MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 421 of 875

▼*URRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKW
*HEUXLNELMKHWZHJULMGHQQDHHQVWRSKHWSDUNHUHQRIKHWVWLO]HWWHQYDQGHDXWRKHW
JURRWKRHNDFKWHUDDQ]LFKWDOVKXOSELMKHWFRQWUROHUHQYDQGHYHLOLJKHLGYDQGHRPJHYLQJ
%HUHLNYDQJHWRRQGVFKHUPEHHOG
(Werkelijke conditie)
(Schermdisplay)
Doelobject
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 422 of 875

6FKHUPDDQ]LFKW

:HHUJDYHSLFWRJUDP ,QKRXG
9HUUXLPGHYRHUWXLJEUHHGWHOLMQHQHQDI
VWDQGVULFKWOLMQHQ URRGEODXZ 'H]HULFKWOLMQHQJHYHQELMEHQDGHULQJGHEUHHGWHYDQGHDXWR
HQGHDIVWDQGQDDUHHQSXQWDDQJHPHWHQYDQDIGHDFKWHU]LMGH
YDQGHDXWR YDQDIKHWXLWHLQGHYDQGHEXPSHU 
•'HURGHOLMQHQJHYHQGHSXQWHQDDQRQJHYHHUPYDQDIKHW
DFKWHUHLQGHYDQGHEXPSHU
•'HEODXZHOLMQHQJHYHQGHSXQWHQDDQRQJHYHHUPHQWRW
PYDQDIKHWDFKWHUHLQGHYDQGHEXPSHU
'RGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKX
ZLQJVODPSMHV*HHIWDDQGDWKHWDFKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$
LQZHUNLQJLVJHWUHGHQ
=LHYRRUELM]RQGHUKHGHQ$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP
5&7$ 
=LH

Page 423 of 875

▼)RXWPDUJHWXVVHQZHJGHNJHWRRQGRSKHWVFKHUPHQKHWZHUNHOLMNHZHJGHN
(UNDQVSUDNH]LMQYDQHHQIRXWPDUJHWXVVHQKHWZHJGHNJHWRRQGRSKHWVFKHUPHQKHW
ZHUNHOLMNHZHJGHN(HQIRXWPDUJHLQGHZDDUJHQRPHQDIVWDQGNDQHHQRQJHOXN
YHURRU]DNHQGXVKRXGUHNHQLQJPHWGHYROJHQGHVLWXDWLHVZDDUELM]LFKJHPDNNHOLMNIRXWHQ
LQGHZDDUJHQRPHQDIVWDQGNXQQHQYRRUGRHQ

'HDXWRKHOWRYHUDOVJHYROJYDQKHWJHZLFKWYDQSDVVDJLHUVHQODGLQJ
$OVGHDXWRVFKXLQVWDDWNXQQHQREVWDNHOVGLHGRRUGHFDPHUDZRUGHQEHVSHXUGYHUGHUZHJ
RIGLFKWHUELMOLMNHQGDQGHZHUNHOLMNHDIVWDQGWRWGHDXWR
9RRUFDPHUD
Obstakel
Foutmarge
=LMFDPHUD
Obstakel
Foutmarge
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 424 of 875

$FKWHUFDPHUD
ObstakelFoutmarge

(ULVHHQVWHLOHRSORSHQGHRIDIORSHQGHKHOOLQJLQGHZHJDDQGHYRRURIDFKWHUNDQWYDQ
GHDXWR
$OVHUHHQVWHLOHRSORSHQGHRIDIORSHQGHKHOOLQJLQGHZHJLVDDQGHYRRURIDFKWHUNDQWYDQ
GHDXWRNXQQHQREVWDNHOVGLHGRRUGHFDPHUDZRUGHQEHVSHXUGYHUGHUZHJRIGLFKWHUELM
OLMNHQGDQGHZHUNHOLMNHDIVWDQGWRWGHDXWR
9R R U F D P H U D
Werkelijk obstakel
Werkelijk obstakel
A: Afstand van obstakel weergegeven op scherm
B: Werkelijke afstand van obstakel tot autoObstakel weergegeven
op schermObstakel weergegeven
op scherm Lijkt verder weg dan
de werkelijke afstandLijkt dichterbij dan de
werkelijke afstand
A
A
BB
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 425 of 875

=LMFDPHUD
W
W
A:
B: Obstak
op schermObstak
op scherm Lijkt v
de werkLijkt dichterbij dan de
werk
A
A BB
$FKWHUFDPHUD
W
W
A:
B:
Obstak
Obstak
op scherm Lijkt v
de werkLijkt dichterbij dan de
werk A
A BB
OPMERKING
Als de auto op een helling staat, kunnen obstakels die door de camera worden bespeurd
verder weg of dichterbij lijken dan de werkelijke afstand tot de auto.

'ULHGLPHQVLRQDDOREMHFWDDQYRRURIDFKWHUNDQWYDQDXWR
$DQJH]LHQGHULFKWOLMQHQYRRUKHWYRRUVWHXLWHLQGHYDQGHDXWR ]LMFDPHUD RIGH
DIVWDQGVULFKWOLMQHQ DFKWHUFDPHUD JHWRRQGZRUGHQXLWJDDQGHYDQHHQSODWYODNEHVWDDWGH
NDQVGDWGHDIVWDQGQDDUKHWGULHGLPHQVLRQDOHREMHFWGDWRSKHWVFKHUPZRUGWJHWRRQG
YHUVFKLOWYDQGHZHUNHOLMNHDIVWDQG
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 426 of 875

=LMFDPHUD
\(W\(Sc
$FKWHUFDPHUD
\(W
Gemeten afstand op scW
A A
B B
C C\(Sc
▼▼0HOGLQJYDQV\VWHHPSUREOHPHQ
,QGLFDWLHRSPLGGHQGLVSOD\ 2RU]DDN 7HQHPHQPDDWUHJHO

Page 427 of 875

9RRUXLWULMFDPHUD )6&
8ZDXWRLVXLWJHUXVWPHWHHQYRRUXLWULMFDPHUD )6& 'HYRRUXLWULMFDPHUD )6& LVJHSODDWVW
QDELMGHELQQHQVSLHJHOHQZRUGWJHEUXLNWGRRUGHYROJHQGHV\VWHPHQ
•.RSODPSUHJHOV\VWHHP +%&
•$GDSWLHYH/('NRSODPSHQ $/+
•9HUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
•5LMVWURRNDVVLVWHQW /$6 HQULMVWURRNDIZLMNLQJVZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP /':6
•9HUNHHUVERUGKHUNHQQLQJV\VWHHP 765
•*HDYDQFHHUGHVWDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW $GYDQFHG6&%6
•6WDGVYHUNHHUUHPDVVLVWHQW>9RRUXLW@ 6&%6)
•0D]GD5DGDU&UXLVH&RQWUROPHW6WRS *RIXQFWLH 05&&PHW6WRS *RIXQFWLH
•6PDUW%UDNH6XSSRUWUHPKXOSV\VWHHP 6%6
V
'HYRRUXLWULMFDPHUD )6& EHSDDOWGHRPVWDQGLJKHGHQDDQGHYRRU]LMGHYDQGHDXWRELMKHW
ULMGHQLQKHWGRQNHUHQKHUNHQWULMVWURNHQ'HDIVWDQGZDDURYHUGHYRRUXLWULMFDPHUD )6&
REMHFWHQNDQKHUNHQQHQYDULHHUWDIKDQNHOLMNYDQGHRPJHYLQJVRPVWDQGLJKHGHQ
:$$56&+8:,1*
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, kan het systeem voorliggende
voertuigen niet correct bespeuren. Dit heeft tot gevolg dat het systeem niet normaal
functioneert of abusievelijk functioneert, wat een ernstig ongeluk kan veroorzaken.
23*(/(7
¾Breng geen accessoires, stickers of folie op de voorruit aan in de buurt van de
vooruitrijcamera (FSC).
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 428 of 875

Als het gedeelte voor de lens van de vooruitrijcamera (FSC) door iets geblokkeerd wordt,
heeft dit tot gevolg dat het systeem niet correct functioneert. Dit kan tot gevolg hebben dat
de systemen niet normaal kunnen functioneren wat ongelukken kan veroorzaken.
¾De vooruitrijcamera (FSC) niet demonteren of wijzigen.
Demonteren of wijzigen van de vooruitrijcamera (FSC) heeft defect raken of foutieve
werking tot gevolg. Dit kan tot gevolg hebben dat de systemen niet normaal kunnen
functioneren wat ongelukken kan veroorzaken.
¾Neem voor de juiste werking van de vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
¾Wees voorzichtig de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet te beschadigen en voorkom
dat deze vuil wordt.
¾De afdekking van de vooruitrijcamera (FSC) niet verwijderen.
¾Plaats geen voorwerpen op het instrumentenpaneel die licht weerkaatsen.
¾Houd het gedeelte van de voorruit rondom de vooruitrijcamera altijd schoon door vuil of
wasem te verwijderen. Gebruik de voorruitontwaseming om wasem van de voorruit te
verwijderen.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor
wat betreft het reinigen van de binnenzijde van de voorruit rondom de vooruitrijcamera
(FSC).
¾Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur,
alvorens reparaties rondom de vooruitrijcamera (FSC) uit te voeren.
¾De vooruitrijcamera (FSC) is aan de voorruit gemonteerd. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur voor het repareren en vervangen
van de voorruit.
¾Zorg er voor bij het reinigen van de voorruit dat er geen glasreiniger of soortgelijke
vloeibare reinigingsmiddelen op de lens van de vooruitrijcamera (FSC) terechtkomen.
Raak ook de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet aan.
¾Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur wanneer u reparaties rondom de binnenspiegel uitvoert.
¾Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur,
betreffende het reinigen van de cameralens.
¾De vooruitrijcamera (FSC) of het gedeelte er om heen niet blootstellen aan harde
schokken of stoten. Als er zeer hard tegen de vooruitrijcamera (FSC) is gestoten of als er
barsten of beschadiging als gevolg van bijvoorbeeld steenslag in de buurt ervan
zichtbaar zijn, stoppen met het gebruik van de volgende systemen en een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur raadplegen.
¾Koplampregelsysteem (HBC)
¾Adaptieve LED-koplampen (ALH)
¾Vermoeidheidswaarschuwing (DAA)
¾Rijstrookassistent (LAS) en rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem (LDWS)
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 429 of 875

¾Verkeersbordherkenningsysteem (TSR)
¾Geavanceerde stadsverkeer-remassistent (Advanced SCBS)
¾Stadsverkeer-remassistent [Vooruit] (SCBS F)
¾Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC met Stop & Go-functie)
¾Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)
¾De richting waarin de vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst, is met grote precisie afgesteld.
De installatiepositie van de vooruitrijcamera (FSC) niet veranderen en deze niet
verwijderen. Anders kan dit beschadiging of defecten veroorzaken.
¾Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van hetzelfde
merk, soort en profielpatroon. Gebruik ook geen banden met duidelijk verschillende
slijtagepatronen op dezelfde auto, aangezien de kans bestaat dat het systeem niet normaal
functioneert.
¾De vooruitrijcamera (FSC) beschikt over een functie die verontreiniging van de voorruit
bespeurt en de bestuurder informeert, echter, afhankelijk van de omstandigheden is het
mogelijk dat plastic zakken, ijs of sneeuw op de voorruit niet bespeurd worden. In dergelijke
gevallen kan het systeem niet nauwkeurig een voorliggend voertuig bepalen en bestaat de
kans dat dit niet normaal functioneert. Rijd altijd voorzichtig en let op de weg vóór u.
OPMERKING
•In de volgende gevallen kan de vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten niet correct
bespeuren, waardoor de systemen niet normaal kunnen functioneren.
•De hoogte van het voorliggende voertuig is laag.
•U rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig.
•De koplampen zijn bij avond of tijdens het rijden door een tunnel niet ingeschakeld.
•In de volgende gevallen bestaat de kans dat de vooruitrijcamera (FSC) doelobjecten niet
correct kan bespeuren.
•Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.
•De ruitensproeier wordt gebruikt of de voorruitenwissers worden niet gebruikt wanneer
het regent.
•IJs, mist, sneeuw, rijp, regen, vuil of vreemde bestanddelen zoals een plastic zak die op
de voorruit vastzit.
•Vrachtwagens met lage laadbodems en voertuigen met een buitengewoon lage of hoge
opbouw.
•Bij het rijden langs muren zonder patronen (zoals hekwerken en in de lengte gestreepte
muren).
•De achterlichten van het voorliggende voertuig branden niet.
•Er bevindt zich een voertuig buiten het verlichtingsbereik van de koplampen.
•Bij het maken van een scherpe bocht of het beklimmen of afdalen van een steile helling.
•In- of uitrijden van een tunnel.
•De auto is zwaar beladen zodat deze achterover helt.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 430 of 875

•Er schijnt fel licht aan de voorzijde van de auto (achteruitrijlicht of grootlicht van
tegemoetkomende voertuigen).
•Het voorliggende voertuig heeft veel lichtbronnen.
•Wanneer het voorliggende voertuig niet uitgerust is met achterlichten of de
achterlichten bij donker niet branden.
•Wanneer lang uitstekende bagage of lading op een gemonteerde dakdrager vervoerd
wordt die de vooruitrijcamera (FSC) afdekt.
•Uitlaatgas van het voertuig vóór u, zand, sneeuw of waterdamp dat uit mangaten en
goten opstijgt en opspattend water.
•Bij het slepen van een defect voertuig.
•De banden op de auto vertonen duidelijk verschillende slijtagepatronen.
•Bij het rijden op lange afdalingen of hobbelige wegen.
•Er zijn waterplassen op de weg.
•De omgeving is donker, zoals bij het rijden 's nachts, in de vroege avond of ochtend, in
een tunnel of parkeergarage.
•De helderheid van de koplampverlichting is verminderd of de koplampverlichting is
afgezwakt als gevolg van vuil of een afwijkende optische as.
•Het doelobject komt in de dode hoek van de vooruitrijcamera (FSC).
•Een persoon of object springt plotseling vlak voor uw auto de weg op vanaf de berm.
•U verandert van rijstrook en nadert een voorliggend voertuig.
•Bij het buitengewoon dicht in de buurt rijden van het doelobject.
•Wanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.
•Het voorliggende voertuig heeft een speciale vorm. Bijvoorbeeld een voertuig dat een
caravan of bootaanhanger trekt, of een autotransporter welke een voertuig
achterstevoren vervoert.
•Als de vooruitrijcamera (FSC) niet normaal kan werken als gevolg van tegenlicht of mist,
worden de systeemfuncties die verband houden met de vooruitrijcamera (FSC) tijdelijk
stopgezet en gaan de volgende waarschuwingslampjes branden. Dit duidt echter niet op
een defect.
•Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje (oranje)
•Adaptieve LED-koplampen (ALH) waarschuwingslampje (oranje)
•Waarschuwingsindicatie rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingswaarschuwingssysteem (LDWS)
•Waarschuwingsindicatie Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC
met Stop & Go-functie)
•Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje (oranje) Smart Brake Support
remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/SCBS)
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 431-440 441-450 451-460 461-470 ... 880 next >