde versnellingsbak)  Als de auto door de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) tot stilstand
wordt gebracht en het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door de
multi-informatiedisplay.
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingsindicatie (oranje) licht op
wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampjes op pagina 4-54 .

Page 730 of 889

6–72
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
OPMERKING
  Mazda stelt zich niet
verantwoordelijk voor krassen
die veroorzaakt worden door
automatische auto-wasinstallaties
of door een verkeerde manier van
wassen.
  Krassen zijn duidelijker
waarneembaar op auto's met donkere
kleuren.
Voor het minimaal houden van de kans op
het ontstaan van krassen op de laklaag:
 


 Alvorens de auto te wassen, eerst alle
vuil of vreemde bestanddelen afspoelen
met behulp van lauw of koud water.
 


 Gebruik bij het wassen van de auto een
ruime hoeveelheid lauw of koud water
en een zachte doek. Gebruik geen nylon
doek.
 


 Tijdens het wassen of drogen van de
auto de laklaag voorzichtig wrijven.
 


 Breng uw auto uitsluitend naar een
autowasinstallatie waarvan de borstels in
goede staat van onderhoud zijn.
 


 Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen
of was die polijstmiddelen bevat.

OPGELET
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen
of sterke reinigingsmiddelen welke
in hoge mate alkali of bijtende
bestanddelen bevatten op onderdelen
van chroom of geanodiseerd
aluminium. Dit kan beschadiging van
de beschermlaag tot gevolg hebben
alsmede verkleuring of aantasting van
de laklaag. Besteed speciale aandacht aan het
verwijderen van opeenhopingen van zout,
vuil, modder of andere substanties van de
onderzijde van de spatborden. Let er op
dat de afvoergaten in de benedenranden
van de portieren en drempelkokers schoon
zijn.

Beschadiging van de lak kan veroorzaakt
worden door kleine opeenhopingen van
teer, industriële neerslag, boomhars,
insecten en uitwerpselen van vogels,
indien deze substanties niet direct
verwijderd worden. Wanneer het
onmiddellijk afspoelen met enkel
water geen effect heeft, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken dat speciaal
bestemd is voor auto's.

Na het wassen, de auto grondig met lauw
of koud water afspoelen. Laat de zeep niet
op het oppervlak van de kap drogen.

Na het wassen de auto afdrogen met
een schone zeem om de vorming van
watervlekken te voorkomen.
WAARSCHUWING
Droog remmen die nat geworden zijn
door langzaam te rijden, het gaspedaal
los te laten en het rempedaal enkele
malen licht in te trappen totdat de
remwerking weer normaal wordt:
Rijden met natte remmen is gevaarlijk.
De grotere remafstand of het naar
één kant trekken van de auto tijdens
het remmen kan een ernstig ongeluk
veroorzaken. Licht afremmen geeft aan
of het remvermogen verminderd is.

Page 731 of 889

6–73
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Gebruik van een automatische
autowasinstallatie
 




 Klap de portierspiegels in.



 De kans bestaat dat door de borstels
van de automatische autowasinstallatie
de laklaag sneller zijn glans verliest of
veroudert.

Bij gebruik van een hogedruk
autowasinrichting
Er zijn autowasinrichtingen die
werken met hoge watertemperatuur
en hoge waterdruk, afhankelijk
van het type autowasmachine.
Als het sproeiermondstuk van de
autowasinrichting te dicht bij de auto
wordt gehouden, kan door de kracht van
de waterstraal de sierlijst beschadigd of
vervormd worden waardoor de afdichting
van onderdelen wordt aangetast en water
het interieur kan binnendringen. Zorg voor
voldoende ruimte (30 cm of meer) tussen
het sproeiermondstuk en de auto. Richt
de waterstraal niet gedurende langere tijd
op hetzelfde gedeelte van de auto en wees
uiterst voorzichtig bij het spuiten tussen
openingen in portieren en rondom ramen.
In de was zetten
Uw auto dient in de was gezet te worden
wanneer waterdruppeltjes niet meer als
pareltjes bovenop de laklaag blijven
liggen.
De auto dient altijd eerst te worden
gewassen en gedroogd alvorens deze
in de was te zetten. Zet afgezien van de
carrosserie ook de metalen sierstukken in
de was, zodat de glans daarvan behouden
blijft.


1. Gebruik was die geen polijstmiddelen
bevat.
Was die polijstmiddelen bevat zal
deeltjes van de laklaag verwijderen
en kan de glanzende metalen delen
beschadigen.
2. Gebruik een natuurlijke was van goede
kwaliteit voor metallic, mica en vaste
kleuren.
3. Bij het in de was zetten de laag was
gelijkmatig aanbrengen met behulp van
de bijgeleverde spons of een zachte
doek.
4. Veeg de was af met behulp van een
zachte doek.

OPMERKING
Wanneer u voor het verwijderen van
olie, teer en dergelijke stoffen gebruik
maakt van een vlekkenreinigingsmiddel,
zal daardoor meestal tevens de was van
de lak verwijderd worden. Zet deze
delen opnieuw in de was, ook al is dit
voor de rest van de auto niet nodig.
Bijwerken van lakbeschadigingen
Repareer beschadigingen van de laklaag
veroorzaakt door steenslag, schade door
parkeerfouten, enz., door gebruik te
maken van Mazda bijwerklak, voordat
deze plekken door roest aangetast worden.
Verwijder eerst alle vuil en vet met een
schone zachte doek.

Page:   1-10 11-20 next >