display MAZDA MODEL MX-5 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 176 of 615

4–32
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
OPMERKING
  Stel de rijsnelheid altijd in
overeenkomstig de wetgeving van
het land/de stad waarin de auto
wordt gebruikt. Controleer daarnaast
altijd de rijsnelheid door naar de
snelheidsmeter te kijken.
  De rijsnelheidsalarmfunctie kan
ingesteld worden tussen 30 en 250
km/h.
Het rijsnelheidalarm kan worden ingesteld
aan de hand van onderstaande procedure.
1. Druk op de INFO schakelaar om het
rijsnelheidsalarm te tonen.
2. Druk op de INFO schakelaar continu
ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
In de weergave van de ingestelde
rijsnelheid gaat het derde cijfer (plaats
voor de honderdtallen) knipperen.
3. Druk op de INFO schakelaar en
stel het derde cijfer (plaats van de
honderdtallen) in op de gewenste
rijsnelheid.
De numerieke waarde verandert telkens
wanneer de INFO schakelaar wordt
ingedrukt.
4. Druk op de INFO schakelaar continu
ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
In de weergave van de ingestelde
rijsnelheid gaan de laagste twee cijfers
knipperen (plaats van tientallen en
eenheden).
5. Druk op de INFO schakelaar en stel
de twee laagste cijfers (plaats van
tientallen en eenheden) in op de
gewenste rijsnelheid.
De numerieke waarde verandert telkens
wanneer de INFO schakelaar wordt
ingedrukt.
6. Druk op de INFO schakelaar continu
ingedrukt totdat u een pieptoon hoort.
De ingestelde rijsnelheid wordt getoond
op het rijsnelheidsalarmscherm.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 177 of 615

4–33
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Waarschuwings/indikatielampjes
De instrumentengroep varieert afhankelijk van het model en de specifi caties.
Instrumentengroep
Midden van
instrumentenpaneel
Waarschuwings/indikatielampjes zullen verschijnen in de gearceerde gedeelten
Waarschuwingslampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Waarschuwingslampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje *1 7-33
(Rood) Remsysteemwaarschuwingslampje
*1*2 7-33
(Oranje) Waarschuwingslampje elektrische vacuümpomp
*1 7-33
ABS waarschuwingslampje *1 7-33
Laadsysteemwaarschuwingslampje *1 7-33
Motoroliewaarschuwingslampje *1 7-33
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 178 of 615

4–34
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwingslampjes Pagina
Motorwaarschuwingslampje *1 7-33
(Rood) Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur*1 7-33
(Oranje) * i-stop waarschuwingslampje *1 4-18
(Oranje) * i-ELOOP waarschuwingslampje *1 7-33
* Waarschuwingslampje voor automatische transmissie *1 7-33
Indikatielampje voor defecte stuurbekrachtiging *1 7-33
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels *1 7-33
* Actieve motorkap waarschuwingslampje *1 7-33
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-33
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje 7-33
Open-portier waarschuwingslampje 7-33
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-33
* Waarschuwingslampje voor laag sproeiervloeistofniveau 7-33
* Waarschuwingslampje van bandenspanningcontrolesysteem *1 7-33
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 179 of 615

4–35
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwingslampjes Pagina
* Waarschuwingslampje lekke band *1 7-33
(Rood) KEY waarschuwingslampje
*1 7-33
* Waarschuwingslampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) *1
Brandt 7-33
Knippert 4-106
(Oranje)
* Koplampregelsysteem (HBC) waarschuwingslampje *1 7-33
LED koplampwaarschuwingslampje *1 7-33
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.
Indikatielampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Indikatielampjes Pagina
* Dodehoekmonitor (BSM) OFF indikatielampje *1 4-114
* Indikatielampje van rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF *1 4-105
(Groen) KEY indikatielampje 3-10
(Groen)
* Koplampregelsysteem (HBC) indikatielampje 4-101
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 180 of 615

4–36
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indikatielampjes Pagina
* Moersleutelindikatielampje *1 4-38
TCS/DSC indikatielampje *1 4-83 , 4-84
DSC OFF indikatielampje *1 4-84
(Groen) * i-stop indikatielampje 4-18
(Groen) * i-ELOOP Indikatielampje 4-88
(Blauw) Indikatielampje voor lage motorkoelvloeistoftemperatuur 4-38
* Schakelstandindikatie 4-44
Grootlichtindikatielampje 4-61 , 4-61
Richtingaanwijzers/Waarschuwingsknipperlichten
indikatielampjes 4-65 , 4-74
Beveiligingssysteemindikatielampje *1 3-50
(Oranje)
* Hoofdindikatielampje van kruissnelheidsregelaar 4-132
(Groen)
* Indikatielampje voor ingestelde kruissnelheid 4-132
(Oranje)
* Hoofdindikatielampje van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-121
(Groen)
* Indikatielampje van instelfunctie van afstelbare
snelheidsbegrenzer 4-121
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 181 of 615

4–37
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indikatielampjes Pagina
* Keuzemodusindikatie 4-94
Verlichting-aan indikatielampje 4-57
* Indikatielampje voor mistachterlicht 4-64
* Indikatielampje van de deactiveringsschakelaar van de
passagiersairbag*1 2-53
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 182 of 615

4–38
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Moersleutelindikatielampje *
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
gaat het moersleutelindikatielampje
branden en vervolgens na enkele seconden
uit.
Het moersleutelindikatielampje
gaat branden wanneer het tijd is
voor een vooringestelde periodieke
onderhoudsbeurt. Controleer de gegevens
en voer het onderhoud uit.
Zie Onderhoudsmonitor op pagina 6-12 .
Indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur
(Blauw)
Het lampje brandt continu wanneer de
motorkoelvloeistoftemperatuur laag is en
gaat uit nadat de motor warmgedraaid is.
Als het indikatielampje voor lage
motorkoelvloeistoftemperatuur blijft
branden nadat de motor voldoende is
opgewarmd, bestaat de kans dat de
temperatuursensor defect is. Raadpleeg
een deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 232 of 615

4–88
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Indikatielampje/
Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van het
i-ELOOP indikatielampje (groen) en de
bedrijfstoestanddisplay.
i-ELOOP indikatielampje (groen)
(Voertuig zonder type B/type C audio)
Tijdens regeneratie gaat het lampje
branden.
Bedrijfstoestanddisplay (Voertuigen met
type B/type C audio)
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-91 .
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 233 of 615

4–89
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
*Bepaalde modellen.
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type B/type C audio, kan de bedrijfstoestand *1 , het brandstofverbruik en
de energiebesparing *1 beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in
de display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het toepassingen
scherm.
2. Selecteer de “Brandstofverbruik”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Verbergt de menudisplay.
Toont het toepassingen scherm.
Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand *1 , brandstofverbruik
en energiezuinigheid *1 .
Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.
Toont het volgende instelscherm. Einddisplay in-/uitschakelen In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt aan de
dagteller (Dagteller A)
*1 Met i-stop functie.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 234 of 615

4–90
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.
Indikatie op display Bedrijfstoestand
Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
Toont het brandstofverbruik elke minuut gedurende
de laatste 1 tot 10 minuten.
Toont het brandstofverbruik elke 10 minuten
gedurende de laatste 10 tot 60 minuten.
Toont het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste 5 terugstellingen en na de huidige
terugstelling.
Berekent het gemiddelde brandstofverbruik elke
minuut na het begin van een rit en toont dit op de
display.
OPMERKING
  De brandstofverbruikgegevens kunnen worden teruggesteld aan de hand van de
volgende procedure:
 


 Druk op de terugstelschakelaar op het menuscherm.



 Wanneer de functie die de brandstofverbruikmonitor koppelt aan de dagteller is
ingeschakeld, dagteller A van de dagteller terugstellen.
 


 Wis de informatie van het gemiddelde brandstofverbruik die wordt getoond in de
boordcomputer.
 
 Na het terugstellen van de brandstofverbruikgegevens wordt “-- -” getoond terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 80 next >