all MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 108 of 875

▼9HUJUHQGHOHQRQWJUHQGHOHQPHWGH
YHU]RHNVFKDNHODDU 0HW
JHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH
$OOHSRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSNXQQHQ
YHUJUHQGHOGRQWJUHQGHOGZRUGHQGRRUGH
YHU]RHNVFKDNHODDURSGHYRRUSRUWLHUHQLQ
WHGUXNNHQZDQQHHUXGHVOHXWHOELMX
GUDDJW
'HYHU]RHNVFKDNHODDURSGHDFKWHUNOHS
NDQDOOHHQZRUGHQJHEUXLNWYRRUKHW
YHUJUHQGHOHQYDQDOOHSRUWLHUHQHQGH
DFKWHUNOHS
9RRUSRUWLHUHQ
Verzoekschakelaar
$FKWHUNOHS DOOHHQYHUJUHQGHOHQ
Verzoekschakelaar
9HUJUHQGHOHQ
'UXNYRRUKHWYHUJUHQGHOHQYDQGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSRSGH
YHU]RHNVFKDNHODDUHQGH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ]XOOHQ
HHQPDDONQLSSHUHQ
%HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
(UZRUGWHHQPDDOHHQSLHSWRRQJHJHYHQ
2QWJUHQGHOHQ
'UXNYRRUKHWRQWJUHQGHOHQYDQGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSRSGH
YHU]RHNVFKDNHODDURSHHQYRRUSRUWLHUHQ
GHZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ]XOOHQ
WZHHPDDONQLSSHUHQ
%HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
(UZRUGWWZHHPDDOHHQSLHSWRRQJHJHYHQ
OPMERKING
•Kijk of alle portieren en de achterklep
goed gesloten zijn.
Beweeg de achterklep even op en neer
zonder de elektrisch bediende
achterklepopener in te drukken om te
controleren of de achterklep niet open is
blijven staan.
•(Europees model)
Alle portieren en de achterklep kunnen
niet worden vergrendeld wanneer een
van de portieren open staat.
(Behalve Europese modellen)
Alle portieren en de achterklep kunnen
niet vergrendeld worden wanneer een
portier of de achterklep geopend is.
•Na het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 109 of 875

•(Europees model)
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep met behulp
van de verzoekschakelaar vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt een zoemtoon gegeven voor
bevestiging wanneer de portieren en de
achterklep vergrendeld/ontgrendeld
worden met behulp van de
verzoekschakelaar. Indien gewenst, kan
de zoemtoon worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-13.
Verander de instelling aan de hand van
de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit alle
portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
De zoemtoon klinkt op het
momenteel ingestelde volume. De
instelling verandert telkens wanneer
de LOCK toets op de sleutel wordt
ingedrukt en de pieptoon klinkt met
het ingestelde volume. (Als
pieptoon-uit de actieve instelling is,
zal de pieptoon niet klinken.)4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
•Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
•Sluiten van het bestuurdersportier.
•Openen van de achterklep.
•Wanneer de sleutel gedurende tien
seconden niet wordt gebruikt.
•Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op de
sleutel.
•Indrukken van een
verzoekschakelaar.
•(Met anti-diefstal beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of uitgeschakeld
wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-60.
•(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Het dubbel
portiervergrendelingssysteem kan
geactiveerd/gedeactiveerd worden met
behulp van de verzoekschakelaar.
Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op pagina
3-20.
•De instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden zonder de verzoekschakelaar in
te drukken.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 110 of 875

(Automatische vergrendelfunctie bij
weglopen)
Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de achterklep
gesloten worden en u de geavanceerde
sleutel bij u hebt. Alle portieren en de
achterklep worden na ongeveer drie
seconden automatisch vergrendeld
wanneer de geavanceerde sleutel buiten
het werkingsbereik is. Ook zullen de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
knipperen. (Ook als de bestuurder zich
binnen het werkingsbereik bevindt,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch na ongeveer 30 seconden
vergrendeld worden.) Als u zich buiten
het werkingsbereik bevindt alvorens de
portieren en de achterklep volledig
gesloten zijn of een andere sleutel in de
auto is achtergelaten, zal de
automatische vergrendelfunctie bij
weglopen niet functioneren. Zorg er
altijd voor dat alle portieren en de
achterklep gesloten en vergrendeld zijn
alvorens de auto achter te laten. De
elektrisch bediende ruiten worden niet
door de automatische vergrendelfunctie
bij weglopen gesloten.•(Automatische hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen door het indrukken
van de verzoekschakelaar, zullen alle
portieren en de achterklep automatisch
vergrendeld worden als een van de
volgende handelingen niet binnen
ongeveer 30 seconden wordt uitgevoerd.
Als uw auto uitgerust is met een
anti-diefstal beveiligingssysteem, zullen
de waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
•Openen van een portier of de
achterklep.
•Wanneer het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
▼9HUJUHQGHOHQRQWJUHQGHOHQPHWGH
]HQGHU
$OOHSRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSNXQQHQ
YHUJUHQGHOGRQWJUHQGHOGZRUGHQGRRU
EHGLHQLQJYDQGH]HQGHUYDQGH
$IVWDQGEHGLHQGHSRUWLHUYHUJUHQGHOLQJ=LH
GH$IVWDQGEHGLHQGHSRUWLHUYHUJUHQGHOLQJ
SDJLQD 
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 111 of 875

▼9HUJUHQGHOHQRQWJUHQGHOHQPHWGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOVFKDNHODDU

:DQQHHUDOOHSRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHS
JHVORWHQ]LMQHQGHYHUJUHQGHO]LMGHZRUGW
LQJHGUXNWZRUGHQDOOHSRUWLHUHQHQGH
DFKWHUNOHSDXWRPDWLVFKYHUJUHQGHOG
'H]HZRUGHQDOOHRQWJUHQGHOGZDQQHHUGH
RQWJUHQGHO]LMGHZRUGWLQJHGUXNW
Ontgrendelen
Vergrendelen
OPMERKING
De portieren en de achterklep kunnen niet
vergrendeld worden terwijl een van de
portieren of de achterklep geopend is.
▼▼$XWRPDWLVFKHYHUJUHQGHO
RQWJUHQGHOIXQFWLH

:$$56&+8:,1*
Niet aan de binnenste kruk van een
voorportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste kruk
van een voorportier trekken is gevaarlijk.
Passagiers kunnen als het portier per
ongeluk open zou gaan uit de auto vallen,
wat ernstig of dodelijk letsel kan
veroorzaken.
•%LMULMVQHOKHGHQKRJHUGDQNPK
ZRUGHQDOOHSRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHS
DXWRPDWLVFKYHUJUHQGHOG
•:DQQHHUKHWFRQWDFWZRUGW
XLWJHVFKDNHOGZRUGHQDOOHSRUWLHUHQHQ
GHDFKWHUNOHSDXWRPDWLVFKRQWJUHQGHOG
'H]HIXQFWLHVNXQQHQRRNZRUGHQ
XLWJHVFKDNHOG]RGDW]HEXLWHQZHUNLQJ
]LMQ
9HUDQGHUHQYDQGHLQVWHOOLQJYDQGH
DXWRPDWLVFKHYHUJUHQGHO
RQWJUHQGHOIXQFWLHPHWJHEUXLNYDQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOVFKDNHODDU 0HW
SRUWLHUYHUJUHQGHOVFKDNHODDU
'HSRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSNXQQHQRS
DXWRPDWLVFKYHUJUHQGHOHQRIRQWJUHQGHOHQ
LQJHVWHOGZRUGHQGRRUKHWVHOHFWHUHQYDQ
HHQYDQGHIXQFWLHVXLWRQGHUVWDDQGHWDEHO
HQKHWJHEUXLNYDQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOVFKDNHODDURSKHW
ELQQHQVWHSRUWLHUSDQHHO
OPMERKING
•Voor uw auto is functie nummer 3 in
onderstaande tabel de
standaardinstelling.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 117 of 875

$FKWHUNOHS
:$$56&+8:,1*
Sta nooit toe dat iemand in de
bagageruimte meerijdt:
Toestaan dat iemand in de bagageruimte
meerijdt is gevaarlijk. Tijdens plotseling
afremmen of een botsing bestaat de kans
dat de persoon die in de bagageruimte
meerijdt ernstig of dodelijk letsel oploopt.
Rijd niet met geopende achterklep:
Uitlaatgassen in het interieur van een auto
zijn gevaarlijk. Wanneer de achterklep
tijdens het rijden open staat, worden er
uitlaatgassen in het interieur gezogen. Dit
gas bevat CO (koolmonoxide), dat
kleurloos, geurloos en bijzonder giftig is; dit
gas kan bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken. Bovendien kunnen in het
geval van een open achterklep de
inzittenden bij een botsing naar buiten
geslingerd worden.
Bagage niet opstapelen en niet zonder
deze vast te zetten in de bagageruimte
plaatsen:
Anders kan de bagage van zijn plaats
schuiven of omvallen, hetgeen letsel of een
ongeluk tot gevolg kan hebben. Bovendien
bagage niet hoger dan de rugleuningen
laden. Dit kan het uitzicht aan de zijkant of
achterkant belemmeren.
23*(/(7
¾Verwijder alle opeenhoping van sneeuw
en ijs alvorens de achterklep te openen.
Anders bestaat de kans dat de achterklep
onder het gewicht van de sneeuw en het
ijs dichtklapt en letsel veroorzaakt.
¾Wees voorzichtig bij het openen/sluiten
van de achterklep tijdens harde wind. Als
de achterklep wordt getroffen door een
zware windstoot, kan deze plotseling
dichtklappen en letsel veroorzaken.
¾Open de achterklep volledig en let er op
dat deze open blijft staan. Als de
achterklep slechts gedeeltelijk geopend
wordt, kan dit door trilling of een
windvlaag dichtklappen en letsel
veroorzaken.
¾Bij het in- of uitladen van bagage in de
bagageruimte, de motor stopzetten.
Anders zou u zich kunnen branden door
de hitte van het uitlaatgas.
¾Wees voorzichtig niet teveel kracht uit te
oefenen op de dempersteun op de
achterklep, zoals door met uw hand
tegen de steun te leunen. Zo niet, dan
bestaat de kans op verbuiging van de
dempersteun wat een nadelig effect kan
hebben op de werking van de achterklep.
Dempersteun
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 119 of 875

•Als de achterklep niet volledig gesloten
is, wordt de bestuurder op de hoogte
gesteld door een waarschuwing
aangegeven in de instrumentengroep.
•Als de accu van de auto uitgeput is of er
een defect is in het elektrische systeem
en de achterklep niet ontgrendeld kan
worden, kan de achterklep geopend
worden door het uitvoeren van de
noodprocedure.
Zie Wanneer de achterklep niet geopend
kan worden op pagina 7-68.
6OXLWHQYDQGHDFKWHUNOHS
/DDWGHDFKWHUNOHSODQJ]DDPRPODDJPHW
JHEUXLNYDQGHDFKWHUNOHSJUHHSXLWVSDULQJ
HQGXZYHUYROJHQVGHDFKWHUNOHSPHW
EHLGHKDQGHQGLFKW
1LHWPHWNUDFKWGLFKWNODSSHQ7UHNGH
DFKWHUNOHSRPKRRJRPWHFRQWUROHUHQRI
GH]HJRHGJHVORWHQLV
5DDGSOHHJ(OHNWULVFKEHGLHQGHDFKWHUNOHS
RSSDJLQDYRRULQIRUPDWLHRYHUGH
EHGLHQLQJYDQGHHOHNWULVFKEHGLHQGH
DFKWHUNOHS
Achterklepgreepuitsparing
OPMERKING
Controleer of de achterklep goed gesloten
is.
Beweeg de achterklep even op en neer
zonder de elektrische achterklepopener in
te drukken om te controleren of de
achterklep niet open is blijven staan.
▼▼(OHNWULVFKEHGLHQGHDFKWHUNOHS
'HHOHNWULVFKEHGLHQGHDFKWHUNOHSNDQ
HOHNWULVFKJHRSHQGJHVORWHQZRUGHQGRRU
KHWEHGLHQHQYDQGHVFKDNHODDUVLQGHDXWR
RIRSGH]HQGHUYDQKHWDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVV\VWHHP
:$$56&+8:,1*
Houd de elektrisch bediende achterklep bij
het openen of sluiten steeds in het oog en
let er op dat deze volledig gesloten wordt:
Het openen of sluiten van de elektrisch
bediende achterklep zonder daarbij de
beweging in het oog te houden is
gevaarlijk. Als gevolg van ongeziene
obstakels en de blokkeerbeveiligingsfunctie
is het mogelijk dat een achterklep niet
volledig gesloten wordt. Als dit niet wordt
opgemerkt kan dit tot ernstig of dodelijk
letsel leiden wanneer een van de
inzittenden uit de auto zou vallen.
Controleer altijd of de ruimte gebied
rondom de achterklep vrij is voordat u deze
activeert.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 120 of 875

Controleer altijd de veiligheid van de
ruimte rondom de elektrisch bediende
achterklep voordat u deze elektrisch
bedient.
Als u de ruimte gebied rondom de
achterklep niet controleert op de
aanwezigheid van mensen, kan het
gebruik van de schakelaar van de
elektrisch bediende achterklep of van het
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem gevaarlijk
zijn. Iemand zou tussen de achterklep en
een obstakel vast kunnen komen te zitten
wanneer de achterklep elektrisch wordt
geopend, of tussen de achterklep en de
auto wanneer de achterklep elektrisch
wordt gesloten. Dit kan ongelukken en
ernstig letsel veroorzaken.
Laat kinderen nooit het systeem van de
elektrisch bediende achterklep bedienen:
Toestaan dat kinderen de schakelaars van
de elektrisch bediende achterklep en het
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem bedienen is
gevaarlijk. Kinderen zijn zich niet bewust
van het gevaar dat iemands vingers en
handen in een bewegende achterklep
beklemd kunnen raken. Als iemands nek,
hoofd of handen vast komen te zitten in
een sluitend portier, kan dit ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.23*(/(7
¾Controleer bij het sluiten van de
elektrisch bediende achterklep op de
aanwezigheid van vreemde voorwerpen
rondom de grendelplaat. Als vreemde
voorwerpen de grendelplaat blokkeren,
sluit de achterklep mogelijk niet goed.
Grendelplaat
¾Installeer geen andere accessoires op de
elektrisch bediende achterklep dan de
aangegeven accessoires. Anders kan de
achterklep niet automatisch openen/
sluiten en een storing veroorzaken.
¾Ga voorzichtig te werk bij het schakelen
tussen elektrische en handmatige
bediening van de elektrisch bediende
achterklep. De elektrisch bediende
achterklep kan onverwacht openen/
sluiten, afhankelijk van de stand ervan,
en dit kan letsel veroorzaken.
OPMERKING
•Oefen geen onnodige druk op de
elektrisch bediende achterklep uit
wanneer deze elektrisch geopend/
gesloten wordt. Onnodige druk op de
achterklep kan er toe leiden dat de
richting waarin deze zich beweegt
automatisch wordt omgekeerd.
Bovendien kan dit een storing
veroorzaken.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 125 of 875

23*(/(7
Aan beide kanten van de elektrisch
bediende achterklep zijn sensoren
geïnstalleerd. Zorg dat de sensoren niet
door scherpe voorwerpen worden bekrast
of beschadigd, anders kan de achterklep
niet meer automatisch worden geopend/
gesloten. Als de sensor beschadigd raakt
terwijl de achterklep automatisch wordt
gesloten, zal het systeem stoppen.
Sensor
OPMERKING
De blokkeerbeveiligingsfunctie wordt niet
geactiveerd tijdens het automatisch sluiten
wanneer de elektrisch bediende achterklep
zich tussen de bijna gesloten stand en de
volledig gesloten stand bevindt.
:DQQHHUGHHOHNWULVFKEHGLHQGHDFKWHUNOHS
]LFKLQGHRSHQLQJVVOXLWLQJVULFKWLQJ
EHZHHJWHQHUHHQREVWDNHOZRUGW
EHVSHXUGNOLQNWHUHHQSLHSWRRQHQ]DOGH
DFKWHUNOHSLQGHRPJHNHHUGHULFKWLQJ
EHZHJHQHQVWRSSHQ
$XWRPDWLVFKVOXLWHQYDQGHDFKWHUNOHS
'RRUPLGGHOYDQKHWDXWRPDWLVFKH
VOXLWV\VWHHPZRUGWGHDFKWHUNOHS
DXWRPDWLVFKYDQXLWGHELMQDJHVORWHQVWDQG
YROOHGLJJHVORWHQ
'LWV\VWHHPIXQFWLRQHHUWRRNZDQQHHUGH
DFKWHUNOHSPHWGHKDQGJHVORWHQZRUGW
:$$56&+8:,1*
Bij het sluiten van een achterklep, handen
en vingers altijd uit de buurt van de
achterklep houden:
Het plaatsen van handen of vingers
rondom een achterklep is gevaarlijk,
aangezien de achterklep automatisch
vanuit de bijna gesloten stand wordt
gesloten, hetgeen tot gevolg kan hebben
dat handen en vingers beklemd en gewond
raken.
OPMERKING
•Als de elektrische achterklepopener
ingedrukt wordt terwijl de automatische
sluitfunctie in werking is, kan de
achterklep geopend worden.
•Als de achterklep binnen een korte
periode bij herhaling geopend/gesloten
wordt, bestaat de kans dat de
automatische sluitfunctie niet werkt.
Wacht ongeveer 2 seconden en probeer
het vervolgens opnieuw.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 131 of 875

▼8LWODDWJDVUHLQLJLQJVV\VWHHP 6.<$&7,9*6.<$&7,9*
'H]HDXWRLVYRRU]LHQYDQHHQXLWODDWJDVUHLQLJLQJVV\VWHHP GHNDWDO\VDWRULVHHQRQGHUGHHO
YDQGLWV\VWHHP GDWGHDXWRLQVWDDWVWHOWWHYROGRHQDDQZHWWHOLMNHEHSDOLQJHQEHWUHIIHQGH
GHXLWVWRRWYDQXLWODDWJDVVHQ
:$$56&+8:,1*
Parkeer de auto daarom nooit op of bij brandbare materialen:
Parkeren op of bij brandbare materialen, zoals droog gras, is gevaarlijk. Ook wanneer de
motor is stopgezet, blijft het uitlaatsysteem na normaal gebruik bijzonder heet en kan dit
alles wat brandbaar is tot ontbranding brengen. Eventueel hierdoor veroorzaakte brand kan
ernstig letsel mogelijk met dodelijke
afloop veroorzaken.
23*(/(7
Indien de volgende gebruiksvoorschriften niet in acht worden genomen, kan zich lood in de
katalysator verzamelen of kan de katalysator zeer heet worden. Beide condities resulteren in
beschadiging van de katalysator en inferieure prestaties.
¾GEBRUIK UITSLUITEND LOODVRIJE BRANDSTOF.
¾Gebruik uw Mazda niet wanneer er tekenen van motorstoring zijn.
¾Vermijd freewheelen met het contact uitgeschakeld.
¾Vermijd afrijden van steile hellingen met ingeschakelde versnelling en het contact
uitgeschakeld.
¾Laat de motor niet gedurende 2 minuten of langer met een hoog stationair toerental
draaien.
¾Voer niet zelf reparaties uit aan het uitlaatgasreinigingssysteem. Alle inspecties en
afstellingen moeten door een deskundige monteur worden uitgevoerd.
¾Probeer deze auto niet door aanduwen of aanslepen te starten.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%UDQGVWRIHQHPLVVLH


Page 134 of 875

▼0RWRUXLWODDWJDVVHQ .RROPRQR[LGH
:$$56&+8:,1*
Niet met uw auto rijden als u uitlaatgas binnen in de auto ruikt:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Dit gas bevat koolmonoxide (CO), dat kleurloos, geurloos en giftig is.
Bij inademing kan dit bewusteloosheid en verstikking veroorzaken. Als u uitlaatgassen in de
auto ruikt, alle ramen volledig openen en onmiddellijk contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur.
Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien:
Het laten draaien van de motor in een afgesloten ruimte, zoals een garage, is gevaarlijk.
Uitlaatgas dat giftige koolmonoxide bevat kan gemakkelijk het interieur binnendringen. Dit
kan bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.
Open de ramen of stel de verwarming of de airconditioning af op aanvoer van verse
buitenlucht wanneer u de motor stationair laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de auto met gesloten ramen stilstaat en u de motor
gedurende langere tijd zelfs in een open ruimte laat draaien, bestaat de kans dat uitlaatgas,
dat giftige koolmonoxide bevat, het interieur binnendringt. Dit kan bewusteloosheid en
verstikking veroorzaken.
Verwijder de sneeuw van de onderzijde en rondom uw auto, vooral rondom de uitlaat,
alvorens de motor te starten:
Het laten draaien van de motor wanneer de auto in diepe sneeuw geparkeerd staat is
gevaarlijk. De uitlaatpijp kan door de sneeuw geblokkeerd raken, waardoor het uitlaatgas het
interieur kan binnendringen. Aangezien uitlaatgas giftig koolmonoxide bevat, kunnen de
inzittenden van de auto bewusteloos of zelfs verstikt raken.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
%UDQGVWRIHQHPLVVLH


Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 170 next >