ESP MAZDA MODEL MX-5 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 415 of 615

5–119
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Wordt niet automatisch verbonden
wanneer de motor gestart wordt De paringinformatie wordt
bijgewerkt wanneer het
besturingssysteem van het apparaat
wordt bijgewerkt. Voer paring nogmaals uit.
*1 Instelling die de aanwezigheid opspoort van apparatuur buiten de Bluetooth
® eenheid
OPMERKING
  Bij het updaten van het besturingssysteem van de apparatuur bestaat de kans dat de
paringinformatie gewist wordt. Herprogrammeer in dit geval de paringinformatie in de
Bluetooth
® eenheid.   Als u uw telefoon paart die reeds in het verleden meerdere malen aan uw auto is
gepaard, dient u “Mazda” op uw mobiele apparaat te wissen. Voer vervolgens de
Bluetooth
® zoekprocedure nogmaals op uw mobiele apparaat uit en paar dit aan een
nieuw opgespoorde “Mazda”.
  Controleer alvorens u uw apparaat paart, dat Bluetooth ® op zowel uw telefoon als op
de auto “AAN” zijn.
Problemen die verband houden met de spraakherkenning
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Slechte spraakherkenning
Buitengewoon langzame spraak. Buitengewoon harde spraak
(schreeuwen).
Spreken alvorens de pieptoon is
beëindigd.
Harde geluiden (gepraat of lawaai
van buiten/binnen de auto).
Luchtstroom van airconditioning
blaast tegen de microfoon.
Spreken in niet-standaard
uitdrukkingen (dialect). Betreffende de oorzaken die links
worden aangegeven, letten op de
manier waarop u spreekt. Ook
wanneer getallen achter elkaar
worden uitgesproken verbetert de
spraakherkenning als er tussen de
getallen geen pauze wordt ingelast. Verkeerde herkenning van nummers
Slechte spraakherkenning Er is een defect in de microfoon. Er is mogelijk een slechte
verbinding of een defect in
de microfoon. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een offi ciële Mazda reparateur.
Spraakherkenning verband houdend
met de telefoon is uitgeschakeld Er is een probleem met de
verbinding tussen de Bluetooth
®
eenheid en het apparaat. Controleer op problemen met de
paring van de apparatuur of met de
verbinding, als er na het controleren
van de paringsituatie een defect is.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 416 of 615

5–120
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Namen in het telefoonboek worden
niet gemakkelijk herkend Het Bluetooth
® systeem is in een
toestand welke herkenning moeilijk
maakt. Door het nemen van de
volgende maatregelen wordt de
spraakherkenning verbeterd.
Wis het geheugen uit een
telefoonboek dat niet vaak gebruikt
wordt.
Vermijd verkorte namen, gebruik
volledige namen. (Herkenning
verbetert naarmate de naam langer
is. Door geen namen te gebruiken
als “Moeder”, “Vader”, wordt de
herkenning verbeterd.)
Bij bediening van de audio, wordt
de naam van een muziekstuk niet
herkend. Namen van muziekstukken kunnen
door de spraakherkenning niet
worden herkend. —
U wilt de begeleiding overslaan — De begeleiding kan overgeslagen
worden door de sprekentoets snel in
te drukken en los te laten.
Betreffende problemen met telefoongesprekken
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
Aan het begin van een
telefoongesprek, zijn rijgeluiden van
de andere partij hoorbaar Gedurende ongeveer drie seconden
na het begin van een gesprek, heeft
de storingonderdrukkingsfunctie
van de Bluetooth
® eenheid enige tijd
nodig om zich aan te passen aan de
gespreksomgeving. Dit duidt echter niet op een
probleem met de apparatuur.
De andere partij is niet hoorbaar of
de stem van de spreker is zacht Het volume is op nul of laag
ingesteld. Stel het volume hoger af.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 417 of 615

5–121
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Overige problemen
Probleem Oorzaak Oplossingsmethode
De resterende batterijlading
wordt bij de auto en het apparaat
verschillend aangeduid De methode van aanduiding is bij de
auto en het apparaat verschillend. —
Wanneer er vanuit de auto wordt
gebeld, wordt het telefoonnummer
bijgewerkt in de registratie van
inkomende/uitgaande gesprekken,
echter de naam verschijnt niet Het nummer is niet in het
telefoonboek opgeslagen. Als het nummer in het telefoonboek
is opgeslagen, wordt de registratie
van inkomende/uitgaande
gesprekken bijgewerkt bij de naam
in het telefoonboek zodra de motor
opnieuw gestart wordt.
De mobiele telefoon werkt voor
wat betreft de registratie van
inkomende/uitgaande gesprekken
niet synchroon met de auto Bepaalde typen mobiele telefoons
worden niet automatisch
gesynchroniseerd. Bedien de mobiele telefoon voor
synchronisatie.
Het duurt lang om de functie
voor het veranderen van de taal te
voltooien Hiervoor is maximaal 60 seconden
nodig. —
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 419 of 615

5–123
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
OPMERKING
Om uitgeput raken van de accu te
voorkomen, het kofferdeksel niet
gedurende lange tijd geopend laten
wanneer de motor niet draait.
Instapverlichtingssysteem
Wanneer de plafondverlichtingschakelaar
in de stand DOOR staat en het contact is
uitgeschakeld gaat de plafondverlichting
branden als een van de volgende
handelingen wordt uitgevoerd.
 


 Gaat gedurende ongeveer 30 seconden
branden wanneer het bestuurdersportier
ontgrendeld wordt.
 


 Gaat gedurende ongeveer 15 seconden
branden wanneer een portier wordt
geopend met een sleutel die in de auto
wordt achtergelaten en vervolgens het
portier wordt gesloten.
 


 Gaat gedurende ongeveer 5 seconden
branden wanneer een portier vanaf
de buitenzijde wordt geopend met
een sleutel die wordt meegenomen en
vervolgens het portier wordt gesloten. De plafondverlichting gaat gedurende
ongeveer 15 seconden branden wanneer
het contact is uitgeschakeld en de
plafondverlichtingschakelaar in de stand
DOOR staat.
De plafondverlichting gaat in de volgende
gevallen onmiddellijk uit:
 


 Het contact is ingeschakeld en beide
portieren zijn gesloten.
 


 Het bestuurdersportier wordt
vergrendeld.
OPMERKING
 Accubesparing Als een van de portieren is
open blijven staan terwijl de
plafondverlichtingschakelaar
in de stand DOOR staat, of het
kofferdeksel is open blijven staan,
gaat de plafondverlichting of de
kofferruimteverlichting na ongeveer
30 minuten uit om uitputting van de
accu te voorkomen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 456 of 615

6–24
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
WAARSCHUWING
Geen van de koelsysteemdoppen
verwijderen wanneer de motor en de
radiateur heet zijn:
Wanneer de motor en de radiateur heet
zijn, kan kokend hete koelvloeistof en
stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Het verversen van de koelvloeistof dient
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
te worden gedaan.
Controleer de anti-vries bescherming en
het koelvloeistofniveau in het reservoir
tenminste éénmaal per jaar—aan het begin
van het winterseizoen—en alvorens naar
streken te reizen waar de temperaturen tot
onder het vriespunt kunnen dalen.
Controleer de toestand en aansluitingen
van alle slangen van het koelsysteem en
alle verwarmingsslangen.
Vernieuw eventuele uitgezette of
verouderde slangen.
De radiateur dient volledig met
koelvloeistof gevuld te zijn en het
koelvloeistofniveau dient zich tussen
de FULL en LOW streepjes op het
koelvloeistofreservoir te bevinden
wanneer de motor koud is.
Koelvloeistofreservoir
Koelventilator
Dop van koelsysteem
Indien het peil zich in de nabijheid van of
bij LOW bevindt, voldoende koelvloeistof
in het reservoir bijvullen voor beveiliging
tegen bevriezing en corrosie en het peil tot
bij FULL brengen.
Na het bijvullen van koelvloeistof de dop
van de koelvloeistofreservoirtank stevig
vastdraaien.
OPGELET
  Radiateurkoelvloeistof tast de laklaag
aan.
 Spoel dit bij morsen onmiddellijk af.
 
 Gebruik enkel zacht
(gedemineraliseerd) water in het
koelvloeistofmengsel. Water dat
mineralen bevat doet afbreuk
aan de effectieve werking van de
koelvloeistof.
  Niet enkel water toevoegen.
Steeds bijvullen met een juist
koelvloeistofmengsel.
  De motor heeft aluminium
onderdelen en dient beschermd te
worden door een koelvloeistof op
ethyleen-glycol basis om corrosie en
bevriezing te voorkomen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 458 of 615

6–26
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Model met links stuur
Model met rechts stuur
Ruitensproeier- en
koplampsproeiervloeistof
Controle van het
sproeiervloeistofniveau
WAARSCHUWING
Gebruik steeds gewoon water of
ruitensproeiervloeistof in het reservoir:
Gebruik van radiateur-antivries
in plaats van sproeiervloeistof is
gevaarlijk. Als dit op de voorruit
gesproeid wordt, zal de voorruit
hierdoor verontreinigd worden en uw
uitzicht belemmerd worden. Dit kan
een ongeluk tot gevolg hebben.
Controleer het vloeistofniveau in het
sproeierreservoir en vul indien nodig
vloeistof bij.
Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt.
Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 493 of 615

6–61
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Krassen kunnen ontstaan op de laklaag,
wanneer:
 


 De auto wordt gewassen zonder dat vuil
en overige vreemde bestanddelen eerst
afgespoeld worden.
 


 De auto wordt gewassen met een ruwe,
droge of vuile doek.
 


 De auto wordt gewassen in een auto-
wasinstallatie waarvan de borstels vuil
of te hard zijn.
 


 Wanneer er een reinigingsmiddel of
was gebruikt wordt die polijstmiddelen
bevat.
OPMERKING
  Mazda stelt zich niet
verantwoordelijk voor krassen
die veroorzaakt worden door
automatische auto-wasinstallaties
of door een verkeerde manier van
wassen.
  Krassen zijn duidelijker
waarneembaar op auto's met donkere
kleuren.
Voor het minimaal houden van de kans op
het ontstaan van krassen op de laklaag:
 


 Alvorens de auto te wassen, eerst alle
vuil of vreemde bestanddelen afspoelen
met behulp van lauw of koud water.
 


 Gebruik bij het wassen van de auto een
ruime hoeveelheid lauw of koud water
en een zachte doek. Gebruik geen nylon
doek.
 


 Tijdens het wassen of drogen van de
auto de laklaag voorzichtig wrijven.
 


 Breng uw auto uitsluitend naar een
autowasinstallatie waarvan de borstels in
goede staat van onderhoud zijn.
 


 Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen
of was die polijstmiddelen bevat.
OPGELET
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen
of sterke reinigingsmiddelen welke
in hoge mate alkali of bijtende
bestanddelen bevatten op onderdelen
van chroom of geanodiseerd
aluminium. Dit kan beschadiging van
de beschermlaag tot gevolg hebben
alsmede verkleuring of aantasting van
de laklaag.
Besteed speciale aandacht aan het
verwijderen van opeenhopingen van zout,
vuil, modder of andere substanties van de
onderzijde van de spatborden. Let er op
dat de afvoergaten in de benedenranden
van de portieren en drempelkokers schoon
zijn.
Beschadiging van de lak kan veroorzaakt
worden door kleine opeenhopingen van
teer, industriële neerslag, boomhars,
insecten en uitwerpselen van vogels,
indien deze substanties niet direct
verwijderd worden. Wanneer het
onmiddellijk afspoelen met enkel
water geen effect heeft, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken dat speciaal
bestemd is voor auto's.
Na het wassen, de auto grondig met lauw
of koud water afspoelen. Laat de zeep niet
op het oppervlak van de kap drogen.
Na het wassen de auto afdrogen met
een schone zeem om de vorming van
watervlekken te voorkomen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 546 of 615

7–44
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
Het veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel
of passagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is terwijl
het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder of
passagier niet aangegespt is (alleen wanneer
de passagierszitting bezet is) en de snelheid
van de auto hoger is dan ongeveer 20 km/h,
gaat het waarschuwingslampje knipperen. Na
een korte tijd stopt het waarschuwingslampje
met knipperen, maar blijft branden. Als een
veiligheidsgordel niet aangegespt blijft, gaat
het waarschuwingslampje opnieuw voor een
bepaalde tijd knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de bestuurder
of passagier niet aangegespt wordt nadat
het waarschuwingslampje is gaan branden
en de rijsnelheid hoger is dan 20 km/h,
gaat het waarschuwingslampje opnieuw
knipperen.
(Met inzittende passagier
detectiesysteem)
Geen extra zitkussen op de
passagierszitting plaatsen om er voor
te zorgen dat de inzittende passagier
detectiesensor juist kan functioneren.
De kans bestaat dat de sensor niet goed
functioneert omdat het extra zitkussen
de werking van de sensor zou kunnen
hinderen.
(Zonder inzittende passagier
detectiesysteem)
Door het plaatsen van zware voorwerpen
op de passagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de passagierszitting geactiveerd
worden, afhankelijk van het gewicht van
het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
passagierszitting plaatsen en er niet op
gaan zitten om er voor te zorgen dat
de passagiergewichtsensor juist kan
functioneren. De kans bestaat dat de
sensor niet goed functioneert omdat het
extra zitkussen de werking van de sensor
zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de passagierszitting
meerijdt, bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt.
Maak de veiligheidsgordels vast.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 550 of 615

7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
KEY waarschuwingslampje (Rood) (Knippert)
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Oorzaak Te nemen maatregel
De batterij van de geavanceerde sleutel is
uitgeput. Vernieuw de sleutelbatterij (pagina 6-35 ).
De geavanceerde sleutel bevindt zich buiten het
werkingsbereik.
Breng de geavanceerde sleutel in het werkingsbereik (pagina
3-9 ).
De geavanceerde sleutel is geplaatst in delen van
het interieur waar de sleutel moeilijk bespeurd
kan worden.
Er bevindt zich een sleutel van een andere
fabrikant welke gelijkt op de geavanceerde
sleutel in het werkingsbereik. Neem de sleutel van een andere fabrikant welke gelijkt op de
geavanceerde sleutel uit het werkingsbereik.
Zonder het contact uit te zetten, is de
geavanceerde sleutel uit het interieur genomen
en vervolgens zijn alle portieren gesloten. Breng de geavanceerde sleutel terug in het interieur.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 578 of 615

8–18
Informatie voor de eigenaar
Inzamelen/opruimen van afgedankte apparatuur/gebruikte batterijen
Informatie voor gebruikers betreffende het inzamelen
en opruimen van afgedankte apparatuur en gebruikte
batterijen
Zie voor het opruimen van uw oude batterijen onderstaande informatie.
Informatie over opruimen in de Europese Unie
Deze afbeelding van een doorgekruiste afvalbak op producten, verpakking, en/of
bijbehorende documenten betekent dat gebruikte elektronische producten en batterijen
niet samen met ongesorteerd huishoudafval mogen worden afgedankt. Voor een juiste
verwerking, hergebruik en recycling van afgedankte producten en gebruikte batterijen,
brengt u deze naar de aangewezen inzamelpunten, overeenkomstig uw nationale wetgeving
en de richtlijnen 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen op correcte wijze op te ruimen, helpt u waardevolle
natuurlijke hulpbronnen te behouden en voorkomt u mogelijk negatieve effecten op de
gezondheid en het milieu die anders het gevolg zouden kunnen zijn van een onjuiste
afvalverwerking.
Neem contact op met uw plaatselijke gemeente, afvalverwerkingsbedrijf of verkooppunt
waar u de producten heeft gekocht voor meer informatie over inzameling en hergebruik van
afgedankte producten en batterijen.
OPMERKING
Het is mogelijk dat de onderstaande twee letters gebruikt worden in combinatie met de
afbeelding van de doorgekruiste afvalbak. In dit geval voldoet deze aan de eis welke
bepaald is door de richtlijn voor de betreffende chemische stof.
“Pb” en “Cd” betekenen respectievelijk lood en cadmium.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >