ECO mode MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 99 of 875

▼=HQGHU
Bedieningstoetsen Werkingsindicatielampje
OPMERKING
•De koplampen worden in-/uitgeschakeld
door bediening van de zender. Zie
Vertrekverlichting op pagina 4-77.
•(Met anti-diefstal beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of uitgeschakeld
wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-60.
•(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Europese
modellen))
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep met behulp
van de sleutel vergrendeld/ontgrendeld
worden.
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie (Behalve
Europese modellen))
Er kan een pieptoon klinken voor
bevestiging wanneer de portieren en de
achterklep vergrendeld/ontgrendeld
worden met behulp van de sleutel.
Indien gewenst, kan de zoemtoon
worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
Verander de instelling aan de hand van de
volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit alle
portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier de
LOCK toets op de sleutel gedurende
tenminste 5 seconden ingedrukt.
De zoemtoon klinkt op het momenteel
ingestelde volume. De instelling
verandert telkens wanneer de LOCK
toets op de sleutel wordt ingedrukt en
de pieptoon klinkt met het ingestelde
volume. (Als pieptoon-uit de actieve
instelling is, zal de pieptoon niet
klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering van
de instelling te voltooien:
•Wanneer het contact op ACC of ON
wordt gezet.
•Sluiten van het bestuurdersportier.
•Openen van de achterklep.
•Wanneer de sleutel gedurende tien
seconden niet wordt gebruikt.
•Indrukken van een willekeurige toets
behalve de LOCK toets op de sleutel.
•Indrukken van een
verzoekschakelaar.
:DQQHHUGHWRHWVHQZRUGHQLQJHGUXNW
JDDWKHWEHGULMIVLQGLFDWLHODPSMHNQLSSHUHQ
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
6OHXWHOV


Page 100 of 875

9HUJUHQGHOWRHWV
'UXNYRRUKHWYHUJUHQGHOHQYDQGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSRSGH
YHUJUHQGHOWRHWVHQGH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ]XOOHQ
HHQPDDONQLSSHUHQ
0HWJHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH %HKDOYH
(XURSHVHPRGHOOHQ
(UZRUGWHHQPDDOHHQSLHSWRRQJHJHYHQ
OPMERKING
•(Europees model)
De portieren en de achterklep kunnen
niet vergrendeld worden door het
indrukken van de vergrendeltoets terwijl
een ander portier open staat. De
waarschuwingsknipperlichten zullen
eveneens niet knipperen.
(Behalve Europese modellen)
De portieren en de achterklep kunnen
niet vergrendeld worden door het
indrukken van de vergrendeltoets
wanneer een van de portieren of de
achterklep geopend is. De
waarschuwingsknipperlichten zullen
eveneens niet knipperen.
•(Met i-stop functie (Europese
modellen))
Wanneer de sleutel uit de auto wordt
verwijderd, alle portieren gesloten
worden en de LOCK toets op de sleutel
wordt ingedrukt terwijl de i-stop functie
in werking is (motor is stopgezet), zal
het contact uitgeschakeld worden en
zullen alle portieren vergrendeld worden
(stuurwiel wordt eveneens vergrendeld).
Zie i-stop op pagina 4-14.
•Controleer of na het indrukken van de
toets alle portieren en de achterklep
vergrendeld zijn.
•(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Door de vergrendeltoets binnen drie
seconden tweemaal in te drukken wordt
het dubbel portiervergrendelingssysteem
geactiveerd.
Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op pagina
3-20.
•(Met anti-diefstal beveiligingssysteem)
Wanneer de portieren vergrendeld
worden door het indrukken van de
vergrendeltoets op de sleutel terwijl het
anti-diefstal beveiligingssysteem in staat
van paraatheid is, zullen de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
knipperen om aan te geven dat het
systeem in staat van paraatheid is.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
6OHXWHOV


Page 107 of 875

•Als de sleutel op de volgende plaatsen is
achtergelaten en u de auto verlaat,
bestaat de kans dat de portieren
afhankelijk van de condities van de
radiogolven vergrendeld worden, ook
als de sleutel in de auto is achtergelaten.
•Rondom het instrumentenpaneel
•In een opbergvak zoals de
handschoenenkast of de
middenconsole
•Vlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
•De buitensluitingpreventiefunctie
voorkomt dat u uzelf uit de auto kunt
buitensluiten.
(Europees model)
Alle portieren en de achterklep zullen
automatisch ontgrendeld worden als
deze vergrendeld worden met behulp van
de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren geopend
is.
Als alle portieren gesloten zijn, worden
alle portieren vergrendeld, ook als de
achterklep open staat.
(Behalve Europese modellen)
Alle portieren en de achterklep zullen
automatisch ontgrendeld worden als
deze vergrendeld worden met behulp van
de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren of de
achterklep geopend is.
•(Portierontgrendel(regel)systeem met
botsingsdetectie)
*
Dit systeem ontgrendelt automatisch de
portieren en de achterklep in het geval
de auto bij een ongeluk is betrokken om
de passagiers in staat te stellen het
voertuig onmiddellijk te verlaten en te
voorkomen dat zij binnenin opgesloten
raken. In het geval de auto een botsing
te verwerken krijgt die krachtig genoeg
is om de airbags op te blazen en het
contact is ingeschakeld, worden
ongeveer 6 seconden na het tijdstip van
het ongeval alle portieren en de
achterklep automatisch ontgrendeld.
Het is mogelijk dat de portieren en de
achterklep niet ontgrendelen afhankelijk
van hoe de botsing wordt opgevangen,
de kracht van de botsing en andere
omstandigheden die zich bij het ongeval
voordoen.
Als systemen die verband houden met de
portieren of de accu defect zijn geraakt,
worden de portieren en de achterklep
mogelijk niet ontgrendeld, afhankelijk
van uw type auto.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 108 of 875

▼9HUJUHQGHOHQRQWJUHQGHOHQPHWGH
YHU]RHNVFKDNHODDU 0HW
JHDYDQFHHUGHDIVWDQGEHGLHQGH
SRUWLHUYHUJUHQGHOLQJVIXQFWLH
$OOHSRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSNXQQHQ
YHUJUHQGHOGRQWJUHQGHOGZRUGHQGRRUGH
YHU]RHNVFKDNHODDURSGHYRRUSRUWLHUHQLQ
WHGUXNNHQZDQQHHUXGHVOHXWHOELMX
GUDDJW
'HYHU]RHNVFKDNHODDURSGHDFKWHUNOHS
NDQDOOHHQZRUGHQJHEUXLNWYRRUKHW
YHUJUHQGHOHQYDQDOOHSRUWLHUHQHQGH
DFKWHUNOHS
9RRUSRUWLHUHQ
Verzoekschakelaar
$FKWHUNOHS DOOHHQYHUJUHQGHOHQ
Verzoekschakelaar
9HUJUHQGHOHQ
'UXNYRRUKHWYHUJUHQGHOHQYDQGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSRSGH
YHU]RHNVFKDNHODDUHQGH
ZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ]XOOHQ
HHQPDDONQLSSHUHQ
%HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
(UZRUGWHHQPDDOHHQSLHSWRRQJHJHYHQ
2QWJUHQGHOHQ
'UXNYRRUKHWRQWJUHQGHOHQYDQGH
SRUWLHUHQHQGHDFKWHUNOHSRSGH
YHU]RHNVFKDNHODDURSHHQYRRUSRUWLHUHQ
GHZDDUVFKXZLQJVNQLSSHUOLFKWHQ]XOOHQ
WZHHPDDONQLSSHUHQ
%HKDOYH(XURSHVHPRGHOOHQ
(UZRUGWWZHHPDDOHHQSLHSWRRQJHJHYHQ
OPMERKING
•Kijk of alle portieren en de achterklep
goed gesloten zijn.
Beweeg de achterklep even op en neer
zonder de elektrisch bediende
achterklepopener in te drukken om te
controleren of de achterklep niet open is
blijven staan.
•(Europees model)
Alle portieren en de achterklep kunnen
niet worden vergrendeld wanneer een
van de portieren open staat.
(Behalve Europese modellen)
Alle portieren en de achterklep kunnen
niet vergrendeld worden wanneer een
portier of de achterklep geopend is.
•Na het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 109 of 875

•(Europees model)
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren en de achterklep met behulp
van de verzoekschakelaar vergrendeld/
ontgrendeld worden.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt een zoemtoon gegeven voor
bevestiging wanneer de portieren en de
achterklep vergrendeld/ontgrendeld
worden met behulp van de
verzoekschakelaar. Indien gewenst, kan
de zoemtoon worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-13.
Verander de instelling aan de hand van
de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit alle
portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
De zoemtoon klinkt op het
momenteel ingestelde volume. De
instelling verandert telkens wanneer
de LOCK toets op de sleutel wordt
ingedrukt en de pieptoon klinkt met
het ingestelde volume. (Als
pieptoon-uit de actieve instelling is,
zal de pieptoon niet klinken.)4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
•Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
•Sluiten van het bestuurdersportier.
•Openen van de achterklep.
•Wanneer de sleutel gedurende tien
seconden niet wordt gebruikt.
•Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op de
sleutel.
•Indrukken van een
verzoekschakelaar.
•(Met anti-diefstal beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of uitgeschakeld
wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem op
pagina 3-60.
•(Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
Het dubbel
portiervergrendelingssysteem kan
geactiveerd/gedeactiveerd worden met
behulp van de verzoekschakelaar.
Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op pagina
3-20.
•De instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden zonder de verzoekschakelaar in
te drukken.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
$OYRUHQVWHJDDQULMGHQ
3RUWLHUHQHQVORWHQ


Page 195 of 875

•Sinds het stoppen van de motor zijn er twee minuten verstreken.
•De accu is uitgeput.
•(Automatische transmissie)
•Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de keuzehendel in de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) staat.
•De keuzehendel wordt verplaatst naar de stand R.
•De keuzehendel wordt vanuit de stand N of P naar de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) verplaatst.
•Het stuurwiel wordt gedraaid terwijl de keuzehendel in de stand D of M (niet in
blokkeermodus voor tweede versnelling) staat.
•De keuzehendel staat in de stand M en de blokkeermodus voor de tweede versnelling is
gekozen.
•(Behalve Europees model)
•(Handgeschakelde versnellingsbak)
Wanneer de versnellingshendel in de neutraalstand staat, de veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt, het bestuurdersportier wordt geopend of de motorkap
wordt geopend.
•(Automatische transmissie)
Wanneer de keuzehendel in de stand P of N, of het D/M-bereik, staat, de
veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt, het bestuurdersportier wordt
geopend of de motorkap wordt geopend.
De keuzehendel wordt bediend terwijl de motor is gestopt (automatische transmissie)
Als de motor gestopt is en de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) verplaatst wordt naar de stand N of P, herstart de motor niet
wanneer het rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart als het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling) of R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de veiligheid wanneer de motor
gestopt is tijdens het verplaatsen van de keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.)
Als de keuzehendel vanuit de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede versnelling)
naar de stand N of P wordt verplaatst en de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt
losgemaakt en het bestuurdersportier wordt geopend, herstart de motor.
De accupolen zijn losgekoppeld
Het is mogelijk dat vlak na het loskoppelen van de accupolen de motor niet meteen wordt
gestopt. Ook als de accu wordt vernieuwd moeten de i-stop functies gecontroleerd worden.
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda-reparateur.
7LMGHQVKHWULMGHQ
0RWRUVWDUWVWRS